Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Deze paragraaf bevat de beleidslijnen voor het onderhoud en beheer van onze ‘kapitaalgoederen’. Het gaat om de infrastructuur incl. groenvoorzieningen (wegen, vaarwegen en kunstwerken). Daarnaast gaat het om de gebouwen waaronder het provinciehuis, de steunpunten, centraal bedienpunt en het Afsluitdijk Wadden Center. 
Uitgangspunt voor het onderhoud en beheer van de infrastructuur zijn de door Provinciale Staten in 2020 vastgestelde Actualisatie Onderhoudsbeleidskaders.

3.1 Onderhoud infrastructuur

Onderhoud en planning infrastructuur

Terug naar navigatie - Onderhoud en planning infrastructuur


We zijn verantwoordelijk voor het in stand houden van de provinciale infrastructuur. Het betreft wegen, fietspaden, vaarwegen met de oevers en kunstwerken.

Voor de onderdelen van de infrastructuur wordt een optimale planning gemaakt (assetmanagement) voor het jaarlijks terugkerend onderhoud (JTO) en het groot onderhoud (G.O.) op basis van inspecties en meerjarenplannen.
Voor het jaarlijks terugkerend onderhoud en het groot onderhoud worden jaarlijks middelen beschikbaar gesteld, aansluitend bij het door Provinciale Staten vastgestelde onderhoudsniveau. Daarnaast is er nog het dagelijks onderhoud wat vooral bedoeld is om de beschikbaarheid van de infrastructuur te borgen (calamiteiten en storingen).

Wij werken volgens de methodiek van Asset Management. Het assetmanagement betreft het continue proces van beleid en strategie, beheren en programmeren, plannen en voorbereiding, bouwen onderhouden en exploiteren, inspecteren en analyseren en evalueren en bijsturen waarbij er optimaal gestuurd wordt op risico’s, prestaties en kosten. 

Van alle assets wordt de conditie bepaald op basis van het schouw- en inspectieplan. Op basis van de gegevens uit de beheersystemen wordt jaarlijks een onderhoudsmeerjarenplanning (MJP) opgesteld. Het opstellen van het  MJP is een onderdeel van beheren en programmeren.

In het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer is de uitvoeringsplanning van het groot onderhoud opgenomen.

De gewenste kwaliteit voor ons areaal was een ‘7’, zoals deze als rapportcijfer voor het onderhoudsniveau is geïntroduceerd in het Coalitieakkoord 2015 – 2019. In het huidige Bestuursakkoord is dit uitgangspunt impliciet bestendigd. In de PS vergadering van 29-6-2022 is besloten om de kwaliteit van ons onderhoud met ingang van 2023 terug te brengen naar een ‘6’. Hiermee wordt nog een voldoende onderhoudsniveau gegarandeerd. In het verlengde hiervan kijken we ook naar mogelijkheden om met het onderhoud aan andere provinciale doelen bij te kunnen dragen. Met als uiteindelijk streven het zo doeltreffend mogelijk uitvoeren van onderhoud.

3.2 Onderhoud gebouwen

Terug naar navigatie - Onderhoud gebouwen

Gebouwen 
De gebouwen en de bedrijfsgebouwen betreffen het Provinciehuis, kantoor Uitwellingerga,  de steunpunten, het centrale bedienpunt (Swettehûs) , het Afsluitdijk Wadden Center en de busstations in Dokkum, Heerenveen, Oosterwolde, Leeuwarden en Sneek en het CNG tankstation voor de bussen in Leeuwarden.  Het streven is om deze gebouwen technisch gezien in een goede staat van onderhoud te houden. 

Provinciehuis 
Voor het Provinciehuis is een meerjaren onderhoudsplan (MJOP) voor een periode van 50 jaar opgesteld. Met dit plan wordt gewaarborgd dat het gebouw en de daarin aanwezige installaties, apparatuur, losse en vaste inrichting op een goede wijze worden beheerd, geëxploiteerd en onderhouden. Het meerjaren onderhoudsplan is opgesteld op basis van de NEN-2767 (conditiemeting). In het meerjaren onderhoudsplan zijn het jaarlijks onderhoud, het groot onderhoud en de vervangingsinvesteringen opgenomen.
Het jaarlijks onderhoud is nodig om de bedrijfszekerheid van het gebouw en de installaties te waarborgen, de veiligheid te kunnen garanderen en de uitstraling van het gebouw in stand te houden. Dit onderhoud wordt uitgevoerd om te voldoen aan regelgeving (bijvoorbeeld ARBO en NEN) en verzekerd te zijn van ondersteuning van de leverancier (bijvoorbeeld garantiebepalingen).

Het niet jaarlijks onderhoud betreft het niet reguliere en groot onderhoud aan het gebouw, installaties, apparatuur en inrichting. Dit omvat onder meer onderhoud aan dakbedekking, gevels, zonwering, vloeren, wanden, verwarming, koeling, verlichting, liften, brandbeveiliging en binnen- en buitenschilderwerk. De uitvoering vindt gemiddeld om de 5 tot 10 jaar plaats.
Omdat de provincie het beheer en onderhoud van het provinciehuis verder wenst te professionaliseren is zij, na een aanbestedingsprocedure in 2014, een overeenkomst voor 5 jaar (maximaal 9 jaar) aangegaan met drie partijen voor het onderhoud (bouwkundig, elektrotechnisch en werktuigbouwkundig). In 2019 zijn de overeenkomsten voor 4 jaar verlengd. De voorbereiding van de aanbesteding voor de nieuwe onderhoudscontracten met ingang van 2023 is in 2022 opgestart. De huidige contracten lopen tot 1 September 2023. De Europese  aanbesteding is nog niet afgerond. De planning is dat de contracten eind mei 2023 worden ondertekend. De looptijd van de nieuwe contracten bedraagt 9 jaar.

