Paragraaf 3. Grote projecten

1. Spoorprojecten

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Spoorprojecten

Terug naar navigatie - Spoorprojecten

Lelylijn

Beleid

G

Tijd

G

Geld

R

Geld (toelichting)

In de Voorjaarsnota 2025 heeft het kabinet het budget Lelylijn voor een belangrijk deel besteed aan andere infrastructurele projecten, waarmee er nog € 900 miljoen resteert voor de Lelylijn. 

ERTMS

Beleid

G

Tijd

R

Tijd (toelichting)

De implementatie van ERTMS op de noordelijke lijnen is minimaal 15 maanden vertraagd. Dit komt vanwege een door de Programmadirectie aan te leveren cruciaal onderdeel voor de ombouw van het treinmaterieel. Onduidelijk is wat de gevolgen van deze vertraging zijn. De Programmadirectie bekijkt alternatieven om de gevolgen van de vertraging te minimaliseren. 

Geld

O

Geld (toelichting)

Op het moment dat de Programmadirectie een keuze gemaakt heeft voor een mogelijk alternatief werkproces om de gevolgen van de vertraging te minimaliseren, en deze keuze afwijkt van de uitgangspunten in de Bestuurlijke Overeenkomst, worden de financiële consequenties besproken tussen de provincie Groningen en Fryslân en het ministerie van I&W. 

1a. Lelylijn

Terug naar navigatie - 1a. Lelylijn

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2025 door Provinciale Staten?
Geen.

Wat heeft het gekost?
In het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB is de Lelylijn opnieuw opgenomen. Het kabinet had € 3,4 miljard gereserveerd voor de realisatie van de Lelylijn. In 2023-2024 is het MIRT- en NOVEX-onderzoek voor de Lelylijn uitgevoerd. Met het Rijk is afgesproken de kosten hiervan ad € 8 miljoen te verdelen in 50% voor het Rijk en 50% voor de regio. Dit is voor het MIRT- en NOVEX-onderzoek Lelylijn (€ 6 miljoen), Deltaplan (€ 1 miljoen), onderzoek Bestaand Spoor (€ 0,5 miljoen) en onderzoek Nedersaksenlijn (€ 0,5 miljoen). Voor de provincie Fryslân betekent dit een bijdrage aan de plankosten van € 1,3 miljoen  (dit bedrag zit in het budget Lelylijn, opgenomen voor de bijdrage aan de plankosten voor Lelylijn en Deltaplan). Daarnaast dragen Friese gemeenten hieraan bij.

In het Bestjoersakkoart 2023-2027, Oparbeidzje foar Fryslân is hiernaast nog € 1 miljoen gereserveerd, die zal in 2025 en 2026 worden aangesproken voor de uitvoering van de vervolgstappen op basis van de afspraken in het BO-MIRT 6 november en 20 december 2024. In november 2024 is in het BO-MIRT besloten om n.a.v. een aangenomen motie door de Tweede Kamer het MIRT-onderzoek te vervolgen met een Masterplan Lelylijn. Hiertoe worden de resterende middelen in 2025 en 2026 ingezet. In de Voorjaarsnota 2025 heeft het kabinet het budget Lelylijn voor een belangrijk deel besteed aan andere infrastructurele projecten, waarmee er nog € 900 miljoen resteert voor de Lelylijn.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd? 
De Lelylijn is begin 2024 opgenomen in het 'extended core network' van het Trans-European Transport Network (TEN-T). Er wordt lobby gevoerd richting Europa om cofinanciering voor de aanleg van de Lelylijn te krijgen uit de budgetten achter de TEN-T verordening en andere mogelijke Europese fondsen. 
In november 2024 is het MIRT- en NOVEX-onderzoek voor de Lelylijn afgerond. Doel van het onderzoek was het opleveren van voldoende informatie om de Startbeslissing Verkenning Tracéwet te nemen door de minister eind 2024, als start van de formele planvoorbereiding en realisatie van de Lelylijn. Het Rijk eist dat er zicht is op 75% van de benodigde middelen, dat ontbreekt nu en daarom is de Startbeslissing tot een MIRT-verkenning door de minister niet genomen ondanks dat Rijk en Regio van mening zijn dat de resultaten van de onderzoeken wel vervolgstap rechtvaardigen. Er is in het BO-MIRT december 2024 besloten om te komen tot een Masterplan Lelylijn om te kijken hoe de lijn ingebed kan worden in de ruimtelijke structuur van Nederland. Nu de reservering voor de Lelylijn op de Rijksbegroting grotendeels is leeg gehaald is het zicht op 75% van de benodigde middelen verder weg. Over de ontstane situatie zijn Rijk en regio met elkaar in gesprek. 

