Programma 4: Ruimte en Klimaat

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Ruimte en klimaat zijn twee brede en integrale thema's. 

In 2020 is de Provinciale Omgevingsvisie (hierna POVI) vastgesteld 'De Romte Diele'. Hierin is het provinciale omgevingsbeleid opgenomen en zijn vier urgente opgaven benoemd die vragen om een integrale en gezamenlijke aanpak. Het gaat om  Leefbaar, vitaal en bereikbaar; Energietransitie; Klimaatadaptatie; Versterken biodiversiteit.

De Omgevingsvisie wordt uitgewerkt in programma's. De afgelopen jaren is een aantal programma’s opgesteld zoals het Regionaal Waterprogramma, het Energieprogramma 2022-2025, het Programma Erfgoed 2025-2028 en er zijn anderen in voorbereiding.  

In 2024 zijn we gestart met de actualisatie van de Omgevingsvisie. Uitgangspunt daarbij is om zorgvuldig om te gaan met onze ruimte. We doen dat o.a. door het zoveel mogelijk benutten van functiecombinaties en aandacht te besteden aan omgevingskwaliteit. Het is aan Provinciale Staten om de geactualiseerde Omgevingsvisie vast te stellen.  

We zien toe op de doorwerking van ons omgevingsbeleid dat is vastgelegd in de Omgevingsverordening.

Het rijk actualiseert de Nationale Omgevingsvisie door de Nota Ruimte op te stellen. Wij brengen de Friese belangen in dat proces in.

Middels de Wet versterking Regie Volkshuisvesting worden de taken van de provincie uitgebreid. De provincie wordt mee verantwoordelijk voor de realisatie van voldoende betaalbare woningen. Wij hebben in Fryslân 17.500 woningen te bouwen voor 2030. Dit hebben wij afgesproken in de regionale woondeals. Alle kernen in onze provincie moeten de mogelijkheid krijgen om naar aard, schaal en karakter bij te bouwen. Samen met de Friese partners gaan wij hier aan werken. Wij onderstrepen het belang van voldoende woonvormen voor ouderen. Dit is ook nodig vanwege de ontwikkeling dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig moeten kunnen wonen.

Wij zien dat het klimaat verandert. Weersextremen nemen toe. De bodem daalt. Dit vergroot de kans op zaken als droogteschade, hittestress en wateroverlast. Fryslân moet zich hierop voorbereiden. De gevolgen van de klimaatverandering raken de hele samenleving: wonen, drinkwatervoorziening, bedrijvigheid, landbouw en natuur en ook het groene en rode erfgoed.  Het gaat o.a. om neerslagtekorten, natuurbranden en overstromingen als gevolg van extreem weer. Dit kan leiden tot acute onzekerheid op het gebied van onder andere voedsel en drinkwater of funderingschade. De impact van klimaatverandering elders in de wereld zullen ook in Nederland/Fryslân merkbaar zijn, bijvoorbeeld in de vorm van vluchtelingenstromen of via internationale handel.  

Dit vraagt enerzijds om maatregelen die de effecten van de klimaatverandering beperken en anderzijds om maatregelen die de klimaatverandering zelf beperken. Het gaat hierbij om een toekomstbestendig water- en bodemsysteem en hoe we daar mee omgaan en om de transitie naar duurzame energie. 

Een gezonde bodem, schoon en voldoende zoet water en een veilig watersysteem zijn van groot belang om nu en in de toekomst goed te kunnen wonen en werken in onze provincie, en is daarmee van belang voor onze brede welvaart en welzijn. Via vergunningen, toezicht en handhaving (VTH) zien we er op toe dat we wat schoon is, ook schoon houden.  

Om een bijdrage te leveren aan de landelijke klimaatdoelen willen we in 2050 onafhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. We doen dit o.a. via de energietransitie. Meer schone energie uit eigen provincie is noodzakelijk. Het maakt ons minder afhankelijk van olie en gas en het kan zorgen voor betaalbare energie. Zon en wind in onze provincie zijn van iedereen. Als wij daar energie en opbrengsten uit halen, moet iedereen daarvan kunnen profiteren. 

Ambities

Terug naar navigatie - Ambities

Ambitie RO:
Wij werken samen met gemeenten en Wetterskip aan de ruimtelijke inrichting van Fryslân en aan de omslag als gevolg van de Omgevingswet.
De hoofdambitie van de provincie Fryslân voor de Friese leefomgeving is een brede welvaart in een vitaal, veerkrachtig, karakteristiek en gezond Fryslân. De leefomgeving is de gedeelde ruimte waarin de mensen in de provincie samenleven. Fryslân is van alle mensen die er wonen, werken of te gast zijn.
Onderdeel van deze ambitie is een toekomstbestendige woningvoorraad en aantrekkelijke leefomgeving voor alle (toekomstige) inwoners van  Fryslân.
Van belang bij de ruimtelijke ontwikkelingen is ook dat de Friese landschapstypen en hun ontstaansgeschiedenis herkenbaar blijven. Het Friese landschap kan een bijdrage leveren aan o.a. leefbaarheid, biodiversiteit, recreatie, landbouw en andere opgaven.

We ambiëren dat Fryslân in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht en een goede bodem- en waterkwaliteit heeft. Met ‘waterrobuust’ bedoelen wij dat de waterhuishoudkundige inrichting van gebieden ook zonder acuut menselijk ingrijpen bestand is tegen extreem natte omstandigheden of juist extreme droogte. Fryslân blijft beschermd tegen overstromingen, zowel vanuit het hoofd-, als in het regionaal watersysteem. Door zowel technische als ruimtelijke maatregelen zijn en blijven we in staat om de weersextremen op te vangen. Afwenteling op andere watersystemen of toekomstige generaties vinden we hierbij onwenselijk. 

Karakteristiek en gezond watersysteem. We willen een goede bodem- en waterkwaliteit. Grond- en oppervlaktewater dient van een goede kwaliteit te zijn om gebruikt te kunnen worden voor alle functies zoals drinkwater, natuur, landbouw, industrie en overige (economische) toepassingen en zwemmen; het drinken van water uit de kraan dient veilig te zijn, nu en in de toekomst. Vervuiling - een slechte toestand en verslechtering van de toestand - wordt voorkomen en/of verholpen. Afwenteling op andere watersystemen of toekomstige generaties is onwenselijk. Het samenhangende waterstelsel Waddenzee en eilanden, kustzone, IJsselmeer, binnenmeren en waterplassen, kanalen en beken is karakteristiek voor onze provincie. Dit willen we in de toekomst behouden. Bij alle maatregelen voor een toekomstbestendig watersysteem worden ook kansen voor versterking van (recreatieve) beleving, identiteit en gezondheid benut.

