Paragraaf 9. Grote projecten

In deze paragraaf staan de grote projecten en programma’s in de provincie Fryslân. Hieronder verstaan we projecten of programma’s die een meerjarig karakter hebben, en waarvan PS besloten hebben tot uitvoering over te gaan. Het gaat om projecten en programma’s met grote maatschappelijke impact. De realisatie is van belang voor het halen van de provinciale doelstellingen, zoals de resultaatdoelstellingen uit het bestuursakkoord. Daarbij geldt dat deze projecten (significante) bestuurlijke en/of juridische en/of financiële risico’s kennen. De provincie speelt in deze projecten een regisserende of stimulerende rol. 

De paragraaf is ontstaan vanuit de periodieke sturingsbehoefte van PS op deze (en toekomstige) programma’s en projecten. Jaarlijks wordt in overleg met de auditcommissie bepaald welke projecten en programma’s voldoen aan de criteria om in de begroting van het volgende jaar in de paragraaf opgenomen  te worden. 

Elk project/programma wordt toegelicht aan de hand van de volgende onderdelen:

  • De besluiten van Provinciale Staten.
  • De financiële stand van zaken (provinciaal aandeel).
  • De acties in 2025.
  • De mogelijke risico’s.

Overzicht projecten

Terug naar navigatie - Overzicht projecten

Projecten

1. Spoorprojecten
a. Lelylijn
b. ERTMS

2. Vismigratierivier

3. Bruggen/Sluis Kornwerderzand

Programma’s 

4. Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

5. Programma Natuur

6. Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG)

7. Veenweide
a. Veenweideprogramma 2021-2031
b. Aldeboarn-De Deelen
c. Hegewarren
d. Idzegea

1a. Lelylijn

Terug naar navigatie - 1a. Lelylijn

PS-besluiten
Vooralsnog zijn er geen PS-besluiten genomen.

Financiële stand van zaken 
Het kabinet heeft € 3 mld. gereserveerd voor de realisatie van de Lelylijn. In 2023-2024 wordt het MIRT- en NOVEX-onderzoek voor de Lelylijn uitgevoerd. Met het Rijk is afgesproken de kosten hiervan ad € 8 mln. te verdelen in 50% voor het Rijk en 50% voor de regio. Dit is voor het MIRT- en NOVEX-onderzoek Lelylijn (€ 6 mln., Deltaplan (€ 1 mln.), onderzoek Bestaand Spoor (€ 0,5 mln.) en onderzoek Nedersaksenlijn (€ 0,5 mln.). Voor de provincie Fryslân betekent dit een bijdrage aan de plankosten van € 1 mln.. Daarnaast dragen Friese gemeenten hieraan bij.

In het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB is de Lelylijn weer opgenomen. In de komende tijd moet de financiële component van de Lelylijn nog duidelijk worden.

Wat gaan we doen in 2025?
In 2024 wordt het MIRT- en NOVEX-onderzoek voor de Lelylijn afgerond. Sinds december 2022 is het (door Rijk en Regio gezamenlijk opgerichte) projectteam Lelylijn aan de slag met het het MIRT- en NOVEX-onderzoek waarin de effecten van de Lelylijn worden onderzocht. Doel van het onderzoek is het opleveren van voldoende informatie om de Startbeslissing Verkenning Tracéwet te nemen door de minister in november 2024, als start van de formele planvoorbereiding en realisatie van de Lelylijn. Verder wordt een Ontwikkelperspectief NOVEX Lelylijn opgesteld ten behoeve van de nieuwe landelijke Nota Ruimte. Daarnaast wordt het participatietraject voortgezet. In Europees verband loopt een traject om de Lelylijn op te nemen in het 'extended core network', TEN-T, het eerste resultaat van dit traject is dat de Lelylijn op het comprehensive network, TEN-T wordt vermeld. Er wordt lobby gevoerd richting Europa om cofinanciering voor de aanleg van de Lelylijn te krijgen uit de budgetten achter de TEN-T verordening en andere mogelijke Europese fondsen. Samen met regionale partijen zal gezocht worden naar mogelijkheden voor regionale cofinanciering. 

Risico's
Het is een risico of er zicht komt op 75% van de financiering van de Lelylijn. Dat hanteert het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat als spelregel voor het nemen van de Startbeslissing.  Betrokken partijen zijn hierover met elkaar in gesprek.  

1b. ERTMS

Terug naar navigatie - 1b. ERTMS

PS-besluiten
Op 5 november 2021 hebben Provinciale Staten ingestemd met het besluit van Gedeputeerde Staten van 5 oktober 2021 over de invoering van het nieuwe treinbeveiligingssysteem European Rail Traffic Management System (ERTMS) op de noordelijke regionale spoorlijnen. Het is een gezamenlijk project van het Rijk en de provincies Groningen en Fryslân. De provincies zijn opdrachtgever voor Arriva voor de ombouw van 68 treinstellen (het geschikt maken voor ERTMS). Het Rijk draagt zorg voor de ombouw van de spoorinfrastructuur voor circa € 310 mln.. Het project kent een doorlooptijd tot 2030.

Financiële stand van zaken
Het totale budget voor de ombouw van de treinen bedraagt € 99,5 mln.. Hiervoor draagt de provincie Fryslân € 10 mln. bij en de provincie Groningen € 20 mln. (naar rato omvang van de concessie: 1/3 Fryslân en 2/3 Groningen). De bijdrage van de provincie wordt gedekt uit de te realiseren besparing in de concessie. Via een Specifieke Uitkering (SPUK) ontvangen de provincies van het Rijk naar rato het resterende bedrag. Arriva heeft op basis van een kasstroomregeling circa € 30 mln. ontvangen; 1/3 van Fryslân en 2/3 van Groningen. Met deze middelen wordt het contract met Stadler gefinancierd, de partij die de treinstellen gaat ombouwen voor Arriva.

Wat gaan we doen in 2025?
ProRail heeft een projectorganisatie in het leven geroepen om de uitrol van ERTMS in Nederland te organiseren. De werkzaamheden voor de provincie bestaan vooreerst uit het laten opstellen van ontwerpen door ingenieursdiensten voor de benodigde aanpassingen in de treinen in Fryslân en Groningen. Vanaf 2026 worden de treinstellen daadwerkelijk omgebouwd. Parallel daaraan zal ProRail de noodzakelijke aanpassingen aan de spoorinfrastructuur uitwerken. Hier worden voorbereidingen voor getroffen. De provincies hebben zitting in de stuurgroep ERTMS noordelijke lijnen en worden middels kwartaal- en jaarrapportages geïnformeerd. De regie op planning en uitvoering is belegd bij de landelijke Programmadirectie die hiervoor door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is opgericht.

Risico’s

  • De beide provincies zijn volledig risicodragend voor de ombouw van het treinmaterieel naar verhouding van inbreng.
  • De indexering is een risico. We zijn met het Rijk overeengekomen dat zij hun bijdrage jaarlijks indexeren voor zover niet is uitbetaald. Onze eigen bijdrage wordt niet geïndexeerd, hetgeen op termijn kan leiden tot een tekort. In het totale budget is circa € 9 mln. beschikbaar voor risicodekking.
  • Omdat de noordelijke lijnen als één van de eerste worden omgebouwd naar ERTMS kunnen er onvoorziene zaken optreden. Vooralsnog loopt voor Fryslân alles op schema.
  • De complexiteit van de integrale werking van de diverse ProRail systemen maakt dat er nog geen definitief startmoment is gepland. Vooralsnog kan de voorziene vertraging opgelost worden binnen de looptijd van project.

2 Vismigratierivier

Terug naar navigatie - 2 Vismigratierivier

PS-besluiten

  • Op 21 december 2011 hebben Provinciale Staten de Bestuursovereenkomst Afsluitdijk (inclusief ambitie agenda Afsluitdijk) vastgesteld.
  • Op 21 januari 2015 hebben Provinciale Staten diverse provinciale budgetten vastgesteld.
  • Op 20 april 2016 hebben Provinciale Staten besloten geen wensen of bedenkingen kenbaar te maken voor vaststelling van vier Realisatieovereenkomsten met RWS.
  • Op 20 april 2016 hebben Provinciale Staten het Provinciaal Inpassingsplan voor de Vismigratierivier vastgesteld.
  • Op 28 november 2018 hebben Provinciale Staten het reparatieplan van het Provinciaal Inpassingsplan vastgesteld.

De financiële stand van zaken 

  Budget   Besteed
Project Totaal budget

Aandeel provinciale

bijdrage in budget

Gerealiseerd t/m 2023
Vismigratierivier deel 1 19.000.000 2.700.000 19.000.000
Vismigratierivier deel 2 47.400.000 5.700.000 19.700.000

Het budget is de afgelopen jaren toegenomen met diverse substantiële bedragen. Vanuit het waddenfonds is € 5 mln. beschikbaar gesteld om de effecten van inflatie en extreme prijsontwikkelingen op te vangen. Tevens zal vanuit het project het beheer en onderhoud de eerste 5 jaar worden uitgevoerd waaronder de eerste 3 jaren na oplevering. In de eerste jaren wordt door het project bewaakt hoe het beheer en onderhoud zo goed mogelijk kan plaatsvinden tijdens de zogeheten inregelfase (het optimaliseren van het ecologisch systeem). Hiermee is een bedrag van € 2,5 mln. gemoeid, dat in 2024 vanuit het onderhoudsbudget VMR beschikbaar is gesteld aan het project. Een belangrijke beheersmaatregel om de hoge prijsontwikkeling te beheersen is onze gewijzigde inkoopstrategie met twee-fasen-contracten (vastgesteld door GS in 2021, zie ook brief 01937167). Middels deze contracten wordt een knip aangebracht tussen voorbereiding en daadwerkelijke realisatie. In de aanbesteding worden randvoorwaarden meegegeven, waaronder het taakstellend budget. Fase 2 (de bouw) start alleen mits dit past binnen de randvoorwaarden. Middels gesprekken en afstemming met Rijkswaterstaat wordt de grondstromenproblematiek beheerst. 

Wat gaan wij doen in 2025?

Het project is opgedeeld in deelgebieden (zie afbeelding 1).