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft het zicht op 75% van de financiering als spelregel voor het nemen van de Startbeslissing tot een MIRT-verkenning. Nu de reservering voor de Lelylijn op de Rijksbegroting grotendeels is leeg gehaald, heeft het risico zich ten aanzien van de beschikbare middelen voltrokken waarmee het zicht op 75% van de financiering en daarmee het zicht op de Startbeslissing MIRT-Verkenning verder uit beeld is.

1b. ERTMS

Terug naar navigatie - 1b. ERTMS

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2025 door Provinciale Staten?
Geen

Wat heeft het gekost?
Het totale budget voor de ombouw van de treinen bedraagt € 99,5 miljoen. Hiervoor draagt de provincie Fryslân € 10 miljoen bij en de provincie Groningen € 20 miljoen (naar rato omvang van de concessie: 1/3 Fryslân en 2/3 Groningen). De bijdrage van de provincie wordt gedekt uit de te realiseren besparing in de concessie. Via een Specifieke Uitkering (SPUK) ontvangen de provincies van het Rijk naar rato het resterende bedrag. Arriva heeft op basis van een kasstroomregeling circa € 43 miljoen  ontvangen; 1/3 van Fryslân en 2/3 van Groningen. Met deze middelen wordt het contract met Stadler gefinancierd, de partij die de treinstellen gaat ombouwen voor Arriva.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd? 
ProRail heeft een projectorganisatie in het leven geroepen om de uitrol van ERTMS in Nederland te organiseren. De werkzaamheden voor de provincie bestaan vooreerst uit het laten opstellen van ontwerpen door ingenieursdiensten voor de benodigde aanpassingen in de treinen in Fryslân en Groningen. Vanaf 2026 worden de treinstellen daadwerkelijk omgebouwd. Parallel daaraan zal ProRail de noodzakelijke aanpassingen aan de spoorinfrastructuur uitwerken.  Deze zijn inmiddels aanbesteed en gegund. De regie op planning en uitvoering is belegd bij de landelijke Programmadirectie die hiervoor door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is opgericht.

Hoe hebben de genoemde risico’s zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

  • De beide provincies zijn volledig risicodragend voor de ombouw van het treinmaterieel naar verhouding van inbreng.  In het totale budget heeft  Arriva circa € 9 miljoen opgenomen voor risicodekking.
  • De indexering is een risico. Het Rijk indexeert hun bijdrage en deze wordt inmiddels uitbetaald. Onze eigen bijdrage wordt niet geïndexeerd.
  • Omdat de noordelijke lijnen als één van de eerste worden omgebouwd naar ERTMS kunnen er onvoorziene zaken optreden. Er is op dit moment sprake van een vertraging van minimaal 15 maanden. 
  • Mogelijk dat door de vertraging de Programmadirectie kiest voor een andere aanpak met een aangepaste planning. Wat dit voor de provincie Fryslân en Groningen gaat betekenen is nog niet duidelijk

2. Vismigratierivier

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Vismigratierivier

Terug naar navigatie - Vismigratierivier

In 1932 is de afsluitdijk gerealiseerd. De afsluiting van de toenmalige Zuiderzee heeft ecologisch grote negatieve gevolgen gehad. Door het realiseren van de Vismigratierivier wordt de verbinding hersteld zodat trekvissen weer kunnen migreren tussen zoet en zout. 

Vismigratierivier

Beleid

G

Tijd

O

Tijd (toelichting)

Er is vertraging als gevolg van o.a. Covid en het raakvlak met het Rijkscontract Versterking Afsluitdijk. De VMR is afhankelijk van deze planning. Oorspronkelijk zou het project in 2024 klaar zijn, dit wordt 2026. Inclusief de inregelfase (voor het verkrijgen van een optimaal functionerend ecologisch systeem) is dit 2028.

Geld

O

Geld (toelichting)

Voor de totale businesscase van de Vismigratierivier, een volledig effectieve VMR, is een budgettoevoeging van €13 miljoen nodig. Voor een toelichting verwijzen wij naar de tekst hieronder. 

Terug naar navigatie - Vismigratierivier

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2025 door Provinciale Staten?

Geen.

Wat heeft het gekost?

