In dit hoofdstuk worden de volgende onderdelen van het financieel kader nader toegelicht:
- Onze uitgangspunten
- Ontwikkeling begrotingssaldo
- Ontwikkeling baten en lasten
- Vrij Aanwendbare Reserve (VAR)
In dit hoofdstuk worden de volgende onderdelen van het financieel kader nader toegelicht:
Het financieel kader actualiseren we periodiek. Dit gebeurt naar aanleiding van externe wijzigingen (zoals veranderingen in het provinciefonds) of door besluiten van Provinciale en Gedeputeerde Staten. Vaak stellen uw Staten deze wijzigingen vast bij de behandeling van een begroting, de jaarstukken, of een bestuursrapportage. Daarnaast heeft het college het mandaat om een aantal niet beleidsmatige wijzigingen zelf in de begroting te verwerken. Het betreft hier bijvoorbeeld wijzigingen in het provinciefonds, opbrengst motorrijtuigenbelasting, rendement vermogensbeheer of dividenduitkering. Hieronder geven we de ontwikkeling van het begrotingssaldo vanaf de begroting 2023 tot aan de begroting 2024 stapsgewijs weer.
Bij de begroting 2023 hebben we de stand van het begrotingssaldo op dat moment gepresenteerd. Daarna hebben uw Staten enkele begrotingswijzigingen vastgesteld bij de 2e bestuursrapportage 2022. Na verwerking van de effecten van de wijzigingen van de 2e bestuursrapportage 2022 hebben uw Staten in vergaderingen juni, oktober en december nog een aantal begrotingswijzigingen vastgesteld waaronder een aantal moties en amendementen. Tevens zijn de effecten van de september- en decembercirculaire en de wijzigingen onder mandaat GS in onderstaande overzicht verwerkt. Dit resulteert in de stand van het begrotingssaldo bij de jaarrekening 2022.
Onder GS-mandaat zijn de uitgangspunten bij de begroting vastgesteld en verwerkt in de begroting. Tevens is onder GS-mandaat het dividend van Alliander opgehoogd. Daarnaast zijn de wijzigingen onder PS-mandaat bij de bestuursrapportage 2023 die effect hebben op het begrotingssaldo in dit overzicht opgenomen. Hierbij merken wij op dat de wijzigingen van de bestuursrapportage 2023 bij het opstellen van de begroting 2024 nog niet definitief zijn vastgesteld (de behandeling van bestuursrapportage 2023 is gepland op 27 september). Conform de hierover gemaakte afspraken hebben wij daarom in bijlage 10 een overzicht met de begrotingswijzigingen opgenomen die bij de bestuursrapportage 2023 ter vaststelling aan PS worden voorgelegd.
Ná de bestuursrapportage zijn de effecten van de meicirculaire en de resultaatbestemmingen bij de jaarrekening verwerkt. De uitvoering van de motie van PS over de funderingsaanpak Fries veenweidegebied zijn eveneens doorgevoerd. Tot slot zijn de voorstellen en heroverwegingen uit het Bestuursakkoord die effect hebben op het begrotingssaldo in dit overzicht opgenomen. Door de inzet van middelen in het Bestuursakkoord, daalt het begrotingssaldo onder nul. Conform staand beleid*) is de begrotingssaldo aangevuld vanuit de VAR naar nihil.
In de tabel hieronder staan de verschillende stappen cijfermatig weergegeven.
*) Als er een negatief begrotingssaldo is wordt dat direct verwerkt met de vrij aanwendbare reserve door daar daadwerkelijk al over te beschikken. Deze werkwijze wordt alleen bij de begroting gevolgd zodat mutaties in het jaar en de effecten daarvan zichtbaar blijven.
