Ontwikkeling financieel kader

1 – Onze uitgangspunten

Terug naar navigatie - 1 – Onze uitgangspunten
  • De meerjarenbegroting is structureel sluitend. Dit betekent dat de begroting op een termijn van zo'n 10 jaar sluitend is.
  • Om in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen streven wij er naar om hiervoor structurele financiële ruimte beschikbaar te houden.
  • De minimale stand van de Vrije Aanwendbare Reserve bedraagt € 10 miljoen.
  • Structurele uitgaven dekken wij uit structurele middelen.
  • Bij inzet van revolverende middelen zijn de gederfde rendementen gedekt: de rente die wij mislopen of die wij moeten betalen dekken we af.
  • Geld geven we alleen uit als we alle initiële kosten en (eventuele) structurele financiële gevolgen van een activiteit kunnen betalen.
  • Bij elk voorstel aan Provinciale Staten dat geld kost, maken wij duidelijk hoe wij dit op verantwoorde wijze betalen. 
  • Gedeputeerde Staten voeren alleen moties uit die financieel gedekt zijn. Bij amendementen verwachten wij van Provinciale Staten dezelfde discipline.
  • Aan het meefinancieren van projecten van anderen stellen we voorwaarden zodat we goed zicht kunnen houden op de resultaten. De verplichting tot verantwoording moet in verhouding staan tot de inspanning die de ander levert.
  • Als wij financiële afspraken maken met anderen zijn die voor ons hard. Tegenvallers of extra benodigde middelen zijn voor rekening van de partij die deze het beste had kunnen voorzien. Dat is over het algemeen de partij waarmee we die afspraken hebben gemaakt. 

2 - Ontwikkeling begrotingssaldo

Terug naar navigatie - 2 - Ontwikkeling begrotingssaldo

Het financieel kader actualiseren we periodiek. Dit gebeurt naar aanleiding van externe wijzigingen (zoals veranderingen in het provinciefonds) of door besluiten van Provinciale en Gedeputeerde Staten. Vaak stellen uw Staten deze wijzigingen vast bij de behandeling van een begroting, de jaarstukken, of een bestuursrapportage. Daarnaast heeft het college het mandaat om een aantal niet beleidsmatige wijzigingen zelf in de begroting te verwerken. Het betreft hier bijvoorbeeld wijzigingen in het provinciefonds, opbrengst motorrijtuigenbelasting, rendement vermogensbeheer of dividenduitkering. Hieronder geven we de ontwikkeling van het begrotingssaldo vanaf de begroting 2024 tot aan de bestuursrapportage stapsgewijs weer. 

Bij de jaarstukken en de kadernota zijn de mutaties in het begrotingssaldo eerder toegelicht. Ten opzichte van de stand van de kadernota hebben er mutaties plaatsgevonden op het begrotingssaldo in 2024-2028. In het begrotingssaldo is onder meer de vrijval van de gebiedsbudgetten verwerkt (€ 5,0 mln.). Dit zelfde geldt voor de het resterende saldo dat overblijft als gevolg van de taakverschuivingen die samenhangen met de invoering van de Omgevingswet tussen gemeenten, het Rijk en provincies (lagere bijdrage FUMO, totaal € 2,4 mln.). Daarnaast is de post Onvoorzien afgeboekt (€ 0,6 mln.) , zijn tijdelijke budgetten vrijgevallen (€ 1.3 mln.), is de rente opgehoogd (€ 0,6 mln.)  en is de verkoop van steunpunten financieel verwerkt (saldo  € 1,0 mln.). 

Tegenover deze vrijval staat een tweetal posten die ten laste van begrotingssaldo komen. Conform de uitgangspunten bij de begroting is rente toegevoegd aan de RSP-middelen (€ 0,4 mln.) en is de stelpost nominaal opgehoogd om de indexering van de budgetten voor Grond-, Weg- en Waterbouw te kunnen dekken (in 2024-2028 totaal € 2,2 mln.).