  Budget Besteed
Project Totaal budget Aandeel provinciale bijdrage in budget Gerealiseerd t/m mei 2025
Vismigratierivier deel 1 19.000.000  2.700.000 19.000.000
Vismigratierivier deel 2 47.900.000 5.700.000 25.700.000

Provincie Fryslân is sinds 2018 opdrachtgever namens de vijf initiatiefnemers van de VMR: de Waddenvereniging, It Fryske Gea, Sportvisserij Nederland, Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk en NetVISwerk. Het project wordt grotendeels gefinancierd door subsidies vanuit o.a. het Waddenfonds, Nationale Postcode Loterij en LIFE.

Sinds de vaststelling van het budget in 2018 zijn de omstandigheden gewijzigd door raakvlakken en afhankelijkheden met het Rijksproject Versterking Afsluitdijk, hoge prijsindexatie als gevolg van Covid-19 en de oorlog in Oekraïne, de verziltingsproblematiek in het IJsselmeer en daarmee de beschikbaarheid over zand voor de bouw van de VMR alsook complexe vergunningsprocedures.

U bent eerder geïnformeerd over de gevolgen van bovengenoemde negatieve ontwikkelingen op de  totale businesscase van de VMR en een tekort van € 13 mln. Dat tekort is inmiddels opgelost. De provincie en de initiatiefnemers zijn met de financierende partijen van de Vismigratierivier in gesprek gegaan over extra budget. Het Waddenfonds, de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), en de initiatiefnemers dragen samen circa 13 miljoen euro extra bij zodat  volledig functionele VMR gerealiseerd kan worden. 

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd? 

In 2020 is de realisatie van de VMR gestart. Het project is volop in realisatie. De VMR wordt op basis van zes deelcontracten gerealiseerd:

Contract I = Rijkscontract – Doorlaatmiddel Afsluitdijk en inzwemopeningen (gereed)
Contract II = Estuariëne deel Waddenzeezijde (gereed)
Contract III = Estuariëne deel IJsselmeerzijde (gereed)
Contract IV = Oostelijke en Zuidelijke Dam IJsselmeerzijde (gereed 2025)
Contract V = Westflank IJsselmeerzijde (gereed)
Contract VI = Binnenzijde VMR, afsluitmiddel, inregelfase en b&o (voorbereiding)

Vier van de zes deelgebieden zijn inmiddels afgerond, van noord naar zuid zijn dit: de Waddenzeezijde met de inzwemopeningen, het Doorlaatmiddel in de Afsluitdijk, het Estuariëne deel aan IJsselmeerzijde en de westelijke dam aan IJsselmeerzijde. In 2025 wordt het één na laatste deelgebied, de zuidelijke en oostelijke dam aan IJsselmeerzijde, aangelegd. Dit is het laatste deel van de contour van de Vismigratierivier. Het laatste deelgebied (Contract VI) bevindt zich in de voorbereidende fase.

Hoe hebben de genoemde risico’s zicht ontwikkeld en zijn er nieuwe risico’s bijgekomen?

De raakvlakken en afhankelijkheid met het rijksproject Versterking Afsluitdijk heeft geleid tot een langere doorlooptijd met financiële consequenties (o.a. indexering, personeelslasten, en hogere bouwkosten) en maakte verlenging van de natuurwetvergunning noodzakelijk.

Generiek is er in de GWW-sector sprake van (enorme) prijsstijgingen.

Recent zijn onverwacht hoge kosten opgetreden door vergunningscomplexiteit.

In verband met verziltingsproblematiek zal er van uit moeten worden gegaan dat het benodigde zand voor het laatste deelgebied (VI) geheel aangekocht moet worden, in plaats van beschikbaar komen vanuit de verdieping vaargeulen. 

3. Bruggen/Sluis Kornwerderzand

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Bruggen/Sluis Kornwerderzand

Terug naar navigatie - Bruggen/Sluis Kornwerderzand

Het project omvat het vervangen van de bruggen in de A7, het verruimen van de grote sluis te Kornwerderzand en het verruimen van de vaargeulen in het IJsselmeer.  Daarmee wordt het IJsselmeergebied toegankelijk voor grotere schepen en levert baten op voor een brede regio. In 2019 is een bestuursovereenkomst (BOK) gesloten met Rijk over de realisatie en financiering. Sindsdien zijn omstandigheden gewijzigd en hebben ontwikkelingen plaatsgevonden die hebben geleid tot een herijking van het project en vraagt nieuwe afspraken tussen de betrokken regionale bestuurlijke partijen en het Rijk. In het kader van de voorjaarsnota 2025  wordt voorgesteld voor het project een extra bijdrage van € 375 mln. beschikbaar te stellen , daarmee lijkt de dekking voor het project rond te zijn.