Ontwikkeling begrotingssaldo | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |||
Bedragen x € 1 mln. | ||||||||
Begrotingssaldo bij begroting 2023 | 1,3 | 13,2 | 23,5 | 3,7 | 11,8 | |||
Voorstellen GS 2e berap 2022 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
Voorstellen PS 2e berap 2022 | -3,8 | -4,7 | -4,2 | -4,5 | -4,5 | |||
Begrotingssaldo bij 2e berap 2022 | -2,6 | 8,5 | 19,3 | -0,7 | 7,4 | |||
GS verhoging opcenten | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
GS rente | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
GS dividend | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
GS onvoorzien | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
GS provinciefonds - effecten septembercirculaire | 1,3 | 3,1 | 3,7 | 7,5 | 1,8 | |||
GS nominaal | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
GS provinciefonds - effecten decembercirculaire | -0,9 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
PS 29-6-2022 Zero Based Budgetting aanpassing | 0,0 | 0,0 | -0,3 | 0,0 | 0,0 | |||
PS 9-11-2022 2e berap 2022 amendemint 1 Reparaasje oergong Doarpshuzenregeling nei IMF | -0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
PS 9-11-2022 2e berap 2022 motie 1 Meer warme kamers in Fryslân | -0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
PS 9-11-2022 begroting 2023 amendement 2 Geld voor uitvoerig Naar een schone en gezonde leefomgeving | -0,2 | -0,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
PS 30-11-2022 Beliedsnota Ynvasieve Exoten amendemint 01 Ook geld voor 2024 | 0,0 | -0,4 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
Begrotingssaldo bij jaarrekening 2022 | -2,7 | 10,9 | 22,7 | 6,8 | 9,2 | |||
GS dividend | 2,9 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
GS bestuursakkoord 2023-2027 | 3,8 | 0,3 | 0,1 | -3,3 | -2,5 | |||
Voorstellen PS berap 2023 | -0,2 | 0,0 | -0,4 | 0,0 | -0,2 | |||
Begrotingssaldo bij berap 2023 | 3,7 | 11,2 | 22,4 | 3,5 | 6,5 | |||
GS provinciefonds - effecten meicirculaire | 2,7 | 4,0 | 1,8 | -0,5 | 5,3 | |||
GS aanvulling vanuit Vrij aanwendbare reserve | 0,0 | 19,3 | 24,3 | 37,0 | 41,4 | |||
PS 28-6-2023 resultaatbestemming impulsgelden weerbaar bestuur | -0,1 | -0,2 | -0,1 | 0,0 | 0,0 | |||
PS 28-6-2023 bestemming jaarrekeningresultaat Een ton voor een regenton | -0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
PS 28-6-2023 resultaatbestemming Gebiedsontwikkeling WTC fase II | -4,9 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
PS 28-6-2023 reserve spaarverlof | -0,4 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
PS 28-6-2023 terugbetaling resultaat Marrekrite 2022 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
PS 12-7-2023 uitvoering moties funderingsaanpak Fries veenweidegebied | -0,2 | -0,8 | -0,7 | -0,7 | -2,0 | |||
PS 19-7-2023 Bestjoersakkoart 2023-2027 voorstellen | -0,5 | -36,1 | -48,6 | -39,3 | -51,2 | |||
PS 19-7-2023 Bestjoersakkoart 2023-2027 heroverwegingen | 14,4 | 2,5 | 0,8 | 0,0 | 0,0 | |||
Begrotingssaldo bij begroting 2024 | 14,7 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||
Hieronder staat de ontwikkeling van de baten, de lasten en de mutaties van de reserves. Op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele baten en lasten. Op deze manier wordt inzichtelijk gemaakt of de provinciale begroting structureel in evenwicht is en blijft.
De structurele baten en lasten betreffen alle budgetten met een looptijd tot en met 2032. Dus ook de onderdelen voorzieningen, overlopende passiva of reserves.
De mutaties in de bestemmingsreserves hebben vooral betrekking op de reserves van de tijdelijke budgetten. De verschuiving van de bestedingsritmes over de jaren heen verloopt via deze reserves. In het ene jaar wordt gevormd en in het volgende jaar en/of volgende jaren wordt onttrokken aan deze reserves.
