2. Balans en exploitatie

2.1 Balans

Terug naar navigatie - 2.1 Balans
Activa 31 december 2022 31 december 2023
Vaste activa
Immateriële vaste activa
- Bijdragen aan activa derden 5.099.805 7.451.021
Materiële vaste activa
- Investeringen met economisch nut 110.294.011 106.729.152
- Investeringen met maatschappelijk nut 258.411.197 276.189.475
368.705.207 382.918.627
Financiële vaste activa
- Kapitaalverstrekking aan deelnemingen 128.964.097 132.931.945
- Leningen aan deelnemingen 284.471.061 289.761.369
- Leningen aan openbare lichamen 37.675.000 30.075.000
- Overige langlopende leningen u/g 35.955.615 35.991.942
- Uitzettingen nederlands schuldpapier met looptijd => 1 jr 0 0
overige uitzettingen met looptijd => 1jr 0 0
487.065.773 488.760.257
Totaal vaste activa 860.870.784 879.129.905
Vlottende activa
Voorraden
- Onderhanden werken 3.886.325 5.644.341
- Vooruitbetalingen 0 0
3.886.325 5.644.341
Uitzettingen korter dan één jaar
- Vorderingen op openbare lichamen 53.904.165 28.520.404
- Rekening courant met het Rijk 153.462.154 262.318.279
- Rekening courant overige niet-financiële instellingen 2.021.391 4.137.289
- Overige vorderingen 5.462.679 3.921.927
- overige uitzettingen 0 0
- Uitzettingen Nederlands schuldpapier < 1 jr 0 0
- Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een looptijd < 1 jaar 120.000.000 0
- Overige uitzettingen < 1 jr 17.890 17.890
334.868.279 298.915.789
- Liquide middelen 1.322.029 359.213
- Overlopende activa: Nog te ontvangen bijdragen van het Rijk 0 2.872.268
- Overige overlopende activa 36.172.289 44.565.292
Totaal vlottende activa 376.248.921 352.356.903
Totaal activa 1.237.119.706 1.231.486.808
Passiva
Vaste Passiva
Eigen vermogen
- Algemene reserve 206.029.790 172.306.880
- Bestemmingsreserves 715.566.074 691.718.758
- Nog te bestemmen resultaat 15.179.091 39.077.498
936.774.954 903.103.137
- Voorzieningen 8.038.231 8.018.281
Vaste schuld
- Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen 67.555.555 59.111.110
- Door derden belegde gelden 37.500 37.500
- Waarborgsommen 50.600 50.600
67.643.655 59.199.210
Totaal vaste passiva 1.012.456.840 970.320.628
Vlottende passiva
Vlottende schuld
- Overige vlottende schulden 92.360.336 117.983.762
Overlopende passiva
- Vooruitontvangen bijdragen van de EU 2.080.737 873.553
- Vooruitontvangen bijdragen van het Rijk 88.595.173 126.793.163
- Vooruitontvangen bijdragen van overige overheid 12.529.688 12.126.428
- Overige overlopende passiva 29.096.931 3.389.275
132.302.530 143.182.419
Totaal vlottende passiva 224.662.866 261.166.181
Totaal passiva 1.237.119.706 1.231.486.808
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Leasecontract decentrale kopieerapparaten 33.727 7.500
Leasecontracten dienstauto's 1.764.592 4.214.088
Huurovereenkomst parkeergarage per jaar 624.400 640.000
RVO verplichtingen functieverandering 8.084.362 0
RVO subsidieverplichtingen natuurbeheer 12.644.223 0
RVO verplichtingen agrarisch natuur- en landschapsbeheer 0 143.913.248
Groenfonds convenantsleningen 1.214.618 0
Een specificatie van de gewaarborgde geldleningen is opgenomen in bijlage 5.2 8.966.324 8.638.700

2.2 Overzicht van lasten en baten in de jaarrekening

Terug naar navigatie - 2.2 Overzicht van lasten en baten in de jaarrekening
Bedragen x € 1.000 Begroting 2023 voor wijziging Begroting 2023 na wijziging Rekening 2023
Programma Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo
1 Bestuur 19.785 1.160 18.624 20.568 1.605 18.963 19.744 1.609 18.135
2 Infrastructuur 135.803 13.364 122.439 109.575 8.424 101.151 113.420 8.257 105.163
3 Omgeving 104.388 20.760 83.629 142.502 43.638 98.863 127.259 37.513 89.746
4 Economie 23.956 1.748 22.208 39.320 5.139 34.180 31.072 4.430 26.642
5 Mienskip 56.183 591 55.592 72.729 1.665 71.063 61.258 1.654 59.603
6 Bedrijfsvoering 41.577 94 41.483 48.672 100 48.572 47.635 23 47.613
Subtotaal programma's 381.691 37.717 343.975 433.365 60.572 372.793 400.388 53.486 346.902
Algemene dekkingsmiddelen
Provinciale heffingen 0 72.574 -72.574 0 72.447 -72.447 0 72.889 -72.889
Algemene uitkering 0 226.309 -226.309 0 244.322 -244.322 0 244.322 -244.322
Dividenden 0 7.642 -7.642 0 21.736 -21.736 0 21.840 -21.840
Overige alg. dekkingsmiddelen (financieringsfunctie) 832 4.520 -3.688 1.613 16.228 -14.615 1.618 16.292 -14.674
Saldo compensabele BTW en uitkering BCF 49 -49 0 49 -49 0 25 -25
Overige algemene dekkingsmiddelen 25.678 13.984 11.694 12.235 3.804 8.431 6.324 5.690 634
Werken voor derden 1.843 1.843 0 2.781 2.781 0 2.227 2.227 0
Subtotaal algemene dekkingsmiddelen 28.353 326.921 -298.567 16.629 361.367 -344.738 10.169 363.285 -353.116
Onvoorzien 0 0 0 -403 0 -403 -782 63 -844
Overhead 46.139 990 45.149 43.396 2.828 40.568 44.629 3.900 40.729
Vennootschapsbelasting VPB 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Gerealiseerde totaal van saldo van baten en lasten
456.184 365.628 90.556 492.987 424.767 68.220 454.405 420.734 33.672
Mutatie reserve
1 Bestuur 0 275 -275 53 307 -254 53 307 -254
2 Infrastructuur 1.103 26.064 -24.962 30.788 30.199 589 25.633 28.195 -2.562
3 Omgeving 9.808 21.537 -11.729 21.947 57.119 -35.172 20.135 48.455 -28.321
4 Economie 1.313 7.141 -5.828 5.199 17.775 -12.576 7.964 14.651 -6.687
5 Mienskip 837 9.367 -8.530 4.937 27.022 -22.084 10.218 22.712 -12.494
6 Bedrijfsvoering 342 992 -650 2.989 1.494 1.495 3.842 1.145 2.697
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 11.304 51.137 -39.833 28.478 61.509 -33.031 29.737 54.867 -25.130
Totaal mutaties reserves 24.707 116.513 -91.806 94.391 195.424 -101.032 97.583 170.332 -72.749
Gerealiseerde resultaat
480.891 482.141 -1.250 587.378 620.190 -32.812 551.988 591.066 -39.077
De analyse van de verschillen tussen de begroting na wijziging en de rekening is opgenomen in het jaarverslag bij de verschillende programma's.

2.3 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Terug naar navigatie - 2.3 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding 
We hebben de jaarrekening 2023 opgesteld op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de financiële verordening en de hieraan gerelateerde nota’s over de financiële spelregels. 

Algemene grondslagen 
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld nemen we de activa en passiva op tegen nominale waarden. 

We rekenen de lasten en baten toe aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten nemen we slechts op zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's, die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.  

Voor de lastneming van subsidies hebben Provinciale Staten op 17 februari 2021 het grensbedrag bepaald op € 900.000 voor de periode 2020-2023. Voor de wijze waarop de tijdelijke budgetten zijn verwerkt verwijzen we naar onderdeel 3 Tijdelijke budgetten.

Personeelslasten rekenen we in principe toe aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen, c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, rekenen we sommige personele lasten toe aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Voor deelnemers aan het generatiepact is een bestemmingsreserve gevormd. 

Bepaalde medewerkers zijn verplicht tijd te schrijven. Dit is het geval wanneer formatie gedekt wordt uit specifieke projecten, waarbij het voor de verantwoording noodzakelijk is de daadwerkelijk gemaakte uren op het project te registreren. Daarnaast is opgenomen in het BBV dat alle directe kosten toegerekend moeten worden aan de investeringen. Het resterende saldo capaciteit belasten we door naar het juiste BBV taakveld op basis van de capaciteitsplanning 2023. Met ingang van 2017 is er een programma Bedrijfsvoering ingevoerd met daarin opgenomen alle bedrijfsvoeringskosten.

