Paragraaf 3. Grote projecten

In deze paragraaf staan alle grote projecten in de provincie Fryslân. Provinciale Staten hebben bepaald welke projecten zijn opgenomen. De verantwoording gebeurt aan de hand van de volgende vragen:
•    Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2024 genomen?
•    Wat heeft het gekost?
•    Hebben wij bereikt wat wij wilden bereiken?
•    Hoe hebben de risico’s zich ontwikkeld?

Overzicht projecten

Terug naar navigatie - Overzicht projecten

Projecten

1. Spoorprojecten
a. Lelylijn
b. ERTMS

2. Vismigratierivier

3. Bruggen/Sluis Kornwerderzand

Programma’s 

4. Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

5. Programma Natuur

6. Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG)

7. Veenweide
a. Veenweideprogramma 2021-2031
b. Aldeboarn-De Deelen
c. Hegewarren
d. Idzegea

1. Spoorprojecten

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Spoorprojecten

Terug naar navigatie - Spoorprojecten

Lelylijn

Beleid

G

Tijd

G

Geld

G

ERTMS

Beleid

G

Tijd

O

Tijd (toelichting)

Besluitvorming rond aanleg ERTMS Infra voor de noordelijke regionale lijnen kent inmiddels een vertraging van circa 7 maanden (op traject Harlingen-Leeuwarden).  Dit heeft nog geen effect op totale looptijd project.  Er is nog geen definitief startbesluit genomen vanwege complexiteit rondom integraliteit van de verschillende digitale systemen. 

Geld

G

1a. Lelylijn

Terug naar navigatie - 1a. Lelylijn

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2024 door Provinciale Staten?
Geen.

Wat heeft het gekost?
Het kabinet heeft € 3 miljard gereserveerd voor de realisatie van de Lelylijn. In 2023-2024 wordt het MIRT- en NOVEX-onderzoek voor de Lelylijn uitgevoerd. Met het Rijk is afgesproken de kosten hiervan ad € 8 miljoen te verdelen in 50% voor het Rijk en 50% voor de regio. Dit is voor het MIRT- en NOVEX-onderzoek Lelylijn (€ 6 miljoen), Deltaplan (€ 1 miljoen), onderzoek Bestaand Spoor (€ 0,5 miljoen) en onderzoek Nedersaksenlijn (€ 0,5 miljoen). Voor de provincie Fryslân betekent dit een bijdrage aan de plankosten van € 1 miljoen.  (Dit bedrag zit in het budget Lelylijn, opgenomen voor de bijdrage aan de plankosten voor Lelylijn en Deltaplan). Daarnaast dragen Friese gemeenten hieraan bij.

In het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB is de Lelylijn weer opgenomen. In de komende tijd moet de financiële component van de Lelylijn nog duidelijk worden.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd? 
In 2024 wordt het MIRT- en NOVEX-onderzoek voor de Lelylijn afgerond. Sinds december 2022 is het (door Rijk en Regio gezamenlijk opgerichte) projectteam Lelylijn aan de slag met het het MIRT- en NOVEX-onderzoek waarin de effecten van de Lelylijn worden onderzocht. Doel van het onderzoek is het opleveren van voldoende informatie om de Startbeslissing Verkenning Tracéwet te nemen door de minister eind 2024, als start van de formele planvoorbereiding en realisatie van de Lelylijn. Verder wordt een Ontwikkelperspectief NOVEX Lelylijn opgesteld ten behoeve van de nieuwe landelijke Nota Ruimte. Daarnaast wordt het participatietraject voortgezet. Naast dit onderzoek loopt in Europees verband een traject om de Lelylijn op te nemen in het 'extended core network', TEN-T. Er wordt lobby gevoerd richting Europa om cofinanciering voor de aanleg van de Lelylijn te krijgen uit de budgetten achter de TEN-T verordening en andere mogelijke Europese fondsen. Samen met regionale partijen zal gezocht worden naar mogelijkheden voor regionale cofinanciering. 

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Het is een risico of er zicht komt op 75% van de financiering van de Lelylijn. Dat hanteert het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat als spelregel voor het nemen van de Startbeslissing.  Betrokken partijen zijn hierover met elkaar in gesprek.  

1b. ERTMS

Terug naar navigatie - 1b. ERTMS

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2024 door Provinciale Staten?
In 2024 zijn geen besluiten genomen over de invoering van het nieuwe treinbeveiligingssysteem European Rail Traffic Management System (ERTMS) op de noordelijke regionale spoorlijnen. 

Wat heeft het gekost?
Het totale budget voor de ombouw van de treinen bedraagt € 99,5 miljoen. Hiervoor draagt de provincie Fryslân € 10 miljoen bij en de provincie Groningen € 20 miljoen (naar rato omvang van de concessie: 1/3 Fryslân en 2/3 Groningen). De bijdrage van de provincie wordt gedekt uit de te realiseren besparing in de concessie. Via een Specifieke Uitkering (SPUK) ontvangen de provincies van het Rijk naar rato het resterende bedrag. Arriva heeft op basis van een kasstroomregeling circa € 30 miljoen ontvangen; 1/3 van Fryslân en 2/3 van Groningen. Met deze middelen wordt het contract met Stadler gefinancierd, de partij die de treinstellen gaat ombouwen voor Arriva.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd? 
ProRail heeft een projectorganisatie in het leven geroepen om de uitrol van ERTMS in Nederland te organiseren. De werkzaamheden voor de provincie bestaan vooreerst uit het laten opstellen van ontwerpen door ingenieursdiensten voor de benodigde aanpassingen in de treinen in Fryslan en Groningen. Vanaf 2026 worden de treinstellen daadwerkelijk omgebouwd. Parallel daaraan zal ProRail de noodzakelijke aanpassingen aan de spoorinfrastructuur uitwerken. Hier worden voorbereidingen voor getroffen. De provincies hebben zitting in de stuurgroep ERTMS noordelijke lijnen en worden middels kwartaal- en jaarrapportages geïnformeerd. De regie op planning en uitvoering is belegd bij de landelijke Programmadirectie die hiervoor door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is opgericht.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

  • De beide provincies zijn volledig risicodragend voor de ombouw van het treinmaterieel naar verhouding van inbreng.
  • De indexering is een risico. We zijn in overleg met het Rijk dat zij hun bijdrage jaarlijks indexeren voor zover niet is uitbetaald. Ook onze eigen bijdrage wordt niet geïndexeerd, hetgeen op termijn kan leiden tot een tekort. In het totale budget is circa € 9 miljoen beschikbaar voor risicodekking.
  • Omdat de noordelijke lijnen als één van de eerste worden omgebouwd naar ERTMS kunnen er onvoorziene zaken optreden. Vooralsnog loopt voor Fryslân alles op schema.
  • De complexiteit van de integrale werking van de diverse ProRail systemen maakt dat er nog geen definitief startmoment is gepland. Vooralsnog kan de voorziene vertraging opgelost worden binnen de looptijd van project.

2. Vismigratierivier

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Vismigratierivier

Terug naar navigatie - Vismigratierivier

In 1932 is de afsluitdijk gerealiseerd. De afsluiting van de toenmalige Zuiderzee heeft ecologisch grote negatieve gevolgen gehad. Door het realiseren van de Vismigratierivier wordt de verbinding hersteld zodat trekvissen weer kunnen migreren tussen zoet en zout. 

Vismigratierivier

Beleid

G

Tijd

O

Tijd (toelichting)

Uitloop als gevolg van Covid en door vertraging op het Rijkscontract Versterking Afsluitdijk. De VMR is afhankelijk van deze planning. Oorspronkelijk zou het project in 2024 klaar zijn, dit wordt 2025. Inclusief de inregelfase (voor het verkrijgen van een optimaal functionerend ecologisch systeem) is dit 2028.

Geld

O

Geld (toelichting)

Er zijn een aantal begrotingswijzigingen. Voor een toelichting verwijzen wij naar de tekst hieronder. 

2 Vismigratierivier

Terug naar navigatie - 2 Vismigratierivier

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2024 door Provinciale Staten?
Geen.

Wat heeft het gekost?

    Budget         Besteed
Project    Totaal budget     Aandeel provinciale bijdrage in budget Gerealiseerd t/m 2024
Vismigratierivier deel 1     19.000.000    2.700.000     19.000.000
Vismigratierivier deel 2    44.200.000    3.200.000    19.700.000

 Het project is volop in de realisatie. Alle hoofdcontracten zijn inmiddels aanbesteed. Het project staat wel onder spanning door:
•    Uitloop als gevolg van Covid en door vertraging op het Rijkscontract Versterking Afsluitdijk. De VMR is afhankelijk van deze planning. Oorspronkelijk zou het project in 2024 klaar zijn, dit wordt 2025. Inclusief de inregelfase (voor het verkrijgen van een optimaal functionerend ecologisch systeem) is dit 2028;
•    Hoge prijsontwikkeling in de afgelopen jaren;
•    Problematiek met verzilting in het IJsselmeer (vaargeul Kornwerderzand), waardoor beoogde grondstromen vanuit project Sluis (uit de geulen) niet (tijdig) op gang komen om de VMR te realiseren (grondstromenproblematiek).

De aanvullende bijdrage van het Waddenfonds van € 5 miljoen  (onderdeel van de €44,2 mln.) is een belangrijke bijdrage om de financiële gevolgen van Covid en de gevolgen van de vertraging in het Rijkscontract te beperken. Een belangrijke maatregel om de hoge prijsontwikkeling te beheersen is een gewijzigde inkoopstrategie met zogeheten twee-fasen-contracten (vastgesteld door GS in 2021, zie ook brief 01937167). Bij deze  contracten wordt een knip aangebracht.  In de 1e fase, de  aanbesteding worden randvoorwaarden meegegeven, waaronder het taakstellend budget. Fase 2 start alleen mits dit past binnen de randvoorwaarden. Middels gesprekken en afstemming met Rijkswaterstaat wordt de grondstromenproblematiek beheerst.  
Hierdoor is het huidige beeld dat het project binnen de financiële kaders zal worden uitgevoerd. Let wel, er vanuit gaande dat het budget met € 2,5 mln. wordt verhoogd met het onderhoudsbudget (zie hierna). 