Afbeelding 1. Deelgebieden Vismigratierivier

De deelgebieden II, III  en V zijn afgerond. Deelgebied IV is begin 2025 gereed.  Deelgebied VI wordt in 2024/2025 gerealiseerd, begin 2026 kan de rivier in gebruik worden genomen.  
In december 2023 is een gebiedsinrichtings- en exploitatieplan voor het gehele gebied Kornwerderzand (Beleef Kornwerderzand) opgeleverd. Een aantal onderdelen van dit plan, gelegen in het projectgebied van de VMR, is financieel gedekt vanuit de middelen van de VMR.  
Voor  Kornwerderzand breed is  in  2024 is een ontwikkelteam met leden vanuit de betrokken partijen opgezet om aan de slag te gaan met het zoeken naar financiering voor de resterende onderdelen waar wel draagvlak maar geen dekking voor is.

Risico’s
De vertraging van het Rijksproject heeft ook tot vertraging geleid voor de Vismigratierivier. Een langere doorlooptijd heeft financiële consequenties (o.a. indexering, personeelslasten, en hogere bouwkosten) en maakte verlenging van de natuurwetvergunning noodzakelijk. Generiek is er in de GWW-sector ook sprake van (enorme) prijsstijgingen. 
Om de gevolgen van de vertraging in het Rijkscontract en de problematiek met grondstromen te beheersen is bij de aanpak van de Vismigratierivier gekozen voor een inkoopstrategie met twee-fasen-contracten. In de aanbesteding worden de randvoorwaarden aangegeven, waaronder het taakstellend budget. In de eerste fase ‘engineeren’ opdrachtgever en aannemer samen aan een ontwerp met een planning en een financiële aanbieding waarvoor de aannemer het werk kan maken. Als dit past binnen de randvoorwaarden (waaronder budget maar ook beschikbaarheid grondstromen) krijgt de aannemer opdracht voor de realisatie (fase 2). Met de werkwijze is voorkomen dat we pas konden bouwen nadat Levvel haar werk voor het Rijkscontract had afgerond en is de planning van de realisatie afgestemd op vrijkomende grondstromen van de Afsluitdijk waarmee zo veel als mogelijk hergebruikt is. Naar het zich nu laat aanzien heeft alleen deelgebied VI nog een risico dat het taakstellend budget onvoldoende blijkt en/of fase 2 later dan gepland opgedragen kan worden in verband met de beschikbaarheid van zand of door algehele kostenstijging.
Beoogd was om zand voor de VMR te winnen door de geulen naar Kornwerderzand, ten behoeve van de sluis, op diepte te brengen. Door ‘werk-met-werk' te maken, komen we dan op een voordelige manier aan het zand voor de Vismigratierivier. Vanwege de toenemende verzilting van het IJsselmeer is zandwinning niet meer toegestaan door RWS, zo lang niet duidelijk welke effectieve verziltingsmaatregelen genomen moeten worden. RWS heeft toegezegd te willen meedenken over oplossingen voor het zandprobleem.
Tot nu toe zijn we daar voor de verschillende deelgebieden succesvol in geweest en ook op dit moment lijken er goede mogelijkheden voor het laatste deelgebied (de Rivier). Ondanks de successen is vertraging in de zandleverantie niet uit te sluiten met als mogelijk gevolg, dat het elders gekocht moet worden; fase 2 voor deelgebied 6 later opgedragen zal worden of dat naar aanvullende financiering gezocht moeten worden. In een worse case situatie worden de werkzaamheden niet opgedragen, en wordt gezocht naar alternatieven, zoals het aanpassen van het ontwerp passend binnen de financiële kaders van het project.
Aangezien het laatste deelgebied is gegund en het beheer en onderhoud van de VMR geregeld moet worden, dient een natuurbeheerder te worden geselecteerd.

3 Bruggen /sluis Kornwerderzand

Terug naar navigatie - 3 Bruggen /sluis Kornwerderzand

PS-besluiten

  • In het kader van het uitvoeringsprogramma DNA is 21 januari 2015 € 10 mln. gereserveerd als regionale bijdrage in de investeringskosten voor de sluis Kornwerderzand.
  • In het coalitieakkoord 2015-2019 is een bedrag van € 5 mln. beschikbaar gesteld voor het gehele project.
  • 17 juni 2020 hebben Provinciale Staten besloten geen wensen of bedenkingen kenbaar te maken voor de vaststelling van de Bestuursovereenkomst (BOK) Sluis Kornwerderzand en hebben €100 mln. investeringskrediet beschikbaar gesteld voor de nieuwe bruggen en de voorbereidende werkzaamheden voor de sluis.
  • 22 december 2022 hebben  Provinciale Staten  hebben ingestemd met het voorfinancieren van de € 26,5 mln. marktbijdrage.  En zijn geen wensen en bedenkingen ingebracht tegen het besluit  van het college van GS om in te stemmen met de model overeenkomst “inning marktbijdrage”.
  • 8 november 2023 hebben PS ingestemd met het beschikbaar stellen met de resterende € 4,5 mln. als provinciale bijdrage voor het project Sluis Kornwerderzand.

Financiële stand van zaken 

  Budget   Besteed Toelichting
Project Totaalbudget Aandeel provinciale bijdrage in budget Gerealiseerd t/m 2023  
Sluis Kornwerderzand  80.000.000 16.000.000  3.000.000  Besteding betreft voorbereidingskosten exclusief € 1,4 mln. verkenning/studie
Fase 1 bruggen Kornwerderzand 100.000.000 3.500.000 10.300.000  

Wat gaan we doen in 2025?

In 2020 is een BOK met het Rijk gesloten voor de realisatie van het project. Sindsdien hebben zich diverse ontwikkelingen voorgedaan en zijn er nieuwe risico's opgetreden  (zie paragraaf risico's) die van invloed zijn op het gehele project.  Wat in 2025 zal gaan gebeuren is afhankelijk van de afspraken  die met het Ministerie en de RWS zijn gemaakt.  Indien er overeenstemming wordt bereikt, dan zullen de afspraken zijn vastgelegd in een aangepaste bestuursovereenkomst en een realisatie-overeenkomst. In 2025 kan dan  de voorbereiding van de realisatie van de bruggen en de sluis verder plaatsvinden. Voor de sluis zal door PS dan nog wel een realisatiebesluit genomen moeten worden. 

Risico’s  
Op het moment van schrijven van deze begroting, zomer 2024, is het nog ongewis  hoe het project bruggen, sluis, vaargeulen Kornwerderzand verder gaat. Er worden diverse scenario’s met het Rijk besproken waarbij alle scenario’s gemeen hebben dat ze behoorlijk afwijken van de afspraken zoals ze in 2020 zijn gemaakt. Dat betekent ook dat enkele eerder genoemde risico’s niet meer van toepassing zijn en andere risico’s zijn ontstaan. 

  • Project/bouwrisico's; elk project kent risico’s in de voorbereiding- en bouwfase. Er moeten o.a. nog diverse vergunningen worden aangevraagd. Wijzigingen in wet- en regelgeving kunnen soms tot onverwachte neveneffecten leiden, zoals de PAS (Programma Aanpak Stikstof). Deze risico's worden normaal gesproken opgevangen binnen de risicoreserveringen van het project.
  • Afhankelijk van het gekozen scenario voor de bouw van de bruggen en sluis kan er een nieuw financieringsprobleem ontstaan.  
  • Indien het project stopt zal over  de reeds bestede middelen met het Rijk een afspraak moeten worden gemaakt.  In de BOK zijn daar uitgangspunten over vastgelegd.
  • De oorspronkelijke voorziene werkwijze om de vaargeulen in het IJsselmeer te verdiepen en de opgave die de provincie heeft zoals beschreven in de BOK, blijkt vanuit  vergunningverlening in de praktijk slechts in zeer beperkte mate mogelijk. Daardoor zijn de mogelijkheden om opbrengsten te genereren middels werk-met-werk ook beperkt. De lucratieve vakken zijn of worden vergund aan marktpartijen. Een scenario waarbij de opgave van de provincie zich mogelijk beperkt tot de aanpak van de resterende, onrendabele stukken lijkt daarmee waarschijnlijk. Budgettair is rekening gehouden met een opbrengst van € 10 mln. Met het Rijk is gesproken over oplossingen en zal worden betrokken bij de afspraken die met het Ministerie en RWS  worden gemaakt.
  • Het blijkt dat er sprake is van een toenemende verzilting van het IJsselmeer. Inmiddels is duidelijk dat er effectieve maatregelen zijn , om de intrede van zout te beheersen.  De verdieping van de geulen in het IJsselmeer is daarmee in principe mogelijk. Hoe hier verder mee om te gaan, is onderwerp van gesprek met het Rijk.  

4 Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

Terug naar navigatie - 4 Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

In 2011 hebben provincies en het Rijk in het Onderhandelingsakkoord Natuur afspraken gemaakt over de decentralisatie van het natuurbeleid. Hiermee zijn wij verantwoordelijk geworden voor de uitvoering van de Natuuropgave. 

De decentralisatie is verder uitgewerkt in het Natuurpact. Het Natuurpact is afgesloten voor de periode 2014 – 2027. De uitvoering van het Natuurpact is in de begroting opgenomen in hoofdstuk 3.1 Natuur. Het betreft daar de planning voor het lopende begrotingsjaar op hoofdlijnen. In deze paragraaf Grote projecten wordt een toelichting gegeven op één van de onderdelen van het Natuurpact: natuurontwikkelingsopgave.

In het kader van het Natuurpact is met het Rijk afgesproken dat in 2027 het NatuurNetwerkNederland (NNN) wordt gerealiseerd. Provinciale Staten heeft november 2022 besloten dat er maximaal wordt ingezet om het NNN te realiseren.  Gelet op de beschikbaarheid van geld, menskracht en beschikbaar instrumentarium is gebleken dat niet zonder meer het gehele NNN in 2027 kan worden gerealiseerd. Vooral het verkrijgen van de benodigde grond dan wel het geïnteresseerd krijgen van grondeigenaren voor natuurbeheer is een cruciale factor voor het slagen van de ambities. En natuurlijk moeten voldoende middelen voorhanden zijn. Met Provinciale Staten is afgesproken dat we uitgaan van de realisatie van 750 ha verwerven/functiewijziging en 2.000 ha inrichting NNN in 2027. In voorjaar 2025 wordt middels een MidtermReview de voortgang van de realisatie aan Provinciale Staten voorgelegd.

