Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?
In het kader van de Regeling Provinciale Maatregelen Landelijk gebied (Rpml) is in het najaar van 2024 ruim € 45 mln. door het Rijk beschikt voor uitvoering van de maatregelpakketten Klimaat/Veenweide. Ook wordt er gebruik gemaakt van de mogelijkheden van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (Samenwerkingsmaatregel Veenweide en de niet grondgebonden maatregelen). Beide budgetten zijn een impuls om in de gebieden een eerste stap in de uitvoering te zetten.
Naar verwachting wordt er in 2025 ingestemd door de Europese Commissie met de Compensatiesystematiek Veenweide (CSV). Dit is een belangrijk instrument om in Fryslân tot uitvoering te komen.
Op dit moment is er voldoende capaciteit. Door het vervallen van het NPLG en de financiering die daarvan in de komende jaren werd verwacht is er onvoldoende budget om de doelstellingen uit het Veenweideprogramma 2021 – 2030 te realiseren. Ook zien we dat schaarste op de arbeidsmarkt ook een steeds grotere rol gaat spelen. Bij de risico’s gaan we daar verder op in.
In 2025 gaan we binnen de zeven programmalijnen de volgende werkzaamheden uitvoeren:
P1 Waterbeheer en klimaatadaptatie
Voortzetting en verdere uitrol van de pilots met flexibel peilbeheer (‘Hoger Als het Kan, Lager Als het Moet’) ;
Als onderdeel van de integrale aanpak de Kaderrichtlijn water-maatregelen voor waterkwaliteitsverbetering meenemen in de gebiedsgerichte aanpak.
Inzet op de problematiek rondom funderingsschade en het borgen van de effectiviteit van hoogwatercircuits
Ondersteuning van planvorming voor waterkwantiteit; zoet water toevoer en waterberging.
P2 Bodem en grondgebruik
Voortzetting proeftuin bodem; veenoxidatie afremmen door bodemmaatregelen zoals klei in veen, overlagen en profielkeren.
Voortzetting projecten integraal bodembeheer, draagkracht en gewas.
Volgen proeven bodem en bodemvruchtbaarheid.
Voortzetting praktijknetwerk duurzame maisteelt en biodiversiteit.
P3 It Nije Buorkjen
Voorlichting en advies geven over bedrijfseconomisch perspectief na peilverhoging.
Inzetten op goedkeuring EU, verbetering en uitrol Compensatie Systematiek Veenweide in de ontwikkelgebieden
Uitrollen GLB-samenwerkingsmaatregel voor peilverhoging, begeleiden nieuwe aanvragen en opstarten GLB-praktijkbedrijven.
Stimuleren van initiatieven die werken aan een passende ontwikkeling van de vegetatie onder natte condities en geschikt blijvend voor melkproductie en opstarten bevloeiingsproef Brekkenpolder
Voor het kennis en innovatieprogramma NL2021 staan de volgende acties gepland:
- Opzetten onderzoeksprogramma en inrichten innovatiebedrijven Hegewarren
- Exploitatie innovatiebedrijven borgen via subsidie aan st. VIP-Hegewarren
- Ontwikkelen landgoed en governancemodel voor Akkrumer Goedland
- Ontwikkeling en exploitatie borgen via een subsidie aan landgoedcoöperatie Akkrumer Goedland
P4 Natuur en biodiversiteit
De generieke LESA is aanbesteed en in uitvoering in samenwerking met alle veenweidepartners en experts. De andere projecten worden voorbereid en in gang gezet conform werkplan, behalve het veenmos project dat vanwege vergunningstraject naar achteren schuift, wellicht een seizoen.
P5 Integrale gebiedsaanpak
Separaat wordt nader ingegaan op de drie belangrijkste gebiedsprojecten (ontwikkelgebieden) van Veenweide, namelijk Aldeboarn de Deelen, Hegewarren en Idzegea. Daarnaast wordt vanuit Veenweide nog een aantal gebiedsprocessen actief ondersteund:
- Groote Veenpolder: In 2025 breiden we de proeftuin Bodem worden uit met de pilot Klei in Veen in de praktijk. Daarnaast verkennen met het gebied (agrarische ondernemers) middels woonkamerbijeenkomsten en keukentafel gesprekken naar het draagvlak, mandaat enk kijken we of en hoe er gewerkt (bottum-up) kan worden aan de gebiedsopgaven.
- Leechlan Grou-Warten: we gaan verder met de verkennende fase in het Leechlân. Met inmiddels een groot draagvlak in het gebied beginnen we aan de projecten zoals genoemd in het startdocument dat in april ’24 door het BOF is vastgesteld. De ervaringen en resultaten hiervan vormen de bouwstenen voor de verdere planuitwerking. Daarnaast wordt een nieuwe projectleider aangesteld die samen met het gebied verantwoordelijk wordt voor een nieuwe fasering.
- Akkrumer Goedland: we geven uitvoering aan de initiatieven om te komen tot een collectief verdienmodel vanuit de doelstellingen Veenweide. Hiervoor wordt concreet invulling gegeven aan de opgave van het landelijke Groeifonds (NL2120) en samengewerkt met Innovatiepolder Hegewarren.
