Paragraaf 4. Financiering en beleggingen

Deze paragraaf gaat over het beheer van de financiële middelen (treasury), de revolverende middelen en de risicobuffer die wij aanhouden ter dekking hiervan.

De kaders voor het op een verantwoorde manier beheren van de financiële middelen worden gevormd door het Treasury Statuut en de Wet Financiering decentrale overheden (Fido). Het Treasury Statuut omvat kaders en richtlijnen voor risicobeheer, financiering, werkkapitaalbeheer, rapportage en verantwoording, bevoegdheden en controles. 

1 - Ontwikkeling financieringssaldo

Terug naar navigatie - 1 - Ontwikkeling financieringssaldo

Het saldo van de liquide middelen is in 2023 gedaald met € 15 mln. en bedraagt per einde van het jaar € 260 mln. positief. Er was een sterkere daling van de liquide middelen verwacht, maar er is minder uitgegeven dan gepland en er zijn specifieke uitkeringen (SPUK) van het Rijk ontvangen die in pas in de komende jaren worden uitgegeven. De liquide middelen van de provincie worden nagenoeg geheel aangehouden bij de schatkist.

Het financieringssaldo (EMU-saldo) voor 2023 is € 50,6 mln. negatief, wat betekent dat er in het jaar meer is uitgegeven dan is ontvangen. Het EMU-saldo wijkt af van de mutatie van de liquide middelen omdat het EMU-saldo op een andere manier wordt berekend, zie ook bijlage 3 EMU-saldo.

2 - Financiering en beleggingen

Terug naar navigatie - 2 - Financiering en beleggingen

Beleggingen Nuon-vermogen
In de afgelopen jaren zijn de middelen die zijn verkregen uit de verkoop van Nuon Energy voor een groot deel belegd. De provincie heeft beleggingen in de vorm van leningen aan decentrale overheden, deposito's bij de schatkist en Hybride kapitaal (achtergesteld vermogen voor een sectorbank waarvan de provincie aandeelhouder is). De niet belegde gelden zijn ondergebracht op de rekening courant van de provincie bij de schatkist. 

Lenen aan decentrale overheden
In 2016 hebben Provinciale Staten besloten om leningen te gaan verstrekken aan decentrale overheden. Het verstrekken van leningen aan decentrale overheden dient als alternatief voor het verplichte schatkistbankieren. 

Het saldo van het verstrekte leningen aan decentrale overheden bedraagt per einde 2023: € 30 mln..
Het gerealiseerde rendement op de leningen aan decentrale overheden in 2023 bedraagt € 0,3 mln..

Hybride kapitaal
In 2015 hebben Provinciale Staten besloten om een bedrag van € 50 mln. aan Hybride kapitaal te verstrekken aan de Nederlandsche Waterschapsbank (NWB). Hybride kapitaal is een achtergestelde lening die vanwege de achterstelling gedeeltelijk kan worden meegerekend tot het eigen vermogen van de bank. Provincie Fryslân is aandeelhouder van de NWB en het Hybride kapitaal is vanuit de publieke taak verstrekt. 

Het saldo van het verstrekte Hybride kapitaal bedraagt per einde 2023: € 50 mln.. Het gerealiseerde rendement op het verstrekte Hybride kapitaal in 2023 bedraagt € 1,6 mln..

Schatkistbankieren
In 2022 zijn bij de schatkist vier deposito’s afgesloten ter waarde van € 120 mln.. De deposito’s zijn in 2023 aan het einde van de looptijd gekomen en worden nu weer liquide aangehouden op de rekening courant bij de schatkist.

Het rekening courant-saldo bij de schatkist bedraagt per einde 2023: € 259,8 mln.. Het gerealiseerde rendement op de deposito's en rekening courant  in 2022 bedraagt € 8,1 mln.. 

Totaal gerealiseerde rendement 2023
Het gerealiseerde rendement op de deposito's bij de schatkist, het Hybride kapitaal, de leningen aan decentrale overheden en rekening courant bij de schatkist in 2023 bedraagt in totaal € 10 mln.. 