Het Friese oppervlakte- en grondwater hebben een nauwe onderlinge relatie. Vanuit het Drents plateau stroomt grondwater in westelijke richting, dat via kwel in het Veenweidegebied bovenkomt en als oppervlaktewater naar de Waddenzee wordt afgevoerd. We willen dit water graag hoogwaardig gebruiken (met name voor drinkwater) en daarmee in de toekomst waardevol zuiver grondwater minder afvoeren naar de Waddenzee. De doorlevering van oppervlaktewater naar de buurprovincies Groningen en Drenthe via de sluis in Gaarkeuken blijft uiteraard behouden. Belangrijk instrumenten om het waterbeleid uitvoering te geven zijn het Nationaal Programma Landelijk Gebied en de NOVEX. Het uitvoeringsprogramma NPLG is één van de Rijksprogramma’s die doorwerken in onze provincie en ook voor het beleidsveld Water relevant zijn.  De uitgangspunten en leidende principes uit de Kamerbrief 'Water en bodem sturend in de ruimtelijke inrichting' (november 2022) zijn voor onze provincie vertaald in de visie 'Fryslân Klimaatbestendig 2050+'. Deze vormen voor het provinciale NOVEX-vraagstuk de 'tafel waarop wordt gepuzzeld'. Op het moment van schrijven van deze begroting zit de vaststelling van de visie in het besluitvormingstraject.

De ambitie voor Milieu is het uitvoeren van de wettelijke taken vergunningverlening, toezicht en handhaving en het leveren van een bijdrage aan een duurzame leefomgeving.

Ambitie Energietransitie: 
Een Fryslân dat in 2050 onafhankelijk is van fossiele brandstoffen.
We werken aan de energietransitie via de 5 programmalijnen uit het Energieprogramma 2022-2025. 

Vastgestelde beleidsnotities

Terug naar navigatie - Vastgestelde beleidsnotities

Voor Ruimte en wonen:

Voor Water en Bodem:

Voor VTH -Milieu 

Voor Energie :

Voor Klimaat:

  • Notitie Uitvoering Klimaatakkoord 

Voor Erfgoed

  • Programma Erfgoed 2025 -2028 (besluit verwacht november 2024)

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Vanuit Water en Bodem geen verbonden partijen.

vanuit VTH-Milieu:

  • Fryske Útfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO), Grou
  • Stichting Nazorg Ouwsterhaule
  • Fonds Nazorg Stortplaatsen

vanuit Energietransitie:

  • Fûns Skjinne Fryske Enerzjy BV (FSFE)
  • Fryslân Hurde Wyn BV (FHW)

Overzicht van lasten en baten programma 4 Ruimte en Klimaat

Terug naar navigatie - Overzicht van lasten en baten programma 4 Ruimte en Klimaat
Exploitatie- Bedragen x € 1.000 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Lasten
4.1 Ruimtelijke ordening en wonen 1.603 2.727 1.928 2.864 614
4.2 Water en bodem 28.755 32.374 11.201 8.333 5.956
4.3 Milieu 10.545 8.746 8.714 8.681 8.660
4.4 Energietransitie 11.272 6.956 5.318 1.792 1.667
Totaal lasten 52.175 50.802 27.161 21.670 16.897
Baten
4.1 Ruimtelijke ordening en wonen 0 0 0 0 0
4.2 Water en bodem 19.719 18.159 2.766 1.305 936
4.3 Milieu 519 589 557 524 524
4.4 Energietransitie 1.934 1.560 2.940 0 0
Totaal baten 22.171 20.307 6.263 1.829 1.460
Saldo van lasten en baten 30.004 30.495 20.898 19.841 15.437

Toelichting

De toelichting op de grootste verschillen tussen de jaren staat bij de afzonderlijke beleidsvelden beschreven.

Beleidsveld 4.1. Ruimtelijke ordening en wonen

Wat zien we?

Terug naar navigatie - Wat zien we?

We zien de terugkeer van het Rijk op het terrein van de ruimtelijke ordening.  Het Rijk constateert dat er meer sturing moet plaatsvinden op de uitvoering van Rijksprogramma's  (zoals bodem en water, energie en economie, wonen, landbouw en natuur). Deze beleidsterreinen vloeien onder andere voort uit de  in voorbereiding zijnde Nota Ruimte (voorheen NOVI) en dienen op provinciaal niveau een doorvertaling te krijgen in de nieuwe provinciale omgevingsvisie.

Meer dan voorheen moeten we de opgaven in samenhang bekijken, zodat we de kwaliteit van onze leefomgeving en de omgevingskwaliteiten die we zo waarderen in de lucht weten te houden voor nu en voor de generaties na ons.

Met het fundament vanuit de nieuwe Omgevingswet hebben we de basis voor deze regiefunctie. We werken in het ruimtelijk domein samen met onze partners, waarbij we vooral inzetten op voorkantsamenwerking. 

In alle gevallen bouwen wij verder op de kenmerken en kwaliteit van het Friese landschap. Wij gaan zoveel mogelijk combineren: dwarsverbanden maken, zuinig en meervoudig gebruik van de ruimte en mogelijke koppelkansen benutten. De voor Fryslân belangrijke trends, prognoses en ontwikkelingen, nemen wij hierin mee.

Vooruitlopend op de Wet versterking regie volkshuisvesting heeft de provincie regionale woondeals gesloten met Rijk en gemeenten. In de Provinciale Woningbouwafspraken en de Regionale Woondeals zijn hierover al inspanningsafspraken vastgelegd . Deze hebben niet alleen betrekking hebben op het fysieke domein maar op de volle breedte van de volkshuisvesting, waaronder wonen en zorg en voldoende betaalbare woningen. Van de provincie wordt gevraagd de regie te nemen op de versnelling van de realisatie van voldoende geschikte woningen. Hierbij betrekken we de demografische ontwikkelingen. Het provinciale beleid wordt vastgelegd in het volkshuisvestingsprogramma, het Frysk Wenplan. 

Een van de onderdelen van de ruimtelijke afweging zijn de omgevingskwaliteiten van onze leefomgeving. Het landschap en z’n cultuurhistorie, archeologie en de stedenbouw vertellen in samenhang het verhaal van Fryslân. Ze vormen een onderdeel van de Friese identiteit en geven de provincie een herkenbaar profiel. Het levert een belangrijke bijdrage aan  leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en biodiversiteit.  We zien het landschap op verschillende plekken in Fryslân veranderen.  Daarnaast zien we dat urgente opgaven zoals klimaatadaptatie, het verminderen van stikstofdepositie, ruimte voor wonen, de transitie naar hernieuwbare energie, een natuurinclusieve landbouw ruimte vragen en impact hebben op het landschap.

