Omschrijving |
Programma |
Bedrag en kanspercentage |
Negatieve waarden afvalbedrijven |
Omgeving |
Max. € 12,9 mln. |
De provincie verleent omgevingsvergunningen, voor bedrijven waarvoor GS het bevoegd gezag is, aan onder andere bedrijven die afval bewerken, verwerken en/of opslaan. Vanwege intrekking van het Besluit financiële zekerheid milieubeheer kan de provincie geen dekking meer eisen voor financiële risico’s die voortvloeien uit omgevingsvergunningverlening aan bedrijven. |
|
Kans: 11% |
Voor het bepalen van het actuele risico is over 2021 per afvalverwerker de kans waarop het nettorisico zich voordoet bepaald. Aanbevolen wordt het risicobedrag in de provinciale Begroting 2023 met twee ton euro te verhogen t.o.v. 2022 naar risicowaarde van € 1,41 mln (voor 42 bedrijven, max. € 12,9 mln, Kans 11%). |
|
|
Het risicopercentage is gebaseerd op een combinatie van een inschatting van de financiële impact van de negatieve waarde van het afval en een inschatting van de financiële positie waarin een bedrijf verkeert a.h.v. financiële jaarverslagen. |
|
|
Het nettorisico omvat de kosten voor het verwerken van het resterende afval door de provincie als de afvalverwerker wegens faillissement en/of calamiteiten niet meer kan voldoen aan de in de vergunning gestelde voorwaarden. In deze berekening staat het nettorisico gelijk aan de gemiddelde marktwaarde van de negatieve afvalwaarde. |
|
|
Onder de Omgevingswet kan de provincie voor majeure risico bedrijven en mogelijk de afvalbedrijven in een omgevingsvergunning voorschriften opnemen die de vergunninghouder verplichten tot financiële zekerheidstelling. |
|
|
Het wijzigingsbesluit financiële zekerheidstelling (FiZe) heeft voor consultatie voorgelegen en ligt nu voor advies bij de Raad van State. Het wijzigingsbesluit houdt in dat ten opzichte van het Omgevingsbesluit er voor de risicobedrijven een algehele verplichting komt (MOET-bepaling) en voor afvalbedrijven een bevoegdheid om FiZe te eisen (KAN-bepaling). De verwachting is dat eind 2022 meer duidelijkheid is over de definitieve besluitvorming en over de inhoudelijke, bestuurlijke en financiele keuzes De omgevingswet wordt naar verwachting 1-1-2023 van kracht. Het aanpassen van de bestaande vergunningen zal dan nog ruim 4 à 5 jaar in beslag nemen. |
|
|
Repressieve handhaving |
Omgeving |
Min. € 10.000,- |
Op grond van een aantal milieuwetten is de provincie verantwoordelijk voor handhaving bij bepaalde categorieën van inrichtingen. Bij deze handhaving is incidenteel bestuursdwang nodig zonder dat financiële verrekening is verzekerd. |
|
Max. € 10 mln. Kans: 2% |
Onvoldoende overheidstoezicht |
Omgeving |
Min. € 10.000,- |
Sinds o.a. de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam staat onvoldoende overheidstoezicht in de belangstelling. Hoewel bedrijven en saneerders zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor het voldoen aan de betreffende milieuregelgeving, kan de provincie te maken krijgen met claims uit gesteld onvoldoende toezicht. |
|
Max. € 70 mln. Kans: 4% |
Uit jurisprudentie blijkt dat de overheid onder omstandigheden aansprakelijk kan zijn indien er onvoldoende toezicht is gehouden op naleving van regelgeving. |
|
|
Vergunningverlening & toezicht |
Omgeving |
Min. € 10.000,- |
Bij vergunningverlening bestaan er risico’s dat er onterecht (dan wel onvolledig, niet doelmatig of niet tijdig) vergunningen en dergelijke worden verleend, gewijzigd of geweigerd. Onder meer voor Wabo, ontgrondingen, vuurwerk en luchtvaart. Bij bodemverontreinigingen bestaat het risico dat een onjuiste beschikking voor een verontreinigingssituatie en/of saneringsplan wordt afgegeven. Daarnaast kunnen er financiële gevolgen voor bedrijven of derden ontstaan als gevolg van termijnoverschrijdingen bij het aanvragen van vergunningen waar de provincie aansprakelijk voor kan worden gesteld. Ook kan gedacht worden aan financiële gevolgen van het niet correct tot stand komen van een handhavingsbesluit of rechtsongelijkheid bij toezicht. |
Max. € 70 mln. Kans: 1% |
Europese programma’s |
Verschillende programma’s |
p.m. |