De realisatie van het NNN wordt in Fryslân gedaan middels vier grote gebiedsontwikkelingsprojecten (Achtkarspelen Zuid, Alde Feanen, Beekdal Linde en Koningsdiep). Natuer mei de Mienskip (NmdM) is in 2018 middels een Right to Challenge (RtC) gestart omdat er op dat moment minder budget beschikbaar was voor de realisatie van het NNN waardoor er minder NNN aangelegd kon worden; NmdM kwam met een voorstel hoe het NNN grotendeels wel te kunnen realiseren. In 2019 is het een RtC in samenwerking met de provincie geworden. Middels het uitwerken van een aantal pilots heeft NmdM een aanpak/werkwijze ontwikkeld en vastgelegd in een koersdocument. PS heeft maart 2022 aangegeven verder te willen gaan met NmdM en hiervoor 13 FTE beschikbaar te stellen. 


PS besluiten

  • Op 21 december 2011 hebben Provinciale Staten besloten het onderhandelingsakkoord Natuur (2011) niet te aanvaarden. Provinciale Staten hebben wel de bereidheid uitgesproken te zullen meewerken aan de uitvoering van het akkoord.
  • Op 27 juni 2012 hebben Provinciale Staten ingestemd met de Nota ‘Natuer & Lanlik Gebiet’ en gekozen voor scenario 2 plus: dit scenario betreft de realisatie van de EHS-taakstelling volgens het Onderhandelingsakkoord Natuur met als plus de prioritaire Friese natuurprojecten in Achtkarspelen Zuid, Beekdal Linde en Beekdal Koningsdiep (minimaal 200 en maximaal 500 ha).
  • Op 22 januari 2014 zijn Provinciale Staten akkoord gegaan met het Natuurpact tussen de Provincies en het Rijk.
  • Op 10 maart 2015 zijn Provinciale Staten geïnformeerd over de ontwikkelingen in het financiële kader van het program Lanlik Gebiet.
  • Op 10 mei 2017 zijn Provinciale Staten geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek naar de geconstateerde tekorten op de Natuuropgave door BMC.
  • Naar aanleiding van dit onderzoek is een aantal scenario’s uitgewerkt in het rapport Natuur in Fryslân - Haalbaar en Betaalbaar. Uitgangspunten van deze scenario’s waren dat het tekort op de natuuropgave opgelost moest worden, én dat de oplossing gevonden moest worden in de natuurontwikkelingsopgave (1 van de onderdelen van de natuuropgave). Naast de provinciale scenario’s is vanuit de mienskip ook een scenario ingebracht. Provinciale Staten hebben op 18 juli 2018 een besluit genomen over deze scenario’s. Besloten is om drie scenario’s verder uit te werken (waaronder het alternatieve scenario van de mienskip, dat als voorkeursscenario is aangemerkt).
  • Op 10 juli 2019 zijn de uitgewerkte scenario’s ter besluitvorming voorgelegd aan PS. PS hebben besloten om scenario 5b, Natuer mei de Mienskip (binnen bestaand budget) verder uit te werken door het uitvoeren van 3 pilots en in 2021 een definitieve scenariokeuze te maken. Als terugvaloptie is gekozen voor scenario 3+.
  • Op 25 mei 2020 heeft PS het grondbeleid vastgesteld. Dit is relevant voor de grondverwerving voor natuur. 
  • Op 1 juli 2020 heeft PS de evaluatiecriteria pilots Natuer mei de Mienskip vastgesteld.
  • Op 1 december 2020 is PS geïnformeerd over de financiële voortgang Natuurpact.
  • Op 24 november 2021 hebben Provinciale Staten de financiële voortgang natuurontwikkelingsopgave besproken. Hierin is een doorkijk gegeven welk budget beschikbaar is voor de komende jaren voor de realisatie van het NNN. In dit stuk is aan de orde geweest dat realisatie in 2027 niet lukt, vanwege onvoldoende inzet capaciteit, te weinig middelen en instrumentarium op basis van vrijwilligheid. PS heeft besloten dat er € 10 mln. in 2022 beschikbaar wordt gesteld voor realisatiekansen prioriteit 3 en 4 NNN (betreft aankopen/functiewijziging, niet voor inzet capaciteit).
  • Op 23 maart 2022 hebben Provinciale Staten het aanbod van Natuer mei de Mienskip besproken. NmdM heeft najaar 2021 een aanbod gedaan om 500 ha aan functiewijziging en 1000 ha aan inrichting te doen in de periode t/m 2027 in het NNN buiten de vier gebiedsontwikkelingsprojecten Alde Feanen, Achtkarspelen Zuid, Beekdal Linde en Koningsdiep. PS heeft ingestemd met optie 2, principebesluit: GS op te dragen om m.b.t. NmdM een aantal voorwaarden uit het aanbod uit te werken, zodat dit in de uitwerking van het herziene planning van het natuurpact meegenomen kan worden. 
  • Op 20 april 2022 hebben Provinciale Staten de strategische grondnota NNN besproken. Hierin ligt een aantal opties voor over de inzet van instrumentarium om de gronden binnen het NNN te realiseren voor natuur. PS heeft ingestemd met optie 3. Dit betekent inzetten op maximale vrijwilligheid in de periode t/m 2027 en inzet op basis van volledige schadeloosstelling vanaf 2028 voor realisatie van prioriteit 1 en 2 NNN. Dit betekent dat er meer capaciteit beschikbaar gesteld moet worden om actiever met de grondaankoop aan de slag te gaan en om meer instrumentarium in te zetten.
  • Op 30 november 2022 hebben Provinciale Staten de herziene planning NNN besproken. PS heeft aangegeven dat de provincie haar maximaal gaat inzetten om het NNN te realiseren. En heeft hiervoor ook meer capaciteit voor beschikbaar gesteld (zowel voor de inzet van NmdM als voor de uitvoering van de strategische grondnota) en daarnaast is de aankoopstop voor het provinciale deel van het NNN (prioriteit 3 en 4 NNN) eraf gehaald zodat we weer in het gehele NNN aan de slag kunnen. Daarnaast is afgesproken dat er in 2025 een Mid Term Review is om de voortgang van de realisatie te bespreken.

Te realiseren doelen

Met de realisatie van het NNN wordt invulling gegeven aan het vergroten van de biodiversiteit. Hiermee wordt een robuust netwerk gerealiseerd.  In 2027 is een robuust en samenhangend natuurnetwerk gerealiseerd: vanaf 1-1-2022 betreft dit 750 ha verwerving/functiewijziging en 2000 ha inrichting NNN t/m 2027. Hiermee is er na 2027 nog een restanttaakstelling van ca. 850 ha verwerving/functiewijziging en 1600 ha inrichting NNN voor de realisatie van het gehele NNN.

Indicator doelwaarde 2025
Gerealiseerde hectare Natuurnetwerk Fryslân: grondverwerving / functieverandering (cumulatief) 400 ha
Gerealiseerde hectare Natuurnetwerk Fryslân: inrichting (cumulatief) 1.045 ha

Financiële stand van zaken

Onderstaand is het overzicht opgenomen van de stand van zaken van het Natuurpact. Dit is de tabel met de programmering van de totale natuuropgave in de nieuwe indeling op basis van het scenario 750 ha verwerven/functiewijziging en 2.000 ha inrichting NNN, conform het PS besluit over de herziene planning NNN (november 2022). Betreft de periode 2014-2027. In deze tabel zijn voor de realisatiecijfers de peildatum 1/1/2024 aangehouden. En is de financiële programmering aangepast naar de stand van zaken 1 juni 2024. 

Natuurpact Programmering 2014 t/m 2027 op basis van 750 ha
programmering 2014 t/m 2027
INKOMSTEN x € 1.000, - Realisatie 2014-2023 Programmering 2024-2027 Totaal
1. Rijksmiddelen 376.800 201.200 578.000
2. Provinciale middelen 111.800 49.000 160.800
3. Europese middelen 98.700 67.500 166.200
4. pMJP middelen 20.900 0 20.900
5. Overige middelen 26.100 16.300 42.400
SUBTOTAAL 634.300 334.000 968.300
UITGAVEN x € 1.000, - Realisatie 2014-2023 Programmering 2024-2027 Totaal
1. Ontwikkelopgave 72.100 96.600 168.700
2. Natura 2000 19.600 28.900 48.500
3. Natuurbeheer 170.700 94.700 265.400
4. Agrarisch natuurbeheer 168.400 109.700 278.100
5. Wet natuurbescherming 1.000 100 1.100
6. Soortenbeleid - weidevogels 5.900 0 5.900
7. Soortenbeleid - Ganzen 111.400 59.600 171.000
8. Soortenbeleid overige soorten 1.600 2.400 4.000
9. Diversen 36.900 19.100 56.000
SUBTOTAAL 587.600 411.100 998.700
TOTAAL x € 1.000, - Realisatie 2014-2023 Programmering 2024-2027 Totaal
Subtotaal inkomsten 634.300 334.000 968.300
Subtotaal uitgaven 587.600 411.100 998.700
TOTAAL 46.700 -77.100 -30.400

Op basis van de huidige programmering is er berekend dat er dan een tekort is van ca. € 30 mln. Hierin is bijvoorbeeld rekening gehouden met: de verhoging van de indexatie voor het Agrarische Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb), de aanpassing standaardkostprijzen van Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL), de verhoogde kosten voor de ganzenschade, de benodigde inzet  voor NmdM en uitvoering strategische grondnota NNN (totaal 18 FTE in de periode 2023 t/m 2027) en vanaf 2024 zijn de rentekosten voor het IKG (Investeringskader Grond) substantieel verhoogd (van 0,82 naar 3,19%). Wat betreft de ganzenschade is het beeld dat de grasprijs vanaf 2024 lager wordt dan in eerste instantie was geprogrammeerd, dit is verwerkt in de programmering. Daarnaast is de besluitvorming in PS over het ganzenbeleid dat zorgt voor hogere kosten in de programmering verwerkt. De € 18,4 mln. tekort op het ANLb waar we u in najaar 2023 over hebben geïnformeerd is niet opgenomen in de programmering en zit hiermee niet in het tekort van € 30 mln. Ons beeld is dat dit tekort aan de orde is in 2027 en 2028 en dat het Natuurpact als voorfinanciering kan worden benut. Er is geen sprake van een financieel risico omdat het beschikbare budget kaderstellend is en we de komende tijd op zoek gaan naar aanvullend budget.  Hierbij kan gedacht worden aan financiering vanuit EU-subsidies of uit Programma Natuur.

Wat gaan we doen in 2025?