Taak- en rolvrijheid

Terug naar navigatie - Taak- en rolvrijheid

Taakvrijheid
Op basis van de Omgevingswet die op 1 januari 2024 in werking trad, hebben overheden een gezamenlijke verantwoordelijkheid om te werken aan het evenwichtig toedelen van functies aan locaties. De provincie heeft vooral een coördinerende rol in het ruimtelijk spoor en moet zorgen voor samenhang tussen alle plannen van diverse overheden. In Fryslân werken wij op een informele manier samen met onze partners, de gemeenten en het Wetterskip en worden plannen en projecten in een vroegtijdig stadium met elkaar gedeeld. Hierbij geven wij  uitvoering aan de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening Fryslân in voorkantsamenwerking met onze partners. We zetten indien nodig of wenselijk, vanuit onze wettelijke rol, het daarvoor beschikbare ruimtelijk instrumentarium in. 

Wij borgen de omgevingskwaliteit op een wijze die aansluit bij de reikwijdte van het begrip en bij de principes van de Omgevingswet, o.a. via de zorgplicht ‘Eenieder draagt voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving.’ Met de voorgenomen Wet versterking regie volkshuisvesting krijgt de provincie meer taken op het gebied van wonen.  In het wetsvoorstel is onder andere een verplicht volkshuisvestingsprogramma opgenomen. Daarnaast worden in het wetsvoorstel de toezichthoudende taken van de provincie jegens gemeenten uitgebreid. 

Rolvrijheid
Op deze beleidsterreinen treedt de provincie voornamelijk op als netwerkende overheid. Met de invoering van de Omgevingswet komen de provinciale belangen eerder in de ruimtelijke processen aan bod en wordt de samenwerking met de partners aan de voorkant van de processen nog belangrijker.  Bij het doorlopen van procedures en  inzet van wettelijke instrumenten verschuift onze rol naar de rechtmatige overheid. 

Onze zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en landschap gaan we borgen door het opstellen van een programma Landschap. 
Voor wat betreft wonen en het opstellen van woningbouwprogramma’s zijn gemeenten primair aan zet.  De provincie kan een faciliterende rol aannemen door gezamenlijk onderzoek en kennisdeling te stimuleren, door het bevorderen van herbestemming en transformatie en door het ondersteunen van lokale initiatieven. Ter ondersteuning van gemeenten om de realisatie van woningbouwplannen te versnellen kan de provincie eigen middelen inzetten. 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Doelstelling beleidsveld 4.1

Terug naar navigatie - Doelstelling beleidsveld 4.1
  1. Via voorkantsamenwerking met onze partners, borgen wij  de uitvoering van de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening. Wij zetten indien nodig of wenselijk ons wettelijk ruimtelijk instrumentarium in. Daarnaast werken wij  samen met gemeenten en Wetterskip en maatschappelijke partners  aan de omslag als gevolg van de Omgevingswet. 
  2. Wij houden het omgevingsbeleid  actueel.  We doen dit door de vernieuwing van de POVI met de bijbehorende keuzes voor de ruimtelijke inpassing van diverse urgente opgaven (zoals klimaatadaptatie, energietransitie, landbouwtransitie, herstel biodiversiteit, woningbouw en circulaire bedrijven). De POVI wordt uitgewerkt in programma's. Daarnaast actualiseren we de Omgevingsverordening jaarlijks. 
  3. Wij werken aan een toekomstbestendige woningvoorraad met voldoende betaalbare woningen, aansluitend op de (toekomstige) (zorg)vraag van inwoners en van mensen die zich in Fryslân willen vestigen, waarbij de doorstroom wordt bevorderd en de beschikbare ruimte optimaal en zorgvuldig wordt benut.  

Doelindicatoren

Onderwerp Indicator Doelwaarde
1. Voorkantsamenwerking Deelname participatietrajecten en omgevingstafels Actieve betrokkenheid 25
2. Actueel omgevingsbeleid Actualiseren POVI 1
Actualiseren Omgevingsverordening 1
3. Toekomstbestendige woningvoorraad Gerealiseerde nieuwe woningen 2022-2030 (gebaseerd op woondeals 2023) 17.700 woningen

Wat gaan we daarvoor doen

Terug naar navigatie - Wat gaan we daarvoor doen
Onderwerp Resultaten 2025
1. Voorkantsamenwerking We werken zelf en samen met onze partners aan een evenredige toedeling van functies aan locaties, zoals de Omgevingswet van ons vraagt. De Omgevingswet  en de urgente opgaven die op ons afkomen vragen de komende jaren om herziening van de POVI en Omgevingsverordening. Om het beleid uit te voeren, werken we via meer en meer via voorkantsamenwerking samen met partners. Waar nodig zetten wij wettelijke instrumenten in, zoals advies en instemming, zienswijzen of een reactieve interventie. 
2. Actueel Omgevingsbeleid  tbv de actualisatie van de POVI wordt een contourenschets aan PS voorgelegd. 
de jaarlijkse actualisatie van de Omgevingsverordening wordt ter vaststelling aan PS voorgelegd.  
ter voorbereiding op het programma landschap wordt Grutsk op ‘e Romte geactualiseerd
3. Toekomstbestendige woningvoorraad  Samen met de Friese gemeenten en andere belanghebbenden maken we een Fries Volkshuisvestingsprogramma  waarbij we aansluiten op het proces van de Provinciale Omgevingsvisie. 
In samenwerking met de gemeenten zorgen voor een pool van experts, Frysk Faasjeteam, die gemeenten helpen om realisatie van plannen te versnellen. 

Resultaatindicatoren

Terug naar navigatie - Resultaatindicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2025
1. Voorkantsamenwerking Samenwerking en betrokkenheid bij strategische complexe projecten 100%
2. Actueel Omgevingsbeleid Contourenschets voorgelegd aan PS 100%
geactualiseerde Omgevingsverordening  100%
 geactualiseerd Grutsk op 'e Romte 100%
3. Toekomstbestendige woningvoorraad De afgesproken nieuwbouwopgave voor 2025 is gerealiseerd 
2.780 nieuwe woningen
Afspraken met het Rijk over een Herstructureringsfonds 1
Aantal actuele regionale woondeals 6
De contouren van het Frysk Wenplan zijn met PS besproken 100%

Wat mag het gaan kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het gaan kosten?
Bedragen x € 1.000 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Totaal lasten 1.603 2.727 1.928 2.864 614
Totaal baten 0 0 0 0 0
Saldo van lasten en baten 1.603 2.727 1.928 2.864 614
Terug naar navigatie - Toelichting

Toelichting

Dit beleidsveld kent een hoge mate van budgetvrijheid. Alleen de boekjaarsubsidies aan Landschapsbeheer Fryslân en enkele kleinere Landschaps-instellingen en de jaarlijkse monitoring van de woningmarkt- en woningbouwontwikkelingen liggen meerjarig vast. 