Balans 
Op de balans staan alleen de posten die bij de provincie aanwezig zijn. Bij het opstellen van de jaarrekening 2023 zijn we uitgegaan van het vastgestelde financiële beleid zoals opgenomen in de verschillende financiële beleidsnota's waarvan de geactualiseerde versies op 15 december 2021 door Provinciale Staten zijn vastgesteld. Het betreft hier de Financiële verordering Provincie Fryslân, de nota Begrotingsregels, de nota Uitvoering begroting, de nota Weerstandsvermogen, de nota Reserves/voorzieningen/overlopende passiva, de nota Waarderen/activeren/afschrijven en de nota Financieringsinstrumenten. De nota actualisatie legesverordening is vastgesteld op 28 oktober 2018. 
 
Vaste Activa 
Artikel 59 BBV geeft aan dat alle investeringen geactiveerd worden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen investeringen met uitsluitend maatschappelijk nut in de openbare ruimte en investeringen met een (beperkt) economisch nut. Investeringen die op enige wijze kunnen leiden tot, of bijdragen aan het verwerven van inkomsten, zijn investeringen met economisch nut. De vraag of de investering geheel kan worden terugverdiend is niet relevant voor de classificatie. 

We berekenen de afschrijvingen conform de afschrijvingstermijnen. De afschrijving begint te lopen vanaf 1 januari van het jaar na oplevering van de investering. De rentelasten verantwoorden we in de rekening van baten en lasten , behoudens de in voorkomende gevallen berekende bouwrente. Met ingang van 2013 is de bouwrente bevroren. De in het verleden toegerekende rente wordt geactiveerd. 

Op het punt van afschrijven is het BBV verandert met ingang van 1 januari 2017. In artikel 62 van het BBV is gewijzigd dat  alle vaste activa dienen te worden geactiveerd, dus ook de investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Het betreft hier activa die eerder onder de balansverkorting vallen en eenmalig gefinancierd werden vanuit de NUON reserve. De boekwaarde van deze investeringen is daarom per 31 december 2016 ineens ten laste van de NUON reserve gebracht. De nog te verrichten investeringen vanaf 1 januari 2017 worden geactiveerd volgens de huidige richtlijnen. Het restant bedrag van de balansverkorting is vanuit de NUON reserve overgeheveld naar de nieuw in gestelde dekkingsreserve kapitaallasten. Deze reserve wordt aangewend ter dekking van de jaarlijkse kapitaallasten.    
 
Immateriële vaste activa
Dit zijn kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen, het saldo van agio en disagio en de kosten van onderzoek en ontwikkeling. Het beleid is om immateriële vaste activa niet te activeren. Als zich de noodzaak voordoet om dit toch te doen, moeten Provinciale Staten over een dergelijk voornemen een besluit nemen. 
Bijdragen aan activa in eigendom van derden dienen op basis van de nieuwe voorschriften met ingang van 2016 ook onder de immateriële vaste activa te worden opgenomen. De bijdragen in activa van derden zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Deze bijdragen mogen alleen geactiveerd worden wanneer de derde deze werkwijze ook toepast. In het geval van het Rijk is het bijvoorbeeld niet toegestaan aangezien het Rijk zelf investeringen niet activeert. 
 
Materiële vaste activa met economisch nut
Materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingprijs. Het kan zijn dat er in het verleden reserves op deze investeringen zijn afgeboekt. Dat is conform het huidige BBV niet meer toegestaan. Bijdragen uit eigen middelen worden toegevoegd aan de dekkingsreserve en daarmee worden de toekomstige kapitaallasten gedekt.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:
Huisvesting en inrichting (Bouwurk)    
Casco (betreft het grootste deel v.d. investering) 48 jaar
Daarnaast hebben verschillende deelinvesteringen een aparte afschrijvingstermijn gekregen in verband met technische levensduur.

Apparatuur                            3 jaar
Automatisering                   5 jaar
Voertuigen                             6 jaar

Vaartuigen    
    Aanhangmotoren                                                                                    3 jaar
    Polyester speedboten                                                                           6 jaar
    Kranen/navigatie- + communicatieapp./generatoren    10 jaar
    Vasten motoren/spudpalen/lieren                                             15 jaar
    Conventionele vaartuigen                                                               30 jaar
Materiaal buitendienst    
    GPS-ontvangers                                                                                      3 jaar
    Maaimachines/hogedrukreinigers                                               6 jaar
    Bebakeningwagens/zoutstrooiers/heftrucks                     10 jaar
    Sneeuwploeg/gladheidsbestrijdingsinstallaties                15 jaar
 
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
De provincie schrijft af op deze middelen. Specifieke investeringsbijdragen van derden brengen we op de desbetreffende investeringen in mindering. In deze gevallen wordt op het saldo afgeschreven. 

Natte infrastructuur            
    Oeververdediging/bodem/vaarwegmeubilair    30 jaar
    Afstandsbedieningen                                                         25 jaar
    Bruggen/sluizen/aquaducten                                        50 jaar

Onder gronden en terreinen zijn opgenomen de aangekochte gronden in het kader het investeringskrediet grondaankopen (IKG) en Strategische Grond Voorraad (SGV). De provincie verwerft gronden in het kader van het Natuurpact en programma Natuur voor het beleidsdoel natuur en het provinciale grondbeleid.  De waarde op de balans van de gronden is de verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. De marktwaarde wordt bepaald aan de hand van actuele gegevens van het kadaster. Voor het verschil lagere marktwaarde en boekwaarde is een voorziening getroffen.

Financiële vaste activa 
De waardering van de deelnemingen is op basis van verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde, deze marktwaarde wordt bepaald op basis van eigen vermogen per einde boekjaar in de jaarrekening.

De waardering van de aandelen Vitens is gelijk aan de verkrijgingspijs. De provincie heeft een belang van 13% in Vitens. 

De waardering van de aandelen Alliander NV is gelijk aan de oorspronkelijke (benaderde) verkrijgingprijs. De provincie heeft een belang van 12,65% in Alliander.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld. 

In 2019 heeft de provincie de BV Fryslân Hurde Wyn opgericht. Deze BV houdt 15% van de aandelen in Windpark Fryslân Holding BV. Er is een aandelenkapitaal van € 20 mln. en een achtergestelde geldlening van € 80 mln. verstrekt. De provincie is enig aandeelhouder van Fryslân Hurde Wyn BV. 

De resterende geldleningen vanuit het proramma Wurkje foar Fryslân zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Nieuwe leningen worden in principe niet meer verstrekt door de provincie zelf maar lopen via de fondsen NOM, FOM of FSFE. 

Vlottende activa 
Vlottende activa bestaan uit de voorraden, de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar, de liquide middelen en de overlopende activa.

Onder de voorraden wordt als Onderhanden werken aangemerkt de gronden en inrichtingskosten van gebieden die als natuur worden ingericht in het kader van het Natuurpact. De gronden die als natuur worden ingericht zijn gewaardeerd tegen 15% van de agrarische waarde.

Vorderingen, overlopende activa en liquide middelen. 
Deze activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor onverwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Als een vordering na een incassoprocedure als oninbaar wordt ingeschat, wordt deze opgenomen in de voorziening.  

Met ingang van 2015 is er in het BBV een splitsing aangebracht in de overlopende activa. Op de balans worden nu de volgende posten gepresenteerd. Nog te ontvangen bijdragen van de EU, nog te ontvangen bijdragen van het Rijk, nog te ontvangen bijdragen van overige overheid en overige overlopende activa. 
 
Passiva 
Passiva splitsen we in vaste en vlottende passiva.
 
Vaste passiva
Onder vaste passiva verstaan we het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer. In de Nota Reserves en Voorzieningen staat het algemene beleid met betrekking tot reserves, voorzieningen en overlopende passiva. Het beleid voor de tijdelijke budgetten staat in de Nota Uitvoering Begroting. Daarin is ook vastgelegd hoe Gedeputeerde Staten de jaarovergang tijdelijke budgetten  uitvoeren.  

Het eigen vermogen bestaat uit reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening. Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves verantwoorden we conform de besluiten van Provinciale Staten. 

Onttrekkingen aan reserves ten behoeve van investeringen gaat via een dekkingsreserve. Toevoegingen aan de reserves verantwoorden we in de programmarekening. 

Voorzieningen waarderen we  op het nominale bedrag van de betrokken verplichting, c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van GS-leden hebben we op de contante waarde van de toekomstige uitkeringsverplichting gewaardeerd.
Voorzieningen vormen we wegens:
a.    verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs in te schatten;
b.    op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;
c.    kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;
d.    van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. 

We hebben de langlopende schulden tegen nominale waarde gewaardeerd. 
 