De vervangingsinvesteringen zijn begroot op basis van de economische levensduur (afschrijvingstermijn). Op het beslismoment van de feitelijke vervanging wordt onderzocht of het betreffende onderdeel nog langer mee kan.
De lasten van het dagelijks en jaarlijks terugkerend onderhoud zijn opgenomen in de structurele lasten en het groot onderhoud staat jaarlijks voor een vast bedrag opgenomen in de begroting. Op basis van de programmering wordt het meerder of mindere beschikt of gevormd vanuit de Reserve groot onderhoud gebouwen

Overige bedrijfsgebouwen 
De overige bedrijfsgebouwen betreffen 13 voormalige dienstwoningen, het kantoor Uitwellingerga, de steunpunten, 3 schiphuizen, het centrale bedienpunt (Swettehûs) in Leeuwarden, het Afsluitdijk Wadden Center en de busstations in Dokkum, Heerenveen, Oosterwolde, Leeuwarden en Sneek en het CNG tankstation voor de bussen in Leeuwarden.  
Het onderzoek naar herstructurering van de steunpunten wordt momenteel verder uitgewerkt. Bij het onderhouden van steunpunten wordt hierop geanticipeerd en is er de laatste jaren zo minimaal mogelijk onderhoud uitgevoerd.

Verder worden er nog een aantal “tijdelijke opstallen”, voornamelijk boerderijen, onderhouden. Deze zijn aangekocht in het kader van een natuur-, infra- of ander project of doel. Hoewel het tijdelijke aankopen zijn en sommige binnen het jaar weer worden doorverkocht of gesloopt, zijn enkele panden al tussen de 5 en 10 jaar (of langer) in provinciaal bezit. Hoewel er geen “hard besluit” aan ten grondslag ligt, is afgesproken dat alleen het woongedeelte en hoofdgebouw minimaal worden onderhouden. Dit omdat vaak de toekomstige bestemming niet vast ligt. Hierdoor kan er aan de overige opstallen enige verpaupering en mogelijk waardevermindering optreden. De onderhoudskosten worden uit de betreffende projectmiddelen betaald.  

We streven er wel naar de gebouwen technisch gezien in een goede staat van onderhoud te houden.  Afgelopen jaren is er slechts minimaal onderhoud uitgevoerd. 

Momenteel loopt een project om de steunpunten energieneutraal en zoveel als mogelijk zelfvoorzienend te maken. Per steunpunt wordt bekeken welke maatregelen hiervoor nodig en mogelijk zijn. Aanpassingen aan de steunpunten kunnen het gevolg zijn. Met het reguliere  onderhoud zal hier rekening mee worden gehouden.

Alle gebouwen zullen worden geïmplementeerd in het Asset Managementsysteem. Hiermee wordt gewaarborgd dat de gebouwen en de daarin aanwezige installaties op een goede wijze worden beheerd en onderhouden. Het meerjaren onderhoudsplan zal waarschijnlijk worden  opgesteld op basis van de NEN-2767 (conditiemeting). In het meerjaren onderhoudsplan zijn het jaarlijks onderhoud, het niet jaarlijks onderhoud en de vervangingsinvesteringen opgenomen.

Het jaarlijks onderhoud is nodig om de bedrijfszekerheid van het gebouw en de installaties te waarborgen, de veiligheid te kunnen garanderen en de uitstraling van de gebouwen in stand te houden. Dit onderhoud wordt uitgevoerd om te voldoen aan regelgeving (bijvoorbeeld ARBO en NEN) en verzekerd te zijn van ondersteuning van de leverancier (bijvoorbeeld garantiebepalingen).

Het niet jaarlijks onderhoud betreft het niet reguliere en groot onderhoud aan het gebouw, installaties, apparatuur en inrichting. Dit omvat onder meer onderhoud aan dakbedekking, gevels, zonwering, vloeren, wanden, verwarming, koeling, verlichting, inbraak- en brandbeveiliging en binnen- en buitenschilderwerk. De uitvoering vindt gemiddeld tussen de 5 en 10 jaar plaats.

3.3 Middelen kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Middelen kapitaalgoederen

Overzicht bestede middelen 2022 van het jaarlijks onderhoud (incl. beheerskosten en afschrijving). 
Peildatum 7 februari 2023

Dienstjaar 2021 2022 2022 2022
Bedragen x € 1.000 jaarrekening Begroot na wijziging jaarrekening saldo
Jaarlijks en dagelijks onderhoud provinciale wegen 8.707 9.880 9.977 -98
Groot onderhoud provinciale wegen 2.712 6.653 6.371 282
Jaarlijks en dagelijks onderhoud vaarwegen 2.506 3.026 2.749 277
Groot onderhoud vaarwegen 921 2.116 1.296 820
Jaarlijks en dagelijks onderhoud kunstwerken 2.291 3.312 3.021 291
Groot onderhoud kunstwerken 584 973 888 85
Onderhoud steunpunten en opstallen 714 676 909 -232
Onderhoud provinciehuis 1.732 1.978 1.826 152
Groot onderhoud provinciehuis 270 955 96 859
Totaal 20.437 29.569 27.133 2.436