In onderstaand overzicht staat het totaal van de bedrijfsvoeringskosten en wordt specifiek inzicht gegeven in het deel capaciteitsbudget, gesplitst naar salarissen (voor vast en tijdelijk personeel) en inhuur.
Inzet beschikbare middelen
|
|
|
|
|
|
|
Exploitatie Bedragen x € 1.000,-
|
Realisatie 2021
|
Begroting 2022
|
Begroting 2023
|
Begroting 2024
|
Begroting 2025
|
Begroting 2026
|
Uitgaven
|
|
|
|
|
|
|
Capaciteitsbudget
|
|
|
|
|
|
|
- salarissen
|
66.010
|
69.224
|
65.845
|
63.520
|
59.096
|
57.699
|
- inhuur
|
11.848
|
9.961
|
11.428
|
4.331
|
0
|
0
|
Subtotaal capaciteitsbudget
|
77.858
|
79.185
|
77.273
|
67.851
|
59.096
|
57.699
|
Overige personeelskosten
|
2.661
|
2.559
|
2.634
|
2.503
|
2.758
|
2.682
|
Kosten automatisering
|
6.239
|
6.521
|
5.879
|
5.656
|
5.131
|
5.125
|
Kosten huisvesting
|
6.091
|
7.405
|
7.537
|
7.542
|
7.542
|
7.515
|
Overig
|
3.353
|
6.714
|
8.022
|
7.491
|
8.759
|
8.417
|
Totaal bedrijfsvoeringskosten (A)
|
96.201
|
102.384
|
101.345
|
91.042
|
83.286
|
81.438
|
Dekking
|
|
|
|
|
|
|
Dekking capaciteit
|
14.937
|
17.476
|
14.440
|
12.028
|
6.945
|
6.312
|
Bijdrage van derden
|
2.206
|
1.004
|
354
|
323
|
262
|
262
|
Totaal dekking (B)
|
17.143
|
18.480
|
14.794
|
12.352
|
7.207
|
6.574
|
Saldo van lasten en baten (A-B)
|
79.059
|
83.904
|
86.551
|
78.691
|
76.078
|
74.864
|
Toelichting
Het bedrijfsvoeringsbudget is opgebouwd uit personele en materiële kosten. Een deel van deze kosten wordt gedekt door bijdragen van derden en vanuit tijdschrijven op met name projecten. Vanaf 2024 nemen in deze begroting de middelen voor inhuur sterk af. Dit heeft te maken met de afname van een aantal tijdelijke en projectbudgetten waar personeel een onderdeel van uitmaakt. In het capaciteitsbudget, zoals we dat hierna verder toelichten, wordt duidelijk dat het het hierbij gaat om het deel van het capaciteitsbudget dat fluctueert en weer kan toenemen op het moment dat er extra middelen beschikbaar worden gesteld door Provinciale Staten en/of derden, voor de uitvoering van taken en/of projecten. De flexibele schil voor inhuur en/of tijdelijke dienstverbanden neemt dan weer toe. Deze ontwikkeling maken we steeds zichtbaar in deze paragraaf en is de basis voor de strategische personeelsplanning.
Capaciteitsbudget
Onderstaand is het verloop van het capaciteitsbudget in de begroting ten opzichte van de 1e Berap weergegeven. Dit totaal sluit aan op het subtotaal capaciteitsbudget waarbij géén rekening is gehouden met dekking vanuit tijdschrijven dan wel bijdragen van derden. In het overzicht is aangegeven of de uitbreiding van capaciteit wordt gedekt uit bijdragen derden of uit middelen van de provincie zelf. Tevens is aangegeven onder welk mandaat de wijzigingen zijn doorgevoerd.