Financieringen
Provincie Fryslân heeft in 2021 voor de kapitaalversterking van haar deelneming in Alliander NV een lening afgesloten ter grootte van € 76 mln. Dit is gedaan omdat de huidige middelen zijn bedoeld voor de geplande uitgaven in de komende jaren, zoals opgenomen in de meerjaren begroting van de provincie.

Rentelasten 2023
De lening van € 76 mln. die is eind 2021 afgesloten en heeft een rentepercentage van -0,01%. Hierdoor zijn er geen renteasten verbonden aan deze lening.

Het Fonds Nazorg Stortplaatsen heeft al haar (liquide) middelen ondergebracht bij de provincie en ontvangt hierover een rentevergoeding van 4,24%. Dit percentage is overeengekomen met het Nazorgfonds (GS-besluit 10/3/2015). Daarnaast wordt over de vooruit ontvangen RSP-gelden een indexvergoeding betaald. 

3 –Revolverende middelen

Terug naar navigatie - 3 –Revolverende middelen

In het kader van de publieke taak zetten we diverse middelen uit als revolverende middelen. Daarnaast worden de ontwikkelingen bij het FSFE en de FOM in deze paragraaf nader toegelicht.

Hierna volgt een overzicht van de stand van zaken van de revolverende middelen bij de provincie. Hierbij is aangegeven  wat er in totaliteit mag worden uitgezet en wat er tot op heden daadwerkelijk is uitgezet

Tabel 1: overzicht revolverende middelen

(bedragen x 1 miljoen) PS besluit Totaal beschikbaar bedrag Uitgezet t/m 2023 Opgelopen rente  Vermeerdering  Vermindering  Boekwaarde eind 2023
Wurkje foar Fryslân, revolverend deel 3-7-2013 18,3 0,53     0,26 0,27
FSFE 16-10-2013 90,0 56,5   13,4   69,9
Breedband 25-1-2017 54,2 35,0 5,0     40,0
26-6-2019 -12,0          
Kredietfaciliteit Muizen 15-4-2015 0,7 0,40     0,05 0,35
NOM 22-6-2016 21,5 28,1       28,1
26-2-2020 3,0          
10-11-2021 3,9          
Windpark Fryslân 19-4-2017 127,0 107,8     4,8 103,1
FOM GS 3-7-2018 29,4 14,0   2,5   16,5
FOM (OIF 2.0) GS 6-8-2020 2,0 0,7       0,7
Totaal   338,0 243,1 5,0 15,9 5,1 258,9


Risicobuffer

In 2022 is de methodiek voor de bepaling van risico's ter onderbouwing van de risicobuffer herijkt.  De risico's die samenhangen met de revolverende zijn ingeschat op basis van de uitgezette en deels nog uit te zetten middelen. Per onderdeel van is daarbij een procentuele schatting van het mogelijke financiële risico gemaakt.  Het risicodragende deel is daarbij berekend op € 285 mln.  Tegen een gemiddeld risicopercentage van 33%, resulteert dit in een minimaal benodigde risicobuffer van € 94 mln.

De risicobuffer wordt aangevuld met een hogere rentevergoeding dan de rendementsderving die wij daadwerkelijk ontvangen van derden. Mochten de uitgezette middelen uiteindelijk niet terugkomen dan brengen we deze middelen ten laste van de risicobuffer. De stand van de risicobuffer is als volgt. De risicobuffer is derhalve toereikend om de ingeschatte risico's af te dekken.

Tabel 2: opbouw risicobuffer

(bedragen x 1 miljoen)  
Beginstand risicobuffer(1/1/2015) 100,0
Mutaties t/m 2022 (verminderingen, vermeerderingen) -4,3
Rente inkomsten t/m 2022 10,0
Stand 31/12/2022 105,7
Mutaties 2023 (verminderingen, vermeerderingen) -2,0
Rente inkomsten 2023 0,9
Stand 31/12/2023 104,6

 

Fûns Skjinne Fryske Enerzjy BV

PS-besluiten
Op 16 oktober 2013 heeft PS aan gegeven geen wensen en bedenkingen te hebben t.a.v. het instellen van Fûns Skjinne Fryske Enerzjy besloten vennootschap (FSFE BV). FSFE BV is op 2 september 2014 opgericht voor een periode van 15 jaar en de provincie is enig aandeelhouder. Het doel van het fonds is het financieren van projecten op het gebied van duurzame energie. 