Bruggen/sluis Kornwerderzand

Beleid

G

Tijd

R

Tijd (toelichting)

In de BOK zijn mijlpalen vastgelegd voor de bruggen en sluis en vervolgens herhaaldelijk bijgesteld.  Vanwege diverse ontwikkelingen en herijking van het project zijn deze mijlpalen niet meer haalbaar. Nu de dekking geregeld lijkt voor de geactualiseerde raming, zullen  bij nieuwe afspraken met het Rijk naast een actuele projectplanning  ook nieuwe mijlpalen moeten worden bepaald. 

Geld

O

Geld (toelichting)

Vanwege gewijzigde omstandigheden en diverse ontwikkelingen  heeft een herijking van het project plaatsgevonden.  De geactualiseerde projectscope en een actueel prijspeil hebben ruwweg tot een verdubbeling van de kosten geleid. Nu het Rijk in de voorjaarsnota € 375 mln. beschikbaar heeft gesteld, lijkt de dekking voor het project geregeld. De brede regio zal met  het Rijk tot nieuwe  afspraken moeten komen.

Terug naar navigatie - Bruggen /sluis Kornwerderzand

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2025 door Provinciale Staten?

Geen

Wat heeft het gekost?

  Budget Besteed Toelichting
Project Totaalbudget Aandeel provinciale bijdrage in budget Gerealiseerd t/m mei 2025  
Sluis Kornwerderzand 80.000.000 16.000.000 3.000.000 besteding betreft voorbereidingskosten 
Fase 1 Bruggen  Kornwerderzand 100.000.000 3.500.000 13.000.000  


Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?

In 2019 is een bestuursovereenkomst (BOK) met het Rijk gesloten voor de realisatie van het project. Sindsdien hebben zich diverse ontwikkelingen voorgedaan en zijn er risico's opgetreden die van invloed zijn op het gehele project.  Dit vraagt een herijking van de afspraken zoals vastgelegd in de BOK.

In de afgelopen jaren is de verzilting van het IJsselmeer  een probleem geworden.  Een eventuele oplossing voor dit probleem is bepalend voor het al dan niet kunnen verruimen van de vaargeulen in het IJsselmeer en daarmee het behalen van de  projectdoelstelling.

In 2024 heeft  een  herijking van het project plaatsgevonden.  Daarbij is rekening gehouden met de diverse ontwikkelingen (waaronder geactualiseerde ontwerprichtlijnen,  prijsstijgingen door o.a. Covid en de oorlog in Oekraïne en de verziltingsproblematiek). 

Op basis van de diverse ontwikkelingen en de  geactualiseerde scope is een  nieuwe raming met prijspeil 2024 opgesteld.  Door het Rijk is in de voorjaarsnota 2025  voorgesteld € 375 mln. extra beschikbaar te stellen voor het project.  Het Rijk laat daarmee niet alleen zien dat zij nu het belang van dit project ziet, maar lijkt de dekking voor het project ook geregeld te zijn en kunnen nieuwe afspraken met het Rijk en de regiopartners  worden gemaakt over het vervolg van het project.  Deze afspraken zullen in een nieuwe bestuursovereenkomst moeten worden vastgelegd.  

Hoe hebben de genoemde risico's zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico's bijgekomen?

Voor het project zijn risico’s benoemd m.b.t. de verruiming van de sluis, de bouw van de bruggen en het verdiepen van de vaargeulen. Naar aanleiding van de  herijking van het project  zijn sommige risico's komen te vervallen. De belangrijkste actuele risico's voor het project zijn hieronder opgenomen.

De bruggen in de A7 bij Kornwerderzand zijn einde levensduur. Een storingsvrije afwikkeling van het weg- en vaarwegverkeer kan niet meer worden gegarandeerd. Het Rijk wil zo spoedig als mogelijk de bruggen aanpakken.  De extra middelen die bij de voorjaarsnota zijn geregeld, maken het in ieder geval mogelijk op relatief korte termijn te te starten met de realisatie van de bredere bruggen.

Bij het realisatie van een brede sluis, moeten maatregelen  worden getroffen om de verziltingsproblematiek aan te pakken. Onderzoek uitgevoerd door het Rijk laat zien dat het verziltingsprobleem in het IJsselmeer met een aantal effectieve maatregelen kan worden opgelost. Deze kansrijke maatregelen zijn nog niet in detail uitgewerkt en kennen nu nog diverse onzekerheden en risico's. 

Bij de oorspronkelijk financiële opzet van het project was ons uitgangspunt dat er over het regionale financieringsdeel BTW gecompenseerd kan worden. Tevens was de aanname dat de marktbijdrage leidt tot het kunnen verrekenen van BTW van € 4,6 mln.  Bij het maken van nieuwe afspraken met het Rijk is de BTW wel een aandachtspunt en mogelijk een kans.