Bij de start van het project is een LIFE-subsidie van € 3.475.000 toegekend. Vanwege de eerder benoemde vertraging wordt momenteel met LIFE de verlenging van de subsidietermijn besproken.

Bij deze bestuursrapportage worden diverse begrotingswijzigingen aangeboden. Enkele daarvan vallen onder het mandaat van het college en enkele onder het mandaat van provinciale staten. Voor zover ze het budget laten muteren zijn ze hieronder benoemd.      
                    
€ 5.000.000     In 2023 bood het Waddenfonds de mogelijkheid om een aanvullende bijdrage te vragen vanwege de gevolgen van Covid (de pandemie heeft voor vertraging in projecten gezorgd, daarnaast heeft er extreme prijsontwikkeling plaatsgevonden).  Een bedrag van € 5 miljoen is toegekend aan het project.
€ - 250.000     De Waddenvereniging (WV) (initiatiefnemer van de VMR) heeft een Nationale Postcode Loterij-subsidie ontvangen. Van deze subsidie benut WV een deel voor haar eigen taken t.b.v. de VMR en zij betaalt een deel door aan de provincie voor de realisatie. Vanwege de uitloop van het project heeft de Waddenvereniging op het eigen deel hogere kosten dan voorzien.  Om dat te compenseren heeft zij gevraagd de subsidie aan de provincie met € 250.000 te verlagen en dat deel te reserveren voor haar eigen werkzaamheden t.b.v. de VMR. Dit is bestuurlijk vanuit de provincie toegezegd. 
€ 2.500.000     Voor beheer en onderhoud (b&o) is in de provinciale begroting vanaf 2024 een jaarlijks bedrag van € 500.000 opgenomen. Het project wordt gefaseerd aangelegd en diverse delen zijn al opgeleverd en moeten onderhouden worden. Als beheersmaatregel op de complexiteit is besloten dat de projectorganisatie de eerste 3 jaar na volledige ingebruikname betrokken en verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud, omdat het de verwachting is dat in die periode nog diverse maatregelen nodig zijn om het systeem te optimaliseren (in te regelen). Deze fase wordt de ‘inregelfase’ genoemd, deze loopt van 2026 tot en met 2028. Dit is onderdeel van het aanbesteedde contract. Omdat het project hiermee de kosten draagt voor het beheer en onderhoud in de periode 2024 t/m 2028, wordt het beschikbare onderhoudsbudget voor deze periode toegevoegd aan het projectbudget. 
€ 105.000     Met het Rijk is een Realisatieovereenkomst afgesloten voor de realisatie van het ‘doorlaatmiddel’ (‘het gat in de dijk’).  Onderdeel van deze overeenkomst zijn ook de inzwemopeningen aan de Waddenzijde van het project.  Het Rijk heeft hierop minderwerk en de provincie meerwerk. Dit betreft een bedrag van € 105.000 van het Rijk aan de provincie. 
€ 875.000    In 2023 is een financiële bijdrage gevraagd aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor het toevoegen van ecologische meerwaarde aan de VMR (Ecologisch Impulspakket Waddenzee).  LNV verstrekt deze middelen om een ‘impuls’ te geven aan natuurprojecten om het ecosysteem van de Waddenzee te versterken. De aanvraag is in januari 2024 gehonoreerd waardoor een bedrag van €875.000 kan worden toegevoegd aan het project. 

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd? 
Het project is opgedeeld in deelgebieden (zie afbeelding 1). Deelgebieden I en II liggen in het Waddenzee gedeelte van de Vismigratierivier. De overige deelgebieden in het IJsselmeer gedeelte. 

Afbeelding 1. Deelgebieden Vismigratierivier

In 2020 is de gefaseerde realisatie van de VMR van start gegaan. Deelgebied V is in 2021 gerealiseerd. Deelgebied III en II zijn in 2022 en 2023 grotendeels gerealiseerd. In 2024 zijn zullen de deelgebieden II, III en IV worden afgerond.  
Dee Europese aanbesteding van deelgebied VI is in 2023 doorlopen. In december 2023 is deelgebied VI gegund aan Boskalis.

In 2022/2023 is, na een aanbesteding, een gebiedsinrichtings- en exploitatieplan voor geheel Kornwerderzand (Beleef Kornwerderzand) ontwikkeld. In december 2023 is het plan opgeleverd. Een aantal onderdelen van dit plan, in het projectgebied van de VMR, is financieel gedekt. In 2024 zal er een ontwikkelteam met leden vanuit de betrokken partijen zijn opgezet om ondermeer aan de slag te gaan met het zoeken naar financiering voor de onderdelen (Kornwerderzand breed) waar wel draagvlak maar geen dekking voor is.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

De vertraging van het Rijksproject leidt ook tot vertraging voor de Vismigratierivier. Een langere doorlooptijd heeft financiële consequenties (o.a. indexering, personeelslasten, en hogere bouwkosten) en maakte verlenging van de natuurwetvergunning noodzakelijk. Generiek is er in de GWW-sector tevens sprake van (enorme) prijsstijgingen. 

Voor de aanpak van de Vismigratierivier is gekozen voor een gewijzigde inkoopstrategie met twee-fasen-contracten. De keuze voor deze strategie is een belangrijke beheersmaatregel om de gevolgen van de vertraging in het Rijkscontract en de problematiek met grondstromen te beheersen. Daarmee is voorkomen dat we pas konden bouwen nadat Levvel haar werk voor het Rijkscontract had afgerond en is de planning van de realisatie afgestemd op vrijkomende grondstromen van de Afsluitdijk waarmee zo veel als mogelijk hergebruikt is. Alleen op deelgebied VI zit nog een risico dat het taakstellend budget niet toereikend blijkt en/of fase 2 later dan gepland opgedragen kan worden in verband met beschikbaarheid van zand.  

Beoogd was om zand voor de VMR te winnen door de geulen naar Kornwerderzand, ten behoeve van de sluis, op diepte te brengen. Door “werk-met-werk” te maken, komen we op een voordelige manier aan het zand voor de Vismigratierivier. Rijkswaterstaat heeft geconstateerd dat er sprake is van een toenemende verzilting van het IJsselmeer. Om deze reden heeft RWS ons in 2021 verzocht de zandwinning uit de geulen on hold te zetten totdat duidelijk is wat de oorzaak van deze verzilting is en welke maatregelen er genomen moeten worden om dit op te lossen. Binnen afzienbare tijd zou er duidelijkheid zijn. Het verzoek is inmiddels overgegaan naar een eis. RWS heeft toegezegd te willen meedenken over oplossingen. Tot nu toe zijn we daar voor de verschillende deelgebieden succesvol in geweest en ook op dit moment lijken er goede mogelijkheden voor het laatste deelgebied (de Rivier). 
Risico voor de VMR is vertraging in de zandleverantie met als mogelijk gevolg,  dat het elders gekocht moet worden, fase 2 later opgedragen kan worden of  toenemende kosten waarvoor geen dekking is. In een worse case situatie worden de werkzaamheden niet opgedragen, en  wordt gezocht naar alternatieven binnen de financiële kaders van het project .
Aangezien het laatste deelgebied is gegund en het beheer en onderhoud van de VMR geregeld moet worden, zal nog een natuurbeheerder moeten worden geselecteerd. 

3. Bruggen/Sluis Kornwerderzand

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Bruggen /sluis Kornwerderzand

Terug naar navigatie - Bruggen /sluis Kornwerderzand

Het project omvat het vervangen van de bruggen in de A7, het verruimen van de grote sluis te Kornwerderzand en het verruimen van de vaargeulen in het IJsselmeer.  Daarmee wordt het IJsselmeergebied toegankelijk voor grotere schepen en levert baten op voor een brede regio. 

Bruggen/sluis Kornwerderzand

Beleid

G

Tijd

R

Tijd (toelichting)

Ten opzichte van de oorspronkelijk afspraken is er momenteel  sprake van een forse vertraging op de planning van het project.  Tezamen met het Rijk vindt er momenteel een herijking van het project plaats. Als er overeenstemming met het Rijk wordt bereikt over het vervolg,  zullen nieuwe  afspraken worden gemaakt , waaronder ook nieuwe projectplanning. 

Geld

O

Geld (toelichting)

De dekking voor het project is weliswaar rond, gebaseerd op de afspraken ten tijde van het afsluiten van de bestuursovereenkomst.  Ontwikkelingen en issues hebben er toe geleid dat er een herijking van het project plaatsvindt.  Voor scenario's die worden beschouwd, worden actuele kostenramingen opgesteld. Afspraken met het Rijk over het vervolg inclusief de financiering  zullen nog worden gemaakt.

3 Bruggen /sluis Kornwerderzand

Terug naar navigatie - 3 Bruggen /sluis Kornwerderzand

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2024 door Provinciale Staten?
Geen.

Wat heeft het gekost? 

  budget  budget Besteed  
Project totaal budget Aandeel provinciale bijdrage in budget Gerealiseerd t/m 2024 Toelichting
Sluis  Kornwerderzand 80.000.000 16.000.000 3.000.000 Besteding betreft voorbereidingskosten excl. 1,4 mln. verkenning/studie

Fase 1 bruggen  Kornwerderzand

100.000.000 3.500.000 11.700.000  

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd? 

In 2020 is een bestuursovereenkomst met het Rijk gesloten voor de realisatie van het project. Sindsdien hebben zich diverse ontwikkelingen voorgedaan en zijn er risico's opgetreden die van invloed zijn op het gehele project.  Dit vraagt een herijking van de afspraken. Een belangrijk element in het geheel is het verziltingsvraagstuk. Een eventuele oplossing voor dit probleem is bepalend voor het al dan niet kunnen verruimen van de vaargeulen in het IJsselmeer en daarmee of verruiming van de sluis zinvol is. Eind 2023 hebben de minister I&W en de vakgedeputeerde afgesproken om voor het project een tussenstap in te bouwen.  Er is een traject opgestart voor het opstellen van een beslisboom met de verschillende scenario’s voor het vervolg van het project en het financiële plaatje van de onderscheiden scenario’s. Om een besluit over de sluis en vaargeulen inclusief de bijbehorende scope-aanvullingen te kunnen nemen, dienen de resultaten vanuit het verziltingsonderzoek er te liggen.  Voor de zomer zal alle relevante beslisinformatie beschikbaar zijn, zodat de minister van I&W en de vakgedeputeerde een afspraak kunnen maken over het vervolg van het project. Indien er overeenstemming wordt bereikt, zullen de afspraken worden vastgelegd in een aangepaste bestuursovereenkomst en een realisatie-overeenkomst. Vervolgens kan dan de voorbereiding van de realisatie van de bruggen en de sluis verder plaatsvinden. Voor de aanpak van de sluis zal door PS dan nog wel een realisatiebesluit genomen moeten worden. 