Ontwikkeling financieel kader | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | |
Bedragen x € 1 miljoen | ||||||
Baten | structureel | 331,8 | 330,8 | 333,2 | 324,5 | 333,1 |
overig | 75,1 | 102,0 | 42,2 | 22,8 | 10,4 | |
Totaal baten | 406,9 | 432,8 | 375,5 | 347,3 | 343,4 | |
Lasten | structureel | 277,7 | 301,9 | 307,0 | 314,7 | 330,3 |
overig | 257,0 | 216,2 | 140,3 | 79,5 | 66,8 | |
Totaal lasten | 534,6 | 518,1 | 447,3 | 394,2 | 397,1 | |
Saldo voor bestemming reserves | structureel | 54,1 | 28,9 | 26,2 | 9,8 | 2,8 |
overig | -181,9 | -114,2 | -98,0 | -56,7 | -56,4 | |
Saldo voor bestemming reserves | -127,7 | -85,3 | -71,8 | -46,9 | -53,6 | |
Reserves | structureel | 8,3 | 13,9 | 4,5 | -1,0 | 9,6 |
overig | 134,1 | 71,3 | 67,3 | 48,0 | 44,0 | |
Totaal reserves | 142,4 | 85,3 | 71,8 | 46,9 | 53,6 | |
Saldo na bestemming reserves | structureel | 62,5 | 42,9 | 30,7 | 8,7 | 12,4 |
overig | -47,8 | -42,9 | -30,7 | -8,7 | -12,4 | |
Begrotingssaldo | 14,7 | 0,0 | 0,0 | -0,0 | 0,0 | |
Ontwikkeling financieel kader | Begroting 2028 | Begroting 2029 | Begroting 2030 | Begroting 2031 | Begroting 2032 | |
Bedragen x € 1 miljoen | ||||||
Baten | structureel | 338,9 | 346,1 | 353,4 | 360,7 | 368,2 |
overig | 8,9 | 8,9 | 8,9 | 8,9 | 8,9 | |
Totaal baten | 347,8 | 355,0 | 362,3 | 369,6 | 377,1 | |
Lasten | structureel | 342,6 | 351,1 | 360,6 | 370,7 | 381,1 |
overig | 3,3 | 3,3 | 3,3 | 3,3 | 3,3 | |
Totaal lasten | 345,9 | 354,4 | 363,9 | 374,0 | 384,5 | |
Saldo voor bestemming reserves | structureel | -3,7 | -5,0 | -7,2 | -9,9 | -13,0 |
overig | 5,6 | 5,6 | 5,6 | 5,6 | 5,6 | |
Saldo voor bestemming reserves | 1,9 | 0,6 | -1,6 | -4,4 | -7,4 | |
Reserves | structureel | 5,9 | 5,9 | 5,9 | 5,9 | 5,9 |
overig | -3,7 | -3,7 | -3,7 | -3,7 | -3,7 | |
Totaal reserves | 2,2 | 2,2 | 2,2 | 2,2 | 2,2 | |
Saldo na bestemming reserves | structureel | 2,2 | 0,9 | -1,3 | -4,0 | -7,1 |
overig | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | |
Begrotingssaldo | 4,1 | 2,8 | 0,5 | -2,2 | -5,2 |
T/m 2030 is er sprake van ‘zwarte cijfers. Vanaf 2031 zakt het begrotingssaldo onder nul. Hiermee wordt niet voldaan aan het uitgangspunt uit het bestuursakkoord dat de meerjarenbegroting structureel sluitend is.
Voor nu vinden wij dit een acceptIndeabele situatie, omdat:
Wanneer de mogelijke gevolgen van deze majeure ontwikkelingen zich voor de provincie uitkristalliseren, is er nog voldoende tijd om hier op te anticiperen met eventueel aanvullende maatregelen. Wel is het zo dat door de investeringen uit het Bestuursakkoord de Vrij Aanwenbare Reserve voor een aanzienlijk deel is ingezet. Dit betekent dat de buffers voor het opvangen van eventuele onvoorziene tegenvallers afneemt. De noodzaak om toe te werken naar een sluitende meerjarenbegroting is daarmee evident.
Provinciefonds algemene uitkering
Compensatie inflatie 2022
Via de meicirculaire ontvangt de provincie een extra structurele compensatie vanaf 2023 voor de hoge inflatie in 2022. Deze was oorspronkelijk bedoeld ter compensatie voor de gestegen energielasten voor ‘culturele en maatschappelijke voorzieningen’. Uiteindelijk zijn deze middelen niet geoormerkt en daarmee vrij besteedbaar voor de provincie. Er is voor gekozen om deze extra compensatie via een extra index toch uit te keren aan onze budgetinstellingen. Het gaat om een structureel bedrag van circa € 0,6 mln.
Ontwikkeling en raming van het accres
In de meicirculaire is een actualisatie van het accres opgenomen. Ten opzichte van de decembercirculaire 2022 is tot en met 2024 sprake van een toename van het accres. Dit kan enerzijds worden verklaard door de loon- en prijsontwikkeling. Mede door geopolitieke ontwikkelingen is er sprake van forse prijsstijgingen. Dit werkt door in het accres.