Inhoudelijk rapporteren we hier alleen over de voortgang van de natuurontwikkelingsopgave. Voor de andere onderdelen wordt verwezen naar programma 3.1 Natuur. De natuurontwikkelingsopgave wordt uitgevoerd middels Natuer mei de Mienskip en vier gebiedsontwikkelingsprojecten: Achtkarspelen Zuid, Alde Feanen, Beekdal Linde en Koningsdiep. Algemeen geldt dat we verder gaan met de uitvoering van de natuurontwikkelopgave conform de besluitvorming van PS. Hiervoor is een realisatiestrategie opgesteld waar uitvoering aan wordt gegeven. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan het verkopen van ingerichte provinciale grond conform het uitvoeringskader verkoop gronden NNN.

Midterm Review NNN

In voorjaar 2025 wordt de MTR NNN over de voortgang van de realisatie van het NNN voorgelegd aan PS. In de MTR gaan we in op de voortgang en zullen we de mogelijkheden voor realisatie van de opgave in 2027 aan u voorleggen.

Natuer mei de Mienskip

NmdM heeft een aanbod gedaan dat zij in de periode t/m 2027 500 ha functiewijziging en 1.000 ha inrichting NNN gaan realiseren. In 2023 is de organisatie vormgegeven en is gestart  met verkenningen. Op basis van de verkenningen wordt meer duidelijk waar de kansen liggen en vervolgens welke werkwijze hiervoor nodig/mogelijk is. Hierbij wordt bekeken of er aangesloten kan worden bij andere projecten/gebiedsprocessen of dat dit een zelfstandig project onder NmdM wordt (zoals bijvoorbeeld Burgumermar & De Leijen). In 2024 is er verder gewerkt aan de verkenningen. In 2025 is voorzien dat gewerkt wordt aan:

Op basis van de verkenningen wordt duidelijk in welke gebieden kansen liggen voor de realisatie. Dit  wordt verder uitgewerkt in een aanpak per gebied en vervolgens wordt hier uitvoering aangegeven. Ten tijde van het schrijven van de Begroting 2025 was nog niet bekend om welke gebieden het gaat.
In het gebiedsproject Burgumermar & De Leijen wordt gewerkt aan een inrichtingsplan voor het deelgebied ’t Swartfean en een aanpak voor het gehele plangebied. Hierbij het uitzicht op de realisatie van 70 ha NNN.
Er wordt uitvoering gegeven aan Tsjoch op!. Grondeigenaren kunnen met initiatieven voor realisatie van het NNN terecht bij dit loket. Vervolgens wordt samen met de eigenaar onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor realisatie.
Ook is er inzet op fondsenwerving en het vinden van koppelkansen om extra middelen beschikbaar te maken voor het NNN. Hier wordt in 2025 een vervolg aangegeven.

Gebiedsontwikkelingsprojecten

In 2025 vindt  in gebiedsontwikkelingsproject Beekdal Linde de uitvoering van het hermeanderingsbestek Linde plaats. Afhankelijk of er nog grotere aangesloten gebieden in Beekdal Linde beschikbaar komen voor natuurrealisatie zal worden gestart met de voorbereiding van de inrichting daarvan.
In 2025 wordt in het gebiedsontwikkelingsproject Achtkarspelen Zuid gestart met de uitvoering van de Droegehamstermieden, gestart met de uitvoering van Reahel-East, gestart met de uitvoering van de Surhuzumermieden en in z’n algemeenheid wordt verder gegaan met de uitvoering van het plan “Mieden op z’n Mooist”. Er zijn diverse grondruilen waarmee er grond binnen het NNN beschikbaar komt t.b.v. de natuurontwikkeling.
In 2025 wordt in het gebiedsontwikkelingsproject Alde Feanen een vervolg gegeven aan de uitvoering van de 4e module en met de voorbereiding van verschillende aanvullende inrichtingswerkzaamheden.
In 2025 wordt in het gebiedsontwikkelingsproject Koningsdiep op basis van de uitkomsten van de MER voor de boven- en middenloop een inrichtingsplan opgesteld (350 ha).

In 2025 wordt gewerkt aan voorbereiding van de uitvoering van het inrichtingsplan Dulf Mersken (240 ha). Hiermee wordt zowel invulling gegeven aan de Natura 2000 doelstellingen als de waterdoelen. De inzet is om in najaar 2025 gestart wordt met de uitvoering.

Tabel met geactualiseerde programmering te realiseren uitvoering Natuurpact
Betreft periode 2014-2027, peildatum 1-1-2024. 

Opgave 2014-2027 Taakstelling 1-1-2022 Gerealiseerd t/m 2023 Restanttaakstelling Prognose 2024 Prognose 2025
Verwerving/functiewijziging 1.600 ha 187 ha 1.413 ha 113 100
Inrichting 4.000 ha 545 ha 3.455 ha 300 200

Risico’s
Algemeen:
In deze paragraaf lichten we alleen de risico’s toe van de natuurontwikkelingsopgave. Over de risico’s van de rest van het Natuurpact rapporteren we in hoofdstuk 3.1 Natuur van deze begroting.

Ontwikkelopgave:

  • Tempo grondverwerving te laag - Indien het tempo van vrijwillige grondverwerving te laag is zullen de doelen voor de ontwikkelopgave en daarmee de KaderRichtlijn Water (KRW) en Natura 2000 niet worden gehaald. In april 2022 heeft PS op basis van de strategisch grondnota NNN een besluit genomen over het in te zetten instrumentarium. Hiermee wordt ingezet op het maximaal vrijwillig realiseren van natuur. Na 2028 kan voor prioriteit 1 en 2 NNN gerealiseerd worden op basis van volledige schadeloosstelling. Het eventueel inzetten van schadeloosstelling brengt wel hogere kosten met zich mee en voor maximaal vrijwillig kunnen realiseren is meer capaciteit nodig. Dit heeft op zichzelf weer een negatief effect op het aantal ha’s dat kan worden gerealiseerd met het budget. In de Midterm Review zullen we met voorstellen voor de realisatiemogelijkheden komen.
  • Tempo van doorlevering van ingerichte natuurgrond te laag – Als het niet lukt om door de provincie verworven en als natuur ingerichte gronden door te verkopen aan een eindbeheerder heeft dit als gevolg dat de provincie dan kosten heeft voor het beheer maar ze kan zichzelf geen beheersubsidie toekennen. Als beheersmaatregel kunnen de beheerkosten dan worden gefinancierd uit het budget voor de ontwikkelopgave.
  • Onvoldoende budget voor de realisatie NNN – Op dit moment is er onvoldoende budget voor de realisatie van het NNN (schadeloosstelling en realisatie van de provinciale opgave). Daarnaast is er nog een risico dat andere onderdelen van Natuurpact meer financiering nodig hebben en dit zou ten koste kunnen gaan van de realisatie van NNN. Als beheersing wordt ingezet op het maken van een financiële risicoanalyse, zodat er tijdig en goed beeld is van de financiële voortgang van het totale Natuurpact.
  • Onvoldoende beschikbare capaciteit – Voor de realisatie van het NNN is meer inzet van capaciteit nodig. Op dit moment zijn er zoveel ontwikkelingen in het landelijk gebied dat het beeld is dat er onvoldoende beschikbare capaciteit is om het NNN te realiseren. Zowel qua inzet als het vinden van personeel dat voldoende kennis en ervaring heeft. Zeker gezien de grote opgaven die aan de orde zijn in het landelijk gebied. 
  • Invloed FPLG - De inschatting is dat de besluitvorming en het vervolg rond de aanpak stikstof en het FPLG invloed gaan hebben op de realisatie van het NNN. 

5 Programma Natuur

Terug naar navigatie - 5 Programma Natuur

Algemeen
Programma natuur

De provincies en het Rijk hebben als onderdeel van de structurele aanpak stikstof afgesproken om een gezamenlijk Programma Natuur op te stellen, aanvullend op het Natuurpact. Belangrijke hoofdlijn van het Programma Natuur is om condities te realiseren voor een gunstige staat van instandhouding (Svl) van alle soorten en habitats onder de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR). Hiermee wordt gestreefd, in samenhang met de andere maatregelen in de structurele aanpak stikstof, om aan de eisen te voldoen die de VHR stelt. De inzet richt zich vooral op maatregelen in en rond beschermde natuurgebieden (Natura 2000 en het Natuurnetwerk Nederland). 

De provincie heeft voor de periode 2021-2023 een Uitvoeringsprogramma Natuur opgesteld. Hierin is beschreven hoe gebiedsgericht invulling wordt gegeven aan het realiseren van de condities, die nodig zijn voor een landelijk gunstige Staat van Instandhouding, waar bij aanvang van het programma sprake is van een te hoge stikstofdepositie voor stikstofgevoelige soorten en habitattypen in de provincie Fryslân. Op 15 november 2023 heeft de minister van N&S besloten om de uitvoeringstermijn van het programma Natuur te verlengen van ultimo 2025 naar ultimo 2026. Dit naar aanleiding van het verzoek van de provincies die aangaven meer tijd nodig te hebben om de maatregelen uit te kunnen voeren. 
In het programma is ook aangegeven welke maatregelen in de gebieden worden uitgevoerd. Dit zijn vooral maatregelen gekoppeld aan het herstel van stikstofgevoelige natuur in zowel Natura 2000-gebieden als in het overige NNN die binnen drie jaar uitgevoerd kunnen worden en aanvullend op het Natuurpact zijn. In deze fase vindt een voorbereiding plaats op de gebiedsgerichte aanpak NPLG en wordt de koppeling onder andere met brongerichte maatregelen stikstof voorbereid. Deze maatregelen worden in de jaren 2024 en 2025 uitgevoerd. In het programma Natuur is ook een 2e fase voorzien. De planvorming daarvan start in 2023 en in 2024 zal een aanvraag voor vervolgmaatregelen bij het Rijk worden ingediend. Deze 2e fase loopt van 2024 tot 2032 De te treffen maatregelen hebben betrekking op benodigd systeemherstel voor realisatie instandhoudingsdoelstellingen, met de focus op de met stikstof overbelaste Natura 2000-gebieden. De Natuurdoelanalyses (NDA’s) zullen onder meer de basis vormen voor de te treffen maatregelen. De financiering van deze maatregelen vindt plaats via Programma Natuur en heeft een duur van 2024 – 2032. De exacte omvang hiervan is nog niet bekend.

PS besluiten
Uitvoeringsprogramma 2e fase programma Natuur
Dit programma zal in 2024 ter kennisgeving aan PS verzonden.