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Voor het project zijn risico’s benoemd m.b.t. de verruiming van de sluis, de bouw van de bruggen en het verdiepen van de vaargeulen.  Voor de opgestelde scenario's van de beslisboom zijn actuele ramingen opgesteld. In deze ramingen is rekening gehouden met prijsontwikkeling, maar ook met gewijzigde wet- en regelgeving en de aanvullende eisen en wensen van Rijkswaterstaat. Dit betekent dat diverse risico's benoemd in de voorgaande rapportage niet meer actueel zijn.

De belangrijkste risico’s die er nog zijn, zijn hieronder opgenomen.

  • De bruggen in de A7 bij Kornwerderzand zijn einde levensduur en kan een storingsvrije afwikkeling van het weg- en vaarwegverkeer niet meer worden gegarandeerd. Van Rijkszijde bestaat de urgentie zo spoedig als mogelijk deze bruggen aan te pakken. Voor het Rijk kan dit aanleiding zijn prioriteit te geven aan een scenario waarbij alleen wordt ingezet op vervanging/renovatie van de bestaande bruggen in plaats van bredere bruggen conform de wens van de regio.
  • Het risico is aanwezig dat er tussen Rijk en regio geen overeenstemming wordt bereikt over de financiering van het vervolg van het project. Er zullen dan afspraken moeten worden gemaakt over de verdeling van de gemaakte kosten. Over dit verdelingsvraagstuk kan vervolgens ook nog verschil van inzicht bestaan.
  • Het verziltingsonderzoek uitgevoerd door het Rijk laat zien dat het verziltingsprobleem met een aantal effectieve maatregelen kan worden opgelost. Deze kansrijke maatregelen zijn nog niet in detail uitgewerkt en kennen nu nog diverse onzekerheden (technisch en financieel) en risico's.
  • De btw-compensatie blijft nog een risico van maximaal € 8,5 mln.  Ons uitgangspunt is dat er over het regionale financieringsdeel BTW gecompenseerd kan worden. Tevens is de aanname dat de marktbijdrage leidt tot het kunnen verrekenen van BTW van € 4,6 mln. Vooralsnog is de belastingdienst het niet eens met onze uitgangspunten. Hierover vindt nog overleg plaats met de belastingdienst.
  • De oorspronkelijke voorziene werkwijze om de vaargeulen in het IJsselmeer te verdiepen en de opgave die de provincie heeft zoals beschreven in de BOK, blijkt vanuit vergunningverlening in de praktijk slechts in zeer beperkte mate mogelijk. Daardoor zijn de mogelijkheden om opbrengsten te genereren middels werk-met-werk ook beperkt. De lucratieve vakken zijn of worden vergund aan marktpartijen. Een scenario waarbij de opgave van de provincie zich mogelijk beperkt tot de aanpak van de resterende, onrendabele stukken is niet geheel uitgesloten.

4. Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

Terug naar navigatie - Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

PS heeft november 2022 de herziene planning NNN (NatuurNetwerkNederland) vastgesteld. Hierbij is afgesproken dat we in de periode 2022 t/m 2027 750 ha functiewijziging/verwerving en 2000 ha inrichting NNN gaan realiseren. Hiermee wordt nog niet het gehele NNN gerealiseerd.

Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

Beleid

G

Tijd

R

Tijd (toelichting)

Op basis van de huidige voortgang is het beeld dat het niet gaat lukken om in 2027 om de volledige afgesproken opgave te realiseren. Met de Gebiedscommissies en Stuurgroep NmdM wordt aan verschillende realisatiestrategieën gewerkt om hiermee een zo'n groot mogelijk deel van het Friese NNN te realiseren. Volgend voorjaar komen wij met de Midterm Review NNN waarin we met een nadere analyse van de mogelijkheden en voortgang komen.

Geld

R

Geld (toelichting)

Voor de realisatie van de 750 ha functiewijziging/verwerving en 2000 ha inrichting  is er een tekort van 30 mln. euro. Er is geen sprake van een financieel risico omdat het beschikbare budget kaderstellend is. Dit wordt verderop nader toegelicht.

4 Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

Terug naar navigatie - 4 Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

In 2011 hebben provincies en het Rijk in het Onderhandelingsakkoord Natuur afspraken gemaakt over de decentralisatie van het natuurbeleid. Hiermee zijn wij verantwoordelijk geworden voor de uitvoering van de Natuuropgave. 

De decentralisatie is verder uitgewerkt in het Natuurpact. Het Natuurpact is afgesloten voor de periode 2014 – 2027. De uitvoering van het Natuurpact is in de begroting opgenomen in hoofdstuk 3.1 Natuur. Het betreft daar de planning voor het lopende begrotingsjaar op hoofdlijnen. In deze paragraaf Grote projecten wordt een toelichting gegeven op één van de onderdelen van het Natuurpact: natuurontwikkelingsopgave.

In het kader van het Natuurpact is met het Rijk afgesproken dat in 2027 het NatuurNetwerkNederland (NNN) wordt gerealiseerd. Fryslân heeft vanaf 1 januari 2022 nog een opgave van ca. 1600 ha verwerven/functiewijziging en 4000 ha inrichting NNN. Provinciale Staten heeft november 2022 besloten dat er maximaal wordt ingezet om het NNN te realiseren.  Gelet op de beschikbaarheid van geld, menskracht en beschikbaar instrumentarium is gebleken dat niet zonder meer het gehele NNN kan worden gerealiseerd. Vooral het verkrijgen van de benodigde grond dan wel het geïnteresseerd krijgen van grondeigenaren voor natuurbeheer is een cruciale factor voor het slagen van de ambities. En natuurlijk moeten voldoende middelen voorhanden zijn.  Fryslân heeft een realisatiestrategie opgesteld die uitgaat van de realisatie van 750 ha verwerven/functiewijziging en 2000 ha inrichting NNN in 2027.

De realisatie van het NNN wordt in Fryslân gedaan middels vier grote gebiedsontwikkelingsprojecten (Achtkarspelen Zuid, Alde Feanen, Beekdal Linde en Koningsdiep) en Natuer mei de Mienskip (NmdM). NmdM is in 2018 middels een Right to Challenge (RtC) gestart omdat op dat moment er minder budget  beschikbaar was voor de realisatie van het NNN waardoor er minder NNN aangelegd kon worden; NmdM kwam met een voorstel hoe het NNN grotendeels wel te kunnen realiseren. In 2019 is het een RtC in samenwerking met de provincie geworden. Middels het uitwerken van een aantal pilots heeft NmdM een aanpak/werkwijze ontwikkeld en vastgelegd in een koersdocument. PS heeft maart 2022 aangegeven verder te willen gaan met NmdM en hiervoor 13 FTE beschikbaar te stellen.

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2024 door Provinciale Staten?
Geen.

Te realiseren doelen

Met de realisatie van het NNN wordt invulling gegeven aan het vergroten van de biodiversiteit. Hiermee wordt een robuust netwerk gerealiseerd.  In 2027 is een robuust en samenhangend natuurnetwerk gerealiseerd: vanaf 1-1-2022 betreft dit 750 ha verwerven/functiewijziging en 2000 ha inrichting NNN t/m 2027. Hiermee is er na 2027 nog een restanttaakstelling van ca. 850 ha verwerven/functiewijziging en 2000 ha inrichting NNN.

Indicator  doelwaarde 2024
 Gerealiseerde hectare Natuurnetwerk Fryslân: grondverwerven / functieverandering (cumulatief)   300 ha
 Gerealiseerde hectare Natuurnetwerk Fryslân: inrichting (cumulatief)   690 ha

De inschatting is dat de doelwaarde 2024 wordt gehaald. Zie hiervoor ook de toelichting bij "Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?".

Wat heeft het gekost?

Onderstaand is het overzicht opgenomen van de stand van zaken van het Natuurpact. Dit is de tabel met de programmering van de totale natuuropgave in de nieuwe indeling op basis van het scenario 750 ha verwerven/functiewijziging en 2.000 ha inrichting NNN, conform het PS besluit over de herziene planning NNN (november 2022). Betreft de periode 2014-2027. In deze tabel zijn voor de realisatiecijfers de peildatum 1/1/2024 aangehouden. En is de financiële programmering aangepast naar de stand van zaken 1 juni 2024. 

