3.1 Algemeen
Het beleid met betrekking tot leges staat in de Legesverordening Provincie Fryslân. Provinciale Staten hebben vastgesteld dat bepaalde beleidsnota’s iedere vier jaar (opnieuw) ter vaststelling worden aangeboden. Dit heeft zijn beslag gekregen in de nota “Actualisatie Legesverordening” die in 2018 is voorgelegd aan Provinciale Staten. In deze nota is het beleid voor 2019 – 2023 voor de provinciale leges vastgesteld. In het Bestuursakkoord 2019-2023 zijn geen specifieke uitgangspunten opgenomen omtrent leges. De wijzigingen in de Legesverordening die ingaan per 1 januari 2023 zullen in dezelfde vergadering als deze Begroting via de Nota Actualisatie Legesverordening 2023 ter vaststelling aan Provincial Staten worden voorgelegd.
3.2 Beleidskader
De juridische grondslag voor het kunnen heffen van leges is voor provincies geregeld in de Provinciewet. De provincie heft leges voor diverse diensten en producten op basis van de Legesverordening Fryslân 2019 met de bijbehorende Tarieventabel. In beginsel worden leges geheven voor alle beschikkingen op aanvraag. Het beleidskader daarvoor is opgenomen in de Legesverordening Provincie Fryslân. De tarieven zijn maximaal kostendekkend. In Tarieventabel behorende bij de Verordening zijn de vastgestelde tarieven terug te vinden.
Als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet met ingang van 1 januari 2023 worden voor nagenoeg alle diensten inhoudelijke aanpassingen en tariefaanpassingen voorgesteld. De wijzigingen zijn opgenomen in de Legesverordening Provincie Fryslân 2023 die in dezelfde vergadering als deze Begroting ter vaststelling aan Provinciale Staten worden voorgelegd. De legestarieven zijn geïndexeerd met 3,6% ten opzichte van 2022.
Bij het vaststellen van de tarieven zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- Tarieven zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uren van ambtelijke inzet voor de behandeling van de aanvraag, vermenigvuldigd met het door Gedeputeerde Staten vastgestelde externe uurtarief behorende bij de salarisschaal van de hiermee belaste medewerker;
- Bij het vaststellen van de tarieven wordt maximaal 100% kostendekkendheid gehanteerd, zodat het beginsel van de opbrengstlimiet wordt gevolgd: de geraamde baten mogen de ter zake geraamde lasten niet overschrijden;
- De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd (aangepast aan loon- en prijsontwikkelingen);
- Bij de jaarlijkse indexering van de tarieven wordt er aanvullend getoetst op kostendekkendheid.
Naast de bovengenoemde uitgangspunten wordt de nadruk gelegd op het principe van redelijkheid en billijkheid. De legestarieven mogen niet zo hoog worden vastgesteld, dat sprake is van een heffing die in de Mienskip als onacceptabel wordt beschouwd.
De huidige beleidskeuzes die ten grondslag liggen aan de huidige legesverordening zijn:
- de gebruiker (aanvrager of degene waarvoor de aanvraag wordt gedaan) betaalt;
- de tarieven zijn maximaal kostendekkend;
- de tarieven zijn maatschappelijk acceptabel voor de Mienskip;
- de tarieven zijn redelijk en billijk;
- kruissubsidiëring wordt zoveel mogelijk vermeden;
- de heffing van leges voldoet aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
De provincie Fryslân heeft de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving overgedragen aan twee omgevingsdiensten, de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) en de Omgevingsdienst Groningen (ODG). Met hen zijn afspraken gemaakt over de uit te voeren werkzaamheden in het Vergunning, Toezicht en Handhaving domein (VTH -domein).
3.3 Kwijtscheldingsbeleid
Voor de invordering van leges bestaat er geen mogelijkheid tot kwijtschelding. Wel is er in de Legesverordening een artikel opgenomen voor teruggaaf en kent de verordening een zogenaamde hardheidsclausule. Dit geeft het college van Gedeputeerde Staten de mogelijkheid af te wijken van de verordening, gelet op het belang van een doelmatige en evenwichtige heffing van leges.
3.4 Tarieventabel
De tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2019 kent 3 rubrieken: A, B en C.
In rubriek A van de tarieventabel staan de tarieven voor het verstrekken van kopieën van provinciale stukken. Bestuursdocumenten, zoals begrotingen en jaarstukken, zijn zonder kosten te raadplegen via de provinciale website.
