Bijlage 13. Begrippenlijst

Begrippenlijst

Terug naar navigatie - Begrippenlijst

Algemene middelen
Dekkingsmiddelen waaraan nog geen specifieke bestemming is gegeven, bijvoorbeeld de vrij aanwendbare reserve, de algemene uitkering uit het provinciefonds en de opbrengst uit de opcenten motorrijtuigenbelasting.

Accres
Het accres is het bedrag waarmee het beschikbare bedrag van het provinciefonds jaarlijks wordt aangepast, gebaseerd op een bestuurlijk overeengekomen normeringsystematiek.

Balans
Overzicht van de waarde van de activa (bezittingen, vorderingen) en passiva (reserves, voorzieningen, schulden) op één moment, bijvoorbeeld op 31 december van het kalenderjaar. De balans is een verplicht onderdeel van de jaarrekening. In de begroting wordt een geprognosticeerde balans opgenomen.

Baten en lasten
De provincie is verplicht het zogenoemde stelsel van baten en lasten toe te passen. Uitgangspunt voor het jaar waarin de lasten worden geraamd, c.q. verantwoord is het (verwachte) moment van prestatielevering. Dit in plaats van het betaalmoment (kasstelsel). Voor projectsubsidies geldt in principe dat de lasten worden genomen in het 1e jaar van de projectperiode, tenzij de subsidie het vastgestelde grensbedrag overschrijdt en uit de beschikking blijkt dat de activiteiten in meerdere jaren zal plaatsvinden. 

Begroting
Het overzicht van de geraamde (verwachte) kosten en opbrengsten in een bepaald jaar, opgezet volgens het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De begroting wordt vastgesteld door Provinciale Staten. In tegenstelling tot het rijk is de provincie verplicht met een sluitende begroting te werken.

Begrotingssaldo
Het saldo van in de begroting geraamde baten en lasten in de exploitatie (programma’s).

Begrotingswijziging
Een aanpassing van de ramingen van baten en lasten tijdens het begrotingsjaar. Begrotingswijzigingen wordt vastgesteld door Provinciale Staten, behoudens enkele begrotingswijzigingen die door Gedeputeerde Staten worden vastgesteld.

Besluit begroting en verantwoording decentrale overheden (BBV)
Wettelijk bepaalde voorschriften voor de inrichting van de begroting en de jaarstukken.

Crediteuren
Balanspost (schuld) aan de passivakant van de balans. Indien prestaties door een derde aan de provincie geleverd zijn, maar de betaling in het volgende begrotingsjaar volgt wordt de volledige last in het jaar van levering genomen. Het nog te betalen bedrag wordt als schuld op de balans verantwoord. Deze methodiek vloeit voort uit het stelsel van baten en lasten, waarbij niet het betaalmoment, maar het moment van prestatielevering leidend is voor de ramingen en verantwoording van uitgaven en inkomsten. Zie hierboven bij baten en lasten.

Decentralisatie-uitkering provinciefonds
De verdeling van de decentralisatie-uitkering volgt niet de regels van de reguliere verdeling van de algemene uitkering van het provinciefondsfonds. Anders dan bij de integratie- uitkering, waar de termijn van overheveling naar de algemene uitkering van tevoren vaststaat, ontbreekt bij de decentralisatie-uitkering een dergelijke termijn.

EMU-saldo
Het EMU-saldo is het totaal aan inkomsten min de uitgaven van het rijk, sociale fondsen en lokale overheden. Hierbij zitten ook inkomsten en uitgaven met een kapitaalkarakter. Zoals aan- en verkopen van grond, investeringen, investeringsbijdragen en opbrengsten uit de verkoop van gas.

Exploitatie
De baten en lasten in de beleidsprogramma’s. Dit betreffen de lopende inkomsten en uitgaven met betrekking tot een kalenderjaar, geraamd en verantwoord conform het stelsel van baten en lasten. Dit in tegenstelling tot investeringsuitgaven. Na oplevering van het investeringsproject worden de op de balans geactiveerde uitgaven afgeschreven. De afschrijvingslasten worden in de exploitatie bij de betreffende programma’s geraamd, c.q. verantwoord.

Financiële beheershandeling
Handelingen zoals aanbesteden, inkopen en het verstrekken van subsidies. Deze handelingen leiden tot het verantwoorden van baten, lasten en balansmutaties in de jaarrekening. Financiële beheershandelingen zijn onderwerp van de interne en externe controle op de rechtmatigheid.

Garantie
Zekerheidsstelling door de provincie ten behoeve van derden die een lening aantrekken. Bij derden valt te denken aan bijvoorbeeld gezondheidsinstellingen. Ingeval van wanbetaling zal de provincie de resterende schuld aflossen.

IBOI
Prijs bruto overheidsinvesteringen (IBOI): de gemiddelde prijsstijging van de bruto investeringen van de collectieve sector.

Jaarrekening
Overzicht van de in een bepaald jaar gerealiseerde baten en lasten. In de jaarrekening is een balans opgenomen waaruit de vermogenspositie blijkt.