Ontwikkeling begrotingssaldo 2024 2025 2026 2027 2028
Bedragen x € 1 mln.
Begrotingssaldo bij berap 2023 11,2 22,4 3,5 6,5 6,0
GS provinciefonds - effecten meicirculaire 4,0 1,8 -0,5 5,3 5,5
GS aanvulling vanuit Vrij aanwendbare reserve 19,3 24,3 37,0 41,4 0,0
PS 28-6-2023 resultaatbestemming impulsgelden weerbaar bestuur -0,2 -0,1 0,0 0,0 0,0
PS 28-6-2023 bestemming jaarrekeningresultaat Een ton voor een regenton 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
PS 28-6-2023 resultaatbestemming Gebiedsontwikkeling WTC fase II 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
PS 28-6-2023 reserve spaarverlof 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
PS 28-6-2023 terugbetaling resultaat Marrekrite 2022 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
PS 12-7-2023 uitvoering moties funderingsaanpak Fries veenweidegebied -0,8 -0,7 -0,7 -2,0 0,0
Begrotingssaldo vóór bestuursakkoord 2023-2027 33,6 47,8 39,3 51,2 11,5
PS 19-7-2023 Bestjoersakkoart 2023-2027 voorstellen -36,1 -48,6 -39,3 -51,2 -6,9
PS 19-7-2023 Bestjoersakkoart 2023-2027 heroverwegingen 2,5 0,8 0,0 0,0 0,0
Begrotingssaldo bij begroting 2024 0,0 0,0 -0,0 0,0 2,6
GS wijziging dividenduitkering FHW 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
GS wijziging december 2023 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
GS wijziging septembercirculaire provinciefonds 2023 3,8 3,3 2,2 1,3 1,2
GS wijziging verkoop Kenter BV dividenduitkering Alliander 6,7 -0,7 -0,7 -0,7 -0,7
PS wijziging december 2023 -0,2 0,1 -0,1 -0,1 -0,2
PS 18-10-2023 nota aktualisaasje leezjesferoardering 2024 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Begrotingssaldo bij autorisatiemoment december 2023 10,5 3,0 1,6 0,8 3,2
GS wijziging decembercirculaire provinciefonds 2023 -0,1 -0,3 -0,2 0,0 0,0
Begrotingssaldo bij jaarrekening 2023 10,4 2,7 1,4 0,8 3,2
PS 20-3-2024 Walbehear farwegen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
PS 29-5-2024 Kadernota 2025 9,2 -4,7 -4,4 -5,1 -4,2
Begrotingssaldo bij kadernota 2025 19,6 -2,0 -2,9 -4,3 -1,0
Voorstellen PS berap 2024 1,5 1,1 1,1 3,8 0,4
Voorstellen GS berap 2024 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0
Begrotingssaldo bij berap 2024 21,7 -0,9 -1,8 -0,5 -0,6

3 - Vrij Aanwendbare Reserve (VAR)

Terug naar navigatie - 3 - Vrij Aanwendbare Reserve (VAR)

Hieronder staat de ontwikkeling van de VAR. Conform de afspraak met uw Staten vloeit het rekening- en begrotingssaldo aan het eind van het jaar automatisch in de VAR. De  verwachte begrotingssaldi 2024-2028 zijn hierin opgenomen. 

In de financiële uitgangspunten is opgenomen dat de minimale stand van de VAR altijd € 10 mln. bedraagt.  Aan het eind van deze collegeperiode (2027) bedraagt het saldo, onder aftrek van een minimale stand van de VAR van € 10 mln., totaal € 84,5 mln. Dit saldo is meegenomen bij de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit. De VAR neemt de komende jaren af vanwege de geplande investeringen die zijn opgenomen in het bestuursakkoord voor de periode 2023-2027. 

Op basis van de stand van VAR eind 2027 van € 84,5 mln. is de weerstandsratio 1,3. Er is nog  € 12,4 mln. extra nodig in de VAR om een ratio van minimaal 1,4 te halen. In deze cijfers is nog geen rekening gehouden met de financiële effecten uit de meicirculaire c.q. voorjaarsnota.

VAR 2024 2025 2026 2027 2028
Bedragen x € 1 mln.
Beginsaldo *) 200,6 200,5 175,3 136,4 84,5
Beschikking over reserve -21,9 -24,3 -37,0 -41,4 0,0
Begrotingssaldo 21,7 -0,9 -1,8 -0,5 -0,6
Stand ultimo 200,5 175,3 136,4 94,5 84,0
Minimale stand VAR -10,0
Stand VAR ná mutaties 200,5 175,3 136,4 84,5 84,0
*) incl cijfers van de jaarrekening