Het fonds kan financieringen verstrekken middels garanties, (achtergestelde) leningen en/of participatie aan ondernemingen actief binnen het grondgebied van de provincie Fryslân.

Op 26 januari 2022 heeft PS ingestemd met:
•    Het FSFE als primaire opdracht mee te geven: het leveren van een significante bijdrage aan de uitvoering van het Energieprogramma 2022-2025;
•    In te stemmen met de gewenste wijzigingen in het fonds zoals omschreven in de samenvatting van de bijgevoegde Strategische Uitgangspuntennotitie FSFE 2022-2025;
•    GS opdracht te geven de wijzigingen zoals onder 2 benoemd te verwerken in de betreffende investeringsdocumentatie en daarover, evenals over het uiteindelijke nieuwe Meerjarenplan van het FSFE, terug te rapporteren naar PS;
•    GS opdracht te geven om medio 2023 te komen met een voorstel omtrent een mogelijke verlenging van de looptijd van het fonds en hierbij ook inzicht te geven in de verwachte consequenties en extra financieringsbehoefte van het fonds, inclusief mogelijke dekkingsvoorstellen.

Financiële stand van zaken
FSFE BV heeft de beschikking over een provinciaal budget van € 90 miljoen dat nominaal in stand wordt gehouden. FSFE kan hier van trekken naar gelang ze aan financieringen heeft uitstaan bij Friese ondernemers. Eind 2023 is door FSFE € 74,65 mln. getrokken en resteert nog € 15,35 mln..

Ter dekking van het risico dat het fonds het provinciale budget van maximaal € 90 mln. niet nominaal in stand blijft is bij de start op de provinciale reserve een reservering aangehouden van € 30 mln.. Tot nu toe is in de provinciale jaarstukken 2022 een kleine € 4,8 mln. afgeboekt op de Reserve risicobuffer. Dit zijn de ingecalculeerde aanloopverliezen van het fonds die in de jaren daarna moeten worden terugverdiend op de uitstaande financieringen.

Maatschappelijke doelen stand van zaken
Het fonds heeft met het PS-besluit van 26 januari 2022 voor twee provinciale maatschappelijke doelen de opdracht gekregen om een substantiële bijdrage te verlenen namelijk:  
•    33% duurzame energieproductie in 2030;
•    In 2030, 25% energiebesparing t.o.v. 2010.

Jaarlijks zal door een externe partij gemeten worden in hoeverre FSFE heeft bijgedragen aan deze twee doelen en zal via deze paragraaf hierover consequent worden gerapporteerd. 

Friese Ontwikkelingsmaatschappij BV

PS-besluiten
Op 16 oktober 2013 heeft PS aangegeven geen wensen en bedenkingen te hebben met betrekking tot de instelling van de rechtspersoon Doefonds BV en daarbij heeft ingestemd met een budget van € 8 mln. voor innovatiefinancieringen. Op 18 oktober 2017 heeft PS haar zienswijze geuit over de naamswijziging van besloten vennootschap (BV) van Doefonds naar Friese Ontwikkelingsmaatschappij (FOM) en de uitbreiding van het bestaande innovatie budget en een extra budget voor het versterken van exporterende ondernemers. Op 24 januari 2018 heeft PS ingestemd met de uitbreiding van de FOM op de doelstellingen groei en starters en daarbij een budget beschikbaar gesteld.

De provincie is daarmee enig aandeelhouder in de FOM BV. Deze FOM is opgericht voor een periode van 15 jaar. Doel van het fonds is het verstrekken van financieringen middels garanties, (achtergestelde) leningen en/of participatie aan ondernemingen actief binnen het grondgebied van de provincie Fryslân.