Vlottende passiva
Onder vlottende passiva staan voorschotbedragen van overheden voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel en netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. we hebben de kortlopende schulden en de overlopende passiva gewaardeerd tegen de nominale waarde.  

Met ingang van 2015 is er in het BBV een splitsing aangebracht in de overlopende  passiva.  Op de balans staan nu de volgende posten: Vooruit ontvangen  bijdragen van de EU, vooruit ontvangen bijdragen van het Rijk, vooruit  ontvangen bijdragen van overige overheid en overige overlopende passiva.
 
Waarborgen en garantstellingen 
De verplichtingen die voortvloeien uit het waarborgen van geldleningen zijn, conform het BBV, op de balans vermeld maar maken daar geen deel van uit. Dit betreffen borgstellingen van opgenomen leningen van diverse instellingen.

2.4 Toelichting op de balans

Terug naar navigatie - 2.4 Toelichting op de balans
Vaste activa
Immateriële vaste activa 31-12-2022 31-12-2023
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
Boekwaarde per 1 januari 88.147.188 5.099.805
Vermeerderingen 16.195.351 5.119.231
Verminderingen -6.880.294 -2.768.014
Afschrijvingen -3.500.000 0
Afwaarderingen -88.862.440 0
Boekwaarde per 31 december 5.099.805 7.451.021
De boekwaarde per 31 december 2023 € 7,4 mln. bestaat voornamelijk uit investeringen in Sluis Kornwerderzand 1e fase bruggen € 6,8 mln..
In 2020 hebben de Staten een investeringskrediet van € 100 mln. beschikbaar gesteld voor de realisatie  van fase 1 (vervanging bruggen, aanpak vaargeulen en voorbereiding sluis) het provinciale aandeel hierin is € 3,5 mln.. Van de totale rijksbijdrage van € 111 mln. is  € 96,5 mln. bestemd voor de vervanging van de verkeersbruggen (fase 1). De rijksbijdrage zal via een spuk worden toegekend.
Materiële vaste activa 31-12-2022 31-12-2023
Investeringen met economisch nut
Boekwaarde per 1 januari 114.650.920 111.670.837
Investeringen 26.507.340 8.340.381
Bijdrage derden -24.265.566 -7.363.024
Afwaarderingen 0 0
Afschrijvingen -5.221.857 -5.173.998
Boekwaarde per 31 december 111.670.837 107.474.197
*) Risicovoorziening grond -1.376.826 -745.081
Boekwaarde per 31 december inclusief risicovoorziening grond 110.294.011 106.729.116
*) V. Risicovoorziening grondaankopen
Gronden onder de materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Jaarlijks worden de gronden getaxeerd op basis van informatie van het kadaster.
Investeringen met maatschappelijk nut 31-12-2022 31-12-2023
Boekwaarde per 1 januari 244.006.796 258.411.197
Investering 30.675.096 37.933.607
Bijdragen derden -12.288.869 -15.447.893
Afschrijvingen -3.981.826 -4.707.436
Afwaarderingen 0 0
Boekwaarde per 31 december 258.411.197 276.189.475
Specificatie aanschafwaarde totaal afschrijvingen totaal afwaardering boekwaarde 31-12-2023
Investeringen met economisch nut
Gronden en terreinen*) 41.244.917 679.586 40.565.330
Woonruimten 0 0
Bedrijfsgebouwen 103.739.319 44.536.978 59.202.341
Vervoersmiddelen 2.505.292 715.267 1.790.025
Machines, apparaten en installaties 5.747.199 4.089.862 1.657.336
Overige materiële vaste activa 7.536.987 3.234.591 43.200 4.259.197
160.773.714 53.256.285 43.200 107.474.229
*) boekwaarde exclusief voorziening
Investeringen met maatschappelijk nut
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 629.682.263 63.481.300 290.011.488 276.189.475
De WOZ-waarde 2023 van volledig afgeschreven woningen en enkele bedrijfspanden is € 10,5 mln.
Financiële vaste activa 31-12-2022 31-12-2023
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
Boekwaarde per 1 januari 136.909.868 140.597.170
(Des)investeringen 3.687.302 5.850.111
Boekwaarde per 31 december 140.597.170 146.447.281
Voorziening deelnemingen -11.633.073 -13.515.335
Boekwaarde per 31 december inclusief voorziening deelnemingen 128.964.097 132.931.946
Aan het FSFE en FOM is in 2023 een aanvullend aandelenkapitaal verstrekt.
Om de boekwaarde aan te laten sluiten bij de marktwaarde is voor de aandelen FOM en NOM een voorziening gevormd ten laste van de reserve risicobuffer.
De boekwaarde op de balans is de verkrijgingsprijs of de lagere marktwaarde van de aandelen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de boekwaarde en de marktwaarde.
boekwaarde marktwaarde
Alliander NV 2.171.338 600.558.540
NV Bank voor Nederlandse Gemeenten 515.619 5.818.267
Nederlandse Waterschapsbank 5.559 2.926.805
Vitens 52.850.594 84.883.155
FSFE BV 21.416.500 21.642.000
Thialf OG BV 0 -77.611
NOM BV 28.097.047 29.145.167
FOM BV 7.757.286 7.757.286
Fryslân Hurde Wyn 20.000.000 20.010.487
Overig 118.002 118.002
132.931.945 772.782.098
Leningen aan deelnemingen
Boekwaarde per 1 januari 285.665.893
Investeringen 10.116.034
Desinvesteringen -4.759.725
Voorziening geldleningen aan deelnemingen -1.260.833
Boekwaarde per 31 december 289.761.369
De vermeerdering €10,1 mln. betreft lening aan FSFE €10,05 mln. De vermindering betreft een aflossing achtergestelde lening Windpark Fryslân €4,76 mln.
Leningen aan openbare lichamen
Boekwaarde per 1 januari 37.675.000
(Des)investeringen -7.600.000
Boekwaarde per 31 december 30.075.000
De vermindering betreft de reguliere aflossing van 3-tal leningen.
Overige langlopende leningen
Boekwaarde per 1 januari (exclusief voorziening) *) 37.643.573
(Des)investeringen -301.086
Voorziening overige geldleningen -1.350.544
Boekwaarde per 31 december 35.991.942
*) Verloop voorziening geldleningen
Boekwaarde per 1 januari 1.687.958
Vermeerderingen / verminderingen -337.414
Boekwaarde per 31 december 1.350.544
Vlottende activa
Voorraden 31-12-2022 31-12-2023
Onderhanden werken 3.886.325 5.644.341
Vooruitbetalingen 0 0
In de post onderhanden werk zijn de gronden IKG in exploitatie opgenomen € 2,4 mln.
Uitzettingen korter dan één jaar 31-12-2022 31-12-2023
Vorderingen op openbare lichamen 53.904.165 28.520.404
Verstrekte kasgeldleningen 0 0
Rek.courant met het rijk 153.462.154 262.318.279
Rekening courant met overige niet financiële instellingen 2.021.391 4.137.289
Overige vorderingen 5.462.679 3.921.927
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een looptijd < 1 jaar 120.000.000 0
Uitzettingen in de vorm van schuldpapier 0 0
Overige uitzettingen 17.890 17.890
Bij de overige vorderingen is een voorziening dubieuze debiteuren opgenomen. Het verloop is als volgt:
Voorziening dubieuze debiteuren. 2022 2023
Boekwaarde per 1 januari 1.952.025 708.258
Oninbaar -1.279.823 -64.051
Alsnog voldaan -82.167 -8.425
Opgenomen 118.224 97.199
Boekwaarde per 31 december 708.258 732.981
Liquide middelen 31-12-2022 31-12-2023
Rabobank (huisbankier) 1.321.965 359.151
Kasbank/vermogensbeheerders 64 62
1.322.029 359.213
Overlopende activa: Nog te ontvangen bijdragen van het Rijk 31-12-2022 31-12-2023
Nog te ontvangen specifieke uitkeringen 0 2.872.268
0 2.872.268
Overige overlopende activa 31-12-2022 31-12-2023
Nog te ontvangen opcenten 6.001.670 5.885.853
Nog te ontvangen rente vermogen 7.045.903 10.051.176
Nog te ontvangen POP middelen 2.277.862 2.864.766
Nog te ontvangen overig 1.385.793 1.740.942
Vooruitbetaalde subsidies i.v.m. lastneming 10.872.166 21.122.242
Vooruitbetaalde overige subsidies 0 2.131.458
Vooruitbetaald overig 8.588.895 768.855
36.172.289 44.565.292
Vaste passiva
mutatie begrotings
Eigen vermogen 1-1-2023 toevoeging onttrekking 31-12-2023 mutatie*
Algemene reserve 221.208.881 48.902.000 172.306.881 -124.602.600
Overige bestemmingsreserve 715.566.074 97.582.816 121.430.132 691.718.758 -129.872.914
Nog te bestemmen resultaat 0 39.077.498
936.774.955 97.582.816 170.332.132 903.103.137 -254.475.515
* Saldo eigen vermogen na begrotingsmutatie 2024-2028 648.627.622
mutatie
Overzicht en verloop algemene reserves 1-1-2023 toevoeging onttrekking 31-12-2023
R. Algemene reserve 10.000.000 10.000.000
R. Vrij aanwendbare reserve 211.208.881 48.902.000 162.306.881
totaal algemene reserve 221.208.881 0 48.902.000 0 172.306.881
mutatie
Overzicht en verloop bestemmingsreserves 1-1-2023 toevoeging onttrekking afschrijvings lasten 31-12-2023
R. Fractieondersteuning 344.700 344.700
R. De Nieuwe Afsluitdijk 17.657.065 5.401.266 6.049.531 17.008.800
R. Investering eigendom derden 23.910.456 9.329.600 3.470.665 29.769.391
R. Groot onderhoud Wegen 16.634.038 745.252 0 17.379.289
R. Groot onderhoud Water 17.962.986 2.651.722 0 20.614.708
R. Natuurpact 2014 45.081.292 500.000 3.354.893 42.226.399
R. Aankoop natuurterreinen (fase 1) 3.981.733 508.760 0 4.490.494
R. Ticketrisico's culturele producties 1.011.503 0 1.011.503 0
R. Generatiepact 683.128 0 285.096 398.032
R. Weerstandsbuffer 100.000.000 0 0 100.000.000
R. Risicobuffer revolverende middelen 105.668.332 2.015.335 3.094.338 104.589.329
R. Breed cofinancieringsbudget 32.245.727 22.245.816 12.316.512 42.175.031
R. Afwaardering aandelenkapitaal windpark Fryslân 1.000.000 1.000.000 0 2.000.000
R. Windpark Fryslân 22.720.488 6.357.721 17.887.847 11.190.362
R. Risicoreserve lening herstelplan Thialf 941.603 23.766 0 965.369