De grootste verschillen tussen de begrote bedragen per jaar zijn als volgt te verklaren: Bij het onderwerp Actueel omgevingsbeleid zijn er tijdelijke middelen t/m 2025 vanuit het themabudget Natuur en landschap beschikbaar voor monitoring landschap. Daarnaast zijn er via een decentralisatie-uitkering tijdelijk t/m 2026 rijksmiddelen beschikbaar voor actualisatie van de NOVEX/POVI. Bij het onderwerp Toekomstbestendige woningvoorraad loopt de Herbestemmingsregeling na 2024 af en de cofinanciering van de SPUK Flexibele inzet ondersteuning woningbouw na 2025. De rijksmiddelen (SPUK's) voor opstellen en uitvoering van de Woondeals en voor de Flexpoolregeling 2e fase staan begroot op de balans in afwachting van besteding. Onder GS Voorwaardelijk staat het themabudget voor Wonen. We werken aan het omgevingsprogramma waarvoor deze middelen ingezet gaan worden.

Uitgebreide financiële tabel

Terug naar navigatie - Uitgebreide financiële tabel
Lasten en baten beleidsveld 4.1 Ruimtelijke ordening en wonen
Onderwerp - Bedragen x € 1.000 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Lasten
Actueel omgevingsbeleid 889 903 631 552 552
Toekomstbestendige woningvoorraad 715 624 197 212 62
Ruimtelijke ordening en wonen GS voorwaardelijk 0 1.200 1.100 2.100 0
Totaal lasten 1.603 2.727 1.928 2.864 614
Baten
Totaal baten 0 0 0 0 0
Saldo van lasten en baten 1.603 2.727 1.928 2.864 614

Beleidsveld 4.2. Water en Bodem

Wat zien we?

Terug naar navigatie - Wat zien we?

De Omgevingswet verplicht provincies tot het opstellen van een Regionaal Waterprogramma. Dat programma wordt in het verlengde van de provinciale Omgevingsvisie opgesteld, waarbij deze visie op hoofdlijnen t.a.v. water wordt uitgewerkt. De Omgevingsvisie en het Regionaal Waterprogramma vormen samen 'het beleid'. Het Regionaal Waterprogramma is kaderstellend. In het Regionaal Waterprogramma  zijn kaders opgenomen voor waterveiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit en klimaatadaptatie. Waterschappen werken de beleidskaders uit Omgevingsvisie en Regionaal Waterprogramma uit in een wettelijk verplicht waterbeheerprogramma. Gemeenten kunnen een niet-verplicht en autonome watervisie opstellen, waarbij zij rekening houden met de provinciale visie.

Klimaatverandering vergroot de kans op zaken als droogteschade, hittestress en wateroverlast. Fryslân moet zich hierop voorbereiden. Een gezonde bodem, schoon en voldoende zoet water en een veilig watersysteem zijn daarbij van groot belang.

De afgelopen decennia hebben we gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater en dat zien we terug. De kwaliteit is verbeterd. We beschermen de drinkwaterwingebieden. Toch zijn we er nog niet: de ecologische en chemische kwaliteit moet nog verder worden verbeterd. Het grondwater, vooral het ondiepe, vergrijst (dat wil zeggen dat we er steeds meer chemische stoffen in terug vinden), en ook in oppervlaktewater meten we deze stoffen. Klimaatverandering zet de kwaliteit verder onder druk. Zo is het lastig de kwaliteit van zwemwaterlocaties goed te houden omdat het water steeds warmer wordt. 

Klimaatverandering zet ook de waterkwantiteit onder druk. We anticiperen op toenemende perioden met droogte enerzijds, en anderzijds wateroverlast door piekbuien of langdurige neerslag. Dit vraagt om ruimteclaims. Ook denken we na over onze jaarronde afhankelijkheid van het IJsselmeer in de toekomst.

Wij maken in Fryslân onze eigen afwegingen hoe wij met deze uitdagingen omgaan. Dit doen wij samen met Wetterskip Fryslân, Vitens, Friese gemeenten en onze buurprovincies en -waterschappen. De zorg voor landbouw en voedselproductie en voor natuurbehoud betekent dat overheden samen inzetten op het duurzaam behoud van landbouwgrond en natuurgebieden. Daarbij wordt rekening gehouden met het water- en bodemsysteem. 

Bij keuzes in wat in een gebied mogelijk is, kijken wij steeds naar wat de waterhuishouding en de bodem aankunnen. Dit blijk ook uit de brief ‘Water en bodem sturend in de ruimtelijke inrichting’, die de Minister van Infrastructuur en Waterstaat aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Dit beleid van het Rijk raakt andere omgevingsprogramma’s en toekomstige investeringen. Zoals verkeer en vervoer en nieuwbouwlocaties, de IJsselmeerkust en de waterpeilen in het veenweidegebied en op de hogere zandgronden. De structurerende keuzes en uitgangspunten uit deze brief zijn vertaald in een visie voor een klimaatbestendig Fries watersysteem. Binnen het waterbeheer onderscheiden wij in Fryslân vier gebieden met ieder hun eigen opgaven: de Waddeneilanden, de Noordelijke kleischil, het veengebied en de hoger geleden zandgronden. Elk van deze gebieden kent zijn eigen fysieke kenmerken, opgaven en sociaaleconomische structuur. Via gebiedsgericht werken geven wij samen met Wetterskip Fryslân en gemeenten daar lokale invulling aan met behoud van de samenhang in het watersysteem. Hierbij zetten wij onder meer in op het vasthouden van meer zoet water, het tegengaan van de verzilting en het verstandig gebruik van IJsselmeerwater.

De Omgevingswet vraagt een breder bodembeleid van de provincies. Niet alleen ligt er een focus op de bodemverontreiniging. Maar wij hebben ook aandacht voor het duurzaam en efficiënt beheren en gebruiken van de bodem. Voor de verbetering van de kwaliteit van de landbouwbodems is het Nationaal Programma landbouwbodems opgezet. De doelstelling is een duurzaam beheer van de landbouwbodems. In Fryslân hebben wij dit vertaald in het streven naar een goede bodemkwaliteit en vruchtbare landbouwgronden. Gemiddeld genomen is dit in Fryslân al op orde. De bodemdaling in veengebieden, verzilting op de klei en verzuring in de zandregio’s vragen om nader onderzoek. Met zo nodig een eigen aanpak. Wij doen dit via een lokale aanpak in het water- en bodembeleid en met toepassing van de uitgangspunten uit de Kamerbrief ‘Water en bodem sturend in de ruimtelijke inrichting’. 

In het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015 hebben landen afgesproken om de opwarming van de aarde te beperken tot minder dan 2 graden. Als uitvloeisel hiervan werd in Nederland op 2 juli 2019 de Klimaatwet van kracht. Het Veenweideprogramma (zie ook paragraaf Grote Projecten) richt zich op het realiseren van een bijdrage aan de CO2-uitstootreductie zoals vastgelegd  in de Klimaatwet. In het Nationaal Klimaatakkoord maakten overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties in 2019 afspraken over de realisatie van de doelen uit de Klimaatwet. Het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet bevestigt bestaande afspraken t.a.v. klimaat en vormt daarmee een stimulans om uitvoering te blijven geven aan het Veenweideprogramma. Het Veenweideprogramma geeft ook invulling aan een toekomstbestendig water- en bodemsysteem.