Vanaf 2026 daalt het volume-deel van het accres omdat de ‘trap-op-trap-af’ is systematiek is losgelaten; deze systematiek hield in dat het accres voor een belangrijk deel werd bepaald door de ontwikkeling van de totale rijksuitgaven. Via de meicirculaire is voor het nadelige effect hiervan een structurele compensatie toegekend aan de lagere overheden.
Vanwege de hoge accressen (> 5%) is, conform bestaand beleid, rekening gehouden met een voorzichtigheidsmarge van 2%. Gezien het historisch hoge accres voor 2023 hebben wij voor 2023 zelfs rekening gehouden met een afslag van 3%. Omdat in de meicirculaire het accres voor 2024 toeneemt tot meer dan 9%, is de voorzichtigheidsmarge voor 2024 in lijn met 2023 aangepast naar 3%.
Omdat vanaf 2026 het accres alleen nog muteert als gevolg van loon- en prijsontwikkelingen, stellen wij het accres vanaf 2026 gelijk aan de toegepast indexering op de lasten.
De accresreeks ziet er dan als volgt uit:
(in procenten) | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
Accres meicirculaire 2023 | 9,8 | 9,4 | 5,9 | 3,6 | 3,2 |
Voorzichtigheidsmarge | -3,0 | -3,0 | -2,0 | ||
Bijstelling accres naar niveau indexering | -0,9 | -0,7 | |||
Accresberekening Algemene Uitkering Fryslân | 6,8 | 6,4 | 3,9 | 2,7 | 2,5 |
Dit resulteert in onderstaande raming van de algemene uitkering.
Bedragen x €1 miljoen | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
Begroting 2023 | 213,5 | 220,9 | 222,8 | 212,8 | 217,0 |
Financieel kader 2024 | 218,2 | 226,1 | 228,6 | 222,4 | 221,1 |
Begroting 2024 | 222,4 | 230,7 | 231,0 | 222,5 | 226,9 |
Mutatie | 4,2 | 4,6 | 2,4 | 0,0 | 5,8 |
Opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB)
De gegevens over het wagenpark van onze provincie zijn geactualiseerd aan de hand van de opgaaf van de belastingdienst per 1 januari 2023. Hieronder zijn de verwachte inkomsten opcenten motorrijtuigenbelasting aangegeven. Hierbij is een afslag van de omvang van het wagenpark van 1% meegenomen in verband met de ontwikkeling en samenstelling van het wagenpark. De indexering is gebaseerd op de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp).
Bedragen x € 1 miljoen | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
Begroting 2023 | 72,6 | 73,7 | 74,9 | 76,1 | 77,3 |
Kader 2024 | 72,6 | 74,6 | 76,7 | 78,8 | 80,8 |
Begroting 2024 | 72,6 | 74,6 | 76,7 | 78,8 | 80,8 |
Mutatie | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Rendement vermogen
Het vermogen van de provincie neemt de komende jaren sterk af. Ondanks de hogere rentetarieven op de geld- en kapitaalmarkt wordt er hierdoor steeds minder rendement behaald op het belegde vermogen.
Bedragen x € 1 miljoen | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 |
Begroting 2023 | 1,7 | 1,7 | 1,1 | 1,1 | 1,1 |
Financieel kader 2024 | 7,9 | 4,7 | 2,5 | 0,3 | 0,0 |
Begroting 2024 | 7,9 | 4,7 | 2,5 | 0,3 | 0,0 |
Mutatie | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Dividend
De provincie Fryslân neemt deel in het aandelenkapitaal van een aantal bedrijven. Wij ontvangen daarvoor dividend. Vanwege de grote investeringen die Vitens de komende jaren moet doen, houdt het bedrijf de komende jaren al het dividend in ter versterking van het eigen vermogen. Hieronder zijn de verwachte dividendinkomsten weergegeven.