In rubriek B van de tarieventabel staan de vergunningen en ontheffingen voor wegen, vaarwegen, grondwater, ontgrondingen, Wet Natuurbescherming en Wadlopen.
Tenslotte worden in rubriek C alle omgevingsvergunningen vermeld.
In de begroting zijn de volgende baten opgenomen:
Onderwerp
Bedragen x € 1.000,-
|
2022
|
2023
|
2024
|
2025
|
2026
|
Wegen algemeen
|
59
|
59
|
59
|
59
|
59
|
Provinciale vaarwegen
|
29
|
29
|
29
|
29
|
29
|
Grondwaterwet
|
1
|
1
|
1
|
1
|
1
|
Wet WABO
|
78
|
78
|
78
|
78
|
78
|
Ontgrondingenwet
|
86
|
86
|
86
|
86
|
86
|
Wet natuurbescherming
|
322
|
322
|
322
|
322
|
205
|
Wadlopen
|
20
|
20
|
20
|
20
|
20
|
Totaal
|
594
|
594
|
594
|
594
|
477
|
Toelichting
Sinds de vaststelling van de Nota actualisatie legesverordening in 2018 zijn er diverse ontwikkelingen geweest. De belangrijkste ontwikkeling is de geplande invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen die per 1 januari 2023 is voorzien. Een gevolg van de Omgevingswet is dat er in de Legesverordening 2023 een uitbreiding van diensten, waarvoor een heffing wordt opgenomen, wordt voorgesteld, de zgn. milieubelastende activiteiten.
De Omgevingswet staat voor een goede balans tussen het benutten en beschermen van de fysieke leefomgeving. De nieuwe wet zorgt voor minder en overzichtelijkere regels, een samenhangende benadering van de leefomgeving, ruimte voor lokaal maatwerk en betere en snellere besluitvorming. De Omgevingswet bundelt wetgeving en regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Daarmee vormt de wet de basis voor de samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving.
Via de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) beoogt de overheid de kwaliteit op toezicht en controle in de bouw te borgen. Deze wet zal de datum van inwerkingtreding van de omgevingswet volgen.
Gevolgen voor de begroting 2023
De Legesverordening 2023 wijzigt ingrijpend voor de onderdelen die samenhangen met de fysieke leefomgeving. Hier moet worden opgemerkt dat de invoeringsdatum van de Omgevingswet inmiddels meerdere keren is uitgesteld en het niet eerder dan 1 november 2022 duidelijk zal worden of de invoeringsdatum van 1 januari 2023 wordt gehaald. Ook zijn er nog vragen van zowel gemeenten als provincies over de wet- en regelgeving en de interpretatie daarvan. Deze context brengt nog altijd veel onzekerheden met zich mee voor de legesverordening.
In de Legesverordening 2023 is uitgegaan van het heffen van leges voor milieubelastende activiteiten waarvoor de provincie bevoegd gezag is (rechtstreeks) of kan zijn (indien deze worden aangevraagd in combinatie met een andere activiteit waarvoor de provincie bevoegd is, de zogenaamde magneet-activiteiten). Per activiteit is een urenkental bepaald, dat vervolgens is vermenigvuldigd met het uurtarief van onze omgevingsdiensten. Dit resulteert in de tarieven die in de tarieventabel zijn opgenomen. De urenkentallen die de Provincie Fryslân hanteert, zijn ontwikkeld door de provincie Noord-Brabant, in samenwerking met de Brabantse omgevingsdiensten.
Door urenmonitoring gaan de omgevingsdiensten de kentallen de komende jaren toetsen. Indien nodig leidt dit tot aanpassing van de kentallen en tarieven. De meeste andere provincies geven aan dezelfde urenkentallen te gaan hanteren als uitgangspunt. Dit leidt tot landelijke uniformiteit, waarbij verschillen in uurtarief wel tot verschillende legestarieven leiden.
Daarmee leidt de Omgevingswet tot nieuwe uitvoeringsprocessen waarmee nog geen ervaringen zijn opgebouwd. In het kader van de begroting bemoeilijkt dit de vaststelling van tarieven en verwachte aantallen, en daarmee de begrote baten voor 2023. Bij de 1ste berap 2023 zal een geactualiseerd overzicht van de geraamde baten voor 2023 worden ingediend, evenals een overzicht van de verwachte kostendekkendheid.