bedragen x € 1.000 |
|
Aard |
Dekking |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
1e Berap 2022 |
|
|
|
78.789 |
72.781 |
64.819 |
56.834 |
55.437 |
PS 22-06-2022 |
Kadernota - voorstellen (Omgevingswet) |
Basis |
Provincie |
0 |
0 |
500 |
500 |
500 |
Wijzigingen onder GS mandaat |
Toerekenen nominaal aan basiscapaciteit |
Basis |
Provincie |
0 |
1.782 |
1.762 |
1.762 |
1.762 |
PS 22-06-2022 |
Kadernota - voorstellen (Digitaliseringsstrategie) |
Tijdelijk |
Provincie |
0 |
1.650 |
0 |
0 |
0 |
PS 22-06-2022 |
Kadernota - moties en amendementen (Traineeprogramma en Regenboogbeleid) |
Tijdelijk |
Provincie |
0 |
770 |
770 |
0 |
0 |
Wijzigingen onder GS mandaat |
Verschuiving personele inzet en inkomsten 2023 |
Tijdelijk |
Derden |
-20 |
20 |
0 |
0 |
0 |
Wijzigingen onder GS mandaat |
Meicirculaire (Bodembescherming en Klimaatakkoord) |
Tijdelijk |
Provincie |
391 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Wijzigingen onder GS mandaat |
Inzet capaciteit vanuit middelen No & Moarn |
Tijdelijk |
Provincie |
500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Wijzigingen onder GS mandaat |
Correctie middelen Digitaliseringsstrategie - overheveling van capaciteit naar projectmiddelen (tijdelijk budget) |
|
Provincie |
-700 |
0 |
0 |
0 |
0 |
PS 22-6-2022 |
Gebiedsontwikkeling Hegewarren |
Project |
Provincie |
210 |
210 |
0 |
0 |
0 |
Wijzigingen onder GS mandaat |
Inzet voor realisatie busremise Schiermonnikoog |
Project |
Provincie |
15 |
60 |
0 |
0 |
0 |
Begroting 2023 |
|
|
|
79.185 |
77.273 |
67.851 |
59.096 |
57.699 |
Het capaciteitsbudget is meerjarig opgebouwd in de ruimte voor salarissen (vast en tijdelijk personeel) en inhuur. Een deel van dit budget is structureel. Het tijdelijke deel bestaat deels uit middelen die wij ontvangen van derden voor bijvoorbeeld de uitvoering van taken en projecten en deels uit middelen die Provinciale Staten beschikbaar stellen. Dit maakt dat het capaciteitsbudget flexibel is en fluctueert.
Dit leidt tot het volgende overzicht van het capaciteitsbudget waarin op hoofdlijnen zichtbaar wordt hoe het capaciteitsbudget zich meerjarig ontwikkelt op begrotingsbasis. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de basiscapaciteit (voor onze basis/structurele taken), tijdelijke capaciteit (budget voor extra taken met een bepaalde looptijd) en projectcapaciteit (verantwoording via tijdschrijven).
Toelichting
De afname van tijdelijke capaciteit (rode balk in bovenstaand overzicht) komt met name door de afloop van het aanvullende capaciteitsbudget voor uitvoering van het vigerende bestuursakkoord (tijdelijke capaciteit, beschikbaar gesteld door Provinciale Staten). De afname projectcapaciteit komt met name door de afloop van de grote infraprojecten. In deze cijfers is nog geen rekening gehouden met te verwachten additionele capaciteit die samenhangt met nieuwe projecten zoals bijvoorbeeld de Sluis Kornwerderzand en mogelijk de Lelylijn. De tijdelijke en projectcapaciteit fluctueren.
De situatie tot 2022 is/was dat een deel van de basiscapaciteit wordt gefinancierd uit bijdragen van derden voor de inzet van personeel. Zowel door het bureau Cebeon als SeederdeBoer is, in het kader van het onderzoek naar Provinciale taken, keuzes en consequenties (PS 29 juni 2022), geconstateerd dat dit niet wenselijk is. Nog in 2022 wordt/is een voorstel aan PS worden aangeboden om de basiscapaciteit gefaseerd op het gewenste niveau te brengen.
In onderstaande tabel maken we inzichtelijk wat de inzet van personeel en middelen is op de verschillende beleidsthema’s[1].