Natuurpact Programmering 2014 t/m 2027 op basis van 750 ha
programmering 2014 t/m 2027
Realisatie Programmering
INKOMSTEN 2014-2023 2024-2027 Totaal
1. Rijksmiddelen 376.842.399 201.210.127 578.052.526
2. Provinciale middelen 111.750.121 49.006.700 160.756.821
3. Europese middelen 98.741.913 67.452.722 166.194.634
4. pMP middelen 20.927.322 0 20.927.322
5. Overige middelen 26.097.363 16.293.000 42.390.363
SUBTOTAAL 634.359.117 333.962.549 968.321.666
Realisatie Programmering
UITGAVEN 2014-2023 2024-2027 Totaal
1. Ontwikkelopgave 72.085.222 96.572.440 168.657.662
2. Natura 2000 19.657.518 28.862.799 48.520.317
3. Natuurbeheer 170.750.782 94.696.003 265.446.785
4. Agrarisch natuurbeheer 168.441.724 109.708.866 278.150.590
5. Wet natuurbescherming 967.210 152.300 1.119.510
6. Soortenbeleid - weidevogels 5.917.424 0 5.917.424
7. Soortenbeleid - Ganzen 111.355.456 59.611.200 170.966.656
8. Soortenbeleid overige soorten 1.598.666 2.374.700 3.973.366
9. Diversen 36.868.216 19.134.301 56.002.517
SUBTOTAAL 587.642.218 411.112.609 998.754.827
Realisatie Programmering
TOTAAL 2014-2023 2024-2027 Totaal
Subtotaal inkomsten 634.359.117 333.962.549 968.321.666
Subtotaal uitgaven 587.642.218 411.112.609 998.754.827
TOTAAL 46.716.899 -77.150.060 -30.433.161
Terug naar navigatie - 4 Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

Op basis van de huidige programmering is er berekend dat er dan een tekort is van ca. € 30 mln. Hierin is bijvoorbeeld rekening gehouden met: de verhoging van de indexatie voor het Agrarische Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb), de aanpassing standaardkostprijzen van Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL), de verhoogde kosten voor de ganzenschade, de benodigde inzet  voor NmdM en uitvoering strategische grondnota NNN (totaal 18 FTE in de periode 2023 t/m 2027) en vanaf 2024 zijn de rentekosten voor het IKG (Investeringskader Grond) substantieel verhoogd (van 0,82 naar 3,19%). Wat betreft de ganzenschade is het beeld dat de grasprijs vanaf 2024 lager wordt dan in eerste instantie was geprogrammeerd, dit is verwerkt in de programmering. Daarnaast is de besluitvorming in PS over het ganzenbeleid dat zorgt voor hogere kosten in de programmering verwerkt. De € 18,4 mln. tekort op het ANLb waar we u vorig jaar over hebben geïnformeerd is niet opgenomen in de programmering en zit hiermee niet in het tekort van € 30 mln. Ons beeld is dat dit tekort aan de orde is in 2027 en 2028 en dat het Natuurpact als voorfinanciering kan worden benut. Er is geen sprake van een financieel risico omdat het beschikbare budget kaderstellend is en we de komende tijd op zoek gaan naar aanvullend budget.  Hierbij kan gedacht worden aan financiering vanuit EU-subsidies of uit Programma Natuur.

Aandachtspunt is dat het plafond van het Investeringskader Grond (IKG) in zicht komt. Nieuwe grondaankopen (binnen NNN en ruilgrond t.b.v. NNN) worden gefinancierd vanuit het IKG. Op het moment dat gestart wordt met de inrichting van de grond vindt de financiële afwaardering van landbouw- naar natuurgrond plaats en op dat moment vindt financiering vanuit de Natuurpactmiddelen plaats. Wij gaan onderzoeken of we meer ruimte in het IKG kunnen krijgen. Eén van de mogelijkheden die we hiervoor onderzoeken is of het moment van afwaardering naar voren gehaald kan worden. Indien dit mogelijk is zal er vanuit het Natuurpact budget gaan richting IKG. In de programmering van de kosten 2024 in deze BERAP is hier nog geen rekening mee gehouden.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd? 

Inhoudelijk rapporteren we hier alleen over de voortgang van de natuurontwikkelingsopgave. Voor de andere onderdelen wordt verwezen naar programma 3.1 Natuur. De natuurontwikkelingsopgave wordt uitgevoerd middels Natuer mei de Mienskip en vier gebiedsontwikkelingsprojecten: Achtkarspelen Zuid, Alde Feanen, Beekdal Linde en Koningsdiep. Algemeen geldt dat we verder gaan met de uitvoering van de natuurontwikkelopgave conform de besluitvorming van PS. Hiervoor is een realisatiestrategie opgesteld waar uitvoering aan wordt gegeven. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan het verkopen van ingerichte provinciale grond conform het uitvoeringskader verkoop gronden NNN.

Natuer mei de Mienskip

NmdM heeft een aanbod gedaan dat zij in de periode t/m 2027 500 ha verwerven/functiewijziging en 1000 ha inrichting NNN gaan realiseren. In 2023 is de organisatie vormgegeven en is gestart  met verkenningen. Op basis van de verkenningen wordt meer duidelijk waar de kansen liggen en vervolgens welke werkwijze hiervoor nodig/mogelijk is. Hierbij wordt bekeken of er aangesloten kan worden bij andere projecten/gebiedsprocessen of dat dit een zelfstandig project onder NmdM wordt (zoals bijvoorbeeld Burgumermar & De Leijen). In 2024 wordt gewerkt aan:

  • Op basis van de verkenningen wordt duidelijk in welke gebieden kansen liggen voor de realisatie. Dit  wordt verder uitgewerkt in een aanpak per gebied en vervolgens wordt hier uitvoering aangegeven. Het beeld is dat in najaar 2024 een beeld is welke aanpak per gebied mogelijk is.
  • M.b.t. de mogelijkheden voor de inrichting is er een analyse gemaakt. Uit deze analyse is gebleken dat er al 250 ha als ingericht aangemerkt kan worden. Dit wordt in 2024 als ingericht verwerkt.
  • In het gebiedsproject Burgumermar & De Leijen wordt gewerkt aan een inrichtingsplan voor het deelgebied ’t Swartfean en een aanpak voor het gehele plangebied. Hierbij het uitzicht op de realisatie van 70 ha NNN.
  • Er wordt uitvoering gegeven aan Tsjoch op!. Grondeigenaren kunnen met initiatieven voor realisatie van het NNN terecht bij dit loket. Vervolgens wordt samen met de eigenaar onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor realisatie.
  • Ook is er inzet op fondsenwerving en het vinden van koppelkansen om extra middelen beschikbaar te maken voor het NNN. Hier wordt in 2024 een vervolg aangegeven.

Gebiedsontwikkelingsprojecten

In 2024 vindt  in gebiedsontwikkelingsproject Beekdal Linde de uitvoering van het hermeanderingsbestek Linde plaats en wordt een vervolg gegeven aan de uitvoering van de 4e module, waaronder de realisatie van de deelgebieden “Polder Ykenverlaat” (26 ha)  en “gronden Ter Schure” (25 ha) en de uitvoering van de 5e module "Stuttebosch".
In 2024 wordt in het gebiedsontwikkelingsproject Achtkarspelen Zuid gestart met de voorbereiding van de uitvoering van de Drogehamstermieden, gestart met de voorbereiding van de uitvoering van Reahel-East en in z’n algemeenheid wordt verder gegaan met de uitvoering van het plan “Mieden op z’n Mooist”. Er zijn diverse grondruilen waarmee er grond binnen het NNN beschikbaar komt t.b.v. de natuurontwikkeling.
In 2024 wordt in het gebiedsontwikkelingsproject Alde Feanen gestart met de uitvoering van de 4e module en met de voorbereiding van verschillende aanvullende inrichtingswerkzaamheden.
In 2024  wordt in het gebiedsontwikkelingsproject Koningsdiep een vervolg gegeven aan de uitvoering van de aanleg van een aantal fietspaden, de inrichting natuur perceel Mjûmsterwei (3,5 ha), inrichting natuur & aanleg faunapassage perceel De Poasen (3,5 ha) en de inrichting natuur gebied Hemrikkerscharren Midden( 19,4 ha).  Daarnaast wordt gestart met de uitvoering van de aanleg beekonderleider & faunapassage Bakkefeanster Feart. Op basis van de uitkomsten van de MER voor de boven- en middenloop zal een inrichtingsplan worden opgesteld.

Tabellen met geactualiseerde programmering te realiseren uitvoering Natuurpact
Betreft de realisatie van het volledige Friese NNN. 

totale opgave NNN

  Restanttaakstelling

1-1-2022  

Gerealiseerd

2022           

Gerealiseerd

2023

Verwerving/functiewijziging  1600 ha   109 ha 78 ha
Inrichting  4000 ha   438 ha     107 ha  

 

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Algemeen:
In deze paragraaf lichten we alleen de risico’s toe van de natuurontwikkelingsopgave. Over de risico’s van de rest van het Natuurpact rapporteren we in hoofdstuk 3.1 Natuur van deze begroting.

Ontwikkelopgave:

  • Tempo grondverwerving te laag - Indien het tempo van vrijwillige grondverwerving te laag is zullen de doelen voor de ontwikkelopgave en daarmee de KaderRichtlijn Water (KRW) en Natura 2000 niet worden gehaald. In april 2022 heeft PS op basis van de strategisch grondnota NNN een besluit genomen over het in te zetten instrumentarium. Hiermee wordt ingezet op het maximaal vrijwillig realiseren van natuur. Na 2028 kan voor prioriteit 1 en 2 NNN gerealiseerd worden op basis van volledige schadeloosstelling. Het eventueel inzetten van schadeloosstelling brengt wel hogere kosten met zich mee en voor maximaal vrijwillig kunnen realiseren is meer capaciteit nodig. Dit heeft op zichzelf weer een negatief effect op het aantal ha’s dat kan worden gerealiseerd met het budget.
  • Tempo van doorlevering van ingerichte natuurgrond te laag – Als het niet lukt om door de provincie verworven en als natuur ingerichte gronden door te verkopen aan een eindbeheerder heeft dit als gevolg dat de provincie dan kosten heeft voor het beheer maar ze kan zichzelf geen beheersubsidie toekennen. Als beheersmaatregel kunnen de beheerkosten dan worden gefinancierd uit het budget voor de ontwikkelopgave.
  • Onvoldoende budget voor de realisatie NNN – Op dit moment is er onvoldoende budget voor de realisatie van het NNN . Daarnaast is er nog een risico dat andere onderdelen van Natuurpact meer financiering nodig hebben en dit zou ten koste kunnen gaan van de realisatie van NNN. Als beheersing wordt ingezet op het maken van een financiële risicoanalyse, zodat er tijdig en goed beeld is van de financiële voortgang van het totale Natuurpact.
  • Onvoldoende beschikbare capaciteit – Voor de realisatie van het NNN is meer inzet van capaciteit nodig. Op dit moment zijn er zoveel ontwikkelingen in het landelijk gebied dat het beeld is dat er onvoldoende beschikbare capaciteit is om het NNN te realiseren. Zowel qua inzet als het vinden van personeel dat voldoende kennis en ervaring heeft. Zeker gezien de grote opgaven die aan de orde zijn in het landelijk gebied.
  • Invloed FPLG - De inschatting is dat de besluitvorming en het vervolg rond de aanpak stikstof en het FPLG invloed gaan hebben op de realisatie van het NNN. 