De oorspronkelijke voorziene werkwijze om de vaargeulen in het IJsselmeer te verdiepen en de opgave die de provincie heeft zoals beschreven in de BOK, blijkt vanuit vergunningverlening in de praktijk slechts in zeer beperkte mate mogelijk.  Nu er sprake is van een nieuwe situatie, zullen er nieuwe afspraken moeten worden gemaakt met het Rijk. Zo zal onder meer moeten worden bepaald wie trekker wordt van het project en op welke wijze risico's worden verdeeld.  De verruiming van de geulen is daarbij ook onderdeel van de afspraken.

Aandachtspunt in relatie tot de sluis is de vaargeul Boontjes en de "tijdelijke" verminderde onderhoudsdiepte per 1 januari jl. In de BOK is voor de Boontjes als uitgangspunt opgenomen dat de  nautische diepte onveranderd blijft(-3,80 m NAP). 

4. Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

Terug naar navigatie - Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

In 2011 hebben provincies en het Rijk in het Onderhandelingsakkoord Natuur afspraken gemaakt over de decentralisatie van het natuurbeleid. Hiermee zijn wij verantwoordelijk geworden voor de uitvoering van de Natuuropgave. 

De decentralisatie is verder uitgewerkt in het Natuurpact. Het Natuurpact is afgesloten voor de periode 2014 – 2027. De uitvoering van het Natuurpact is in de begroting opgenomen in hoofdstuk 3.1 Natuur. Het betreft daar de planning voor het lopende begrotingsjaar op hoofdlijnen. In deze paragraaf Grote projecten wordt een toelichting gegeven op één van de onderdelen van het Natuurpact: natuurontwikkelingsopgave.

In het kader van het Natuurpact is met het Rijk afgesproken dat in 2027 het NatuurNetwerkNederland (NNN) wordt gerealiseerd. Provinciale Staten heeft november 2022 besloten dat er maximaal wordt ingezet om het NNN te realiseren.  Gelet op de beschikbaarheid van geld, menskracht en beschikbaar instrumentarium is gebleken dat niet zonder meer het gehele NNN in 2027 kan worden gerealiseerd. Vooral het verkrijgen van de benodigde grond dan wel het geïnteresseerd krijgen van grondeigenaren voor natuurbeheer is een cruciale factor voor het slagen van de ambities. En natuurlijk moeten voldoende middelen voorhanden zijn. Met Provinciale Staten is afgesproken dat we uitgaan van de realisatie van 750 ha verwerven/functiewijziging en 2.000 ha inrichting NNN in 2027. In voorjaar 2025 is middels een MidtermReview (Healweis Weromsjen NNN) de voortgang van de realisatie aan Provinciale Staten voorgelegd. Hieruit blijkt dat we inschatten dat we opgave in 2027 niet gaan halen. 

De realisatie van het NNN wordt in Fryslân gedaan middels vier grote gebiedsontwikkelingsprojecten (Achtkarspelen Zuid, Alde Feanen, Beekdal Linde en Koningsdiep) en Natuer mei de Mienskip.  

Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

Beleid

G

Tijd

O

Tijd (toelichting)

De inzet is om dit jaar 100 ha functiewijziging en 200 ha inrichting NNN te realiseren. De inschatting is dat deze hectares dit jaar wel worden gehaald. Maar we zijn wel afhankelijk van derden vandaar dat we de kleur op oranje hebben gezet.

Geld

G

Terug naar navigatie - Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2025 door Provinciale Staten?

In april 2025 is de MidtermReview (Healweis Weromsjen NNN) in PS behandeld. Hieruit blijkt dat de gestelde opgave van 750 ha verwerven/functiewijziging en 2000 ha inrichting in 2027 waarschijnlijk niet wordt gehaald. Met name wat betreft de cruciale hectares (de hectares die op locatie gerealiseerd moeten worden, met name KRW en N2000) niet worden gerealiseerd. Met PS is afgesproken dat er een plan van aanpak wordt opgesteld met versnellingsmogelijkheden.