R. Rente kapitaalverstrekking Alliander 1.682.428 1.608.536 0 3.290.964
R. Jaarovergang structurele budgetten 1.816.124 972.827 2.414.356 374.595
R. Groot onderhoud Gebouwen 2.047.504 91.007 0 2.138.511
R. Risicoreserve strategische grondvoorraad 1.200.000 0 0 1.200.000
R. Spaarverlof 0 1.180.981 0 1.180.981
Beklemde reserves
R. Dekkingsreserve kapitaallasten 185.687.801 -4.887.100 1.500.000 1.823.763 177.476.938
R. Verstrekte subsidies 32.360.634 22.931.592 21.087.474 34.204.752
614.637.543 72.677.080 72.472.215 1.823.763 613.018.644
mutatie
1-1-2023 toevoeging onttrekking 31-12-2023
Categorie A
R. TA10 RSP Zuiderzeelijn Provinciefonds 21.076.613 0 3.613.808 17.462.805
R. TA16 RSP REP Provinciefonds 336.544 0 6.677 329.867
R. TA24 ANNO Agenda Netwerk Noordoost Fryslan 279.040 89.300 22.838 345.502
R. TA26 NUON investeringsagenda 4.914.507 514.787 348.484 5.080.810
R. TA27 Breedband -8.618 8.618 0 0
R. TA28 Gebiedsontw Franekeradeel-Harlingen 290.021 0 240.000 50.021
R. TA29 Voorbereiding rondje Lauwersmeer 142.504 31.503 0 174.006
R. TA31 Kansen in Kernen 0 77.400 77.400 0
R. TA33 KRW POP 3 Water 625.055 513.918 235.597 903.376
R. TA34 RUG Campus Fryslan 0 1.020.000 1.020.000 0
R. TA37 DU Deltaprogramma zoetwater 6.544 0 0 6.544
R. TA39 Co-financ koppelkansen IJsselmeerkust 1.154.288 407.636 0 1.561.924
R. TA40 LF2018 266.515 75.600 175.080 167.035
R. TA41 Regiodeal NIL natuurinclusieve landbouw 887.127 504.900 504.900 887.127
R. TA42 DU Regiodeal Holwerd aan Zee 13.300.005 1.603.969 0 14.903.974
R. TA43 Regiodeal NOF Versnellingsagenda 1.938.034 0 968.700 969.334
R. TA44 Dingtiid Orgaan v d Friese taal Rijksdeel 27.233 0 10.007 17.226
R. TA47 Tussenstap Veenweideaanpak 2020-2029 0 2.567.628 0 2.567.628
45.235.410 7.415.257 7.223.491 0 45.427.177
Categorie B totaal 55.693.120 17.490.480 39.910.662 0 33.272.938
totaal bestemmingsreserve 715.566.074 97.582.816 119.606.369 1.823.763 691.718.759
Stand van zaken reserves
R. Fractieondersteuning Reserve gevormd bij besluitvorming Jaarstukken 2018. Nog beschikbare middelen voor de fracties, worden aan het eind van het jaar toegevoegd aan deze reserve om die in de toekomst nog in te kunnen zetten voor de fracties.
R. De Nieuwe Afsluitdijk Reserveringen voor de verschillende projecten Afsluitdijk. Reserve gevormd uit de al bestaande budgetten die bestemd zijn voor het project.
R. Investering in eigendom derden Reserve gevormd op basis van besluitvorming op 31 oktober 2018 met betrekking tot het opheffen van de reserve Van Harinxmakanaal. Deze reserve is als dekking gevormd voor toekomstige lasten in verschillende investeringen in eigendom van derden.
R. Groot onderhoud Wegen De reserve groot onderhoud wegen is bestemd om de eventuele meer- of minderkosten van het groot onderhoud wegen te verrekenen.
R. Groot onderhoud Water De reserve groot onderhoud water is bestemd om de eventuele meer- of minderkosten van het groot onderhoud water te verrekenen.
R. Natuurpact 2014 PS besluit 22 januari 2014. Reservering van de niet bestede middelen van de Natuurpact gelden in het Provinciefonds. Onttrekkingen indien het jaarlijkse exploitatiebedrag niet voldoende is.
R. Aankoop natuurterreinen (fase 1) Reserveringen voor aankoop van natuurterreinen (provinciale middelen).
R. Ticketrisico's culturele producties Reserve gevormd naar aanleiding van amendement Legacy programma LF2018 op 31 oktober 2018 om de Aginda 2028 te financieren in 2019 en 2020. Opgeheven bij het Bestuursakkoord 2023-2027.
R. Generatiepact Reserve om de toekomstige lasten te dekken van personeel wat deelneemt aan het generatiepact.
R. Weerstandsbuffer Jaarlijks wordt de stresstest uitgevoerd om te bepalen wat het effect van exogene factoren is op onze begroting. Deze reserve is bedoeld om dat risico op te vangen.
R. Risicobuffer revolverende middelen Het risico van de uitgezette revolverende middelen wordt opgevangen door deze reserve.
R. Breed cofinancieringsbudget Reserve gevormd op basis van besluitvorming op 31 oktober 2018 met betrekking tot de cofinancieringsbudgetten om zo meer flexibiliteit in de begroting te creëren.
R. Afwaardering aandelenkapitaal Windpark Fryslân Reserve om richting einde van de exploitatiefase ons aandelenkapitaal van € 20 mln. af te kunnen waarderen. Jaarlijkse vorming met € 1 mln. per jaar vanuit het ontvangen rendement.
R. Windpark Fryslân Conform het PS besluit van 26-2-2020 wordt het rendement/dividend toegevoegd aan deze reserve onder de jaarlijkse aftrek van € 1 mln. voor de afwaardering aandelenkapitaal Windpark Fryslân en € 1,67 mln. voor toevoeging aan het begrotingssaldo. Daarnaast is € 1,67 mln. bestemd voor duurzaamheid en € 1,67 mln. bestemd voor ambitieagenda IJsselmeer. Op 26-1-2022 heeft PS besloten om middelen beschikbaar te stellen voor het energieprogramma 2022-2025. Op 21-9-2022 heeft PS besloten om middelen beschikbaar te stellen voor de ambitieagenda IJsselmeer 2022-2031. Bij het bestuursakkoord 2023-2027 is besloten dat het rendement/dividend boven de € 6 mln. per jaar toegevoegd wordt aan het begrotingssaldo.
R. Risicoreserve lening herstelplan Thialf Op 30 juni 2021 hebben Provinciale Staten besloten tot vorming van deze reserve. Deze reserve is bedoeld ter dekking van de eventueel te vormen risicovoorziening voor de verstrekte lening herstelplan Thialf.
R. Rente kapitaalverstrekking Alliander De staten hebben middels een motie besloten tot het reserveren van de rente op de kapitaalverstrekking Alliander ter dekking van mogelijk lager dividend in de toekomst.
R. Tijdelijke budgetten De tijdelijke budgetten worden in twee categorieën ingedeeld: A en B Voor elke categorie gelden specifieke spelregels voor het aangaan van verplichtingen en voor de zogenoemde jaarovergang; het reserveren van resterende middelen opdat deze voor de oorspronkelijke doelen ingezet kunnen blijven worden. Dit is geregeld in de nota Uitvoering begroting. De reserve is volledig belegd.
R. Jaarovergang structurele budgetten Ingesteld i.v.m. nieuwe werkwijze subsidieverplichtingen en balanspost crediteuren. Wordt in het volgende jaar afgewikkeld.
R. Groot onderhoud Gebouwen De reserve groot onderhoud gebouwen is bestemd om de eventuele meer- of minderkosten van het groot onderhoud gebouwen te verrekenen.
R. Risicoreserve strategische grondvoorraad Vanuit de risicoreserve strategische grondvoorraad zal bij een negatieve marktprijsontwikkeling van de aankopen strategische gronden een risicovoorziening strategische grondvoorraad worden gevormd.
R. Spaarverlof Ingesteld bij het vaststellen van de jaarstukken 2022. Medewerkers kunnen vanuit hun Individueel Keuze Budget of onder voorwaarden vanuit hun Persoonlijk Ontwikkel Budget verlof kopen. Dit verlof kunnen zij bijvoorbeeld opnemen voorafgaand aan hun pensioendatum. De doorbetaling van hun salaris in de periode dat zij geen werk meer verrichten wordt dan gedekt uit deze reserve.
Beklemde reserves
R. Dekkingsreserve kapitaallasten Reserve voor de dekking van de kapitaallasten. In verband met de nieuwe regelgeving BBV in 2017 is deze reserve gevormd. Het restant van de balansverkorting is naar deze reserve overgeboekt.
R. Verstrekte subsidie Deze reserve is gevormd naar aanleiding van de stelselwijziging subsidielastneming en is volledig belegd.
mutatie
Overzicht en verloop voorziening 1-1-2023 toevoeging aanwending 31-12-2023
Voorziening voor bestaande risico's
V. Waardeoverdracht pensioenen GS leden 5.968.525 114.177 0 6.082.702
Voorziening voor daartoe door anderen bestemde middelen
V. Grondwaterplan 1.552.467 770.632 903.978 1.419.121
V. Legaat van Harinxma thoe Sloten 23.456 704 113 24.047
V. Buma-legaten 362.809 3.239 5.790 360.258
V. Jorritsma-Boschmafonds 130.974 1.179 0 132.153
8.038.231 889.931 909.881 8.018.281
Stand van zaken voorzieningen
V. Waardeoverdracht pensioenen GS-leden
Risicovoorziening. Ter dekking van betaling van afkoopsommen aan ABP voor pensioenen van GS-leden.
V. Grondwaterplan
Aan deze voorziening wordt jaarlijks de opbrengsten grondwaterbelasting toegevoegd.
V. Legaat van Harinxma thoe Sloten
Legaat ten behoeve van onderhoud van een kamer in het Fries Museum.
V. Buma-legaten
Legaat ten behoeve van de provinciale bibliotheek, Tresoar.
V. Jorritsma-Boschmafonds
Fonds gevormd door een legaat ten behoeve van uitkering aan studenten.
Langlopende schulden 1-1-2023 vermeerdering aflossingen 31-12-2023
Onderhandse leningen van banken en financiële instellingen 67.555.555 8.444.445 59.111.110
Door derden belegde gelden 37.500 37.500
Waarborgsommen 50.600 50.600
Stand van zaken langlopende schulden
Onderhandse leningen van banken en financiële instellingen
Provincie Fryslân heeft in 2021 voor de kapitaalversterking (€ 76,5 mln.) van haar deelneming in Alliander NV een lening bij NWB Bank afgesloten ter grootte van € 76 mln.
Door derden belegde gelden
Samen met de provincie Drenthe is er een lening in het kader van duurzame energie verstrekt. De administratie wordt hier gevoerd.