Voor het winnen van grondwater voor drinkwater is de provincie het bevoegd gezag. Vanuit die rol blijven we de beschikbaarheid van voldoende en schoon drinkwater voor onze inwoners garanderen. Dit doen wij samen met onder andere Vitens en het Wetterskip. Daarbij houden wij rekening met de hiervoor genoemde uitdagingen. Net als met het effect van drinkwaterwinning op de omgeving. 

Tegelijkertijd zien wij dat het gebruik van drinkwater de afgelopen jaren flink is toegenomen. Wij vragen onze gebruikers om spaarzaam met ons kostbare drinkwater om te gaan. Tevens zoeken we met gemeenten, Wetterskip en Vitens naar technische innovaties om minder drinkwater te gebruiken voor laagwaardige functies zoals het doorspoelen van het toilet. 

Taak- en rolvrijheid

Terug naar navigatie - Taak- en rolvrijheid

Taakvrijheid
De provincie heeft verschillende wettelijke taken en verantwoordelijkheden op het gebied van waterveiligheid, waterkwantiteit, waterkwaliteit, bodem en klimaatadaptatie. Denk aan bijvoorbeeld de uitvoering van: de KRW, de Zwemwaterrichtlijn, de Waterwet (o.a. grondwaterbescherming en verdroging), de Wet natuurbescherming (verdroging), de Drinkwaterrichtlijn (drinkwaterwinning uit grondwater, zorgplicht), de Wet bodembescherming. Deze zal vanaf de invoering van de Omgevingswet (OW), opgaan in het Aanvullingsbesluit bodem onder de OW. Het is een wettelijke verplichting om deze taken uit te voeren. Daarnaast anticiperen we op de verankering van de structurerende keuzes en principes in de Kamerbrief ‘Water en bodems turend in de ruimtelijke inrichting’. Dit beleid is (nog) niet direct juridisch bindend, maar wel indirect als gebruik wordt gemaakt van incidentele instrumenten om doorwerking af te dwingen.

Rolvrijheid
Bij water en bodem ligt de nadruk sterk op onze rol als rechtmatige overheid. Kaderstelling, vergunningverlening, toezicht, zijn belangrijke taken op deze beleidsvelden. Waar water en milieu ook andere onderwerpen raken (bv. landbouw, recreatie, wonen) speelt ook het functioneren als samenwerkende overheid een rol. Voorbeelden hiervan zijn de veenweideproblematiek en klimaatadaptatie. Maar ook bij een taak als het versterken van waterkeringen worden waar mogelijk andere functies (natuur, recreatie, landschap) meegenomen en wordt ‘werk met werk’ gemaakt. Zowel water als bodem zijn ook beleidsvelden die vaak en meer en meer als aspect van andere beleidsterreinen worden meegenomen en van daaruit meer opereren als samenwerkende overheid noodzakelijk maken.  

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Doelstelling beleidsveld 4.2

Terug naar navigatie - Doelstelling beleidsveld 4.2
  1. Waterveiligheid en klimaatadaptatie: De inwoners van Fryslân en de Friese economie zijn goed beschermd tegen overstromingen en wateroverlast.
  2. Voldoende water: Het watersysteem is in balans waarbij droogte en verzilting zoveel mogelijk beperkt zijn en de voeten droog blijven. 
  3. Schoon water: Het bewaken en herstellen van kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater, zoals verwoord in het Regionaal Waterprogramma en de KRW-nota. 
  4. Bodem: Een duurzaam en efficiënt bodembeheer gericht op gezonde en veilige leefomgeving.

Doelindicatoren.

Onderwerp Indicator Doelwaarde
1. Waterveiligheid en klimaatadaptatie Het systeem van regionale keringen is in goede staat en er is invulling gegeven aan meerlaagse veiligheid. 100%  
2. Voldoende water De KRW kwantitatieve toestand grondwater voldoet in 2027 aan de daarbij behorende normen. 100% in 2027
3. Schoon water De KRW kwaliteit voor grond- en oppervlaktewater is in 2027 op orde. 100% in 2027
De leveringszekerheid van het Friese drinkwater is op orde.  100%
4. Bodem Te definiëren in de op te stellen Bodemagenda (zie hieronder). Indicator gedefinieerd

Wat gaan we daarvoor doen

Terug naar navigatie - Wat gaan we daarvoor doen
Onderwerp Resultaten 2025
1. Waterveiligheid en klimaatadaptatie
 
Met Wetterskip Fryslân vertalen we de resultaten van de veiligheidstoetsing in afspraken over duurzaam beheer en onderhoud van regionale keringen.
We informeren PS over de voortgang van het boezemplan dat Wetterskip Fryslân opstelt.
2. Voldoende water Met andere partijen voeren we een project (FRESHEM) uit dat meer inzicht geeft in de risico’s van verzilting in grondwaterlagen voor de landbouw, natuur en drinkwatervoorzining. 
We borgen de aanvullende strategische grondwatervoorraden in de Omgevingsverordening (MER-procedure in 2025, uiteindelijke vaststelling in 2026)
3. Schoon water We stellen een midterm review op van de KRW nota Fryslân en actualiseren de nota op basis hiervan.
We stimuleren en faciliteren de uitvoering van het prioritair maatregelenpakket KRW.
We voeren onze wettelijke taken voor zwemwaterlocaties uit. 
4. Bodem We stellen een Bodemagenda op die nadere invulling geeft aan de startnotitie bodembeleid (PS 2022).

Resultaatindicatoren

Terug naar navigatie - Resultaatindicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2025
Waterveiligheid en klimaatadaptatie De acties ten aanzien van meerlaagsveiligheid (preventie van overstromingen en wateroverlast, ruimtelijke inrichting en locatiekeuze en calamiteitenbeheersing) zijn uitgevoerd.
100%
Voldoende water Aanvullende strategische grondwatervoorraden geborgd in Omgevingsverordening. MER uitgevoerd
Schoon water
 
Geactualiseerde KRW nota Fryslân vastgesteld.  100%
Aantal zwemwaterlocaties dat in de klasse uitstekend of goed valt. p.m.
Bodem Bodemagenda vastgesteld 100%

Wat mag het gaan kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het gaan kosten?
Bedragen x € 1.000 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Totaal lasten 28.755 32.374 11.201 8.333 5.956
Totaal baten 19.719 18.159 2.766 1.305 936
Saldo van lasten en baten 9.036 14.216 8.435 7.028 5.020
Terug naar navigatie - Toelichting

