Paragraaf 1 Provinciale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De provincie heeft verschillende inkomstenbronnen. Eén van die bronnen is de provinciale heffingen. In afnemende volgorde van omvang bestaan die heffingen uit:
1.    Opcenten op de motorrijtuigenbelasting
2.    Grondwaterbelasting
3.    Leges

1 - Opcenten motorrijtuigenbelasting

Terug naar navigatie - 1 - Opcenten motorrijtuigenbelasting

Jaarlijks stelt het rijk het maximaal toegestane niveau van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting vast. Dit wettelijke maximum gaat in op 1 januari van het volgende belastingjaar. 

Het verschil tussen dit maximaal mogelijke tarief en het feitelijk door de provincie gehanteerde tarief voor de opcenten, bepaalt de zogenoemde vrije ruimte. Dit is de onbenutte (belasting)capaciteit die de provincie heeft tot verhoging van haar inkomsten. Deze capaciteit wordt betrokken bij de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. Zie paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Ontwikkeling heffing opcenten motorrijtuigenbelasting in punten
2022 2023 2024 2025 2026
Heffing 87 87 87 88,4 89,8
Jaarlijkse inflatiecorrectie (in punten) 1,4 1,4 1,4
Totaal heffing 87 87 88,4 89,8 91,2
Wettelijk maximum 118,3 125,8

Opbrengsten 2022

Terug naar navigatie - Opbrengsten 2022

Toelichting:
In het bestuursakkoord 2019-2023 is opgenomen dat de opcenten in de jaren 2020 t/m 2023 niet worden geïndexeerd (resultaat 61: de automatische inflatiecorrectie op de opcenten wordt 4 jaar buiten werking gesteld).

Opbrengsten 2022
(bedragen x € 1 miljoen) Begroot Realisatie Verschil
Opbrengst 73,0 72,8 0,2

Opbrengst per punt

Terug naar navigatie - Opbrengst per punt

Toelichting:
Naar aanleiding van de ontwikkeling van het wagenpark is de raming van de opbrengsten in 2022 in de loop van het jaar met € 0,4 mln. opgehoogd. In tegenstelling tot de verwachtingen is sprake van een lichte stijging van het wagenpark (1%). Bovendien neemt het aandeel van elektrische auto’s, die t/m 2024 volledig zijn vrijgesteld voor de motorrijtuigenbelasting, minder snel toe dan verondersteld. De genoemde factoren hebben ervoor gezorgd dat de gerealiseerde opbrengsten hoger zijn dan initieel begroot.

Begroting 2022 Realisatie 2022
Gemiddelde opbrengst per punt 838.700 836.500

2 - Grondwaterbelasting

Terug naar navigatie - 2 - Grondwaterbelasting

Op het onttrekken van grondwater wordt door de provincie een heffing geheven. Dit is een wettelijke bevoegdheid. De wet en de daarop gebaseerde Algemene Maatregel van Bestuur geven nauwkeurig aan waar de provincie de opbrengst van de heffing aan mag besteden. Het betreft met name het monitoren van de kwaliteit en kwantiteit van het Friese grondwater en het faciliteren van onderzoek naar de schadelijke gevolgen van grondwateronttrekking.

De provinciale waterverordening bepaalt de omvang van de heffing. Deze heffing bedraagt sinds 1 januari 2017 1,32 eurocent per m³ gewonnen grondwater voor heffingsplichtige ‘onttrekkers’. De gerealiseerde baten uit de grondwaterbelasting zijn voor 2022 € 752.855,-.

Onderwerp - Bedragen x € 1.000,- Begroting 2022 Realisatie 2022
Opbrengst grondwaterbelasting 725 753

3 - Leges

Terug naar navigatie - 3 - Leges

3.1    Ontwikkelingen
In het Bestuursakkoord 2019-2023 zijn geen specifieke uitgangspunten opgenomen omtrent leges. 

Provinciale Staten hebben vastgesteld dat bepaalde beleidsnota’s iedere vier jaar (opnieuw) ter vaststelling worden aangeboden. Dit heeft zijn beslag gekregen in de nota “Actualisatie Legesverordening” die voor het laatst in 2018 is voorgelegd aan Provinciale Staten. 

Naar aanleiding van de geplande inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2023 zijn de Legesverordening en de Tarieventabel geactualiseerd en de legestarieven opnieuw berekend. Dit heeft geresulteerd in een nota Actualisatie Legesverordening 2023 (inclusief nieuwe verordening en tarieventabel), welke in het najaar van 2022 is voorgelegd aan Provinciale Staten. 

Echter, in het najaar van 2022 is de invoering van de Omgevingswet opnieuw uitgesteld;  de inwerkingtreding is nu voorzien op 1 januari 2024. Provinciale Staten heeft op basis van dit uitstel besloten de nota Actualisatie Legesverordening niet in 2022 vast te stellen. 