Vorige PS besluiten

Op 21 december 2011 hebben Provinciale Staten besloten het onderhandelingsakkoord Natuur (2011) niet te aanvaarden. Provinciale Staten hebben wel de bereidheid uitgesproken te zullen meewerken aan de uitvoering van het akkoord.
Op 27 juni 2012 hebben Provinciale Staten ingestemd met de Nota ‘Natuer & Lanlik Gebiet’ en gekozen voor scenario 2 plus: dit scenario betreft de realisatie van de EHS-taakstelling volgens het Onderhandelingsakkoord Natuur met als plus de prioritaire Friese natuurprojecten in Achtkarspelen Zuid, Beekdal Linde en Beekdal Koningsdiep (minimaal 200 en maximaal 500 ha).
Op 22 januari 2014 zijn Provinciale Staten akkoord gegaan met het Natuurpact tussen de Provincies en het Rijk.
Op 10 maart 2015 zijn Provinciale Staten geïnformeerd over de ontwikkelingen in het financiële kader van het program Lanlik Gebiet.
Op 10 mei 2017 zijn Provinciale Staten geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek naar de geconstateerde tekorten op de Natuuropgave door BMC.
Naar aanleiding van dit onderzoek is een aantal scenario’s uitgewerkt in het rapport Natuur in Fryslân - Haalbaar en Betaalbaar. Uitgangspunten van deze scenario’s waren dat het tekort op de natuuropgave opgelost moest worden, én dat de oplossing gevonden moest worden in de natuurontwikkelingsopgave (1 van de onderdelen van de natuuropgave). Naast de provinciale scenario’s is vanuit de mienskip ook een scenario ingebracht. Provinciale Staten hebben op 18 juli 2018 een besluit genomen over deze scenario’s. Besloten is om drie scenario’s verder uit te werken (waaronder het alternatieve scenario van de mienskip, dat als voorkeursscenario is aangemerkt).
Op 10 juli 2019 zijn de uitgewerkte scenario’s ter besluitvorming voorgelegd aan PS. PS hebben besloten om scenario 5b, Natuer mei de Mienskip (binnen bestaand budget) verder uit te werken door het uitvoeren van 3 pilots en in 2021 een definitieve scenariokeuze te maken. Als terugvaloptie is gekozen voor scenario 3+.
Op 25 mei 2020 heeft PS het grondbeleid vastgesteld. Dit is relevant voor de grondverwerving voor natuur. 
Op 1 juli 2020 heeft PS de evaluatiecriteria pilots Natuer mei de Mienskip vastgesteld.
Op 1 december 2020 is PS geïnformeerd over de financiële voortgang Natuurpact.
Op 24 november 2021 hebben Provinciale Staten de financiële voortgang natuurontwikkelingsopgave besproken. Hierin is een doorkijk gegeven welk budget beschikbaar is voor de komende jaren voor de realisatie van het NNN. In dit stuk is aan de orde geweest dat realisatie in 2027 niet lukt, vanwege onvoldoende inzet capaciteit, te weinig middelen en instrumentarium op basis van vrijwilligheid. PS heeft besloten dat er € 10 mln. in 2022 beschikbaar wordt gesteld voor realisatiekansen prioriteit 3 en 4 NNN (betreft aankopen/functiewijziging, niet voor inzet capaciteit).
Op 23 maart 2022 hebben Provinciale Staten het aanbod van Natuer mei de Mienskip besproken. NmdM heeft najaar 2021 een aanbod gedaan om 500 ha aan functiewijziging en 1000 ha aan inrichting te doen in de periode t/m 2027 in het NNN buiten de vier gebiedsontwikkelingsprojecten Alde Feanen, Achtkarspelen Zuid, Beekdal Linde en Koningsdiep. PS heeft ingestemd met optie 2, principebesluit: GS op te dragen om m.b.t. NmdM een aantal voorwaarden uit het aanbod uit te werken, zodat dit in de uitwerking van het herziene planning van het natuurpact meegenomen kan worden. 
Op 20 april 2022 hebben Provinciale Staten de strategische grondnota NNN besproken. Hierin ligt een aantal opties voor over de inzet van instrumentarium om de gronden binnen het NNN te realiseren voor natuur. PS heeft ingestemd met optie 3. Dit betekent inzetten op maximale vrijwilligheid in de periode t/m 2027 en inzet op basis van volledige schadeloosstelling vanaf 2028 voor realisatie van prioriteit 1 en 2 NNN. Dit betekent dat er meer capaciteit beschikbaar gesteld moet worden om actiever met de grondaankoop aan de slag te gaan en om meer instrumentarium in te zetten.
Op 30 november 2022 hebben Provinciale Staten de herziene planning NNN besproken. PS heeft aangegeven dat de provincie haar maximaal gaat inzetten om het NNN te realiseren. En heeft hiervoor ook meer capaciteit voor beschikbaar gesteld (zowel voor de inzet van NmdM als voor de uitvoering van de strategische grondnota) en daarnaast is de aankoopstop voor het provinciale deel van het NNN (prioriteit 3 en 4 NNN) eraf gehaald zodat we weer in het gehele NNN aan de slag kunnen. Daarnaast is afgesproken dat er in 2025 een Mid Term Review is om de voortgang van de realisatie te bespreken.