Toelichting 
Dit beleidsveld kent weinig budgetvrijheid. Een groot deel van de budgetten zijn bestemd voor werkzaamheden waar (langjarige) afspraken onderliggen of die een wettelijke basis kennen.  De begrote lasten in 2025 zijn voor een klein deel opgebouwd uit structurele budgetten, onder andere voor het Regionaal WaterProgramma (€ 0,7 mln.) en het uitvoeren van de Grondwaterwet (€ 0,8 mln.). Verder zijn er tijdelijke budgetten beschikbaar (in totaal € 10,6 mln. in 2025), die zijn grotendeels bestemd voor werkzaamheden waar met andere partijen afspraken over gemaakt zijn. Deze budgetten zijn er onder andere voor onderwerpen als de Veenweidevisie, Veenweide Funderingsaanpak, Versterken Friese IJsselmeerkust, Bodemconvenant en Naar een schone en gezonde leefomgeving. Daarnaast staan er op het gebied van Veenweide in 2025 Rijksmiddelen begroot vanuit de Impulsgelden Veenweide (€ 3 mln.) en de Regio Deal Natuurinclusieve landbouw (€ 1,3 mln.). Op het gebied van water staan in 2025 Rijksmiddelen begroot voor FRESHEM (€ 1,4 mln.) en Klimaatadaptatie (1,4 mln.). (FRESHEM is een landelijk onderzoek naar het zoutgehalte van ondiep grondwater langs de kust.) De begrote baten hebben voor het grootste gedeelte betrekking op deze Rijksinkomsten en daarnaast € 0,7 mln. vanuit de voorziening Grondwaterwet. Deze voorziening wordt gevoed vanuit de inkomsten van de grondwaterbelasting die de provincie heft. 
De daling van de baten en lasten in de meerjarenraming is te verklaren door het aflopen van de tijdelijke middelen en de Rijksmiddelen. 

Uitgebreide financiële tabel

Terug naar navigatie - Uitgebreide financiële tabel
Lasten en baten beleidsveld 4.2 Water en Bodem
Onderwerp - Bedragen x € 1.000 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Lasten
Waterveiligheid en klimaatadaptatie 21.006 21.705 6.337 2.067 1.782
Voldoende water 3.837 2.537 1.137 1.222 1.214
Schoon water 1.375 1.315 294 291 184
Bodem 529 595 60 60 60
Water en bodem GS voorwaardelijk 2.008 6.223 3.373 4.693 2.715
Totaal lasten 28.755 32.374 11.201 8.333 5.956
Baten
Waterveiligheid en klimaatadaptatie 16.223 16.033 2.041 494 210
Voldoende water 3.426 2.126 726 811 726
Bodem 70 0 0 0 0
Totaal baten 19.719 18.159 2.766 1.305 936
Saldo van lasten en baten 9.036 14.216 8.435 7.028 5.020

Beleidsveld 4.3. Milieu

Wat zien we?

Terug naar navigatie - Wat zien we?

De wettelijke kaders waarbinnen vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) taken worden uitgevoerd zijn vastgelegd in wetgeving onder andere de Omgevingswet (Ow), de Wet milieubeheer en de Wet luchtvaart. Daarnaast heeft de provincie een aantal autonome taken waarbij de kaders zijn vastgelegd in verordeningen, zoals de Omgevingsverordening Fryslân 2022 en de Wadloopverordening. De wettelijke taken worden in paragraaf 8 VTH taken nader toegelicht.  

De belangrijkste ontwikkelingen die we bij Milieu zien zijn de volgende:

  • Vraagstukken op het gebied van milieu krijgen steeds meer aandacht en het verbeteren van de kwaliteit van onze leefomgeving is een complexe opgave. De uitdagingen zijn divers zoals het verbeteren van de luchtkwaliteit, het tegengaan of opruimen van vervuilende stoffen maar ook het treffen van energiebesparende maatregelen en opgaven op het gebied van circulaire economie. Daarbij wordt ook de samenleving zich bewuster van milieu-opgaven en het belang van een schone, gezonde en veilige leefomgeving. Dit werkt door in de uitvoering van de VTH-taken waardoor het belangrijk is om het VTH-beleidskader actueel te hebben en te houden en de doorvertaling van strategisch beleid naar de uitvoering geborgd is en het VTH-instrumentarium effectief kan worden ingezet om een bijdrage te leveren aan verschillende opgaven en ambities voor een gezonde, schone en veilige leefomgeving. 
  •  Via het zogenaamde Interbestuurlijk programma Versterking VTH-stelsel (IBP) is vanuit het Rijk de afgelopen jaren getracht invulling te geven aan het versterken van landelijke VTH-stelsel waarin verschillende organisaties en overheden opereren. Hoewel dit programma in september 2024 is afgelopen moeten veel maatregelen daaruit nog geïmplementeerd worden wat de komende jaren de nodige aandacht zal vragen. Omgevingsdiensten worden bijvoorbeeld geacht een centrale rol te gaan spelen als kenniscentrum voor bevoegde gezagen en er worden eisen gesteld aan de robuustheid van de omgevingsdiensten en overheden. Ook digitale informatie-uitwisseling en het inrichten van een kennisinfrastructuur is een belangrijk onderwerp. Om hier invulling aan te kunnen geven zullen er mogelijk financiële gevolgen zijn voor de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling van de omgevingsdiensten. Inzicht in de potentiële risico's voor de leefomgeving op regionaal niveau om zo keuzes te maken om capaciteit daar in te zetten waar het meest effectief en nodig is kan een oplossing bieden om ongewenste financiële effecten te beperken. De verdere implementatie van de maatregelen uit het IBP-VTH vraagt om een steeds intensievere afstemming en samenwerking met de verschillende betrokken partijen en ketenpartners.
  • In het Energieakkoord (2013) zijn afspraken neergelegd over energiebesparingsplichten voor bedrijven en instellingen.  De afgelopen jaren is landelijk gebleken dat het toezicht op de energiebesparingsplicht moeilijk verloopt. Het bevoegd gezag (gemeenten en provincie) is verplicht het mandaat voor het toezicht op en de handhaving van de energiebesparingsplicht over te dragen aan de omgevingsdiensten, in ons geval de FUMO en ODG. Bovendien is in 2023 de opgave verbreed met de verplichting om ook CO2-reducerende maatregelen te treffen. Eind 2024 wordt door de Noordelijke Rekenkamer de uitkomst van een onderzoek opgeleverd naar de effectiviteit van het toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht van bevoegde gezagen en omgevingsdiensten. De aanbevelingen uit het onderzoek zullen naar verwachting de nodige inzet gaan vragen zodat het  toezicht en handhaving op dit gebied verbeterd wordt waardoor de bijdrage aan de opgaven voor CO2 reductie en energiebesparing wordt versterkt.
  • De krapte op de arbeidsmarkt leidt er toe dat het voor de omgevingsdiensten FUMO (Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing) en ODG (Omgevingsdienst Groningen) al langere tijd moeilijk is om gekwalificeerd personeel te werven. Tegelijkertijd worden de opgaven in de uitvoeringspraktijk groter en complexer, waardoor de VTH-taken in omvang toenemen. Dit kan zorgen voor hogere kosten of maken keuzes in de uitvoering noodzakelijk (bijvoorbeeld minder diepgaande controles en het stellen van prioriteiten in toezicht).  Ook hier is samenwerking en afstemming met de regionale ketenpartners een steeds belangrijker aandachtspunt.