5. Programma Natuur

5 Programma Natuur

Terug naar navigatie - 5 Programma Natuur

Algemeen
Programma natuur

De provincies en het Rijk hebben als onderdeel van de structurele aanpak stikstof afgesproken om een gezamenlijk Programma Natuur op te stellen, aanvullend op het Natuurpact. Belangrijke hoofdlijn van het Programma Natuur is om condities te realiseren voor een gunstige staat van instandhouding (Svl) van alle soorten en habitats onder de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR). Hiermee wordt gestreefd, in samenhang met de andere maatregelen in de structurele aanpak stikstof, om aan de eisen te voldoen die de VHR stelt. De inzet richt zich vooral op maatregelen in en rond beschermde natuurgebieden (Natura 2000 en het Natuurnetwerk Nederland). 

De provincie heeft voor de periode 2021-2023 een Uitvoeringsprogramma Natuur opgesteld. Hierin is beschreven hoe gebiedsgericht invulling wordt gegeven aan het realiseren van de condities, die nodig zijn voor een landelijk gunstige Staat van Instandhouding, waar bij aanvang van het programma sprake is van een te hoge stikstofdepositie voor stikstofgevoelige soorten en habitattypen in de provincie Fryslân. 
Ook is aangegeven welke maatregelen in de gebieden worden uitgevoerd. Dit zijn vooral maatregelen gekoppeld aan het herstel van stikstofgevoelige natuur in zowel Natura 2000-gebieden als in het overige NNN die binnen drie jaar uitgevoerd kunnen worden en aanvullend op het Natuurpact zijn.  In het programma Natuur is ook een 2e fase voorzien. De planvorming daarvan is in  2023 en gaat nog door in 2024. Deze is nauw verwant aan het Friese Programma Landelijk Gebied (NPLG) . Deze 2e fase loopt van 2024 tot 2032  . De te treffen maatregelen hebben betrekking op benodigd systeemherstel voor realisatie instandhoudingsdoelstellingen, met de focus op de met stikstof overbelaste Natura 2000-gebieden. De Natuurdoelanalyses (NDA’s) zullen mede de basis vormen voor de te treffen maatregelen. De financiering van deze maatregelen vindt plaats via Programma Natuur en heeft een duur van 2024 – 2032. De aanvraag voor deze tweede fase zal plaatsvinden halverwege 2024 en betreft een bedrag van ca € 86 mln.  

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2024 door Provinciale Staten?
Uitvoeringsprogramma 2e fase programma Natuur:  Dit zal in 2024  ter kennisgeving aan PS worden verzonden.

Wat heeft het gekost?

Voor het uitvoeringsprogramma Natuur hebben we van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit € 44,8 mln. ontvangen via een specifieke uitkering, dit op basis van de ingediende plannen. De maatregelingen (€ 31 mln.) worden uitgevoerd door de terrein beherende organisaties (TBO) en door de provincie zelf. Verder kunnen de middelen ingezet worden voor grondaankopen (€ 10,7 mln. ) en voor onderzoek en personeelsinzet ( € 3,2 mln.) . Onderling kan binnen het budget geschoven worden.  Het totaalbedrag ad € 44,8 mln is reeds ontvangen. Tot nu toe is er van dit bedrag ca € 14 mln besteed. Het zwaartepunt van de uitvoering ligt op de jaren 2024 , 2025 en 2026.  Niet bestede middelen gaan terug naar het ministerie. Jaarlijks vindt er een verantwoording plaats aan het Rijk over de stand van zaken. De eindafrekening vindt plaats in 2027. Het verantwoordingsproces vindt plaats via SiSa.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd? 

De 1e fase programma Natuur wordt uitgevoerd in 2024, 2025  en 2026 door de verschillende terrein beherende organisaties en via projecten die de provincie zelf uitvoert. Daarnaast wordt het uitvoeringsprogramma programma Natuur 2e fase opgesteld en vastgesteld en zal een start worden gemaakt met de uitvoering van de maatregelen.  

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Uitvoeringsprogramma Natuur: 
Alle provincies plegen een extra inspanning voor natuurherstel. Zij hebben ook allen hiervoor middelen ontvangen van het Rijk. Al deze werkzaamheden vragen ook veel capaciteit die niet bij iedere organisatie aanwezig is. Het risico is dat er landelijk te weinig capaciteit aanwezig is om alle werkzaamheden tijdig uit te voeren. LNV heeft ter verkleining van het risico een kennisbank opgezet om daarmee kennis met elkaar te delen waardoor de kwetsbaarheid daalt. 
Door de inflatie stijgen de kosten en kunnen projecten mogelijk niet binnen het budget worden uitgevoerd. Dit kan er toe leiden dat er keuzes moeten worden gemaakt over projecten die niet kunnen worden uitgevoerd. Het risico bestond dat de projecten niet tijdig uitgevoerd konden worden. Nu het ministerie van LNV in 2023 heeft besloten om de uitvoeringsperiode te verlengen tot ultimo 2026 is dit risico beheersbaar. 

6. Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG)

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

FPLG (Fries programma landelijk gebied)

Terug naar navigatie - FPLG (Fries programma landelijk gebied)

Het Programma FPLG heeft in 2024 de volgende doelen.

  1. Het verbeteren en tijdig indienen van aanvragen Maatregelpakketten Transitiefonds voor 1 april 2024.
  2. Het inrichten van de uitvoering van de Maatregelpakketten.
  3. Het opstellen en laten vaststellen van de volgende versie van het gebiedsprogramma.
  4. Een advies voorbereiden voor de governance en organisatie van integrale gebiedsprocessen.

Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG)

Beleid

O

Beleid (toelichting)

  1. Verbeterde aanvragen voor Maatregelpakketten zijn op tijd ingediend.
  2. De voorbereiding voor uitvoering is gestart.
  3. De nieuwe coalitie heeft aangekondigd de verdere behandeling van de Tijdelijke Wet Transitiefonds Landelijk Gebied in te trekken. Uit het hoofdlijnenakkoord blijkt dat de gereserveerde middelen voor het Transitiefonds anders worden begroot. Daarmee valt de belangrijkste basis voor het ontwerp-NPLG weg. Het is op het moment van schrijven onduidelijk of de nieuwe regering verder gaat met het NPLG en of er nog een volgende versie van het gebiedsprogramma wordt verwacht.
  4. Er is een advies opgesteld voor de governance van de uitvoering van gebiedsprocessen onder het FPLG.

Tijd

G

Tijd (toelichting)

  1. Aanvragen Maatregelpakketten op tijd ingediend.
  2. Voorbereiding uitvoering op tijd gestart.
  3. Voorbereiding voor opstellen volgende versie van gebiedsprogramma is op tijd gestart en loopt op schema.
  4. Advies voor Governance is op tijd opgesteld en ter bespreking op route gebracht.

Geld

G

Geld (toelichting)

In 2024 ontvangt de provincie € 5,7 miljoen voor 'Indirecte Uitvoeringskosten'. Deze middelen zijn bedoeld voor de voorbereidingen FPLG. Eerder is met de Staten afgesproken dat er tot een maximum bedrag van € 7 mln. aan kosten gemaakt mogen worden voor de voorbereiding op het FPLG. Met de middelen voor deze uitvoeringskosten kunnen deze kosten ten laste gebracht worden van het Rijk. Het beschikbaar gestelde bedrag is hiervoor afdoende.

Op 2 april 2024 zijn verbeterde aanvragen ingediend voor Maatregelpakketten. De totale aanvraag bedraagt € 150 miljoen. De aanvragen zijn positief beoordeeld en het volledige bedrag kan aangevraagd worden. Begin juni is de SPUK-regeling opengesteld waarop deze middelen kunnen worden aangevraagd. De aanvraag wordt medio juni ingediend bij het Rijk. Naar verwachting komen middelen in het najaar naar de provincie.

6 FPLG (Fries programma landelijk gebied)

Terug naar navigatie - 6 FPLG (Fries programma landelijk gebied)

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2024 door Provinciale Staten?

Op 24 april 2024 heeft PS een motie aangenomen over het gebiedsprogramma. Met de motie krijgt het college de opdracht om: "bij het tot stand komen van de september versie van het FPLG in ieder geval een breed scenario mee te nemen waarin prioriteit ligt op maatregelen die het meest kosteneffectief en doelmatig zijn richting Nationale wettelijke opgaves en maatregelen, overeenkomend met het bestuursakkoord en dit scenario in september voor te leggen ter discussie aan de staten. Een leefbaar platteland en een vitale landbouwsector waarbij perspectief voor alle vormen van landbouw geborgd is als (leidend) uitgangspunten op te nemen in de nadere uitwerking."

Wat heeft het gekost?

Voor de uitvoering van drie versnellingsvoorstellen, Fochtelooërveen, Aldeboarn de Deelen en van middelen- naar doelen beleid is in 2022 via een regeling van de minister van Natuur en Stikstof,  € 24 mln. ontvangen. Deze middelen zijn bedoeld om de gebiedsgerichte aanpak voor natuur, inclusief stikstof, water en klimaat te versnellen. De uitkering is verstrekt voor kosten die gemaakt zijn tot 31 december 2024.  Niet bestede middelen gaan terug naar het ministerie. Nog niet alle middelen zijn besteed er wordt een verzoek gedaan om de middelen door te mogen schuiven naar 2025.

Tot dusver zijn in 2024 kosten gemaakt voor Voorbereiding FPLG. Het gaat om inzet van capaciteit, communicatiemiddelen, advies en bedrijfsvoeringskosten. Naar verwachting zijn de beschikbare middelen (€ 5,7 miljoen) ruim voldoende voor de kosten in dit jaar en zullen niet volledig worden benut.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?

Verbeterde aanvragen voor Maatregelpakketten zijn op tijd ingediend.
De voorbereiding voor uitvoering van Maatregelpakketten is gestart.
Het opstellen van de volgende versie van het gebiedsprogramma is gestart. Op basis van de nieuwe Handreiking is een schrijfteam, bestaande uit medewerkers van provincie en Wetterskip, hier mee bezig.
Er is een advies opgesteld voor de governance van de uitvoering van gebiedsprocessen onder het FPLG. Dit advies is in mei op route gebracht ter bespreking op bestuurlijk en ambtelijk niveau.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

Het grootste risico 'wegvallen van financiering door het Rijk' heeft zich in mei 2024 voorgedaan. Uit het Hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie is gebleken dat de nieuwe regering de verdere behandeling van de Tijdelijke Wet Transitiefonds Landelijk Gebied wil intrekken. Uit de financiële toelichting blijkt dat de reservering van € 20,5 miljard voor dit fonds anders wordt bestemd. Daarmee is de financiële basis voor het NPLG verdwenen en daarmee ook voor de provinciale gebiedsprogramma's. 