Te realiseren doelen

Met de realisatie van het NNN wordt invulling gegeven aan het vergroten van de biodiversiteit. Hiermee wordt een robuust netwerk gerealiseerd.  In 2027 is een robuust en samenhangend natuurnetwerk gerealiseerd: vanaf 1-1-2022 betreft dit 750 ha verwerving/functiewijziging en 2000 ha inrichting NNN t/m 2027. Hiermee is er na 2027 nog een restanttaakstelling van ca. 850 ha verwerving/functiewijziging en 1600 ha inrichting NNN voor de realisatie van het gehele NNN.

Indicator doelwaarde 2025 doelwaarde 2025 aangepast

Gerealiseerde ha NNN Fryslân: grondverwerving /

 functiewijziging (cumulatief)

400 210
Gerealiseerde ha NNN Fryslân: inrichting (cumulatief 1.045 690

NB: bij de doelwaarde 2025 werd uitgegaan vanaf 1 januari 2022 i.p.v. 1 januari 2023. Bij de jaarstukken is dit gecorrigeerd en dit is doorgevoerd in de doelwaarde 2025 aangepast.  Voor grondverwerving/functiewijziging wordt uitgegaan van 100 ha realisatie in 2025 en voor inrichting van 200 ha realisatie in 2025. We gaan er nog steeds vanuit dat dit haalbaar is. Echter voor functiewijziging zijn we hierin afhankelijk van de medewerking van grondeigenaren.


Wat heeft het gekost?

Financiële stand van zaken

Onderstaand is het overzicht opgenomen van de stand van zaken van het Natuurpact. Dit is de tabel met de programmering van de totale natuuropgave in de nieuwe indeling op basis van het scenario 750 ha verwerven/functiewijziging en 2.000 ha inrichting NNN, conform het PS besluit over de herziene planning NNN (november 2022). Betreft de periode 2014-2027. In deze tabel zijn voor de realisatiecijfers de peildatum 1/1/2025 aangehouden. En is de financiële programmering aangepast naar de stand van zaken 1 juni 2025. 

 

Natuurpact Programmering 2014 t/m 2027 op basis van herziene planning 2022
programmering 2014 t/m 2027
INKOMSTEN x € 1.000, - Realisatie 2014-2024 Programmering 2025-2027 Totaal
1. Rijksmiddelen 422.100 164.000 586.100
2. Provinciale middelen 123.200 40.500 163.700
3. Europese middelen 117.500 49.000 166.500
4. pMJP middelen 20.900 0 20.900
5. Overige middelen 31.100 11.300 42.500
SUBTOTAAL 714.800 264.800 979.700
UITGAVEN x € 1.000, - Realisatie 2014-2024 Programmering 2025-2027 Totaal
1. Ontwikkelopgave 82.300 86.200 168.500
2. Natura 2000 20.800 25.800 46.600
3. Natuurbeheer 192.300 73.200 265.500
4. Agrarisch natuurbeheer 194.400 94.700 289.100
5. Wet natuurbescherming 1.000 100 1.100
6. Soortenbeleid - weidevogels 5.900 0 5.900
7. Soortenbeleid - Ganzen 136.100 55.600 191.700
8. Soortenbeleid overige soorten 2.100 1.600 3.700
9. Diversen 40.800 12.700 53.500
SUBTOTAAL 675.700 349.900 1.025.600
TOTAAL x € 1.000, - Realisatie 2014-2024 Programmering 2025-2027 Totaal
Subtotaal inkomsten 714.800 264.800 979.700
Subtotaal uitgaven 675.700 349.900 1.025.600
TOTAAL 39.100 -85.100 -45.900
Terug naar navigatie - Natuurpact deel 2

Op basis van de huidige programmering is er berekend dat er dan een tekort is van ca. € 46 mln. Hierin is bijvoorbeeld rekening gehouden met: de verhoging van de indexatie voor het Agrarische Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb), de aanpassing standaardkostprijzen van Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL), de verhoogde kosten voor de ganzenschade, de benodigde inzet  voor NmdM en uitvoering strategische grondnota NNN (totaal 18 FTE in de periode 2023 t/m 2027) en vanaf 2024  zijn de rente lasten voor het IKG (Investeringskader Grond) substantieel hoger dan in voorgaande jaren. Daarnaast is de besluitvorming in PS, maart 2024,  over het ganzenbeleid dat zorgt voor hogere kosten in de programmering verwerkt. De verwachting is dat het Rijk de extra lasten voor het ANLb zal compenseren. Daarmee maakt het ANLb geen deel uit van het tekort binnen het Natuurpact. Er is geen sprake van een financieel risico omdat het beschikbare budget kaderstellend is en we de komende tijd op zoek gaan naar aanvullend budget.  Hierbij kan gedacht worden aan financiering vanuit EU-subsidies of uit Programma Natuur.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?