Taak- en rolvrijheid

Terug naar navigatie - Taak- en rolvrijheid

Taakvrijheid
Veel taken op het gebied van dit beleidsveld liggen vast in wet- en regelgeving. Ook is de provincie aangewezen als bevoegd gezag op gebied van milieu voor bepaalde milieubelastende activiteiten. Deels gelden wettelijke voorschriften voor de uitvoering voor de taak, deels heeft GS eigen beleidsvrijheid. Een groot deel van de wettelijke taken moet door een gezamenlijke omgevingsdienst met gemeenten worden uitgevoerd (in Fryslân de FUMO) en voor de Seveso bedrijven in Fryslân moeten de VTH-taken worden uitgevoerd door de ODG.

Rolvrijheid
De uitvoering van de VTH-taken wordt nu uitgevoerd met minimale inzet. Er is geen ruimte  om meer rolvrijheid te nemen dan de wettelijke taak.  De nadruk binnen dit beleidsveld ligt sterk op onze rol als rechtmatige overheid: kaderstelling, vergunningverlening, toezicht. Maar waar ook andere onderwerpen worden geraakt speelt ook het functioneren als samenwerkende overheid een rol, milieu wordt dan als aspect van andere beleidsterreinen meegenomen wat het opereren als samenwerkende overheid noodzakelijk maakt. Samenwerking met andere overheden heeft sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet een grotere rol gekregen. Op het gebied van de VTH-taken zijn samenwerkingsafspraken gemaakt die we moeten nakomen.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Doelstelling beleidsveld 4.3

Terug naar navigatie - Doelstelling beleidsveld 4.3

Goede uitvoering van de wettelijke taken vergunningverlening, toezicht en handhaving en bijdragen aan een schone, gezonde en veilige leefomgeving.

Doelindicatoren

Onderwerp Indicator Doelwaarde
1. De kwaliteit van de uitvoering van VTH voldoet aan de kaders van landelijke wetgeving    
2. Bj het opstellen van provinciale beleidskaders en uitvoeringsagenda's voor o.a. Water, Bodem, Energie, Economie en Natuur wordt bewust bezien of en hoe beschikbare VTH-instrumenten ingezet kunnen worden om een bijdrage te leveren aan het bereiken van een beleidsdoel.    

Wat gaan we daarvoor doen

Terug naar navigatie - Wat gaan we daarvoor doen
Onderwerp Resultaten 2025

1. Kwaliteit uitvoering VTH-taken

We voeren onze wettelijke taken uit op grond van o.a  de Omgevingswet en Algemene wet bestuursrecht. 
Voor de uitvoering van de VTH-taken wordt een VTH-jaarprogramma en een VTH-jaarverslag opgesteld.
We geven uitvoering aan het opdrachtgeverschap voor de VTH-taken die bij de FUMO en de ODG zijn neergelegd.
De aanbevelingen uit het onderzoek van de Noordelijke rekenkamer  naar de effectiviteit van toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht en CO2reductie worden opgevolgd.
De vergunningverlening, toezicht en handhavingstaken voldoen aan de gestelde generieke kwaliteitseisen.
2. Inzet VTH instrumenten om beleidsdoel te bereiken  

Resultaatindicatoren

Terug naar navigatie - Resultaatindicatoren

 

Onderwerp Indicator Doelwaarde 2025
 1. Kwaliteit uitvoering VTH-taken Percentage opgevolgde aanbevelingen uit onderzoek Noordelijke Rekenkamer naar effectiviteit TH op de energiebesparingsplicht en CO2 reductie 100%
Beschikkingen zijn binnen de wettelijke termijn afgehandeld 90%
Handhavingsbeschikkingen blijven in stand na gerechtelijke toetsing 90%
2. Inzet VTH instrumenten om beleidsdoel te bereiken    

Wat mag het gaan kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het gaan kosten?
Bedragen x € 1.000 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Totaal lasten 10.545 8.746 8.714 8.681 8.660
Totaal baten 519 589 557 524 524
Saldo van lasten en baten 10.027 8.157 8.157 8.157 8.136
Terug naar navigatie - Toelichting

Toelichting

Dit beleidsveld kent weinig budgetvrijheid. Het grootste deel betreft de structurele bijdrage aan de FUMO (€ 5,9 mln.) en aan de Omgevingsdienst Groningen (€ 1,2 mln.). Daarnaast liggen er structurele middelen vast voor milieutaken, de wettelijke VTH-taken en het Wadlopen. De begrote baten bedragen voor het grootste gedeelte de legesinkomsten op het gebied van milieu.
De daling van middelen bij VTH-cyclus is te verklaren door het aflopen van de kosten van De Saiter per 2025 (€ 1 mln.).

Kadernota 2025
In de kadernota 2025 is het voorstel opgenomen om vooruitlopend op de Rijksbijdrage voor het FPLG al kosten te maken in de periode 2025/2026. Dit betreft  de inzet op toezicht stikstof (tot een maximum van € 250.000) uitgevoerd door de Friese Uitvoeringsdienst en Omgeving (FUMO) en inzet voor de afwikkeling van handhavingsverzoeken en bezwaar en beroep (tot een maximum van € 200.000). Beide bedragen als onderdeel van het totale bedrag van € 7 mln. als voorfinanciering FPLG waarmee de Staten op 31 mei 2023  hebben ingestemd. 

Uitgebreide financiële tabel

Terug naar navigatie - Uitgebreide financiële tabel
Lasten en baten beleidsveld 4.3 Milieu
Onderwerp - Bedragen x € 1.000 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Lasten
Kwaliteit uitvoering VTH taken 10.486 8.695 8.663 8.631 8.610
Inzet VTH instrumentarium 59 51 51 51 51
Totaal lasten 10.545 8.746 8.714 8.681 8.660
Baten
Kwaliteit uitvoering VTH taken 519 589 557 524 524
Totaal baten 519 589 557 524 524
Saldo van lasten en baten 10.027 8.157 8.157 8.157 8.136

Beleidsveld 4.4. Energietransitie

Wat zien we?

Terug naar navigatie - Wat zien we?

De samenwerking van de Friese overheden en verschillende maatschappelijke organisaties binnen de Friese Energietafel heeft in 2024 geleid tot een ontwerp Energievisie waarin de omvang van de energie-opgave duidelijk gemaakt wordt.  Daarnaast is binnen de Friese Energietafel een gezamenlijke aanpak voor woningeigenaren met een smalle beurs ontwikkeld en is 1 loket waar initiatiefnemers terecht kunnen opgericht. 