Met de verbeterde aanvragen Maatregelpakketten verwachten wij € 150,3 miljoen te ontvangen. Deze aanvragen zijn opgesteld op basis van de Spelregels Transitiefonds en gebaseerd op de eerste versie van het gebiedsprogramma. Hierbij hebben wij het lange termijn perspectief van het programma voor de jaren 2024-2035 voor ogen gehouden. Dat perspectief valt nu weg. Daarmee ontstaat het risico dat onderdelen van de Maatregelpakketten beperkt kunnen worden uitgevoerd. Er wordt onderzocht op welke wijze alternatieve financiering geregeld kan worden.

7. Veenweide

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Veenweide

Terug naar navigatie - Veenweide

Veenweideprogramma 2021-2030

Beleid

G

Tijd

O

Tijd (toelichting)

Een aantal onderdelen van het Veenweideprogramma zijn in de vertraging gekomen dit jaar. Belangrijkste oorzaak daarvan is onderbemensing. Specifiek geldt dit voor de programmalijn bodem, de funderingsaanpak, Innovatiepolder Hegewarren en het gebiedsproces Aldeboarn de Deelen.  

Geld

O

Geld (toelichting)

In relatie tot de gebiedsprojecten Hegewarren en Aldeboarn de  Deelen wordt dit jaar een onderbesteding verwacht op de beschikbare rijksmiddelen.

Gebiedsontwikkeling Aldeboarn - De Deelen

Beleid

G

Tijd

O

Tijd (toelichting)

De verdere uitwerking van het Koersdocument naar volwaardig gebiedsplan heeft vertraging opgelopen door het grote tekort aan capaciteit binnen het Veenweideprogramma.

Geld

O

Geld (toelichting)

Met betrekking tot de rijksmiddelen uit de versnellingsagenda en het interbestuurlijk programma vitaal platteland wordt dit jaar een onderbesteding verwacht. 

Gebiedsontwikkeling Hegewarren

Beleid

G

Tijd

O

Tijd (toelichting)

Het is niet gelukt een aantal posities binnen de organisaties van het Veenweideprogramma en het project de Hegewarren in te vullen.  Dit heeft  gevolgen voor de planning van de planfase en het voor te leggen go/no-go besluit.  Wij verwachten nu medio 2025 bij u terug te komen met een voorstel, mits de organisatie weer op sterkte is.

Geld

O

Geld (toelichting)

Met betrekking tot de rijksmiddelen uit de impulsgelden wordt dit jaar een onderbesteding verwacht.

Gebiedsontwikkeling Idzegea

Beleid

G

Tijd

O

Tijd (toelichting)

Het komen tot een integraal plan voor de toekomst van het gebied kost meer tijd dan verwacht. Dat heeft te maken met de vele vacatures in het programma. 

Geld

G

7 Veenweide

Terug naar navigatie - 7 Veenweide

Veeweide verdelen we onder in:
7a. Veenweideprogramma 2021-2031
7b. Gebiedsontwikkeling Aldeboarn - De Deelen
7c. Gebiedsontwikkeling Hegewarren
7d. Gebiedsontwikkeling Idzegea

7a. Veenweideprogramma

Terug naar navigatie - 7a. Veenweideprogramma

Inleiding 

Onze ambitie voor de lange termijn (2050) is een blijvend evenwicht, waarin veenafbraak, bodemdaling en CO2-uitstoot nagenoeg zijn gestopt. De kwaliteit van landschap en natuur is verbeterd. Ook de leefbaarheid en vitaliteit staan op een hoog peil; de landbouw heeft zich aangepast aan de veranderde omstandigheden en recreatie en toerisme hebben zich verder ontwikkeld. Om tot deze ambitie te komen richten we ons voor 2030 op de volgende veenweidedoelen:

  1. De negatieve effecten van bodemdaling zijn verminderd (gemiddeld 0,2 cm minder bodemdaling per jaar): Enerzijds door de absolute bodemdaling te beperken, anderzijds door de negatieve effecten te beperken, mitigeren of te compenseren. Dit moet ertoe leiden dat schade aan woningen, wegen en infrastructuur wordt beperkt, de stijging van kosten van waterbeheer in het gebied ook in de toekomst beperkt blijft, de verdroging van natuurgebieden is afgenomen, en het landschap en de cultuurhistorie van het veenweidegebied herkenbaar blijven.  
  2. De uitstoot van broeikasgassen uit de veenbodem is in 2030 met 0,4 megaton CO2 equivalenten per jaar afgenomen.  
  3. De landbouw heeft een duurzaam toekomstperspectief.  
  4. Het watersysteem is waterrobuust en klimaatbestendig ingericht. 
    De uitvoering van het Veenweideprogramma vindt plaats in de gebiedsprocessen. Deze processen lopen (in 2023) in drie ontwikkelgebieden, Aldeboarn-De Deelen, de Hegewarren en Idzegea. Ook zijn er drie kansrijke gebieden, Groote Veenpolder, Grouster Leechlân Grou – Warten en Akkrumer Goedland. Ontwikkelgebieden hebben prioriteit boven kansrijke gebieden en zijn verder in de planvorming. 
  5. Funderingsaanpak.

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2024 door Provinciale Staten?
Geen.

Wat heeft het gekost?

Veenweide uitvoering algemeen
Bedragen in euro's
Peildatum: 23/5/2024
Omschrijving Actueel budget Aandeel Provincie Besteed
Uitvoering jaarplannen 34.889.188 32.006.115 17.977.944
Uitvoering Funderingsaanpak 14.475.550 6.712.300 160.592
Uitvoering Regiodeal NIL 2022-2024 665.624 0 148.194
Totalen 50.030.362 38.718.415 18.286.729
Terug naar navigatie - 7a. Veenweideprogramma vervolg

 

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd? 

Doelstelling voor 2024 was een versnelling van de uitvoering. Belangrijk daarbij is het kader dat is gegeven in het Frysk Programma Landelijk Gebied, dat op 27 juni 2023 door GS is vastgesteld. Een element daarbij is dat de Veenweide-opgave zich naast de klimaattaakstellingen, verbreed met taakstellingen op het terrein van natuur – inclusief de stikstofaanpak – en water. 

In het kader van het FPLG is € 45,7 miljoen aangevraagd bij het Rijk voor uitvoering van het maatregelpakket Klimaat-Veenweide in 2024 en 2025. Dit zal in oktober dit jaar worden beschikt. Ook wordt er gebruik gemaakt van de mogelijkheden van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (Samenwerkingsmaatregel Veenweide en de niet grondgebonden maatregelen). Verder wordt nog voor de zomer de beschikking verwacht van de middelen van het Groeifonds t.b.v. Innovatiepolder Hegewarren en Akkrumer Goedland.  

Een aantal onderdelen van het Veenweideprogramma zijn in de vertraging gekomen dit jaar. Belangrijkste oorzaak daarvan is onderbemensing. Specifiek geldt dit voor de programmalijn bodem, de funderingsaanpak, Innovatiepolder Hegewarren en het gebiedsproces Aldeboarn de Deelen.  

In 2024 gaan we binnen de programmalijnen de volgende werkzaamheden uitvoeren:

P1 Waterbeheer en klimaatadaptatie

Inzet op pilots (zoals ‘Hoger als het kan, lager als het moet’) loopt conform planning. Verder is er veel capaciteit ingezet op de GLB Samenwerkingsmaatregel Veenweide.  

P2 Bodem en grondgebruik

Een aantal onderdelen van deze programmalijnen heeft vertraging opgelopen door onderbezetting. 

P3 It Nije Buorkjen

Werkzaamheden lopen grosso modo conform planning. Belangrijkste resultaten zijn de afronding en de (in juni geplande) vaststelling Compensatiesystematiek CSV en voorbereidingen van de twee proefboerderijen van Innovatiepolder Hegewarren. De CSV dient na vaststelling nog wel aan de Europese Commissie te worden voorgelegd voordat deze daadwerkelijk kan worden toegepast. 

P4 Natuur en biodiversiteit
De werkzaamheden in de programmalijn lopen deels conform planning. Belangrijkste onderdelen daarbij zijn de koppelkansen benutten door het meenemen van de natuur- en ecologiedoeleinden in de scenario's voor de groenblauwe diensten in Aldeboarn De Deelen, het ontwikkelen van een aanpak voor het aanvalsplan Grutto voor Idzegea, de uitvoering van de Landschaps- en Ecologische Systeem Analyse in Hegewarren, Idzegea en Aldeboarn De Deelen, het voorbereiden van een generieke LESA-light voor het gehele Veenweidegebied en de 3 onderzoekspilots bij innovatiebedrijf Hegewarren. De verkenning naar een Nationaal Park Nieuwe Stijl (werktitel ”Wetter en Moar)” door Nationaal Park De Alde Feanen heeft niet geresulteerd in gezamenlijke ambities voor een vervolgproces met het Veenweideprogramma. Met Aanvalsplan Grutto kan in ADD pas een begin gemaakt worden als het Maatregelpakket landelijk beschikt wordt. Basiskwaliteit Natuur inzetten in Groote Veenpolder wacht op momentum in het gebiedsproces. 

Algemeen archeologisch onderzoek in het veenweidegebied en specifiek archeologisch onderzoek in de gebiedsprojecten is vertraagd door beperkte personele capaciteit. 

P5 Integrale gebiedsaanpak:
Separaat wordt nader ingegaan op de drie belangrijkste gebiedsprojecten (ontwikkelgebieden) van Veenweide, namelijk Aldeboarn de Deelen, Hegewarren en Idzegea. Daarnaast wordt vanuit Veenweide nog een aantal gebiedsprocessen actief ondersteund.

Groote Veenpolder: naast een aantal pilots heeft de nadruk tot dusver gelegen op een heroriëntatie op de aanpak met de initiatiefgroep vanuit de landbouw.  