Financiële stand van zaken
FOM heeft de beschikking over een provinciaal budget van € 30,9 mln. verdeeld over de thema’s: Innovatie maximaal € 12 mln., Groei maximaal € 12 mln., Export maximaal € 3 mln., Starters maximaal € 2,5 mln. en Ondernemersimpuls € 1,4 mln.. Het budget Ondernemersimpuls heeft alleen betrekking op beheer van leningen die al zijn verstrekt. Inkomsten uit het beheer vallen daarna onder het budget Starters. De FOM kan hier van trekken naar gelang ze aan financieringen heeft uitstaan bij Friese ondernemers. Eind 2023 is door de FOM € 19,6 mln. getrokken. 

Bij de start is er vanuit gegaan dat de financieringen die de FOM verstrekt risicovol zijn en dat er een kans is dat een deel van het provinciale budget niet terugkomt. Hiervoor is voor elk budget bij de start een reservering op de provinciale reserve vastgelegd. Totaal is € 15,2 mln. ter dekking opgenomen in de Reserve risicobuffer:
Op basis van de verliezen van de BV FOM/Doefonds sinds de start in 2014 heeft de provincie in haar jaarrekening 2022 in totaal € 8,1 mln. afgeboekt op de Reserve risicobuffer.

Maatschappelijke doelen stand van zaken
Het fonds heeft bij de start een aantal doelen (norm) op zich genomen. Deze bestaan uit het aantal investeringen per budget en het totale bedrag wat per budget wordt uitgezet. Deze doelen zijn opgenomen in het FOM jaarplan 2023. In onderstaande tabel is zichtbaar gemaakt wat de doelen (norm) zijn voor 2023 en het resultaat wat in dat jaar is behaald:

  Innovatie

Export

Groei

Starters
Kernprestatie-indicator (KPI) Norm resultaat Norm resultaat Norm resultaat Norm resultaat
Aantal investeringen per jaar 6 2 4 2 6 6 5 0
Uitzettingen per jaar in miljoenen € 1,20 € 0,80 € 0,70 € 0,28 € 1,25 € 1,60 € 0,38 0


In 2023 worden de voorbereiding getroffen voor het nieuwe Meerjarenplan dat eind 2024 zal worden vastgesteld. 

4 – Toerekening van rente

Terug naar navigatie - 4 – Toerekening van rente

Dit onderdeel komt vanuit de BBV en is bedoeld om inzicht te geven in rentelasten die direct verband houden met een opgave of investering. De opzet is zodanig dat de negatieve waarden in het overzicht rentebaten zijn.
Provincie Fryslân heeft geen rentelasten vanuit financieringen en betaalt alleen een rentevergoeding aan het Nazorgfonds en een indexvergoeding over de RSP-gelden. De rentebaten komen vanuit de beleggingen van de Treasury middelen en vanuit de leningen aan Alliander, FSFE, Breedband, FOM, etc.

Een negatieve uitkomst betekent dat er sprake is van een positief renteresultaat. De provincie heeft geen langlopende financieringen en rekent derhalve geen rentelasten aan taakvelden toe. De rentebaten komen toe aan de algemene middelen van de provincie.

Renteschema jaarrekening 2023 bedragen x € 1.000
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering 0
b1. De externe rentebaten over de korte en lange financiering Treasury 9.986 -/-
b2. De externe rentebaten over de korte en lange financiering overig 8.070 -/-
Saldo rentelasten en rentebaten -18.056
c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 0 -/-
c2. De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 0 -/-
c3. De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 0 -/-
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 0
d1. Rente over eigen vermogen 0 +/+
d2. Rente over voorzieningen 0 +/+
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente -18.056
e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 0 -/-
f. Renteresultaat op het taakveld Treasury -18.056

5 - Risicobeheer Treasury

Terug naar navigatie - 5 - Risicobeheer Treasury

De voornaamste risico’s op gebied van treasury management voor de provincie Fryslân zijn: renterisico, koersrisico, kredietrisico en debiteurenrisico. Hieronder volgen de genomen maatregelen om deze risico’s te beheersen.