Verzwaring van het elektriciteitsnet is nog steeds nodig. Het net loopt nu tegen zijn grenzen aan. Zeker nu we zien dat de aanpak bij de netbeheerders vertraagt. Dat zet niet alleen de rem op de opwekking van meer schone energie. Maar ook op de uitbreiding en verduurzaming van bedrijven. Binnen de Friese Energie Tafel wordt daarom ook gewerkt aan het integraal programmeren van de energieinfrastructuur. De prioritering van o.a. de onderstations maakt hier onderdeel vanuit. De provincie krijgt hierbij een regierol. Daarnaast zien we dat met het verder op slot gaan van het elektriciteitsnetwerk innovatieve oplossingen voor de korte termijn noodzakelijk worden.  Het rijk zet zwaar in op het ontwikkelen van energiehubs. Dit sluit ook aan bij ons eigen onderzoek naar energiehubs. 

Er is een toenemende belangstelling voor het gebruik van (grootschalige) batterijen in het energiesysteem.  Deze ontwikkeling vraagt om afstemming met gemeenten en netbeheerders.

De transitie naar duurzame warmte begint steeds meer vorm te krijgen.  Zowel groengas als aquathermie hebben  veel potentie.

Hoewel de energiemarkt iets minder gespannen is ligt het prijspeil nog flink hoger dan voor 2021. De betaalbaarheid van energie voor huishoudens en bedrijven staat daardoor nog steeds onder druk. 

Taak- en rolvrijheid

Terug naar navigatie - Taak- en rolvrijheid

Taakvrijheid
Op het vlak van energietransitie is de provincie niet aan wettelijke kaders gebonden en heeft dus een grote mate van beleidsvrijheid. Er is sprake van een autonome taak.

Rolvrijheid
Als provincie krijgen we een regierol bij het programmeren van de energie-infrastructuur. Daarnaast is samenwerking met andere overheden en maatschappelijke partijen op dit thema noodzakelijk. We hebben de volledige set aan rollen van de overheidsparticipatietrap tot onze beschikking: reguleren (waar wel en niet duurzame energieopwekking toestaan), regisseren, stimuleren (onder ander via het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy), faciliteren en loslaten.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Doelstelling beleidsveld 4.4.

Terug naar navigatie - Doelstelling beleidsveld 4.4.

Binnen het programma Energie werkt de Provincie Fryslân aan drie doelen: 

  1. in 2030 wekken we 33% van de energie die we gebruiken zelf op
  2. in 2030 besparen we 25% energie t.o.v. 2010
  3. in 2050 zijn we onafhankelijk van fossiele brandstoffen

Doelindicatoren

Onderwerp Indicator Doelwaarde 
1. Energie opwekking Percentage  hernieuwbaar opgewekte energie in Fryslân  33% in 2030
2. Energiebesparing  Percentage Energieverbruik 25% besparen in 2030 t.o.v. 2010
3. Onafhankelijk van fossiele brandstoffen Bijdrage aan landelijke reductiedoelstelling  Landelijke 55% reductie in 2030

Wat gaan we daarvoor doen?

Terug naar navigatie - Wat gaan we daarvoor doen?
Onderwerp Resultaten 2025
1. Energie opwekking


 
Samen met de gemeenten zoeken we naar geschikte pilots voor energiehubs
Samen met gemeenten stellen we beleid voor batterijopslag op 
We stimuleren de productie van groen gas
We voeren de Missy Wetterwaarmte uit en ondersteunen projecten
2. Energiebesparing We voeren de Friese plus op de isolatieregeling uit met extra gelden uit Windpark Fryslân (WPF) 
We voeren de landelijke SPUK regeling verduurzaming bedrijfsmatig vastgoed uit. We zetten een ondersteuningsstructuur voor het MKB op o.a. via  het bedrijvenloket Ynbusiness. 
3. Onafhankelijk van fossiele brandstoffen We ondersteunen lokaal eigendom bij energie-initiatieven

Resultaatindicatoren

Terug naar navigatie - Resultaatindicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2025
1.  Energie opwekking
 
Aantal pilots Energiehubs      2
Opgesteld batterijbeleid 1
Aantal gerealiseerde monomestvergisters  25 
Aantal pilots biogas/groengas productie met monitoring reductie emissies
Aantal warmte-initiatieven (warmtenetten in ontwikkeling) 20 
2. Energiebesparing Aantal woningen dat m.b.v. WPF gelden is geïsoleerd  1.000 
Aantal bedrijven dat advies van energiecoach heeft gekregen 50 
3. Onafhankelijk van fossiele brandstoffen Aantal aanvragen via het Friese Energiehuis voor lokale energie initiatieven 25 

Wat mag het gaan kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het gaan kosten?
Bedragen x € 1.000 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Totaal lasten 11.272 6.956 5.318 1.792 1.667
Totaal baten 1.934 1.560 2.940 0 0
Saldo van lasten en baten 9.338 5.396 2.379 1.792 1.667
Terug naar navigatie - Toelichting

Toelichting

Dit beleidsveld kent volledige budgetvrijheid. Er is geen sprake van boekjaarsubsidies en de middelen komen voort vanuit het Bestuursakkoord, de inzet van Windpark Fryslân-middelen, rijksmiddelen (SPUK's) en Interreg-projecten.

De afname van de begroting per 2025 wordt voornamelijk veroorzaakt door het aflopen van de regeling verduurzamen (maatschappelijk) vastgoed (€ 2.600.000). De rijksmiddelen voor het Klimaat- en energiebeleid zijn enkel voor 2024 in de begroting opgenomen (€ 850.000). Voor 2025 moet dit nog plaatsvinden. In 2026 bestaat de begroting grotendeels uit Interreg-projecten (€ 2.875.000) en de beschikbare middelen vanuit WPF voor Stimulering duurzaamheid (€ 1.666.500). Na 2026 bestaat de begroting bijna alleen nog uit de middelen uit WPF voor Stimulering duurzaamheid, deze middelen zijn als PS voorwaardelijk opgenomen.

Uitgebreide financiële tabel

Terug naar navigatie - Uitgebreide financiële tabel
Lasten en baten beleidsveld 4.4 Energietransitie
Onderwerp - Bedragen x € 1.000 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Lasten
Energie opwekking 2.850 1.668 674 125 0
Energiebesparing 6.732 3.727 425 0 0
Onafhankelijk van fossiele brandstoffen 1.690 1.561 2.553 0 0
Energietransitie PS voorwaardelijk 0 0 1.667 1.667 1.667
Totaal lasten 11.272 6.956 5.318 1.792 1.667
Baten
Energie opwekking 124 120 220 0 0
Energiebesparing 320 0 0 0 0
Onafhankelijk van fossiele brandstoffen 1.490 1.440 2.720 0 0
Totaal baten 1.934 1.560 2.940 0 0
Saldo van lasten en baten 9.338 5.396 2.379 1.792 1.667