Leechlân Grou-Warten: In de aanloop naar de vaststelling van het startdocument is de betrokkenheid vanuit het gebied uitgebreid, ondertussen praat het overgrote deel van de boeren en grondeigenaren mee over het proces en ondersteunen de visie uit de startnotitie. We gaan verder met de eerste uitwerking van actiepunten zoals genoemd in het startdocument. Daarnaast wordt een nieuwe projectleider aangesteld die samen met het gebied verantwoordelijk wordt voor een nieuwe fasering. 

Akkrumer Goedland: We geven uitvoering aan de initiatieven om te komen tot een collectief verdienmodel vanuit de doelstellingen Veenweide in het kader van NL2120. De voorbereidingen liggen op schema. Verder zijn diverse maatregelen uit het FPLG Maatregelpakket beoogd deels in dit gebied te gaan landen en zijn we in afwachting van de beschikking door het rijk. 

P6 Onderzoek en monitoring 
De belangrijkste onderdelen van deze onderzoekslijn – zoals onderzoek en monitoring CO2 uitstoot, ‘Boeren meten water’, dierziekten, de (grond)watermetingen en participatie in landelijke onderzoeken – hebben doorgang kunnen vinden.  

P7 Funderingsaanpak

De funderingsaanpak heeft prioriteit gekregen in de uitvoering dit jaar. Evenwel is er vertraging t.g.v. de uitwerking en uitvoering in 2023 van de omvangrijke extra moties van PS en AB, versterkt door capaciteitstekort. Desalniettemin worden we landelijk in veel opzichten als koploper gezien.    

Funderingsloket voor woningeigenaren (hulp bij informatie, funderingsonderzoek en -herstelplan en psycho-sociale hulp), openstelling subsidieregeling (incl. Kwijtschelden eigen bijdrage), begeleiding en afhandeling Code Rood gevallen zijn goed op streek conform (in de tijd bijgestelde) planning. De lobby richting rijk i.h.k.v. het Rli-onderzoek voor de Nationale Funderingsaanpak is succesvol geweest. 

De datavoorziening (database, funderingsviewer, satellietdata), de algemene subsidieregeling Funderingsherstel (incl. Commissie bijzondere gevallen), het innovatieprogramma, de afweging eigen garantieregeling hebben vertraging door beperkte capaciteit en/of afhankelijkheid van landelijke ontwikkelingen. Een deel van de lobbyactiviteiten is om dezelfde redenen in beperkte mate uitgevoerd.  

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen? 

In de begroting zijn vier belangrijke risico’s benoemd. In relatie tot feitelijke realisatie van het Veenweideprogramma, is de impact van de risico’s fors toegenomen.  

Onvoldoende beschikbare capaciteit: de benodigde capaciteit uitbreiding voor het programma is fors, met name als gevolg van de toegekende financiële middelen (GLB, maatregelpakketten en Groeifonds). Op het moment van schrijven zijn er nog twaalf vacatures binnen de programma-organisatie. Er is een faseringslijst opgesteld waarmee een aantal onderdelen van het programma later in de tijd wordt geplaatst.  

Onvoldoende budget voor de realisatie: belangrijk onderdeel van het Veenweideprogramma is de nog vast te stellen Compensatiesystematiek Veenweide. Naar het zich nu laat aanzien stelt het nieuwe kabinet geen middelen beschikbaar uit het Transitiefonds Landelijk Gebied. Dit betekent dat het lastig wordt om de boeren financieel tegemoet te komen bij peilopzet.  

Onvoldoende tempo in de grondverwerving: er zijn inmiddels nieuwe stappen gezet om te komen tot aankoop van grond binnen het programma: we hebben weer wat grond kunnen kopen  en we zijn in onderhandeling met verschillende grondeigenaren.  Maar we zijn daarbij afhankelijk van de wil van de grondeigenaren om hun grond aan ons aan te bieden, en van de beschikbaarheid van voldoende financiële middelen.  

Onduidelijke kaders voor de gebiedsdoelen: het lijkt erop dat de onduidelijkheid over de doelen – samenhangend met het NPLG – sterker wordt, doordat het nieuwe kabinet bereid is klimaatdoelen aan te passen indien deze niet haalbaar blijken. 

7b. Aldeboarn - De Deelen

Terug naar navigatie - 7b. Aldeboarn - De Deelen

Inleiding 

Aldeboarn- De Deelen is één van de ontwikkelgebieden in het Veenweideprogramma 2021-2030. Binnen deze gebieden liggen er op inhoudelijke gronden en vanuit maatschappelijke energie veel kansen, én zijn er middelen om aan de slag te gaan.

In het gebied loopt sinds 2016 een proces ‘van onderop’, gestart door burgers en boeren namelijk de Stichting Beekdallandschap Koningsdiep en gebiedscoöperatie It Lege Midden. GS heeft in 2021 een breed samengestelde gebiedscommissie ingesteld met de opdracht om een integraal ontwerp gebiedsplan op te leveren. In 2023 is als tussenstap naar een gebiedsprogramma, wat het integraal ontwerp gebiedsplan moet zijn, een koersdocument voor de lange termijn opgesteld voor ADD. Het doel daarbij is de leefbaarheid en vitaliteit van het gebied, waarbij de opgaven uit het veenweideprogramma en het FPLG, maar ook de ambities uit het gebied zelf integraal onderdeel zijn. 

Op verschillende manieren wordt ook nu al gewerkt aan de toekomst van het gebied, zo is de GLB-pilot Veenweide met flexibel peilbeheer (HAKLAM) in ADD Noord verlengd voor 2024 en worden waar mogelijk door de provincie strategische grondaankopen gedaan. Koppelkansen met de veenweideopgave worden verder uitgewerkt met de beschikking van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw, de Erfgoeddeal en een gebiedsofferte in het kader van Aanvalsplan Grutto voor ADD Noord.

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2024 door Provinciale Staten?
Geen.

Wat heeft het gekost?

Er is in het kader van het gebiedsproject tot nu toe ca. € 9 mln. besteed. Zie ook onderstaand financieel overzicht. De financiering bestaat geheel uit middelen van derden, met name specifieke uitkeringen van het Rijk zoals klimaatenvelop, Interbestuurlijk programma vitaal platteland, impulsgelden, versnellingsagenda, Regiodeal en GLB. 

Financieel overzicht Gebiedsproject Aldeboarn - De Deelen
Bedragen in euro's
Peildatum 23/5/2024
Omschrijving Actueel budget Aandeel Provincie Besteed
Planstudie & Gebiedsontwikkeling 4.152.772 0 1.506.319
Aankoop- en proceskosten Vastgoed 32.887.550 0 7.293.053
Uitvoering Regiodeal NIL 1.392.188 0 218.952
Uitvoering GLB pilot (via It Lege Midden) 1.721.032 0 n.b.
Totalen 40.153.542 0 9.018.324
Terug naar navigatie - 7b. Gebiedsontwikkeling Aldeboarn - De Deelen vervolg

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?

Het Koersdocument ADD is in december 2023 door de gebiedscommissie vastgesteld. Daarin heeft zij, naast de invulling van de opgaven vanuit het Veenweideprogramma 21-30 en het FPLG, ook een visie ontwikkeld op het gebied van wonen, recreëren, energie, en natuur/ecologie, landschap en cultuurhistorie. De gebiedscommissie heeft aan de overheden gevraagd om die integrale visie samen met hen verder invulling te geven. Het Koersdocument wordt naar verwachting in juni gelijktijdig behandeld in GS, DB Wetterskip en de B&W’s van de drie betrokken gemeenten. Aangezien het Koersdocument op sommige terreinen vraagt om verruiming van beleid, wordt het Koersdocument niet vastgesteld, maar zal het wel als richtinggevend kunnen gelden voor de verdere gebiedsontwikkeling. 

Voor ADD Zuid was reeds een eerste peilscenario, welke thans a.h.v. opmerkingen uit de praktijksimulatie verder wordt verbeterd. Voor Noord wordt dit najaar een eerste peilscenario ontwikkeld. Daarbij dient een goed evenwicht gevonden te worden tussen de opgaven van het Veenweideprogramma 21-30 en opgaven die zich later hebben gemanifesteerd, zoals FK 2050 en de Bovi. 

De verdere uitwerking van het Koersdocument naar volwaardig gebiedsplan heeft vertraging opgelopen door het grote tekort aan capaciteit binnen het Veenweideprogramma. De planning was om medio 2025, mede aan de hand van de Compensatie Systematiek Veenweide berekende nadeelcompensatievoorstellen, te kunnen komen tot een eerste concept gebiedsplan. Op dit moment is echter de verwachting dat in het najaar van 2025 een eerste concept is uitgewerkt.

Evenals in andere Veenweidegebieden is er ook in ADD veel tijd en energie gestoken in het stimuleren van boeren om deel te nemen aan de subsidieregeling Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (Samenwerkingsmaatregel Veenweide en de niet grondgebonden maatregelen). Door de strenge eisen dreigt echter maar een relatief klein deel van de boeren daadwerkelijk te kunnen of willen deelnemen. 

De verwachting is dat een relatief groot deel van het aangevraagde geld voor het Maatregelenpakket FPLG zal landen in ADD. Omdat de aangevraagde beheersmaatregelen echter niet zijn gehonoreerd zal er vanuit de landbouw mogelijk terughoudendheid zijn om de wél gehonoreerde investeringsmaatregelen ook daadwerkelijk toe te passen. 

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

Het grote risico is het gebrek aan capaciteit, dat leidt tot vertraging en daardoor mogelijk tot het afnemen van het thans nog relatief grote draagvlak van de plannen binnen ADD. 

Bij de onzekerheid die voortvloeit uit het koploperschap en het feit dat er gedurende het proces steeds nieuwe opgaven bij dreigen te komen voegt zich nu ook de onzekerheid over de koers van de nieuwe regering ten aanzien van gebiedsprocessen zoals in ADD. 