De nota Actualisatie Legesverordening zal in 2023 opnieuw geactualiseerd worden en in de loop van het jaar aan Provinciale Staten worden voorgelegd.


3.2    Beleidskader
De juridische grondslag voor het kunnen heffen van leges is voor provincies geregeld in de Provinciewet. De provincie heft leges voor diverse diensten en producten op basis van de Legesverordening Fryslân 2019 met de bijbehorende Tarieventabel. In beginsel worden leges geheven voor alle beschikkingen op aanvraag. 

Bij het vaststellen van de tarieven zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
•    Tarieven zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uren van ambtelijke inzet voor de behandeling van de aanvraag, vermenigvuldigd met het vastgestelde externe uurtarief behorende bij de salarisschaal van de hiermee belaste medewerker. 
•    Bij het vaststellen van de tarieven wordt maximaal 100% kostendekkendheid gehanteerd, zodat het beginsel van de opbrengstlimiet wordt gevolgd: de geraamde baten mogen de ter zake geraamde lasten niet overschrijden.
•    De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd (aangepast aan loon- en prijsontwikkelingen).
•    Bij de jaarlijkse indexering van de tarieven wordt er aanvullend getoetst op kostendekkendheid.

De provincie heft en int de leges grotendeels zelf en heeft hiervoor deels mandaat gegeven aan het Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). 

Naast de bovengenoemde uitgangspunten wordt de nadruk gelegd op het principe van redelijkheid en billijkheid. De legestarieven mogen niet zo hoog worden vastgesteld, dat sprake is van een heffing die in de Mienskip als onacceptabel wordt beschouwd. 

Samengevat levert dit de volgende beleidskeuzes op:
- de tarieven zijn maatschappelijk acceptabel;
- de tarieven zijn redelijk en billijk; 
- de tarieven zijn zo mogelijk kostendekkend;

Nadrukkelijk wordt erop gewezen dat hiermee het principe van streven naar volledige kostendekkendheid ondergeschikt is gemaakt aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.


3.3    Baten en toelichting

Legesbaten 2022

Terug naar navigatie - Legesbaten 2022
Legesplichtige activiteiten 2022 - gerealiseerde aantallen vergunningen/ontheffingen
Programma Onderdeel Begroot Realisatie Verschil
2 Wegen algemeen 217 168 49
2 Provinciale vaarwegen 181 285 -104
3 Grondwaterwet 1 0 1
3 Wet WABO 23 26 -3
3 Ontgrondingenwet 44 14 30
3 Wet natuurbescherming 141 127 14
3 Wadlopen 106 142 -36
Totaal 713 762 -49
Legesbaten 2022
Programma - bedragen x € 1.000,- Onderdeel Begroot Realisatie Verschil
2 Wegen algemeen 59 53 6
2 Provinciale vaarwegen 29 49 -20
3 Grondwaterwet 1 0 1
3 Wet WABO 78 142 -64
3 Ontgrondingenwet 86 42 44
3 Wet natuurbescherming * 213 222 -9
3 Wadlopen 20 9 11
Totaal 485 518 -33
* Begroot bedrag is inclusief € 8.000,- voor het legaliseren van PAS-meldingen

Toelichting
Voor het onderdeel Ontgrondingen (Tarieventabel 2022 – Rubriek B: 2. Ontgrondingen) zijn de gerealiseerde baten (€ 42.205) lager dan begroot (€ 85.500). In totaal zijn 29 aanvragen begroot, plus 15 bijbehorende publicaties.  Er zijn 14 aanvragen ontvangen, met 6 bijhorende publicaties. 

Voor ontgrondingen o.b.v. artikel 5 zijn 12 aanvragen begroot; er zijn 8 aanvragen gerealiseerd. Voor ontgrondingen o.b.v. artikel 4 zijn 14 aanvragen begroot; er zijn 5 aanvragen gerealiseerd. Voor alle andere diensten binnen de rubriek Ontgrondingen zijn 3 aanvragen begroot en 15 publicaties. Binnen deze categorie is 1 aanvraag tot wijziging van een vergunning gerealiseerd en 1 publicatie. 

Bij het onderdeel Vaarwegen (Tarieventabel 2022, rubriek B: 3. Vaarwegen) zijn de baten (€ 49.495) hoger dan begroot (€ 29.000). Er zijn 285 aanvragen gerealiseerd versus 181 aanvragen begroot. 

Dit verschil is voornamelijk te verklaren door er meer aanvragen zijn gerealiseerd voor een ontheffing o.b.v. de Vaarwegenverordening Fryslân 2014 ( gerealiseerd: 90, begroot: 53). 