[1] Het gaat hierbij om de beleidsthema’s zoals deze wettelijk zijn vastgelegd in het BBV (Besluit begroten en verantwoorden), waarbij de ‘overhead’ apart is opgenomen. Deze laatste mag vanaf 2017 niet meer toegerekend worden aan de programma’s. Overhead wordt hierbij als volgt gedefinieerd: ‘alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces’. Enige uitzondering hierop is de toerekening van overhead aan te activeren investeringen, deze mag nog wel rechtstreeks plaatsvinden. Het nieuwe BBV heeft als één van de uitgangspunten dat de baten en lasten van overheden onderling beter vergelijkbaar moeten zijn waarmee benchmarks worden vergemakkelijkt. Onderdeel van deze transparantie is het opnemen van de toedeling van de bedrijfsvoeringskosten aan de zogeheten ‘taakvelden’ binnen de Informatie voor derden (IV3) die elke overheid moet aanleveren bij het CBS. Hierbij blijft het voor de Staten inzichtelijk, omdat deze taakvelden aansluiten bij de diverse beleidsthema’s.
Meerjarenbegroting per taakveld BBV
|
|
|
|
lasten
|
bedragen x € 1.000,-
|
begroting 2022
|
begroting 2023
|
begroting 2024
|
begroting 2025
|
begroting 2026
|
Bestuur
|
4.887
|
4.956
|
4.272
|
4.001
|
3.948
|
Verkeer en vervoer
|
13.227
|
13.018
|
11.477
|
10.424
|
10.220
|
Water
|
3.837
|
2.836
|
2.450
|
2.316
|
2.058
|
Milieu
|
5.727
|
5.305
|
4.706
|
4.255
|
4.121
|
Natuur
|
8.109
|
8.617
|
7.995
|
4.329
|
4.245
|
Regionale economie
|
5.866
|
5.487
|
5.020
|
4.328
|
4.024
|
Cultuur en maatschappij
|
3.966
|
4.036
|
3.561
|
3.229
|
3.165
|
Ruimte
|
6.391
|
5.411
|
4.774
|
4.329
|
4.243
|
Investeringen
|
6.193
|
4.804
|
3.237
|
2.882
|
2.860
|
Onderhanden werk inrichtingsgebieden
|
713
|
835
|
681
|
0
|
0
|
Voorzieningen
|
573
|
410
|
410
|
410
|
410
|
Overhead
|
42.896
|
45.631
|
42.459
|
42.783
|
42.144
|
Saldo bedrijfsvoeringskosten
|
102.384
|
101.345
|
91.042
|
83.286
|
81.438
|
Toelichting
Net als de informatie en toelichting op het capaciteitsbudget zien we in dit overzicht een dalende trend in de bedrijfsvoeringskosten. De kosten voor overhead (met name personeel, huisvesting en ICT) blijven in dit overzicht redelijk stabiel en hiermee zou de verhouding tussen de primaire processen en de overhead ‘scheef’ kunnen groeien. Deze situatie doet zich niet voor als de komende periode tijdelijke- danwel projectmiddelen worden toegevoegd aan het capaciteitsbudget.
Als organisatie gaan wij uit van een gewenste personele verhouding van 70% (minimaal) voor het primaire proces en 30% (maximaal) voor overhead en sturen hierop. Het bureau Cebeon heeft bij de uitgevoerde benchmark in 2022 deze verhouding herijkt en kwam voor de personele kant uit op de deze gewenste verhouding. Bovenstaande tabel gaat uit van de wettelijk verplichte BBV taakvelden, inclusief bijvoorbeeld ICT en huisvesting, waardoor een andere verhouding wordt weergegeven..
Aan de hand van de ontwikkeling van het provinciale takenpakket (structurele en tijdelijke taken) en het hieraan gekoppelde capaciteitsbudget wordt steeds gekeken naar de gewenste inzet van personeel met een vast of tijdelijk dienstverband en door middel van inhuur, passend binnen de middelen die meerjarig beschikbaar zijn (inclusief de prognose van aanvullende dekking). We zien hierbij een trend dat we meer (tijdelijke) opdrachten krijgen van het Rijk (veenweide, natuur, regiodeals en mogelijk straks ook voor energie en klimaat). We moeten de komende periode bekijken wat dit betekent voor de verhouding tussen het primaire proces en de overhead en de dekking van de overhead, als we meer gaan sturen op de inzet van incidentele middelen en dus ook dekking die fluctueert.