Bedragen x € 1 miljoen | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 |
Begroting 2023 | 7,6 | 7,6 | 7,6 | 7,6 | 7,6 |
Financieel kader 2024 | 13,3 | 10,6 | 10,8 | 10,9 | 11,1 |
Begroting 2024 | 17,6 | 10,6 | 10,8 | 10,9 | 11,1 |
Mutatie | 4,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Nominale ontwikkeling
Door geopolitieke ontwikkelingen zien we een toename in de ontwikkeling van de inflatie voor zowel 2022 als in de jaren erna. Daarom is ervoor gekozen af te wijken van de werkwijze van voorgaande jaren. De indexering werd normaliter voor het merendeel gebaseerd op de septembercirculaire t-1. Vanwege de onzekerheden rondom de ontwikkelingen van de inflatie is er voor gekozen de indexcijfers vanaf 2023 te ontlenen aan de meest recente gegevens van het CPB (maart 2023).
Conform de uitgangspunten begroting (bijlage 8) worden aan bepaalde onderdelen in de begroting afwijkende inflatiepercentages toegekend.
In onderstaande tabel zijn de toegepaste indexcijfers voor structurele budgetten weergegeven en daarbij is tevens de omvang van de 'stelpost nominaal' in de begroting weergegeven.
Bedragen x €1 miljoen | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
Nominaal lonen | 3,6% | 5,2% | 5,8% | 4,8% | 4,2% |
Nominaal goederen en diensten | 3,0% | 3,0% | 2,8% | 2,7% | 2,5% |
Begroting 2023 | 1,1 | 9,7 | 18,6 | 26,7 | 34,5 |
Financieel kader 2024 | 3,4 | 13,5 | 24,6 | 34,9 | 44,8 |
Begroting 2024 *) | 1,1 | 1,1 | 12,5 | 22,9 | 32,8 |
*) De prijs en looninflatie zijn reeds aan de budgetten in de begroting toegerekend |
Hieronder staat de ontwikkeling van de VAR. Conform de afspraak met uw Staten vloeit het rekening- en begrotingssaldo aan het eind van het jaar automatisch in de VAR. Het rekeningsaldo 2022 en de verwachte begrotingssaldi 2023-2027 zijn hier in opgenomen.
In de financiële uitgangspunten is opgenomen dat de minimale stand van de VAR altijd € 10 mln. bedraagt. Aan het eind van deze collegeperiode (2027) bedraagt het saldo, onder aftrek van een minimale stand van de VAR van € 10 mln., totaal € 42,4 mln. Dit saldo is meegenomen bij de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit. De VAR neemt de komende jaren af vanwege de geplande investeringen die zijn opgenomen in het bestuursakkoord voor de periode 2023-2027.
Voor het bepalen welke middelen in de toekomst van uit de reserves kunnen worden ingezet, wordt gekeken naar de omvang c.q. ratio van het weerstandsvermogen. Door de plannen uit het bestuursakkoord is zogeheten weerstandsnorm afgenomen van ‘ruim voldoende’ naar ‘voldoende’. Er wordt een plan gemaakt om het weerstandsvermogen in deze bestuursperiode terug te brengen naar ruim voldoende. Dit betekent dat er op dit moment financieel geen ruimte is om (een deel van) de VAR in te zetten.
VAR | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
Bedragen x € 1 mln. | |||||
Beginsaldo | 211,2 | 177,0 | 155,2 | 130,8 | 93,8 |
Beschikking over reserve | -48,9 | -21,9 | -24,3 | -37,0 | -41,4 |
Begrotingssaldo ná bestuursakkoord | 14,7 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Stand ultimo | 177,0 | 155,2 | 130,8 | 93,8 | 52,4 |
Minimale stand VAR | -10,0 | ||||
Stand VAR ná mutaties | 177,0 | 155,2 | 130,8 | 93,8 | 42,4 |
Eerder is toegelicht dat het begrotingssaldo daalt door de investeringen uit het bestuursakkoord. Daarbij is aangegeven dat negatieve begrotingssaldi worden aangevuld vanuit de VAR. De opbouw van de beschikking over de VAR in de komende jaren staat in de tabel hieronder.
Vorming van en beschikking over reserve | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
Bedragen x € 1 mln. | |||||
Beschikking over reserve | |||||
Begroting 2020: dekking negatief begrotingssaldo | 48,9 | 1,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Begroting 2022: dekking negatief begrotingssaldo | 1,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Begroting 2024: dekking negatief begrotingssaldo | 19,3 | 24,3 | 37,0 | 41,4 | |
Totaal | 48,9 | 21,9 | 24,3 | 37,0 | 41,4 |