Bij het onderdeel Wegen (Tarieventabel 2022 – Rubriek B: 4. Wegen) zijn de gerealiseerde baten (€ 53.234) lager dan begroot (€ 59.000). Het aantal gerealiseerde aanvragen (168) is lager dan begroot is (217). Dit verschil is voornamelijk te verklaren door het feit dat er minder aanvragen dan verwacht zijn ingediend voor de aanvraag van een ontheffing op basis van de Wegenverordening provincie Fryslân.    

Bij het onderdeel WnB (Tarieventabel 2022 – Rubriek B: 6. Wet Natuurbescherming) zijn de begrote baten opgebouwd uit een structurele begroting (€ 205.000) en een eenmalige begroting voor het legaliseren van PAS-melders (€ 8.000).

In 2019 heeft een uitspraak van de Raad van State in 2019 tot gevolg gehad dat het gebruik van de PAS bij vergunningverlening niet meer toegestaan is. Een definitief legalisatieprogramma voor PAS melders is nog niet voorhanden. Hierdoor is nog geen stikstofruimte beschikbaar, om de aanvragen in behandeling te kunnen nemen. Er zijn geen baten gerealiseerd op de eenmalige begroting van € 8.000.    

Met betrekking tot de meerjarige begroting, zijn de gerealiseerde baten (€ 221.543) hoger dan  begroot (€ 205.000). Er zijn minder aanvragen zijn gerealiseerd (127) dan begroot (141). 

Nagenoeg alle aanvragen die zijn gedaan, hebben betrekking op een vergunning/VVGB art. 2.7/2.8 WnB (art. 6.1 van de tarieventabel 2022) of een ontheffing/VVGB gericht op ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden (art. 6.3 van de tarieventabel 2022).  

Bij het onderdeel Wet Wabo (Tarieventabel 2022 – Rubriek C: Omgevingsvergunningen) zijn meer aanvragen (26) ingediend dan begroot (23,2). Hierdoor zijn de gerealiseerde baten (€ 142.040) hoger dan begroot (€ 77.800). 

Het verschil wordt voornamelijk verklaard door meer aanvragen voor een omgevingsvergunning activiteit bouw met een bouwsom < € 20.000 (gerealiseerd: 7, begroot: 4). Daarnaast is er één aanvraag gedaan voor een omgevingsvergunning activiteit bouw met een bouwsom 5 mln. -25 mln. Deze aanvraag is eens in de 10 jaar begroot en wordt ieder jaar voor 1/10e deel meegenomen in de begroting.

3.4 Kostendekkendheid tarieven
De Legesverordening Fryslân 2019 met bijbehorende tarieventabel bestaat uit drie rubrieken die de tarieven van diensten regelen. De rubrieken zijn onderverdeeld. Onderstaande tabel geeft de geraamde lasten en geraamde baten weer, alsmede het begrote kostendekkendheidspercentage weer. 

Kostendekkendheid leges 2022 (begroot)
Programma Onderdeel Lasten begroot (euro) Baten begroot (euro) Kostendekkendheid begroot (%) Baten werkelijk (euro)
2 Wegen algemeen 142 59 41% 53
2 Provinciale vaarwegen 58 29 50% 49
3 Grondwaterwet 1 1 100% 0
3 Wet WABO 70 78 111% 142
3 Ontgrondingenwet 154 86 56% 42
3 Wet natuurbescherming 389 213 55% 222
3 Wadlopen 51 20 39% 9
Totaal 865 485 56% 518

Volgens art. 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) mogen de geraamde baten de ter zake geraamde lasten (incl. overheadkosten) niet overschrijden, de kostendekkendheid mag maximaal 100% zijn. 

De geraamde baten zijn als volgt berekend:
(A) Aantal verwachte aanvragen maal (B) in de Tarieventabel opgenomen tarief behorende bij het in behandeling nemen van de aanvraag.   

De ter zake geraamde lasten zijn als volgt berekend:
(C)Verwachte aantal uren dat door de medewerker wordt besteed aan het afhandelen van de aanvraag maal (D) het jaarlijks door PS vastgestelde uurtarief maal (A) het aantal verwachte aanvragen.

3.5    Kwijtscheldingsbeleid
Voor de invordering van leges bestaat er geen mogelijkheid tot kwijtschelding. Wel is er in de legesverordening een artikel opgenomen voor teruggaaf en kent de verordening een zogenaamde hardheidsclausule. Dit geeft het college van Gedeputeerde Staten de mogelijkheid af te wijken van de verordening, gelet op het belang van een doelmatige en evenwichtige heffing van leges. 

3.6    Lokale lastendruk
Onder lokale lastendruk wordt verstaan hoe de tarieven van de provinciale heffingen zich verhouden in vergelijking met de tarieven in de andere provincies.

De activiteiten waarvoor leges worden geheven verschillen per provincie, waardoor een interprovinciale vergelijking van de legestarieven niet goed mogelijk is.