Afgelopen vier jaar is de organisatie binnen het vaste kader van het capaciteitsbudget gebleven (basis, tijdelijk en project), behalve op het gebied van de tariefstijgingen. Door tariefstijgingen zien we dat er druk ontstaat op deze financiële kaders. Bovendien hebben de stijgende kosten een structureel effect. Daarnaast hebben we te maken met CAO-stijgingen, die ook een structureel effect hebben. Besluitvorming over de mogelijke compensatie van de effecten hiervan wordt meegenomen bij de septembercirculaire (oktober 2022).
Bezetting
Naast het capaciteitsbudget wordt gestuurd op de het totaal aan ‘vast’ personeel. Op basis van de benchmark van Cebeon, de uitgevoerde ZBB-analyse en de geactualiseerde notitie SPP is in beeld gebracht wat onze basiscapaciteit zou moeten zijn, dit naast de tijdelijke en projectcapaciteit. Op basis hiervan stellen wij een meerjarige raming op en bepalen wij wat de gewenste vaste bezetting is voor onze organisatie. Voor alleen de basiscapaciteit is dat 640 fte.
Op basis van het nieuwe bestuursakkoord in 2023 en de mogelijke nieuwe taken diedaarin worden opgenomen, zullen we een nieuwe analyse uitvoeren van de omvang van het tijdelijke capaciteitsbudget en de gewenste bezetting daarop (vast en flexibel).
De projectcapaciteit fluctueert afhankelijk van de omvang van de projecten. Een deel hiervan is echter wel constant evenals de daarbij behorende ondersteuning vanuit de bedrijfsvoering. Ook hiervan zal bekeken worden wat daarop de gewenste bezetting is (vast en flexibel).
Jaarlijks actualiseert de organisatie dit beeld in de paragraaf bedrijfsvoering.
In onderstaand overzicht staat de ontwikkeling van het aantal fte met een provinciaal dienstverband (vast en tijdelijk). In de berap’s presenteren we op peildatum ook een overzicht van de inhuur (aantallen). Vanaf 2022 vindt de inhuur plaats via een ‘master vendor’ constructie, waarbij de inhuur centraal wordt georganiseerd met één partij (inclusief het inzichtelijk maken van de inzet van de inhuur).
Inzicht in bezetting provincie Fryslân
|
jan-22
|
april-22
1e berap
|
jul-22
|
jan-23
|
jan-24
|
jan-25
|
jan-26
|
Huidige bezetting arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd (fte)
|
694
|
706
|
711
|
702
|
687
|
664
|
643
|
Huidige bezetting arbeidsovereenkomst bepaalde tijd (fte)
|
79
|
77
|
87
|
56
|
25
|
15
|
15
|
totaal
|
773
|
783
|
798
|
758
|
712
|
679
|
658
|
Bezettingsoverzicht met meerjarige prognose uitgaande van de aangegane arbeids-overeenkomsten stand 1 juli 2022, inclusief pensionering en afloop van tijdelijke contracten.
Toelichting
We gaan uit van een prognose van 640 fte vanaf 1 januari 2023 aan medewerkers met een provinciaal vast dienstverband, voor de uitvoering van structurele taken per 1 januari 2023. De verwachte vaste bezetting bedraagt op peildatum 1 januari 2024 volgens de huidige inzichten 687 fte. Dit komt deels omdat wij een aantal fte in dienst hebben, die geen onderdeel uitmaken van de prognose van 640 fte waaronder bijvoorbeeld de inzet voor het Waddenfonds.
Verder zien we dat we te maken hebben met stijgende inhuurtarieven en een krappe arbeidsmarkt, waardoor ook de afweging in beeld komt om juist medewerkers vast aan te nemen, met als gevolg een daling van de inhuur. In de wetenschap dat de arbeidsmarkt ook de mogelijkheid biedt dat medewerkers ook weer makkelijk kunnen uitstromen als dat nodig is. In het rapport van SeederdeBoer over SPP en de geactualiseerde notitie SPP vanuit de organisatie (beide onderdeel van de behandeling van de thema’s ZBB en SPP in PS van juni 2022), wordt uitgegaan van een gewenste vaste bezetting van 700 fte, waarbij geldt dat die moet passen binnen het beschikbare capaciteitsbudget en moet aansluiten op het uit te voeren takenpakket. Zoals hierboven aangegeven zal dit aantal herijkt worden op basis van de omvang van de tijdelijke en projectcapaciteit.