7c. Hegewarren

Terug naar navigatie - 7c. Hegewarren

Inleiding 

De Hegewarren is één van de ontwikkelgebieden in het Veenweideprogramma 2021-2030. De bodem in de Hegewarren zakt en het waterbeheer wordt er ingewikkelder. Door het dalende veen komt er veel CO2 vrij en door lagere grondwaterstanden verdrogen omliggende natuurgebieden. Daarnaast ligt de Hegewarren naast het stikstofgevoelige natuurgebied De Alde Feanen. De peilen moeten omhoog om de problemen op te lossen. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor de mensen die in en om de Hegewarren wonen en de grond gebruiken. Daarom is juist hen gevraagd om na te denken over een goede invulling van het gebied met een hoger waterpeil. 

Bijna een jaar lang heeft een groep inwoners en betrokkenen uit en rondom de Hegewarren gewerkt aan oplossingen voor de toekomst van de Hegewarren in het veenweidegebied. Ze deden dat in een zogenaamd co-creatieproces. In 2022 heeft u op basis van de resultaten uit dat proces het besluit genomen om de polder om te vormen naar een waterrijk gebied met veel ruimte voor natuur en recreatie.  
Voor veehouders in het gebied verandert er veel. Ze kunnen of willen niet blijven in een polder met hogere grondwaterstanden. Ze gaven aan ervoor open te staan om in gesprek te gaan over het verplaatsen van hun bedrijf. Daarom heeft u hier geld voor beschikbaar gesteld in 2020. 

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2024 door Provinciale Staten?
Geen.

Wat heeft het gekost?
Van het in november 2020  beschikbaar gestelde uitvoeringskrediet van € 30 miljoen, waaronder € 15 miljoen aan impulsmiddelen, t.b.v. het aankoopproces is ruim € 12 miljoen besteed (peildatum mei 2024).   In september 2022 hebben de drie partijen budget (€ 150.000 per partij) en personeel beschikbaar gesteld voor het eerste deel van de planfase (tot medio 2024). Het provinciale aandeel in de tabel is inclusief de personeelscomponent. 

Financieel overzicht Gebiedsproject Hege Warren
Bedragen in euro's
Peildatum 23/5/2024
Omschrijving Actueel budget Aandeel Provincie Besteed
Aankoop- en proceskosten Vastgoed 30.497.400 15.000.000 12.099.488
Uitvoering Planstudie 870.000 570.000 427.529
Uitvoering Regiodeal NIL/kennismiddelen 450.000 294.588
Totalen 31.817.400 15.570.000 12.821.604
Terug naar navigatie - 7c. Gebiedsontwikkeling Hegewarren

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd? 

Op dit moment is iets meer dan de helft van het gebied aangekocht, circa 194 ha. Vier van de zes melkveehouders zijn gestopt of verplaatst. We blijven in gesprek met de overige eigenaren in het gebied over de aankoop (of verplaatsing) van hun bedrijf en gronden.

Ondertussen zijn we gestart met het tijdelijke beheer van de gronden die we in eigendom hebben. Daarbij richten we ons op innovatieve proeven op praktijkschaal met extensieve agrarische activiteiten op nattere veengrond, zoals andere teeltgewassen. In 2024 zijn we verdergegaan met het telen en opschalen van lisdodde als teeltgewas en het inrichten van een natuurinclusief veebedrijf.  Op dit moment treffen we voorbereidingen voor inrichten van het veen-waterinnovatiebedrijf.  Deze projecten bieden kansen om nieuwe verdienmodellen en bedrijfsconcepten te ontwikkelen binnen het Veenweideprogramma maar ook om te voorzien in nieuwe inzichten die nodig zijn om het toekomstperspectief ‘Open en Natuurlijk’ te bereiken. 

In 2024 zijn we verdergegaan met de planuitwerking van de gekozen variant Open en Natuurlijk. Dat betekent o.a. dat we een Landschapsecologische Systeem Analyse (LESA) laten uitvoeren om inzicht te krijgen in de werking van het watersysteem, de bodem, natuur en de haalbaarheid van de gekozen variant. De resultaten daarvan verwachten we na de zomer. Ook wordt er momenteel archeologisch onderzoek uitgevoerd in delen van het gebied.  

Na de planuitwerking leggen wij u een go/no-go besluit voor. Zoals bij de jaarstukken 2023 gemeld verwachten wij dit medio 2025 te doen. Dit is o.a. afhankelijk van beschikbare capaciteit (zie ook risico's) en definitieve duidelijkheid over doelstellingen vanuit het FPLG. 

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

Het is niet gelukt een aantal posities binnen de organisaties van het Veenweideprogramma en het project de Hegewarren in te vullen, o.a. door krapte op de arbeidsmarkt.  Dit heeft gevolgen voor de planning van de planfase en het voor te leggen go/no-go besluit. Wij verwachten nu in de eerste helft van 2025 bij u terug te komen met een voorstel. 

Een ander punt van aandacht is het aankoopproces. Verplaatsen van bedrijven wordt lastiger in verband met het schaarser worden van landingslocaties met een goede vergunning (met ruimte voor de toekomst), concurrentie van agrariërs uit andere provincies (waar hectareprijzen hoger zijn) en stijgende (ver)bouwkosten.

7d. Idzegea

Terug naar navigatie - 7d. Idzegea

Inleiding 

Idzegea is één van de ontwikkelgebieden in het Friese Veenweideprogramma 2021-2030. Het gebied is ongeveer 2500 hectare groot en telt 55 boerenbedrijven. Het ligt in een waterrijke omgeving en is daardoor erg in trek bij toeristen. De bodem bestaat uit een dikke laag veen. Door de ligging biedt het gebied kansen voor weidevogels.  

Boeren, betrokkenen, belanghebbenden en de overheden (provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân en de gemeente Súdwest-Fryslân) werken samen toe naar een integraal plan voor de toekomst van het gebied. Hiervoor is in 2023 een gebiedscommissie geïnstalleerd. In 2023 is een eerste inhoudelijke verkenning van het gebied opgestart In 2024 wordt verder gewerkt aan een integraal ontwerp voor de toekomst van het gebied. Hierin wordt invulling gegeven aan de veenweideopgave en de koppelkansen op het gebied van natuur, landbouw en biodiversiteit. In dit kader zijn we in 2023 ook een verkenning naar de kansen voor het aanvalsplan grutto in het gebied gestart. Tevens kijken we naar de brede welvaart in het gebied en kansen om die te versterken. 

Pilots en leren  
In Idzegea lopen verschillende pilots waarin we leren over het gebied en haar mogelijkheden. Zo brengen we knelpunten en kansen bij de invoering van hogere waterpeilen in beeld. Dit doen we bijvoorbeeld in een proef met flexibel peilbeheer. Ook nemen we deel aan het meetnetwerk Boeren meten Water. We voeren deze onderzoeken uit samen met betrokken partijen in het gebied. Waar nodig doen wij aanvullend onderzoek naar de bodem en grondwaterstanden.

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2024 door Provinciale Staten?
Geen.

Wat heeft het gekost?

Er is 1,6 miljoen euro beschikbaar gesteld door de Provincie  voor capaciteit en producten voor de ontwikkel en ontwerpfase die van 2023 tot 2025 loopt.  Een deel van dat geld is in 2023 en 2024 besteed, de prognose is dat het budget toereikend is om het planproces tot 2025 te financieren. De verwachting is tevens dat de regiodealmiddelen in 2024 en 2025 besteed worden.  

Financieel overzicht Gebiedsproject Idzegea
Bedragen in euro's
Peildatum 23/5/2024
Omschrijving Actueel budget Aandeel Provincie Besteed
Uitvoering startnotitie 1.768.996 1.622.500 166.121
Uitvoering Regiodeal NIL 2022-2024 292.200 0 13.312
Totalen 2.061.196 1.622.500 179.433
Terug naar navigatie - 7d. Gebiedsontwikkeling Idzegea vervolg

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd? 

  • De gebiedscommissie die in 2023 is ingesteld werkt ook in 2024 verder aan het ontwikkelen van een integraal gebiedsplan. De insteek is om samen  op basis van de gebiedsanalyse die in 2023 is opgestart de vertaling te maken naar een ontwerpplan waarin invulling gegeven wordt aan de opgaven, kansen, (financiële) haalbaarheid en draagvlak. Doel is om eind 2025 een plan op te leveren. De vertaling van analyse naar scenario's kost meer tijd dan verwacht. Dit heeft te maken met de een gebrek aan capaciteit in het veenweideprogramma.
  • In 2024 continueren diverse pilots zoals HAKLAM en Boeren Meten Water waarin we leren over het gebied en de gevolgen van peilopzet. We stimuleren en faciliteren boeren daarnaast ook in het werken aan een aanvraag voor de Subsidieregeling: Samenwerking in veenweidegebieden en Natura 2000-overgangsgebieden, van de GLB. Dit is deels een opschaling van de bestaande HAKLAM proef. De verwachting is dat er een relatief groot samenwerkingsverband deelneemt vanuit Idzegea. Het proces rondom de aanvraag levert veel belangrijke lessen op voor ons planproces. Als de aanvraag gehonoreerd wordt, kunnen we in 2025 de peilen opzetten in een aantal polders waarmee we enerzijds meer ervaring opdoen met hogere peilen én ook wat eerste no-regret aanpassingen in het watersysteem uitvoeren
  • We wilden in 2024 starten met een pilot Ruge Dong, waarin we experimenteren met ruige mest ter bevordering van biodiversiteit en als alternatief voor kunstmest, dit is vooralsnog niet gelukt door capaciteitsvraagstukken én omdat de keuze gemaakt is om te prioriteren op een aanvraag voor de samenwerkingsmaatregelen.
  • In 2024 werken we ook toe naar een aanpak voor het Aanvalsplan Grutto in het gebied. De eerste stappen zijn gezet met een kansen- en knelpunten analyse. 
    De verwachting is dat er in 2024 geld voor de uitvoering van het gebiedsproces beschikt wordt vanuit het Koploperpakket Veenweide. 

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

Een gebiedsproces valt of staat bij draagvlak. In Idzegea is motivatie en energie om aan de slag te gaan maar tegelijk zijn de kaders en regelgeving voor het NPLG en het landelijk gebied niet altijd helder.  Dat risico blijft in 2024. 

Het lukt in Idzegea door een gebrek aan slagkracht (waaronder instrumenten) en middelen nog niet om grond te verwerven. Dit doet afbreuk aan het vertrouwen in de slagkracht van de overheid in het proces.