Vlottende passiva
Kortlopende schulden 1-1-2023 vermeerdering vermindering 31-12-2023
Kasgeldleningen 0 0
Crediteuren 23.462.046 11.170.091 34.632.137
Af te dragen sociale lasten 4.956.264 4.956.264
Nog te betalen subsidies ivm lastneming 5.427.443 5.287.443 10.714.886
Nog te betalen overige subsidies 32.098.764 879.730 32.978.494
Nog te betalen overig 10.959.763 1.583.378 9.376.386
Overige schulden 13.439 13.439 0
Nationaal Restauratiefonds voorschotten 1.941.391 2.115.898 4.057.289
Rekening Courant Nazorg fonds 16.816.454 2.810.817 19.627.271
Rekening courant Vermilion en Frisia 1.641.036 1.641.036
92.360.336 27.220.242 1.596.816 117.983.760
mutatie
Overlopende passiva (OP) 31-12-2022 1-1-2023 toevoeging aanwending 31-12-2023
Vooruitontvangen bijdragen van de EU
OP Life Alde Feanen N2000 voorbereiding 789.801 789.801 789.801
OP Life19/IP/DL00004 Grassbird Habbitats 235.331 235.331 400.000 635.331 0
OP Life19/IP/NL000011 All 4 Biodiversity 139.150 139.150 162 55.561 83.752
OP Topattractie Subs Toerisme Natuurlijk STINAF 333.043 333.043 333.043 0
OP Culture Up 0 0 2.658 2.658 0
vooruitontvangen bijdrage De Nieuwe Afsluitdijk 583.411 583.411 583.411 0
2.080.737 2.080.737 402.820 1.610.004 873.553
Vooruitontvangen bijdragen van het Rijk (Specifieke uitkeringen)
OP 4e trein Sneek Leeuwarden 8.835.726 8.835.726 457.138 8.378.588
OP SPUK E1 Beschikbaarheidsvergoeding OV 2020 307.340 307.340 647.880 955.220 0
OP SPUK E10 Snelfietsroutes 2020-2022 117 117 117
OP SPUK E101Spooremplacement Leeuwarden 2.500.000 2.500.000
OP SPUK E106 Region aanpak laadinfrastructuur 2 1.654.295 1.654.295
OP SPUK E12 Bermmaatregelen 1.280.783 1.280.783 1.280.783
OP SPUK E15 Regionale aanpak laadinfrastructuur 335.073 335.073 233.055 102.018
OP SPUK E20 Reg stimul verkeersveiligh maatr SPV 3.465.011 3.465.011 1.000.000 2.465.011
OP SPUK E22 ERTMS Eur Rail Traffic Man System 6.585.803 2.778.171 3.807.632
OP SPUK E33-2 MIRT 17-19 Fiets in de Keten 18-2022 165.115 165.115 50.274 215.389
OP SPUK E38 Veilig doelm en duurz gebr verk infra 27.273 27.273 27.273
OP SPUK E48 4e trein Sneek Leeuwarden 2020-2022 154.118 154.118 154.118
OP SPUK E52 Beschikbaarheidsvergoeding OV 2021 1.033.150 1.033.150
OP SPUK E84 Stimul verkeersveilighmtr 2022-2023 408.430 408.430 408.430
OP SPUK E86 Beschikbaarheidsvergoeding OV 2022 426.800 426.800 426.800 0
OP SPUK C117 en C117B versnel natuurincl isoleren 2.109.585 2.109.585
OP SPUK C13 Ontzorgingsprogr maatschapp vastgoed 1.076.067 1.076.067 1.059.781 16.286
OP SPUK C75B Regiodeal ZuidOost Friesland 423.147 423.147 341.529 193.081 571.595
OP SPUK C86 Ontzorgingspr maatsch vastg 2e tranche 868.120 868.120 564.247 303.873
OP SPUK E3 Sanering verkeerslawaai 95.748 95.748 9.747 105.495
OP SPUK E44 FBW klimaatadaptatie 2021-2027 9.786.616 2.463.362 7.323.254
OP SPUK E83 PFAS Bodemopgaven 2022 379.500 379.500 19.716 359.784
OP SPUK E87 FRESHEM-NL fase 2 3.900.000 1.000.000 2.900.000
OP SPUK E97 Bodem buitenprop difuus lood Fryslan 603.650 8.731 594.920
OP SPUK E99 Versterken Friese IJsselmeerkust 12.642.000 182.233 12.459.767
OP SPUK H23 Thialf Energiehub 1.000.000 1.000.000 0
OP SPUK F28 Klimaat- en energiebeleid 1.118.375 879.335 239.040
OP SPUK L10 Impulsgelden veenweiden 9.834.045 9.834.045 864.503 8.969.542
OP SPUK L12 Experiment strorijke stalmest 100 100 100
OP SPUK L16 PN Programma Natuur 20.970.053 20.970.053 17.505.163 5.691.877 32.783.339
OP SPUK L24 Voorbereiding NPLG 1.830.105 1.830.105 1.830.105 0
OP SPUK L25 Versnellingsvoorstellen 24.246.750 24.246.750 1.453.062 22.793.688
OP SPUK L29 Capaciteit natuurmonitoring 150.000 33.853 116.147
OP SPUK L7 IBP vitaal platteland 4.115.457 4.115.457 579.700 3.535.757
OP SPUK L8 prov aank veehouderijen nabij natuurgeb 5.231.780 5.231.780 345.679 4.886.101
OP SPUK C99 Vitale logiesaccommodaties 10.915 10.915 7.006 3.909
OP SPUK F11 MKB-deal Skillsbooster 397.934 397.934 397.934
OP SPUK C103 Opst en uitv woondeals 2e tranche 589.474 589.474
OP SPUK C210 Flexibele inzet woningbouw 2e fase 701.618 701.618 154.580 856.198
OP SPUK C26 Culturele voorzieningen prov 2020 16.237 16.237 16.237
OP SPUK C41 Flexibele inzet woningbouw 192.149 192.149 111.074 81.075
OP SPUK C81 Opstellen en uitvoeren woondeals 281.000 281.000 100.500 180.500
OP SPUK D13 Matching Rijk - Verbreding en vernieuw 124.214 124.214 333.330 457.544 0
OP SPUK C10-2 Verb dig dienstv Zicht op stikstofk 104.151 104.151 104.151
OP SPUK H23 Bijdrage Rijk vervangingen Thialf 711.145 711.145 711.145 0
OP SPUK Freshem-NL bijdrage derden *) 938.855 0 0
vooruitontvangen activa 640.298 640.298 1.828.312 2.468.610
88.595.173 87.656.318 64.543.763 25.406.917 126.793.163
Vooruitontvangen bijdragen van overige overheid
OP Omgevingsberaad Waddengeb diverse reserveringen 11.396 11.396 370.000 338.416 42.980
OP Samenwerkingsverband IKW 68.184 68.184 787.696 661.361 194.519
OP SCW Secretariaat Stuurgroep Waddenprovincies 83.777 83.777 78.150 42.858 119.069
OP SPUK E56b BO MIRT verkeersinfrastructuur 20201 101.401 101.401 32.000 69.401
OP Bodemleernetwerk Noordelijke kleischil 80.000 25.391 54.609
OP Deltaprogramma Waddengebied 98.781 98.781 119.000 90.579 127.202
OP Fries Bestuursakkoord Waterketen 3 2021-2025 89.053 89.053 104.999 51.371 142.680
OP GRO06c Kennismiddelen Regiodeal NIL VW HW 240.000 128.825 111.175
OP GRO06c Regiodeal NIL Veenweide 2022-2024 678.752 678.752 289.823 388.929
OP Nog af te sluiten weidevogelcompensatie 1.454.808 1.454.808 79.192 60.679 1.473.321
OP POP 3 ANLB Leefgebied water SP 2019 156.182 156.182 156.182 0
OP Programma NIL Friese Kleiweide 112.000 112.000 126.000 3.508 234.492
OP Regiodeal NIL Aldeboarn-De Deelen 126.970 126.970 126.970 78.192 175.748
OP SPUK L25B Gelijkw pos boeren in gebiedsproces 2.700.000 36.761 2.663.239
OP Wadlopen 75.879 75.879 119.149 132.627 62.401
OP Weidevogelcompensatie 2.612.667 2.612.667 24.410 211.392 2.425.685
OP Economic Board Noord Nederland 14.286 14.286 14.286
OP Europa Pact Fryslan 578.491 578.491 422.142 273.427 727.206
diverse oa bijdragen activa 6.267.062 6.267.062 3.167.576 3.099.486
12.529.688 12.529.688 5.377.708 5.780.969 12.126.428
Overige overlopende passiva
Vooruitontvangen rente Alliander 28.164.625 28.164.625 28.164.625 0
OP SPUK Freshem-NL bijdrage derden *) 0 938.855 892.000 750.000 1.080.855
Gebiedsontw Fran-Harl Ruilverkav vooruitontv bedragen 932.306 932.306 1.091.605 2.023.911
overig 284.509 284.509
29.096.931 30.035.786 2.268.114 28.914.625 3.389.275
132.302.530 132.302.530 72.592.405 61.712.515 143.182.419
*) Als gevolg van het nader analyseren is in 2023 de volgende presentatiewijziging overlopende passiva doorgevoerd:
Herrubricering € 0,938 mln. Freschem-NL van vooruitontvangen bijdragen van het Rijk naar overige overlopende passiva.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
De verplichtingen, voortvloeiende uit het waarborgen van geldleningen, zijn conform de BBV op de balans vermeld, maar maken er geen deel van uit. De provincie heeft zich garant gesteld voor de rente en aflossing van door diverse instellingen aangegane geldleningen.
31-12-2022 31-12-2023
Leasecontract decentrale kopieerapparaten 33.727 7.500
Leasecontracten dienstauto's 1.764.592 4.214.088
Huurovereenkomst parkeergarage per jaar 624.400 640.000
RVO verplichtingen functieverandering 8.084.362 0
RVO subsidieverplichtingen natuurbeheer 12.644.223 0
RVO verplichtingen agrarisch natuur- en landschapsbeheer 0 143.913.248
Groenfonds convenantsleningen 1.214.618 0
Een specificatie van de gewaarborgde geldleningen is opgenomen in bijlage 5.2 8.966.324 8.638.700
RVO. In verband met het in 2014 afgesloten Natuurpact is de verantwoordelijkheid voor de afwikkeling van de subsidieverplichtingen voor natuurontwikkeling en -beheer over gegaan van het Rijk (DLG) naar de provincies. In voorgaande jaren zijn door de DLG subsidieverplichtingen voor functieverandering en beheer aangegaan. Deze verplichtingen worden namens de provincies afgewikkeld via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Groenfonds. De provincie heeft een doorbetalingsverplichting van rente en aflossingsbedragen van leningen aan het Nationaal Groenfonds. Deze leningen zijn in 1999 tot stand gekomen door een convenant tussen het Rijk en de provincies in het kader van natuurontwikkeling. De provincie Fryslân heeft op 31 december 2023 geen restschuld. Tot en met 2023 dient de provincie jaarlijks € 1,3 mln. aan rente en aflossing te betalen waarvoor ze in het provinciefonds volledig wordt gecompenseerd. Het totaal nog te betalen bedrag is als niet uit de balans blijkende verplichting opgevoerd. Vanwege de financieringsconstructie is de resterende schuld niet opgenomen als langlopende schuld in de balans maar als niet uit de balans blijkende verplichting.
Financiële verplichtingen
Het beleid en de financiële spelregels voor de tijdelijke budgetten staan in de Nota Uitvoering Begroting 2022. Zie ook onderdeel 3 Tijdelijke budgetten.