Renterisicobeheer
Vanuit de Wet Fido worden richtlijnen gegeven voor het renterisico op korte en lange financiering. Zo wordt het risico op kortlopende financieringen beperkt met een zogenoemde kasgeldlimiet (7% van de begrotingsomvang) en geldt voor de langlopende financieringen een renterisiconorm.

In verband met de verkoop van de aandelen Nuon en de hiermee samenhangende toestroom van geldmiddelen, verwachten we de komende jaren geen lang- of kortlopende geldleningen aan te hoeven trekken. Daarom zijn zowel de kasgeldlimiet als de renterisiconorm van de Wet Fido voor de provincie Fryslân de komende jaren niet relevant.
In de begroting wordt rekening gehouden met rentebaten uit het belegde vermogen.

Fluctuaties van de rente op de kapitaalmarkt kunnen van invloed zijn op het verwachte rendement voor nieuwe beleggingen en bestaande beleggingen in geval van renteherziening. Bij de huidige beleggingen vindt geen tussentijdse renteherziening plaats en daarnaast worden er vooralsnog geen nieuwe langlopende beleggingen gedaan. Daardoor is het renterisico voor de provincie nihil.

Koersrisicobeheer
De provincie belegt haar overtollige middelen alleen in vastrentende waarden zoals deposito's en leningen aan decentrale overheden. Het beleggen in aandelen, uitsluitend voor het behalen van een rendement, is niet toegestaan. Tevens wordt er uitsluitend belegd in financiële waarden in Euro’s. Hierdoor is het valutakoersrisico nihil.

Kredietrisicobeheer
Sinds 15 december 2013 is het verplichte schatkistbankieren van kracht en dienen alle middelen te worden ondergebracht / belegd bij het agentschap van het ministerie van Financiën, uitgezonderd het verstrekken van leningen aan decentrale overheden en uitzettingen uit hoofde van de publieke taak. Een groot deel van het vermogen van de provincie wordt aangehouden bij de schatkist op de rekening courant of in de vorm van deposito's, waardoor het kredietrisico voor de provincie zeer laag is. Het kredietrisico over de leningen verstrekt aan decentrale overheden en de hybride kapitaal verstrekkingen aan de sectorbanken (met AAA-rating) zijn ook zeer laag.

Debiteurenbeheer
Voor het debiteurenbeheer betreffende de levering van goederen en/of diensten hanteert de provincie een strikt beleid van herinnering en aanmaning. Indien de debiteur nalatig blijft, wordt de vordering overgedragen aan een incassobureau. Er is in 2023 een totaalbedrag van € 64.051 als definitief oninbaar afgeboekt betreffende 4 vorderingen en 3 debiteuren.

6 - Ontwikkeling financiële markten

Terug naar navigatie - 6 - Ontwikkeling financiële markten

De afgelopen crisisjaren en de huidige matige economische groei in Europa heeft geleid tot langjarig lage en veelal negatieve rentetarieven op de geld- en kapitaalmarkt. Sinds 2022 is de rente weer boven de 0% uitgekomen.

Geldmarktrente 
De hoogte van de kortlopende rente wordt bepaald door de ontwikkelingen op de geldmarkt en deze wordt in belangrijke mate beïnvloed door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB heeft in 2023 de depositorente -de rente waartegen banken geld bij de ECB kunnen onderbrengen- verder verhoogd van 2,5% naar 4%. De rentevergoeding voor tegoeden die wij aanhouden bij de schatkist is hierdoor opgelopen van 1,9% naar 3,9%.

Kapitaalmarktrente
De langlopende rente is afhankelijk van de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. De hoogte van de langlopende rente wordt onder meer gebaseerd op de economische verwachtingen, de inflatie en de politieke ontwikkelingen. De Nederlandse kapitaalmarktrente (10 jaar) was begin 2023 2,8% en is gedurende het jaar gedaald door geopolitieke onrust en aanhoudend hoge inflatie. De rentepercentages voor de korte termijn zijn momenteel hoger dan de rente voor de lange termijn. Per eind 2023 is de kapitaalmarktrente voor 10 jaar 2,3%.