Wetgeving:
Wet Stikstof en Natuurherstel (WSN)

Financiële stand van zaken

Voor het uitvoeringsprogramma Natuur hebben we van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit € 44,8 mln. ontvangen, dit op basis van de ingediende plannen. De maatregelingen (€ 31 mln.) worden uitgevoerd door de terrein beherende organisaties (TBO) en door de provincie zelf. Verder kunnen de middelen ingezet worden voor grondaankopen (€ 10,7 mln.) en voor onderzoek en personeelsinzet (€ 3,2 mln.) . Onderling kan binnen het budget geschoven worden.  Het totaalbedrag ad € 44,8 mln. is reeds ontvangen. Tot nu toe is er van dit bedrag ca. € 15 mln. besteed. Het zwaartepunt van de uitvoering ligt op de jaren 2024, 2025 en 2026. Niet bestede middelen gaan terug naar het ministerie. Jaarlijks vindt er een verantwoording plaats aan het Rijk over de stand van zaken. De eindafrekening vindt plaats in 2026. Het verantwoordingsproces vindt plaats via SiSa.

Wat gaan we doen in 2025?

De 1e fase programma Natuur wordt uitgevoerd in 2024, 2025 en 2026 door de verschillende terrein beherende organisaties en via projecten die de provincie zelf uitvoert. Daarnaast wordt het uitvoeringsprogramma programma Natuur 2e fase opgesteld en vastgesteld en zal een start worden gemaakt met de uitvoering van de maatregelen.  

Risico’s
Uitvoeringsprogramma Natuur: 
Alle provincies plegen een extra inspanning voor natuurherstel. Zij hebben ook allen hiervoor middelen ontvangen van het Rijk. Al deze werkzaamheden vragen ook veel capaciteit die niet bij iedere organisatie aanwezig is. Het risico is dat er landelijk te weinig capaciteit aanwezig is om alle werkzaamheden tijdig uit te voeren. LNV heeft ter verkleining van het risico een kennisbank opgezet om daarmee kennis met elkaar te delen waardoor de kwetsbaarheid daalt. Daarnaast is de uitvoeringsperiode met een jaar verlengd waardoor de verwachting is dat de maatregelen tijdig uitgevoerd kunnen worden. 
Door de inflatie stijgen de kosten en kunnen projecten mogelijk niet binnen het budget worden uitgevoerd. Dit kan er toe leiden dat er keuzes moeten worden gemaakt over projecten die niet kunnen worden uitgevoerd. 

6 FPLG (Fries programma landelijk gebied)

Terug naar navigatie - 6 FPLG (Fries programma landelijk gebied)

PS-besluiten
Het definitieve gebiedsprogramma FPLG wordt voorgelegd aan PS.

Op 31 mei 2023 hebben Provinciale Staten besloten dat voor de jaren 2023 en 2024 tot een maximum van € 7 mln.  aan kosten gemaakt mogen worden voor het FPLG in afwachting van de Rijksbijdrage.

Op 24 april 2024 hebben Provinciale Staten een motie aangenomen waarmee het college opdracht krijgt om;

  • Bij het tot stand komen van de september (2024) versie van het FPLG in ieder geval een breed scenario mee te nemen waarin prioriteit ligt op maatregelen die het meest kosteneffectief en doelmatig zijn richting Nationale wettelijke opgaves en maatregelen, overeenkomend met het bestuursakkoord en dit scenario in september voor te leggen ter discussie aan de Staten.
  • Een leefbaar platteland en een vitale landbouwsector waarbij perspectief voor alle vormen van landbouw geborgd is als (leidend) uitgangspunten op te nemen in de nadere uitwerking.
  • De zorg over de NDA’s en de oproep naar een betere en eenduidige natuurmonitoring mee te nemen in het vervolgproces van het FPLG.

Actuele stand van zaken Transitiefonds Landelijk Gebied - NPLG/FPLG

In oktober 2023 heeft de minister voor Stikstof en Natuurherstel een eerste reactie gegeven op de concept-gebiedsprogramma's van alle provincies. Uit de tussentijdse beoordeling van RTLG bleek dat Fryslân een goede eerste versie heeft gemaakt waarmee een goede basis is gelegd voor het maken van een definitief gebiedsprogramma. De minister vraagt van provincies om uiterlijk 31 augustus 2024 een volgende versie in te dienen. Eind juni 2023 zijn ook aanvragen ingediend voor Maatregelpakketten. Deze zijn ook beoordeeld. De minister vraagt aan provincies om uiterlijk 1 april 2024 verbeterde aanvragen in te dienen. 

Eind mei 2024 heeft de nieuwe regeringscoalitie haar plannen gepresenteerd in het Hoofdlijnenakkoord. Daaruit blijkt dat de partijen het voornemen hebben om de verdere behandeling van de Tijdelijke wet Transitiefonds Landelijk Gebied in te trekken. Parallel daaraan worden ook de voor dat fonds gereserveerde middelen geschrapt. 

Het FPLG was bedoeld als het gebiedsprogramma waarmee provincie Fryslân vastlegt hoe zij de doelen van het NPLG wil realiseren. Met het (ontwerp-)NPLG had het oude kabinet beoogd om te komen tot integrale realisatie van (wettelijke) doelen voor Natuur, Stikstof, Water en Klimaat(-mitigatie). Ook de transitie van de landbouwsector maakt hier onderdeel van uit. Het gebiedsprogramma was daarmee de basis voor het aanvragen van middelen van het Transitiefonds. Het is nog onduidelijk of en hoe het nieuwe kabinet verder gaat met het (ontwerp-)NPLG. Daarmee is het voor provincies ook onduidelijk op welke wijze zij invulling moeten en kunnen geven aan het realiseren van de doelstellingen. De al bestaande en lopende nationale en provinciale programma's voor de doelen en daarvoor beschikbaar gestelde middelen zijn niet toereikend. 

Financiële stand van zaken 

Versnellingsagenda Landelijk gebied 2022

Voor de uitvoering van drie versnellingsvoorstellen, Fochteloërveen, Aldeboarn de Deelen en van middelen- naar doelen beleid is in 2022 via een regeling van de minister van Natuur en Stikstof,  € 24 mln. ontvangen. Deze middelen zijn bedoeld om de gebiedsgerichte aanpak voor natuur, inclusief stikstof, water en klimaat te versnellen. De uitkering is verstrekt voor kosten die gemaakt zijn tot 31 december 2024.  Niet bestede middelen gaan terug naar het ministerie. Op 25 juni 2024 heeft het college ingestemd met het indienen van een verzoek om deze regeling met een jaar te verlengen. Naar verwachting stemt het Rijk hiermee in waardoor wij een jaar langer aan uitvoering kunnen werken.

Regeling Provinciale Maatregelpakketten Landelijk gebied

In februari 2024 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een begrotingswijziging voor het ministerie van LNV. Daarna is begin juli 2024 ingestemd met een aanvullende begrotingswijziging in de Voorjaarsnota. Daarmee is € 1,54 mld. beschikbaar voor provincies om tot uitvoering te komen van maatregelen in het landelijk gebied. Voor Fryslân is hiervan € 180 mln. gereserveerd op basis van de ingediende aanvragen. Op 2 april 2024 heeft het college ingestemd met het indienen van verbeterde aanvragen. Op 7 juni 2024 heeft de minster de provincie geïnformeerd dat de aanvragen positief zijn beoordeeld en dat op basis daarvan de middelen kunnen worden toegekend. Op 11 juni is de Spuk Regeling Provinciale Maatregelpakketten Landelijk gebied (Rpml) gepubliceerd. Op 18 juni 2024 heeft het college ingestemd met het indienen van de aanvraag voor deze regeling. Begin september is de beschikking voor de eerste € 150 mln. ontvangen. Naar verwachting ontvangen wij eind van het jaar een beschikking voor het resterende bedrag van € 30 mln..  De regeling loopt vier jaar en schrijft voor dat de middelen uiterlijk 31 december 2026 worden uitgegeven. De regeling biedt mogelijkheid voor verlenging van nog eens vier jaar.

Indirecte Uitvoeringskosten / Voorbereidingskosten

Provinciale Staten hebben op 31 mei 2023 ingestemd om tot maximaal € 7 mln. aan kosten te maken vooruitlopend op de rijksbijdrage voor het FPLG. Naar aanleiding van een gehouden artikel 2 onderzoek is voor de boekjaren 2022 en 2023 eens € 1.191 mln. ontvangen. Daarmee is er dekking voor de uitgaven in die jaren en is er geen gebruik gemaakt van deze € 7 mln..

Voor het jaar 2024 is een bedrag van € 5,7 mln. beschikbaar gesteld voor Indirecte Uitvoeringskosten. Hiermee kunnen de kosten die worden gemaakt voor de voorbereiding van het FPLG worden gedekt. Het gaat dan vooral om capaciteit, bedrijfsvoering en organisatiekosten. Deze middelen zijn dekkend voor het boekjaar 2024, dat betekent dat er ook dit jaar geen aanspraak wordt gedaan op de € 7 mln.. 

In de Voorjaarsnota van het Rijk is een voorstel gedaan om ook voor de jaren 2025 en 2026 Indirecte Uitvoeringskosten beschikbaar te stellen voor provincies. Hierover is nog geen besluit genomen. Wij verwachten dat er in deze jaren wel kosten moeten worden gemaakt waarvoor nog geen dekking is. 

Wat gaan we doen in 2025?

  • Versnellingsagenda 2022 uitvoeren.
  • Maatregelpakketten Landelijk gebied uitvoeren.

Omdat het nieuwe kabinet het Transitiefonds gaat schrappen is onze verwachting dat er ook geen vervolg komt op het NPLG. Beleid maken zonder uitzicht op middelen om tot uitvoering te komen is niet gebruikelijk. In de provinciale omgevingsvisie moet de provincie kaders vastleggen in spoor 1 voor Landbouw en Natuur. Voor de invulling daarvan kunnen het concept-gebiedsprogramma FPLG (juni 2023) en de Voortgangsrapportage FPLG (september 2024) worden gebruikt.

Risico's
De aanvragen voor Maatregelpakketten zijn opgesteld in het voorjaar van 2023 met de verwachting dat het Transitiefonds zou worden ingesteld. In het proces tussen opstellen en definitieve toekenning van middelen (maart 2023 - september 2024) zijn de spelregels voor toekenning voortdurend veranderd. De demissionaire status van het vorige kabinet zorgde voor een zeer nauwgezette en beheersmatige beoordeling van de plannen waardoor de speelruimte beperkt is. Onze aanvragen zijn bovendien gericht op de eerste jaren van uitvoering. Daarom zijn de beschikbare middelen beperkt. Voor volledige uitvoering en doelbereik moet er gezocht worden naar aanvullende financiering. Dit zou kunnen betekenen dat maatregelen niet volledig kunnen worden uitgevoerd en processen voortijdig moeten worden  beëindigd.