2.6 WNT-verantwoording 2023 Provincie Fryslân

Terug naar navigatie - 2.6 WNT-verantwoording 2023 Provincie Fryslân

De WNT is van toepassing op Provincie Fryslân. Het voor Provincie Fryslân toepasselijke bezoldigingsmaximum is in 2023 € 223.000 (het algemene bezoldigingsmaximum).

1. Bezoldiging topfunctionarissen in dienstbetrekking en zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling

Gegevens 2023
bedragen x € 1 A. Schepers S. Hoitinga J.J. Algra A.G. Rosier
Functiegegevens Algemeen Directeur o.b.v. vervangingsregeling Algemeen Directeur Griffier
Aanvang en einde functievervulling in 2023 1-7-23 t/m 30-9-23 1-10-2023 t/m 31-10-2023 1-11-23 t/m 31-12-23 1-1-23 t/m 31-12-23
Omvang dienstverband (in fte) 1 1 1 1
Dienstbetrekking? nee ja ja ja
Bezoldiging
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen € 56.208 € 11.429 € 27.523 € 125.819
Beloningen betaalbaar op termijn 0 € 1.862 € 3.740 € 21.220
Subtotaal € 56.208 € 13.292 € 31.263 € 147.039
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum € 56.208 € 18.940 € 37.268 € 223.000
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Bezoldiging € 56.208 € 13.292 € 31.263 € 147.039
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Gegevens 2022
bedragen x € 1 A. Schepers A.G. Rosier
Functiegegevens Griffier
Aanvang en einde functievervulling 1-1-22 t/m 31-12-22
Omvang dienstverband (in fte) 1
Dienstbetrekking? ja
Bezoldiging
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen Zie tabel 1b € 118.998
Beloningen betaalbaar op termijn € 21.619
Subtotaal € 140.617
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum € 216.000
Bezoldiging € 140.617

1b. Topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in de periode kalendermaand 7 t/m 12

bedragen x € 1 A. Schepers
Functiegegevens Algemeen Directeur
Kalenderjaar 2023 2022
Periode functievervulling in het kalenderjaar (aanvang – einde) 1-1-23 t/m 30-6-23 1-7-22 t/m 31-12-22
Aantal kalendermaanden functievervulling in het kalenderjaar 6 6
Omvang van het dienstverband in uren per kalenderjaar 814 786
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum
Maximum uurtarief in het kalenderjaar € 212 € 206
Maxima op basis van de normbedragen per maand € 134.400 € 171.600
Individueel toepasselijke maximum gehele periode kalendermaand 1 t/m 12 € 306.000
Bezoldiging (alle bedragen exclusief btw)
Bezoldiging in de betreffende periode € 130.240 € 141.480
Bezoldiging gehele periode kalendermaand 1 t/m 12 € 271.720
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag n.v.t.
Bezoldiging € 271.720
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan n.v.t. n.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling n.v.t.

2. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT

Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2023 een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen.

2.7 Begrotingsrechtmatigheid

Terug naar navigatie - 2.7 Begrotingsrechtmatigheid

De begrotingsrechtmatigheid heeft betrekking op het financiële handelen binnen het kader van de geautoriseerde begroting. Dit wordt formeel als volgt omschreven:
“Financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten (exploitatie), alsmede de balansposten (investeringen), dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten en baten vermeld die door Provinciale Staten zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag alsmede het begrotingsjaar van belang zijn.”

Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dienen de afwijkingen in de jaarrekening herkenbaar te worden opgenomen en van een toelichting te worden voorzien. Als blijkt dat de gerealiseerde lasten en baten op programmaniveau hoger of lager zijn dan geautoriseerd, kan er sprake zijn van begrotingsonrechtmatigheid. 

Over- en onderschrijdingen die gedurende het jaar bekend werden zijn in 2023 aan Provinciale Staten voorgelegd, bijvoorbeeld via de bestuursrapportage of het autorisatiemoment december. Nog niet geautoriseerde over- en onderschrijdingen worden in de jaarstukken toegelicht en worden door de vaststelling van de jaarrekening door Provinciale Staten alsnog geautoriseerd.

De verschillen tussen de geautoriseerde lasten en baten en de gerealiseerde lasten en baten worden hieronder per beleidsprogramma weergegeven. Vanaf 2023 rapporteren wij ook over begrotingsrechtmatigheid bij de onderhanden en nog op te starten investeringen. Dit  doen wij op het niveau waarop de Staten krediet beschikbaar hebben gesteld waarbij beoordeeld wordt of er op totaal project- of programmaniveau een over- of onderschrijding plaatsvindt.

Exploitatie Lasten Baten
programma x €1000 begroting na wijziging rekening afwijking begroting na wijziging rekening afwijking Rekening resultaat
1 Bestuur 20.688 19.864 824 1.605 1.609 -4 828
2 Infrastructuur 109.575 113.420 -3.845 8.424 8.257 168 -862
3 Omgeving 142.502 127.259 15.242 43.638 37.513 6.125 2.266
4 Economie 39.320 31.072 8.248 5.139 4.430 709 1.649
5 Mienskip 72.729 61.258 11.471 1.665 1.654 11 1.870
6 Bedrijfsvoering 91.252 90.843 409 2.232 2.621 -389 -404
7 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 16.922 10.690 6.232 362.063 364.650 -2.587 918
Begrotingssaldo 32.812
492.987 454.405 38.581 424.767 420.734 4.033 39.077

In 2023 is sprake van een bruto begrotingsonrechtmatigheid die opgenomen moet worden in de rechtmatigheidsverantwoording. Echter de over- en onderschrijdingen passen binnen het bestaande beleid en er is niet vastgesteld dat deze ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd. Daarmee is er geen sprake van een netto begrotingsonrechtmatigheid. 
De over- en onderschrijdingen bij tijdelijke budgetten en reserves worden conform het gestelde in de nota uitvoering begroting en de nota reserves en voorzieningen verrekend met het volgende jaar. De budgetten waar dat niet volgens het vastgestelde beleid mogelijk is leiden tot een rekeningresultaat welke nader uitgewerkt is in onderdeel 2.8 van de jaarrekening. Een nadere toelichting hierop is te vinden in de beleidsprogramma's. Deze verschillen leiden niet tot een begrotingsonrechtmatigheid omdat ze als acceptabel worden beschouwd. 
Bij de overlopende passiva (met name specifieke uitkeringen) worden op de exploitatie de werkelijke uitgaven verantwoord, hiertegenover staat de bijdrage van derden veelal van het Rijk. Verschillen ten opzichte van de begroting zijn dan ook bij lasten en baten budgettair neutraal.

Investeringen Lasten Baten
programma x €1000 Totaal krediet Bestedingen t/m 31-12-2023 Restant krediet Totaal krediet Ontvangen t/m 31-12-2023 Restant krediet
2 De Centrale As 406.122 396.038 10.084 248.890 241.237 7.653
Extra sneltrein Groningen-Leeuwarden 49.148 46.194 2.955 3.927 1.015 2.912
Fietspaden 573 573 0 270 270 0
Hoofdfietsroutes 7.467 49 7.417 822 0 822
Kleine Infrastructurele Projecten (KIP) 10.825 4.354 6.471 2.102 721 1.381
Meerjaren Programma Investeringen (MPI) 29.222 19.651 9.571 3.435 3.098 337
N31 Haak om Leeuwarden 165.600 162.227 3.373 152.662 149.826 2.836
N358 Skieding 18.273 11.448 6.826 945 1 944
N359 3 tunnels 13.324 13.324 0 0 0 0
N381 173.491 172.888 603 95.941 95.605 337
RSP Bereikbaarheid Leeuwarden 173.374 173.374 0 138.392 138.392 0
RSP Harlingen 141.789 141.789 0 106.007 106.007 0
RSP Joure 86.302 81.766 4.536 63.748 63.395 354
RSP Startkrediet 11.133 10.072 1.061 3.636 3.636 0
RSP Werpsterhoek 295 295 0 295 295 0
Risicoverlagend infrastructuur progr.1 (RYP1) 35.465 28.304 7.161 12.972 10.383 2.589
Risicoverlagend infrastructuur progr.2 (RYP2) 12.249 1.837 10.412 2.652 0 2.652
Sluis/bruggen Kornwerderzand 1e fase 100.000 10.278 89.722 96.500 0 96.500
Afstandsbediening Bruggen 33.421 24.683 8.739 8.447 7.079 1.368
Depotbeheer 1.192 43 1.150 0 0 0
Friese Meren Project 14.617 13.104 1.513 14.612 13.039 1.573
Meerjaren Programma Kunstwerken (MPK) 113.991 53.256 60.735 16.184 14.739 1.445
Oever investeringen 28.237 4.757 23.480 1.206 196 1.010
Steunpunten 22.040 16.459 5.581 0 0 0
Vaarweg Lemmer-Delfzijl 18.718 18.427 292 18.718 18.427 292
Van Harinxmakanaal 22.180 891 21.289 0 0 0
Busremises 6.238 1.392 4.846 0 0 0
OV Duurzaam 4.167 2.488 1.679 32 32 0
3 Grondbeleid 24.050 3.155 20.895 546 48 498
Natuurpact 71.120 59.326 11.794 18.928 21.901 -2.973
Veenweide 48.323 18.871 29.452 33.404 3.294 30.111
6 Bedrijfsmiddelen ICT 2.470 252 2.218 0 0 0
Energie neutrale provincie 1.370 150 1.220 0 0 0
Huisvesting 165 165 0 0 0 0
7 Eigendom derden 30.471 27.671 2.800 31.561 27.077 4.484
1.877.423 1.519.551 357.872 1.076.834 919.710 157.125