P6 Onderzoek en monitoring
Op het gebied van onderzoek en monitoring gaan we het volgende doen:
- Voortzetting van deelname aan nationale onderzoeksprogramma's, onder andere op het gebied van broeikasgasmetingen en monitoring van bodemdaling en daarnaast ook eigen lopende monitoring van broeikasgassen en bodemdaling;
- Voortzetting van de monitoring van grondwaterpeilen en bodemvocht bij aangepast peilbeheer (o.a. bij Boeren Meten Water);
- Voortzetting van het vervolgonderzoek naar preventie en risico's op het ontstaan of toenamen van dierziekten bij nattere omstandigheden (met name leverbot en salmonella);
- Het actueel houden van de meetpunteninventarisatie voor grond- en oppervlaktewatermeetpunten;
- Het uitvoeren van de jaarlijkse analyse van meetgegevens van grondwaterstanden en vochtgehaltes.
Daarnaast blijven wij samenwerken met landelijke initiatieven, onder meer vanuit het Nationaal Onderzoekscentrum Bodemdaling Veenweide en het onderzoeksprogramma Somers.
P7 Funderingen?
Woningeigenaren weten het Funderingsloket sinds Q1 2024 inmiddels goed te vinden voor hulp (informatie, psycho-sociaal, funderingsonderzoek en -herstel). Momenteel is het loket in staat alle melders bij te staan.
De aanvragen (een tiental) voor subsidieregeling Funderingsonderzoek, open sinds Q1 2024, zullen naar verwachting toenemen nu in Q2 2025 de subsidieregeling Funderingsherstel is opengesteld.
De beschikkingen voor 12 van de 13 Code Rood gevallen zijn afgerond. Voor het maatwerk aan de laatste en zeer complexe casus is meer tijd nodig en continueren we de begeleiding.
De verkenning Datavoorziening en Innovatieprogramma met gemeenten en Elkien resp. innovatiepartners is voortgezet, dusdanig dat we aan kunnen sluiten op landelijke ontwikkelingen.
De afweging eigen garantieregeling wordt zoals bekend nu niet opgepakt vanwege de verwachte openstelling van het landelijke Fonds Duurzaam Funderingsherstel (Q3 2025).
Landelijk benutten we de lobbykansen voor de financiële verbreding van de Funderingsaanpak. Als koploper landelijk gebied in Nederland zijn we dan ook bestuurlijk en ambtelijk nauw betrokken bij het ontwerp van de Nationale Aanpak Funderingsproblematiek We zetten in op de ontwikkeling van pilots voor Fryslân in dit landelijk kader om hiermee meer kennis, ervaring en inzicht op deze relatief nieuwe problematiek op te doen en daarmee onze funderingsaanpak verder te ontwikkelen. Naar verwachting zet het Rijk de komende jaren overigens geen budget in voor uitvoering (helpen met herstel), maar richt zich m.n. op voorwaardenscheppende activiteiten.
De Tussenevaluatie Funderingsaanpak is eind 2024 / begin 2025 uitgevoerd (gereed Q2 2025). Aan de hand van de conclusies en aanbevelingen willen we samen met de overheidspartners een verbetering en doorontwikkeling van de aanpak realiseren.?
Hoe hebben de genoemde risico's zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico's bijgekomen?
Schaarste op de arbeidsmarkt: voor onder meer de gebiedsprocessen is tijd nodig om zorgvuldig met stakeholders in het gebied te komen tot een invulling van de verschillende opgaven. Hiervoor is voldoende inzet noodzakelijk. Het vinden van personeel dat voldoende kennis en ervaring heeft om deze processen met stakeholders uit het gebied te kunnen organiseren is noodzakelijk. Met een toenemend aantal gebiedsprocessen in het veenweidegebied zien wij dit als een risico.
De eerste ervaringen met het Funderingsloket zorgen voor een capaciteitsvraagstuk. Begeleiding van woningeigenaren met dergelijke problemen is intensief, blijkt ook uit de ervaring van Groningen. Tevens is Fryslân voorloper in de Funderingsaanpak, wat pionieren en dus tijd investeren betekent. We onderzoeken de mogelijkheden met de samenwerkingspartners om binnen de toegekende middelen de inzet passend te maken.
Onvoldoende budget voor de realisatie: zoals bij het opstellen van het concept-gebiedsprogramma voor het vervallen NPLG aangegeven is zo’n € 1,4 miljard nodig om het Veenweideprogramma tot uitvoering te brengen, inclusief de aanpak funderingen. Met het wegvallen van het Transitiefonds landelijk gebied wordt voor de financiering gekeken naar overige financieringsbronnen vanuit het Rijk en Europa. Het is nog onvoldoende duidelijk welke financieringsbronnen waarvoor beschikbaar komen en in hoeverre dit ingezet kan worden voor de uitvoering van het Veenweideprogramma. Duidelijk lijkt wel dat er onvoldoende budget is om de bestuurlijke taakstelling in 2030 te realiseren. Het is op dit moment niet te zeggen of de financiële verbreding van de Funderingsaanpak haalbaar is, omdat dit afhangt van de landelijke beleidsontwikkeling.
Onvoldoende tempo in de grondverwerving: Invulling van de opgaven in de gebiedsprocessen vraagt de mogelijkheid om af te kunnen waarderen en te kunnen compenseren. Grond is hierin cruciaal. Tot op heden hebben we onvoldoende grond beschikbaar in de verschillende gebieden om te kunnen afwaarderen en compenseren en kunnen wij onvoldoende snel handelen.