Daarnaast zijn er door de veranderende spelregels beperkte middelen beschikbaar voor uitvoering. Hierover wordt overleg gevoerd met LNV/RTLG. Ook de onzekerheid van middelen voor indirecte uitvoeringskosten is een risico voor de jaren 2025 en 2026.

7 Veenweide

Terug naar navigatie - 7 Veenweide

Veeweide verdelen we onder in:
7a. Veenweideprogramma 2021-2031
7b. Gebiedsontwikkeling Aldeboarn De Deelen
7c. Gebiedsontwikkeling Hegewarren
7d. Gebiedsontwikkeling Idzegea

7a. Veenweideprogramma

Terug naar navigatie - 7a. Veenweideprogramma

Inleiding 

In het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015 hebben landen afgesproken om de opwarming van de aarde te beperken tot minder dan 2 graden. Als uitvloeisel hiervan werd in Nederland op 2 juli 2019 de Klimaatwet van kracht.  Het Veenweideprogramma richt zich op het realiseren van een bijdrage aan de CO2-uitstootreductie zoals vastgelegd  in de Klimaatwet. In het Nationaal Klimaatakkoord maakten overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties in 2019 afspraken over de realisatie van de doelen uit de Klimaatwet. Het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet bevestigt bestaande afspraken t.a.v. klimaat en vormt daarmee een stimulans om uitvoering te blijven geven aan het Veenweideprogramma.

Onze ambitie voor de lange termijn (2050) is een blijvend evenwicht, waarin veenafbraak, bodemdaling en CO2-uitstoot nagenoeg zijn gestopt. De kwaliteit van landschap en natuur is verbeterd. Ook de leefbaarheid en vitaliteit staan op een hoog peil; de landbouw heeft zich aangepast aan de veranderde omstandigheden en recreatie en toerisme hebben zich verder ontwikkeld. Om tot deze ambitie te komen richten we ons voor 2030 op de volgende veenweidedoelen:

  1. De negatieve effecten van bodemdaling zijn verminderd (gemiddeld 0,2 cm minder bodemdaling per jaar): Enerzijds door de absolute bodemdaling te beperken, anderzijds door de negatieve effecten te beperken, mitigeren of te compenseren. Dit moet ertoe leiden dat schade aan woningen, wegen en infrastructuur wordt beperkt, de stijging van kosten van waterbeheer in het gebied ook in de toekomst beperkt blijft, de verdroging van natuurgebieden is afgenomen, en het landschap en de cultuurhistorie van het veenweidegebied herkenbaar blijven.  
  2. De uitstoot van broeikasgassen uit de veenbodem is in 2030 met 0,4 megaton CO2 equivalenten per jaar afgenomen.  
  3. De landbouw heeft een duurzaam toekomstperspectief.  
  4. Het watersysteem is waterrobuust en klimaatbestendig ingericht.

De uitvoering van het Veenweideprogramma vindt plaats in de gebiedsprocessen. Deze processen lopen in drie ontwikkelgebieden, Aldeboarn-De Deelen, de Hegewarren en Idzegea, terug te vinden als apart project in deze begroting. Ook zijn er drie kansrijke gebieden, Groote Veenpolder, Leechlân Grou-Warten en Akkrumer Goedland. Ontwikkelgebieden hebben prioriteit boven kansrijke gebieden en zijn verder in de uitvoering en planvorming.  

PS besluiten

  • Op 21 januari 2015 is de integrale visie vastgesteld voor het veenweidegebied, de Veenweidevisie, in nauwe samenwerking met Wetterskip Fryslân, de Friese gemeenten, belangenorganisaties en de mensen die er wonen en werken.
  • Op 18 juli 2018 is de zogeheten tussenstap 18/19 vastgesteld voor de uitvoering van de Veenweidevisie na 2019
  • Op 22 januari 2020 is ingestemd met de drie sporen aanpak gebaseerd op aanbevelingen uit de maatschappelijke kosten – batenanalyse van het veenweidegebied in Friesland.  
  • Op 26 mei 2021 is het Veenweideprogramma 2021-2030 vastgesteld waarmee invulling wordt gegeven aan de te realiseren opgaven in het Friese veenweidegebied tot 2030.
  • Op 21 december 2022 is de Funderingsaanpak vastgesteld door PS.
  • Op 12 juli 2023 hebben PS ingestemd met het voorstel voor de uitvoering van de moties die zijn ingediend door PS en AB naar aanleiding van de Funderingsaanpak d.d. 21 december 2022. Het gaat om de subsidie duurzaam funderingsherstel, financiering en doorpakken op code rood, maximale duur garantieregeling, eigen bijdragen funderingsonderzoek kwijtschelden, psychosociale kant van funderingsproblematiek, commissie bijzondere gevallen en financiële verbreding Funderingsaanpak.

Financiële stand van zaken

Veenweide uitvoering algemeen
Bedragen in euro's
Peildatum: 23/5/2024
Omschrijving Actueel budget Aandeel Provincie Besteed
Uitvoering jaarplannen 34.889.188 32.006.115 17.977.944
Uitvoering Funderingsaanpak 14.475.550 6.712.300 160.592
Uitvoering Regiodeal NIL 2022-2024 665.624 0 148.194
Totalen 50.030.362 38.718.415 18.286.729

1) Besteed is incl. besteed door Wetterskip.  

Wat gaan we doen in 2025?

In het kader van het FPLG wordt in het najaar van 2024 € 45 mln. door het Rijk beschikt voor uitvoering van de maatregelpakketten Veenweide. Ook wordt er gebruik gemaakt van de mogelijkheden van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (Samenwerkingsmaatregel Veenweide en de niet grondgebonden maatregelen). Beide budgetten zijn een impuls om in de gebieden een nieuwe stap in de uitvoering te zetten. 

Naar verwachting is er in 2025 ingestemd door de Europese Commissie met de Compensatiesystematiek Veenweide (CSV). Dit is een belangrijk instrument om in Fryslân te komen tot uitvoering. 

Op dit moment is er onvoldoende menskracht en onvoldoende budget om de doelstellingen uit het Veenweideprogramma 2021 – 2030 te realiseren. Bij de risico’s gaan we daar verder op in. 

In 2025 gaan we binnen de programmalijnen de volgende werkzaamheden uitvoeren:

P1 Waterbeheer en klimaatadaptatie

  • Voortzetting en verdere uitrol van de pilots met flexibel peilbeheer (‘hoger als het kan, lager als het moet’) ;
  • Als onderdeel van de integrale aanpak de Kaderrichtlijn water-maatregelen voor waterkwaliteitsverbetering meenemen in de gebiedsgerichte aanpak.
  • Inzet op de problematiek rondom funderingsschade en het borgen van de effectiviteit van hoogwatercircuits
  • Ondersteuning van planvorming voor waterkwantiteit; zoet water toevoer en waterberging.  


P2 Bodem en grondgebruik

  • Voortzetting proeftuin bodem; veenoxidatie afremmen door bodemmaatregelen zoals klei in veen, overlagen en profielkeren;
  • Voortzetting projecten integraal bodembeheer, draagkracht, bodemverdichting, duurzame maisteelt en biodiversiteit (weidevogels).
  • Volgen proeven waterbergend vermogen van de bodem en bodemvruchtbaarheid;


P3 It Nije Buorkjen 

  • Implementatie Compensatiesystemtiek Veenweide (CSV), borgen in de uitvoeringsorganisatie en adviseurs Landbouwadviespool opleiden;
  • Opzetten van infrastructuur en governance voor toekenning van de middelen van het Nationaal Groeifonds (project NL2120 Fryslân)
  • Realisatie van twee proefbedrijven in Hegewarren en nieuwe verdienmodellen in Akkrumer Goedland, als onderdeel van NL2120 (let op: hier weghalen als het terugkomt bij HW en AG)
  • Benutten generieke instrumenten zoals subsidieregelingen om veranderingen in de landbouw te stimuleren.

P4 Natuur en biodiversiteit

  • Uitvoeren Lanschapsecologische systeemanalyse (of vergelijkbaar) in heel het veenweide programmagebied en ondersteuning van specifieke LESA’s in de gebieden;
  • Archeologische waarden/resten in beeld brengen in Hegewarren en in ieder geval twee andere gebieden;
  • Onderzoek naar CO2-vastlegging, overgangszones en vegetatieontwikkeling en biodiversiteit;

P5 Integrale gebiedsaanpak
 
Separaat wordt nader ingegaan op de drie belangrijkste gebiedsprojecten (ontwikkelgebieden) van Veenweide, namelijk Aldeboarn de Deelen, Hegewarren en Idzegea. Daarnaast wordt vanuit Veenweide nog een aantal gebiedsprocessen actief ondersteund: 

Groote Veenpolder: We gaan verder met het ontwikkelen van een integraal gebiedsplan. We streven ernaar dit in 2025 klaar te hebben. Hiervoor maken we een aantal gebiedsanalyses om scherp te krijgen wat de (on)mogelijkheden zijn om gebiedsdoelen te realiseren en wat de houdbaarheid van het watersysteem in 2050+ is. De pilots rondom flexibel peilbeheer en de proeftuin Bodem worden voortgezet. We verkennen de mogelijkheden en rechtsvorm van een gebiedsorganisatie zoals een grondcoöperatie  om als gebied regie te hebben op vrijkomende grond van stoppers en verplaatsers.

Leechlan Grou-Warten: We gaan verder met de verkennende fase in het Leechlân. Met inmiddels een groot draagvlak in het gebied beginnen we aan de projecten zoals genoemd in het startdocument dat in april ’24 door het BOF is vastgesteld. De ervaringen en resultaten hiervan vormen de bouwstenen voor de verdere planuitwerking.  Daarnaast wordt een nieuwe projectleider aangesteld die samen met het gebied verantwoordelijk wordt voor een nieuwe fasering.  

Akkrummer Goedland:  We geven uitvoering aan de initiatieven om te komen tot een collectief verdienmodel vanuit de doelstellingen Veenweide. Hiervoor wordt concreet invulling gegeven aan de opgave van het landelijke Groeifonds (NL2120) en samengewerkt met Innovatiepolder Hegewarren.  