Jaarrekeningresultaat
Het saldo van gerealiseerde baten en lasten in de jaarrekening. Een positief jaarrekeningresultaat wordt toegevoegd aan de vrij aanwendbare reserve (eigen vermogen). Een negatief jaarrekeningresultaat wordt opgevangen door een onttrekking aan de vrij aanwendbare reserve.

Leges
Leges worden geheven ter dekking van de kosten van provinciale dienstverlening.

Normenkader
Overzicht van wet- en regelgeving (extern en intern) aan de hand waarvan de accountant de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen controleert. In de beleidsprogramma’s wordt de relevante wet- en regelgeving aangegeven.

Overlopende passiva
Dit betreffen bijdragen van andere overheden voor specifieke doelen. Voor deze bijdragen geldt een verplichting tot terugbetalen in het geval van niet-besteding. De nog te ontvangen of terug te betalen bedragen worden verantwoord op de balans. De besteding en de daar tegenoverstaande dekking (bate) worden in de exploitatie (programma’s) ten laste van deze balansposten verantwoord. Tegenover de last staat doorgaans een bate met dezelfde hoogte. Het gebruik van overlopende passiva is verplicht op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en gemeenten (BBV).

Planning- en controlcyclus
De jaarlijks terugkerende cyclus van kadernota, begroting, bestuursrapportages en de jaarstukken.

Provinciefonds
Uitkering van het rijk die de provincie in principe vrij mag besteden. Dit ter onderscheiding van doeluitkeringen/specifieke uitkeringen met een gebonden besteding.

Reserve
Reserves behoren tot het eigen vermogen en kunnen worden ingedeeld in algemene en bestemmingsreserves. Aan bestemmingsreserves is door Provinciale Staten een bepaalde bestemming gegeven. Reserves waar bestemmingen (claims) op rusten bepalen voor een belangrijk deel de beschikbare weerstandscapaciteit.

Risicoparagraaf
Onderdeel van de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing waarin wordt ingegaan op risico’s waarvoor geen beheersmaatregelen zoals voorzieningen en verzekeringen zijn getroffen. Indien een risico zich voltrekt komen de hieruit voortvloeiende kosten ten laste van de zogenoemde algemene middelen.

SiSa-verantwoording
SiSa staat voor Single Information, Single Audit en is de wijze waarop onder andere provincies, maar ook gemeenten en gemeenschappelijke regelingen, zich jaarlijks verantwoorden naar het Rijk en provincies over de besteding van specifieke uitkeringen.

Specifieke uitkering
Door een ministerie aan de provincie verstrekte gelden ter uitvoering van een specifieke taak. Een specifieke uitkering (SPUK) mag alleen aan het voorgeschreven doel worden besteed. Verantwoording vindt plaats via de SiSa-verantwoording.

Structurele budgetten
Middelen voor jaarlijks terugkomende uitgaven.

Niet structurele budgetten
Niet structurele budgetten (o.a. tijdelijke budgetten, reserves en voorzieningen) zijn geraamde uitgaven (lasten) die aan een specifieke periode zijn toegekend.

Tijdelijke Budgetten
Budgetten die voor een bepaalde periode in de begroting worden opgenomen. Elk tijdelijk budget heeft een einddatum. Er zijn 2 categorieën tijdelijke budgetten:

Categorie A: Overeenkomsten met medeoverheden en andere partijen
Bij deze categorie zijn er getekende overeenkomsten met derden waarin is opgenomen wat het resultaat moet zijn en welke bijdrage de provincie en de overige partijen leveren over de gehele looptijd van de overeenkomst. Na afloop van het project wordt er financieel afgerekend met de derde. Ten laste van deze budgetten kunnen meerjarige verplichtingen worden aangegaan voor maximaal de hoogte van de in de Meerjarenbegroting opgenomen bedragen. Bij de jaarovergang blijven de resterende middelen (al dan niet ‘verplicht’) beschikbaar voor deze projecten gedurende de looptijd van de overeenkomst.

Categorie B: Meerjarige tijdelijke budgetten
Bij deze tijdelijke budgetten kunnen meerjarige verplichtingen worden aangegaan voor maximaal de hoogte van de in de Meerjarenbegroting opgenomen bedragen. Bij de jaarovergang blijven alleen de in dat jaar nog openstaande subsidieplafonds beschikbaar mits het budget in dat jaar toereikend was. Niet bestede en verplichte gelden vallen vrij naar het rekeningsaldo.

Treasury
Het geheel van activiteiten voor het beheer van de liquide middelen (geldstromen) en de financiering van de provinciale taken.

Voorziening
Voorzieningen worden gevormd voor risico’s die financieel te kwantificeren zijn en voor niet bestede middelen van derden met een specifiek bestedingsdoel, met uitzondering van niet bestede middelen van Europese en Nederlandse overheidslichamen. Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen.

Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is een maatstaf om te beoordelen of de provincie in staat is om nadelige gevolgen van risico’s op te vangen. Dit zonder dat daarbij de continuïteit van de uitvoering van taken in gevaar komt dan wel dat het beleid moet worden gewijzigd.
Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de ‘benodigde weerstandscapaciteit’ en de ‘beschikbare weerstandscapaciteit’.