Overcommittering EFRO/EZ, Interreg en POP3. Het is een bekend verschijnsel dat de bedragen uit een subsidieaanvraag van een project hoger zijn dan de bedragen uit het afrekeningsverzoek. Dit leidt dan tot vrijval van cofinancieringsmiddelen. Om te voorkomen dat Europese middelen terugvloeien, wordt zowel door het SNN als door de provincie tot overcommittering van de beschikbare middelen overgegaan. In de loop der jaren zijn ervaringscijfers beschikbaar gekomen (10 tot 15% vrijval). De provincie blijft met de gepleegde overcommittering van 10% beneden dat percentage. De vrijval die ontstaat bij de eindafrekening van de projecten, wordt aangewend ter dekking van de overcommitteringsruimte. |
|
|
Verstrekte leningen, borgstellingen en deelnemingen |
Algemene dekkingsmiddelen |
€ 8,8 mln. |
Wanneer de begunstigde van een borgstelling of de ontvanger van een verstrekte geldlening niet aan zijn verplichtingen voldoet, komen de eventuele lasten voor de provincie. De deelnemingen en verstrekte geldleningen zijn van dien aard dat het risico gering is. Voor die enkele keer dat de provincie naar eigen inschatting wel enig risico loopt, is een voorziening getroffen. Voor de borgstellingen wordt een marginaal risico aangehouden van het restantbedrag dat per balansdatum resteert. Per medio 2022 stond de provincie borg voor € 8,8 mln. aan leningen. |
|
Kans: 1% |
Revolverende middelen uitgezet |
Algemene dekkingsmiddelen |
€ 235,5 mln. |
In paragraaf 4 Financieringen is opgenomen welke revolverende middelen zijn uitgezet door de provincie. |
|
Kans 33,3% |
Verbonden partijen |
Verschillende programma’s |
€ 151,1 mln. |
In paragraaf 5 Verbonden partijen is per vervonden partij aangegeven welk risico de provincie loopt. |
|
Kans: 1,2% |
Juridische procedures |
Verschillende programma’s |
€ 5,4 mln. |
Hieronder vallen de nog lopende juridische procedures van derden tegen de provincie. Gelet op de onderliggende risico’s komt het risicopercentage uit op gemiddeld 18%. |
|
Kans: 18 % |
Onderstaand is een overzicht (geanonimiseerd en getotaliseerd) opgenomen. |
|
|
Informatieveiligheid en privacy |
Verschillende programma’s |
Max. (boete) € 20 mln. |
De nieuwe Europese privacy verordening, de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is per 25 mei 2018 van kracht geworden. In deze verordening staat dat de autoriteit persoonsgegevens boetes aan overheidsinstanties mag geven tot een maximum van € 20 miljoen. |
|
Kans: 1% |
Het risico bestaat dat door het onzorgvuldig omgaan met persoonsgegevens en het niet tijdig melden van datalekken de provincie (een) boete(s) kan krijgen van de autoriteit persoonsgegevens. |
|
|
Wij trachten dit risico te beheersen door gebruik te maken van een continue proces van verbetering rondom informatieveiligheid en privacy waardoor nieuwe risico’s tijdig kunnen worden gesignaleerd en aanvullende beheersmaatregelen kunnen worden getroffen. |
|
|
Verschijningsvormen informatiebeveiligingsincidenten: |
|
|
- Provincie wordt slachtoffer een phishingmail. Schade van €0 tot het betalen van losgeld €200.000 in Bitcoins tot het betalen van herstelschade na het niet betalen van losgeld > €5 miljoen (Bron hack Hof van Twente) |
|
Max. (schade) € 5 mln. Kans: 10% |
- Een hack waarbij criminelen binnendringen in de infrastructuur van de provincie. Fysieke schade en imago schade €100.000 tot (enkele) miljoenen euro's. |
|
Max. (schade) € 2 mln. Kans: 5% |
OV concessies en Corona |
Infrastructuur |
p.m. |
Corona heeft een grote financiële impact op het OV. Voor 2020, 2021 en 2022 had het Rijk een beschikbaarheidsvergoeding in het leven geroepen. Vervoerders kregen met deze regeling van het Rijk tot maximaal 95% van hun kosten gedekt. De financiële vooruitzichten voor het OV zijn zorgwekkend wegens het achterblijven van het aantal reizigers. Ook bestaat het risico op een terugkeer van corona waardoor opnieuw beperkende maatregelen moeten worden genomen en het OV opnieuw hard zal worden getroffen. Het Rijk heeft aangekondigd dat in dat geval in 2023 verdere financiële ondersteuning zal worden geboden aan het OV. |
|
|
Als het Rijk hierin niet volledig in voorziet, kan er een financiële consequentie zijn voor de provincie of het voorzieningen niveau van het OV moet worden bijgesteld. |
|
|
|
|
|