P6 Onderzoek en monitoring
Op het gebied van onderzoek en monitoring gaan we het volgende doen:

  • Voortzetting van deelname aan nationale onderzoeksprogramma's, onder andere op het gebied van broeikasgasmetingen en monitoring van bodemdaling en daarnaast ook eigen lopende monitoring van broeikasgassen en bodemdaling;
  • Voortzetting van de monitoring van grondwaterpeilen en bodemvocht bij aangepast peilbeheer (o.a. bij Boeren Meten Water);
  • Voortzetting van het vervolgonderzoek naar preventie en risico's op het ontstaan of toenamen van dierziekten bij nattere omstandigheden (met name leverbot en salmonella);  
  • Het actueel houden van de meetpunteninventarisatie voor grond- en oppervlaktewatermeetpunten;  
  • Het uitvoeren van de jaarlijkse analyse van meetgegevens van grondwaterstanden en vochtgehaltes.
  • Daarnaast blijven wij samenwerken met landelijke initiatieven, onder meer vanuit het Nationaal Onderzoekscentrum Bodemdaling Veenweide en het onderzoeksprogramma Somers.  

P7 Funderingen
Continueren uitvoering Funderingsaanpak, inclusief de moties bij de Funderingsaanpak:

  • Funderingsloket verder uitbouwen en ontwikkelen om woningeigenaren te helpen met informatie, funderingsonderzoek en -herstelplan en financiering
  • Subsidieregeling funderingsonderzoek
  • Subsidieregeling funderingsherstel
  • Afronden doorpakken op code rood gevallen
  • Maximale duur garantieregeling
  • Kwijtschelden eigen bijdrage funderingsonderzoek
  • Psychosociale kant funderingsproblematiek
  • Commissie bijzondere gevallen
  • Financiële verbreding Funderingsaanpak. 

Risico’s

Onvoldoende beschikbare capaciteit: voor onder meer de gebiedsprocessen is tijd nodig om zorgvuldig met stakeholders in het gebied te komen tot een invulling van de verschillende opgaven. Hiervoor is voldoende inzet noodzakelijk. Het vinden van personeel dat voldoende kennis en ervaring heeft om deze processen met stakeholders uit het gebied te kunnen organiseren is noodzakelijk. Met een toenemend aantal gebiedsprocessen in het veenweidegebied zien wij dit als een risico. Onvoldoende capaciteit speelt ook voor de Funderingsaanpak. Begeleiding van woningeigenaren met dergelijke problemen is intensief, blijkt ook uit de ervaring van Groningen. Tevens is Fryslân voorloper in de Funderingsaanpak, wat pionieren en dus tijd investeren betekent.    
 
Onvoldoende budget voor de realisatie: Zoals bij de vaststelling van het FPLG is aangegeven is zo’n € 1,4 mld. nodig om het veenweideprogramma tot uitvoering te brengen, inclusief de aanpak funderingen. Met het wegvallen van het Transitiefonds landelijk gebied wordt voor de financiering gekeken naar overige financieringsbronnen vanuit het Rijk en Europa. Het is nog onvoldoende duidelijk welke financieringsbronnen waarvoor beschikbaar komen en in hoeverre dit ingezet kan worden voor de uitvoering van het veenweideprogramma. Duidelijk lijkt wel dat er onvoldoende budget is om de bestuurlijke taakstelling in 2030 te realiseren. Het is op dit moment niet te zeggen of de financiële verbreding van de Funderingsaanpak haalbaar is, omdat dit afhangt van de landelijke beleidsontwikkeling.  
 
Onvoldoende tempo in de grondverwerving: Invulling van de opgaven in de gebiedsprocessen vraagt de mogelijkheid om af te kunnen waarderen en te kunnen compenseren. Grond is hierin cruciaal. Tot op heden hebben we onvoldoende grond beschikbaar in de verschillende gebieden om te kunnen afwaarderen en compenseren en kunnen wij onvoldoende snel handelen.  

7b. Aldeboarn - De Deelen

Terug naar navigatie - 7b. Aldeboarn - De Deelen

Inleiding

Aldeboarn- De Deelen is één van de ontwikkelgebieden in het Veenweideprogramma 2021-2030. Binnen deze gebieden liggen er op inhoudelijke gronden en vanuit maatschappelijke energie veel kansen, én zijn er middelen om aan de slag te gaan. 
In het gebied loopt sinds 2016 een proces ‘van onderop’, gestart door burgers en boeren uit het gebied zelf . GS heeft in 2021 een breed samengestelde gebiedscommissie ingesteld met de opdracht om een integraal ontwerp gebiedsplan op te leveren. 
Eind 2023 is, als tussenstap naar een ontwerp gebiedsprogramma, door de gebiedscommissie een lange termijn visie (het Koersdocument) vastgesteld. De betrokken overheden (GS, DB Wetterskip en colleges van B&W van de drie betrokken gemeenten) hebben dit Koersdocument inmiddels als inspirerend en richtinggevend betiteld en uitgesproken er in gezamenlijkheid met de gebiedspartners verder invulling aan te willen geven.  Het doel daarbij is de leefbaarheid en vitaliteit van het gebied, waarbij de opgaven uit het veenweideprogramma en het FPLG, maar ook de ambities uit het gebied zelf integraal onderdeel zijn te bevorderen. Het Koersdocument is tevens ter kennisgeving aan de Staten toegezonden.   
Op verschillende manieren wordt ook nu al gewerkt aan de toekomst van het gebied, zo is de GLB-pilot Veenweide met flexibel peilbeheer (HAKLAM) in ADD Noord verlengd voor 2024 en worden waar mogelijk door de provincie strategische grondaankopen gedaan. Koppelkansen met de veenweideopgave worden verder uitgewerkt met de beschikking van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw, de Erfgoeddeal en een gebiedsofferte in het kader van Aanvalsplan Grutto voor ADD Noord. 

PS besluiten

  • Op 25 november 2020 heeft PS besloten om € 7 mln., van de € 22 mln. aan Friesland toegekende Impulsgelden van het Rijk, toe te kennen aan de gebiedsontwikkeling Aldeboarn- De Deelen.
  • Op 12 juli 2022 heeft PS via de Berap besloten om € 21.846.750, toegekend door het Rijk via de Versnellingsagenda 2022-2023, toe te kennen aan de gebiedsontwikkeling Aldeboarn-De Deelen

    Financiële stand van zaken 
Financieel overzicht Gebiedsproject Aldeboarn - De Deelen
Bedragen in euro's
Peildatum 23/5/2024
Omschrijving Actueel budget Aandeel Provincie Besteed
Planstudie & Gebiedsontwikkeling 4.152.772 0 1.506.319
Aankoop- en proceskosten Vastgoed 32.887.550 0 7.293.053
Uitvoering Regiodeal NIL 1.392.188 0 218.952
Uitvoering GLB pilot (via It Lege Midden) 1.721.032 0 n.b.
Totalen 40.153.542 0 9.018.324

Wat gaan wij doen in 2025?

  • Op basis van het koersdocument toewerken naar een concept integraal gebiedsprogramma, bestaande uit verschillende gebiedsplannen voor delen van het gebied inclusief een volwaardige organisatie vanuit de overheden in samenwerking met het gebied. De basis van dit ontwerp gebiedsprogramma wordt gevormd door de groenblauwe scenario’s en voorstellen voor integrale waterbeheersing,  met naast aandacht voor de gevolgen voor de landbouw ook nadrukkelijk aandacht voor natuur, wonen, recreëren en energie. Mits voldoende capaciteit voorhanden is kan dit concept gebiedsplan in de tweede helft van het jaar worden opgeleverd,
  • Afhankelijk van de verdere uitwerking van het ontwerp gebiedsplan zal mogelijk ook een milieueffectrapportage moeten worden opgesteld.
  • Het concept gebiedsplan vormt de basis voor de volgende fase in het gebiedsproces: Op basis van het concept gebiedsplan kan met behulp de Compensatie Systematiek Veenweide een eerste kostenopzet voor zowel de benodigde compensatie voor de landbouw als uitvoering van het gebiedsproces zelf worden opgesteld.
  • Bij voldoende financiële middelen kan vervolgens een concreet aanbod voor nadeelcompensatie (in geld of grond) aan de boeren en verpachters worden gedaan en begint het ‘wiel van veenweide’ te draaien, waarbij o.a. zo nodig een ruilverkavelingsproces wordt uitgevoerd.
  • Uitvoering en afronding van de GLB-pilot HAKLAM in ADD Noord op basis van de afgesproken verlenging in 2023.
  • Afronding van lopende projecten uit de regiodeal NIL.
  • Op advies van de gebiedscommissie worden vooruitlopend op de vaststelling van het ontwerp integraal gebiedsplan no regret maatregelen uitgevoerd.
  • Uitwerking van de Erfgoeddeal.
  • Uitwerking van de gebiedsofferte Aanvalsplan Grutto in samenwerking met het gebied.

Risico’s 

ADD is een voorloper, zowel in Fryslân als in Nederland in de manier waarop we gebiedsprocessen integraal willen oppakken. Dit betekent dat waar zaken nog niet bekend zijn, dit moet worden uitgezocht en ontdekt. Dit vraagt tijd, terwijl je in een proces zit waarin je verder wil en duidelijkheid aan het gebied wil bieden wat het wordt. Het behouden van het draagvlak en ontdekken van nieuwe dingen die we nog niet weten is een belangrijk risico voor het gebiedsproces.
Gebrek aan voldoende financiering is een tweede risico. Weliswaar beschikt het gebiedsproces vooralsnog over verschillende financieringsstromen maar pas in de loop van 2025 zal aan de hand van een globale begroting kunnen worden vastgesteld of er voldoende geld is om het proces daadwerkelijk tot uitvoering te brengen.
Tot slot vergen het kunnen beschikken over voldoende uitvoeringscapaciteit én compensatiegrond nog steeds de nodige aandacht.

7c. Hegewarren

Terug naar navigatie - 7c. Hegewarren

Inleiding 

De Hegewarren is één van de ontwikkelgebieden in het Veenweideprogramma 2021-2030. De bodem in de Hegewarren zakt en het waterbeheer wordt er ingewikkelder. Door het dalende veen komt er veel CO2 vrij en door lagere grondwaterstanden verdrogen omliggende natuurgebieden. Daarnaast ligt de Hegewarren naast het stikstofgevoelige natuurgebied De Alde Feanen. De peilen moeten omhoog om de problemen op te lossen. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor de mensen die in en om de Hegewarren wonen en de grond gebruiken. Daarom is juist hen gevraagd om na te denken over een goede invulling van het gebied met een hoger waterpeil. 