2.8 Toelichting rekeningresultaat

Terug naar navigatie - 2.8 Toelichting rekeningresultaat
x € 1.000,-
1 Structurele budgetten 1.400
2 Tijdelijke budgetten 5.820
3 Reserves -843
4 Voorzieningen -111
5 Overlopende Passiva 0
Begrotingssaldo 32.812
Nog te bestemmen resultaat 39.077
1 Structurele budgetten 1.400
Programma Beleidsveld
1 1.1 Fractieondersteuning 200
Inter activiteit 61
Provinciale Staten salarissen -105
Stateninformatiesysteem 55
Fractiebudgetten 2022 110
1.5 IPO bureau bijdrage 230
2 2.3 Gladheidsbestrijding -338
Turfroute 146
Huur/pachten 82
Verkoop steunpunten (niet gerealiseerd in 2023) -822
2.4 Concessies (incl. index) -1.802
Concessie bijdrage derden 347
OV additioneel landelijk gebied 500
Onderhoud 73
Onvoorzien 181
Onderzoek, aanbesteding, rechtzaken -392
Subsidie aan derden 77
3 3.1 Leges wet natuurbescherming hogere opbrengst 117
3.4 Wet uitvoering Wabo -125
Regionaal Water Programma 291
Milieubeleidsplan wettelijke taken 355
Uitvoering VTH taken 431
4 4.5 Toeristische data op orde 98
5 5.1 WRO zaken incl. windenergie 76
6 6.1 Project werkervaring langdurig werklozen 129
Participatiebanen -114
Frictiepost personeel -117
Voormalig personeel 99
Vitaliteitsverlof -298
Salarissen en inhuur 2.456
Dekking capaciteit -2.244
Overige personeelskosten 300
6.2 Afschrijvingslasten huisvesting lager 642
Afschrijvingslasten bedrijfsvoeringsmiddelen lager 644
Centraal opleidingsbudget -167
Automatiseringskosten -1.818
Facilitaire zaken 106
7 7.2 Motorrijtuigenbelasting 442
7.3 Dividenduitkering 104
7.8 Onvoorzien, lagere vaststelling subsidies 525
Overige verschillen < € 50.000 867
2 Tijdelijke budgetten 5.820
Dit bedrag bestaat uit vrijval van tijdelijke budgetten. Dit als gevolg van eindige projecten en opdrachten. Het betreft hier onder andere:
1 1.4 Bestuurlijke vernieuwing 52
2 2.1 Bestrijding fietsonveiligheid 198
2.2 NABO programma 761 *
3 3.1 Weidevogelbeleid 112
Biodiversiteit 143
Opkoop en beëindigingsregel 82
Weidevogel predatiebeheer 57
3.2 Transitie natuurinclusieve landbouw 152
Landbouwagenda met Dairy Valley 381
3.4 Decentralisatie uitkering bodemsanering 189
4 4.1 Jaarplan circulair 81
4.2 Ondernemerschap 161
4.3 Kennisinfrastructuur 172
4.4 Clusters economie 58
4.5 Recreatie en toerisme 131
Beleefcentra en rondgang friese bedrijven 723
5 5.1 Demografische ontwikkelingen 89
Breed corona pakket 107
Procesgelden DOM's 64
Iepen Mienskip Fûns 169
5.2 Cultuur continuering tijdelijke budgetten 108
Cofinanciering rijksbijdrage monumenten 931
6 6.2 Grondbank instrument 114
Wet Open Overheid 82
Digitalisering 105
Overige verschillen < € 50.000 601
3 Reserves -843
6 6.1 Spaarverlof -546
Vitaliteitsverlof -298
Overige verschillen < € 50.000 1
4 Voorzieningen -111
1 1.2 Waardeoverdracht pensioenen GS leden -114
Overige verschillen < € 50.000 3
Begrotingssaldo 32.812
* Voor deze posten wordt voorgesteld om de vrijval (deels) via de resultaatbestemming opnieuw beschikbaar te stellen. Het betreft de volgende twee voorstellen: - Resultaatbestemming NABO Hindeloopen € 361.000 - Resultaatbestemming NABO Deinum € 400.000
Een nadere toelichting op de oorzaak van de verschillen is opgenomen bij de beleidsprogramma's in de jaarstukken 2023.

2.9 Berekening benutting drempelbedrag SKB

Terug naar navigatie - 2.9 Berekening benutting drempelbedrag SKB
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)
Verslagjaar 2023
(1) Drempelbedrag 9.123.680 9.123.680 9.123.680 9.123.680
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
(2) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 1.587.640 2.048.573 889.349 913.461
(3a) = (1) > (2) Ruimte onder het drempelbedrag 7.536.040 7.075.107 8.234.331 8.210.219
(3b) = (2) > (1) Overschrijding van het drempelbedrag - - - -
(1) Berekening drempelbedrag
Verslagjaar 2023
(4a) Begrotingstotaal verslagjaar 456.184
(4b) Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen 456.184
(4c) Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat -
(4d) Drempelbedrag: (4b)*0,02 + (4c)*0,002 met een minimum van € 1.000.000 9.124 9.124 9.124 9.124
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
(5a) Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) 142.888 186.420 81.820 84.038
(5b) Dagen in het kwartaal 90 91 92 92
(2) - (5a) / (5b) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 1.588 2.049 889 913

Het drempelbedrag is het bedrag aan liquide middelen dat (gemiddeld) per kwartaal buiten de schatkist mag worden gehouden. De hoogte van het drempelbedrag hangt af van de omvang van de begroting. 

Indien het begrotingstotaal hoger is dan € 500 miljoen is de drempel gelijk aan € 10 miljoen plus 0,2% van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat. De drempel is nooit lager dan € 1 miljoen.

Per kwartaal mag het gemiddelde van de (liquide) middelen die de decentrale overheid dagelijks buiten de schatkist laat niet boven het drempelbedrag uitkomen. Provincie Fryslân is in 2023 ruimschoots onder het drempelbedrag gebleven. De liquide middelen die buiten de schatkist zijn aangehouden, zijn gebruikt voor het betalingsverkeer.

2.10 Rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - 2.10 Rechtmatigheidsverantwoording

Verantwoordelijkheid college van Gedeputeerde Staten

De baten en lasten alsmede de balansmutaties moeten getrouw in de jaarrekening worden opgenomen. Uit het getrouw opnemen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties, blijkt een drietal rechtmatigheidscriteria niet expliciet. Dit betreffen het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium. In deze rechtmatigheidsverantwoording licht het college van Gedeputeerde Staten toe in hoeverre bij de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd. Dit houdt in dat de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties in overeenstemming zijn met door de staten vastgestelde kaders zoals de begroting en provinciale verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving. Bij de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening is het door de staten op 28 juni 2023 vastgestelde normenkader van de relevante wet- en regelgeving verder toegelicht.
 
Deze verantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. Deze grens is door de staten eveneens bepaald op 28 juni 2023 en bedraagt 1% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves. Bij de provincie komt dit neer op een bedrag van afgerond € 5,45 miljoen. Dit betekent dat in de rechtmatigheidsverantwoording alleen die fouten vermeld worden waarbij het grensbedrag wordt overschreden. Conform het besluit van de staten van 28 juni 2023 worden alle afwijkingen die groter zijn dan afgerond € 272.500 in de paragraaf Bedrijfsvoering toegelicht. De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV van november 2023.

Bevinding

Het college is van mening dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties de gestelde grens van € 5,45 miljoen overschrijden waarmee er sprake is van een bruto begrotingsonrechtmatigheid. De over- en onderschrijdingen passen echter binnen het vooraf vastgestelde beleid en worden daarmee als acceptabel geduid. Daarmee komt de netto begrotingsonrechtmatigheid uit op € 0. Daarnaast hebben we tevens over het jaar 2023 geen onduidelijkheden vastgesteld.

De geconstateerde afwijkingen betreffen:

Begrotingscriterium  (bedragen x € 1.000)
1A. Overschrijding lasten programma’s   3.845
1B. Overschrijding investeringsbudgetten (kredieten) 0
 2.   Ongeautoriseerde reservemutaties 0
3A. Overschrijding van baten programma’s 2.005
 3B. Onderschrijding van lasten programma’s 42.427
 3C. Onderschrijding van baten programma’s 7.013
Totaal begrotingsonrechtmatigheden (bruto) 55.290
4. Totaal van de begrotingsonrechtmatigheden dat past binnen het vooraf vastgestelde beleid* en daarmee als acceptabel is geduid  55.290
Resterend saldo aan begrotingsonrechtmatigheden (netto)
 0
Voorwaardencriterium       
1.861 
M&O criterium          
 0

* Het vastgestelde beleid betreft de Financiële verordening Provincie Fryslân 2022 en de onderliggende beleidsnota's welke op 15 december 2021 door Provinciale Staten zijn vastgesteld. Hieronder zijn met name de nota Uitvoering begroting, de nota Reserves, voorzieningen en overlopende passiva en de nota Waarderen, activeren en afschrijven van belang.

In de paragraaf bedrijfsvoering is op basis van de Kadernota Rechtmatigheid van de commissie BBV en op basis van de afspraken met de staten een toelichting op de financiële rechtmatigheid opgenomen en zijn de afwijkingen omtrent voorwaarden criterium opgenomen boven de rapporteringsgrens van € 272.500. 

Naast het benoemen van de afwijkingen is tevens aangegeven welke acties het college onderneemt om de vermelde afwijkingen in de toekomst te voorkomen.