Bijna een jaar lang heeft een groep inwoners en betrokkenen uit en rondom de Hegewarren gewerkt aan oplossingen voor de toekomst van de Hegewarren in het veenweidegebied. Ze deden dat in een zogenaamd co-creatieproces. In 2022 heeft u op basis van de resultaten uit dat proces het besluit genomen om de polder om te vormen naar een waterrijk gebied met veel ruimte voor natuur en recreatie.  
Voor veehouders in het gebied verandert er veel. Ze kunnen of willen niet blijven in een polder met hogere grondwaterstanden. Ze gaven aan ervoor open te staan om in gesprek te gaan over het verplaatsen van hun bedrijf. Daarom heeft u hier in 2020 geld voor beschikbaar gesteld.

PS besluiten 

  • Op 27 november 2019 heeft PS vastgesteld dat een integrale gebiedsontwikkeling van de Hegewarren kansrijk is.  
  • Op 25 november 2020 heeft PS (vooruitlopend op de planvorming) een uitvoeringskrediet van € 30 mln., waarvan € 15 mln. aan Impulsgelden van het Rijk, beschikbaar gesteld voor het aankopen van de agrarische bedrijven in de Hegewarren 
  • Op 21 april 2022 lag een keuze voor tussen voorkeursvarianten Polderaquarel en Open en Natuurlijk als oplossing voor de gestapelde problematiek in de Hegewarren. Uw Staten hebben verzocht een aantal punten verder uit te werken en eerst een besluit te willen nemen over de beroepsvaarweg Drachten 
  • Op 21 september 2022 heeft PS besloten dat de vaarweg Drachten door de Hegewarren niet gerealiseerd wordt.
  • Op 21 september 2022 heeft PS ook de toekomstige koers van de Hegewarren vastgesteld in de vorm van de voorkeursvariant ‘Open en Natuurlijk’, en daarmee ook besloten om het eerste deel van de planfase te starten.

Financiële stand van zaken 
Van het in november 2020  beschikbaar gestelde uitvoeringskrediet van € 30 mln. t.b.v. het aankoopproces is ruim € 11 mln. besteed (peildatum juni 2023).   In september 2022 hebben de drie partijen budget (€ 150.000 per partij) en personeel beschikbaar gesteld voor het eerste deel van de planfase (tot medio 2024). Het provinciale aandeel in de tabel is inclusief de personeelscomponent. 

Financieel overzicht Gebiedsproject Hege Warren
Bedragen in euro's
Peildatum 23/5/2024
Omschrijving Actueel budget Aandeel Provincie Besteed
Aankoop- en proceskosten Vastgoed 30.497.400 15.000.000 12.099.488
Uitvoering Planstudie 870.000 570.000 427.529
Uitvoering Regiodeal NIL/kennismiddelen 450.000 294.588
Totalen 31.817.400 15.570.000 12.821.604

Wat gaan wij doen in 2025?

Op dit moment is iets meer dan de helft van het gebied aangekocht. We blijven in gesprek met de overige eigenaren in het gebied over de aankoop (of verplaatsing) van hun bedrijf en gronden.  

Tijdelijk beheer
Sinds 2023 zijn we gestart met het tijdelijke beheer van de gronden die we in eigendom hebben.  Dit betekent dat het Veenweideprogramma 21-30 deze gronden gebruikt voor o.a. innovatieve proeven op praktijkschaal met extensieve agrarische activiteiten op nattere veengrond, zoals andere teeltgewassen. In 2025 gaat het Veenweideprogramma verder met het telen en opschalen van lisdodde als teeltgewas, een natuurinclusief veebedrijf en een veen-waterinnovatiebedrijf.   Deze projecten bieden kansen om nieuwe verdienmodellen en bedrijfsconcepten te ontwikkelen en geeft inzicht in waar mogelijk aanpassingen van bestaand beleid noodzakelijk zijn om de transitie mede mogelijk te maken. Met al deze (nieuwe) inzichten kan het ontwerp van de voorkeursvariant ‘Open en Natuurlijk’ verder aangescherpt worden.  

Planvorming
We gaan verder met de planuitwerking van de gekozen variant 'Open en Natuurlijk'. In 2024 is een Landschapsecologische Systeem Analyse (LESA) uitgevoerd waarmee inzicht is verkregen in de potentiële effecten van de beoogde maatregelen op de kwaliteit van het water, de bodem en de natuur. De uitkomsten van deze analyse,  en andere onderzoeken zoals een archeologische verkenning, gebruiken we  als bouwstenen binnen het integrale ontwerpproces.  De keuzes die hieruit voortvloeien vertalen wij uiteindelijk naar verschillende scenario's inclusief een financiële onderbouwing. Zoals u van ons gewend bent betrekken we de omgeving en omwonenden bij het ontwerpproces.   

Na de planuitwerking leggen wij u een go/no-go besluit voor met bovengenoemde onderdelen. Wij hopen dit medio 2025 te kunnen doen.  Dit is echter sterk afhankelijk van de capaciteit die nodig is om het planvormingsproces te begeleiden (zie risico's). 

Risico’s
Het is de afgelopen periode niet gelukt alle benodigde posities te vullen binnen de organisaties van het Veenweideprogramma en de Hegewarren. Dit heeft o.a. te maken met de krapte op de arbeidsmarkt. Dit heeft gevolgen  voor het tempo van het planvormingsproces en de haalbaarheid van de beoogde mijlpaal om begin 2025 een go/no-go besluit voor te leggen. Dit kan ook gevolgen hebben voor het inzetten van de Groeifonds middelen.  

Een ander punt van aandacht is het aankoopproces. Verplaatsen van bedrijven wordt lastiger in verband met het schaarser worden van landingslocaties met een goede vergunning (met ruimte voor de toekomst), concurrentie van agrariërs uit andere provincies (waar hectareprijzen hoger zijn) en stijgende (ver)bouwkosten. 

7d. Idzegea

Terug naar navigatie - 7d. Idzegea

Inleiding

Idzegea is één van de ontwikkelgebieden in het Friese Veenweideprogramma 2021-2030. Het gebied is ongeveer 2500 hectare groot en telt 55 boerenbedrijven. Het ligt in een waterrijke omgeving en is daardoor erg in trek bij toeristen. De bodem bestaat uit een dikke laag veen. Door de ligging biedt het gebied kansen voor weidevogels.  

Boeren, betrokkenen, belanghebbenden en de overheden (provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân en de gemeente Súdwest-Fryslân) werken samen toe naar een integraal plan voor de toekomst van het gebied. Hiervoor is in 2023 een gebiedscommissie geïnstalleerd. In 2024 is gewerkt aan een gebiedsanalyse die dient als basis voor integraal ontwerp voor de toekomst van het gebied. Die gebiedsanalyse heeft inzicht geboden in de fysieke, sociaal economische en historische stand van het gebied. Er is een LESA uitgevoerd, is een landschapsbiografie opgesteld en met het Fries Sociaal Planbureau is gewerkt aan een nulmeting naar de brede welvaart in het gebied. We betrekken de brede omgeving daarbij en kijken integraal naar opgaven en kansen.

In 2025 gaan we op basis van scenariostudies toe naar een ontwerpplan voor de toekomst van het gebied. Het plan wordt naar verwachting eind 2025 opgeleverd en daarin wordt invulling gegeven aan de veenweideopgave maar ook, koppelkansen zoals Aanvalsplan Grutto maar ook leefbaarheid en energie.

Pilots en leren  
In Idzegea lopen verschillende pilots waarin we leren over het gebied en haar mogelijkheden. Zo brengen we knelpunten en kansen bij de invoering van hogere waterpeilen in beeld. Dit doen we bijvoorbeeld in een proef met flexibel peilbeheer. Ook nemen we deel aan het meetnetwerk Boeren meten Water. We voeren deze onderzoeken uit samen met betrokken partijen in het gebied. Waar nodig doen wij aanvullend onderzoek naar de bodem en grondwaterstanden. In 2025 ronden we een deel van die pilots af, we evalueren dan het verloop en bepalen een vervolg. Mogelijk wordt in een deel van het gebied al uitvoering gegeven aan een peilverhoging voor het hele jaar dankzij subsidiemogelijkheden vanuit de samenwerkingsmaatregel GLB. Waar mogelijk meten en monitoren we de effecten van die ingreep. 

PS besluiten

N.v.t.

Financiële stand van zaken 

Er is 1,6 mln. euro beschikbaar gesteld door de Provincie  voor capaciteit en producten voor de ontwikkel en ontwerpfase die van 2023 tot 2025 loopt.  Naar verwachting komt er in 2024 geld beschikbaar voor de uitvoering van het gebiedsproces vanuit het Maatregelpakket Klimaat Veenweide. 

Financieel overzicht Gebiedsproject Idzegea
Bedragen in euro's
Peildatum 23/5/2024
Omschrijving Actueel budget Aandeel Provincie Besteed
Uitvoering startnotitie 1.768.996 1.622.500 166.121
Uitvoering Regiodeal NIL 2022-2024 292.200 0 13.312
Totalen 2.061.196 1.622.500 179.433

Wat gaan wij doen in 2025?

  • Er wordt toegewerkt naar een integraal gebiedsplan. De insteek is om op basis van de gebiedsanalyse via scenario’s de vertaling te maken naar een ontwerpplan waarin invulling gegeven wordt aan de opgaven, kansen, (financiële) haalbaarheid en draagvlak
  • We hopen eerste stappen te maken met de grondverwerving.
  • In 2025 gaan we verder met diverse pilots zoals HAKLAM en Boeren Meten Water waarin we leren over het gebied. Een deel van die pilots lopen af en worden geëvalueerd.  We ronden een aantal Regiodeal NIL projecten af.
  • We voeren een aantal no-regret maatregelen uit aan het watersysteem

Risico's 

De bemensing van het veenweideprogramma is lastig op orde te krijgen, ook in Idzegea knelt het. Dat betekent dat de planvorming niet altijd op schema loopt. In 2024 hebben we vertraging opgelopen in het planproces en met het besteden van Regiodeal Middelen. Het treven is dat we begin 2025 weer op volle capaciteit kunnen voortgaan. 
Door het uitblijven van het transitiefonds is de toekomstige financiering van het project onzeker, ondanks dat een deel van de middelen uit het maatregelpakket in Idzegea is geland. 
Het lukt mede door een gebrek aan middelen, maar ook door weinig mobiliteit op de markt nog niet op grondposities te verkrijgen in het gebied.