Inhoudelijk rapporteren we hier alleen over de voortgang van de natuurontwikkelingsopgave. Voor de andere onderdelen wordt verwezen naar programma 3.1 Natuur. De natuurontwikkelingsopgave wordt uitgevoerd middels Natuer mei de Mienskip en vier gebiedsontwikkelingsprojecten: Achtkarspelen Zuid, Alde Feanen, Beekdal Linde en Koningsdiep. Algemeen geldt dat we verder gaan met de uitvoering van de natuurontwikkelopgave conform de besluitvorming van PS. Hiervoor is een realisatiestrategie opgesteld waar uitvoering aan wordt gegeven. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan het verkopen van ingerichte provinciale grond conform het uitvoeringskader verkoop gronden NNN.

Midterm Review NNN (Healweis weromsjen NNN)

In voorjaar 2025 is Healweis Weromsjen NNN over de voortgang van de realisatie van het NNN voorgelegd aan PS. In dit rapport gaan we in op de voortgang en zijn de mogelijkheden voor realisatie van de opgave in 2027 aan u voorgelegd. Er is afgesproken dat er een vervolg wordt gegeven door een plan van aanpak m.b.t de versnellingsmogelijkheden uit te werken.

Natuer mei de Mienskip

Natuer mei de Mienskip (NmdM) is in 2018 middels een Right to Challenge (RtC) gestart omdat er op dat moment minder budget beschikbaar was voor de realisatie van het NNN waardoor er minder NNN aangelegd kon worden; NmdM kwam met een voorstel hoe het NNN grotendeels wel te kunnen realiseren. In 2019 is het een RtC in samenwerking met de provincie geworden. Middels het uitwerken van een aantal pilots heeft NmdM een aanpak/werkwijze ontwikkeld en vastgelegd in een koersdocument. PS heeft maart 2022 aangegeven verder te willen gaan met NmdM en hiervoor 13 FTE beschikbaar te stellen. 

NmdM heeft een aanbod gedaan dat zij in de periode t/m 2027 500 ha functiewijziging en 1.000 ha inrichting NNN gaan realiseren. In 2023 is de organisatie vormgegeven en is gestart  met verkenningen. Op basis van de verkenningen wordt meer duidelijk waar de kansen liggen en vervolgens welke werkwijze hiervoor nodig/mogelijk is. Hierbij wordt bekeken of er aangesloten kan worden bij andere projecten/gebiedsprocessen of dat dit een zelfstandig project onder NmdM wordt (zoals bijvoorbeeld Burgumermar & De Leijen). In 2024 is er verder gewerkt aan de verkenningen. In 2025 wordt gewerkt aan:

Op basis van de verkenningen wordt duidelijk in welke gebieden kansen liggen voor de realisatie. Dit  wordt verder uitgewerkt in een aanpak per gebied en vervolgens wordt hier uitvoering aangegeven. 
In het gebiedsproject Burgumermar & De Leijen wordt gewerkt aan een inrichtingsplan voor het deelgebied ’t Swartfean en een aanpak voor het gehele plangebied. Hierbij het uitzicht op de realisatie van 70 ha NNN.
Er wordt uitvoering gegeven aan Tsjoch op!. Grondeigenaren kunnen met initiatieven voor realisatie van het NNN terecht bij dit loket. Vervolgens wordt samen met de eigenaar onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor realisatie.
Ook is er inzet op fondsenwerving en het vinden van koppelkansen om extra middelen beschikbaar te maken voor het NNN. 

Gebiedsontwikkelingsprojecten

In 2025 vindt  in gebiedsontwikkelingsproject Beekdal Linde de uitvoering van het hermeanderingsbestek Linde plaats. Daarnaast worden module 4 (Polder Ykenverlaat en gronden Ter Schure) en module 5 (Stuttebosch) financieel afgerond. En is gestart met de voorbereiding van de uitvoering van 20 ha NNN middels module 6. 
In 2025 wordt in het gebiedsontwikkelingsproject Achtkarspelen Zuid gestart met de uitvoering van de Droegehamstermieden (175 ha), gestart met de uitvoering van Reahel-East (182 ha), gestart met de uitvoering van de Surhuzumermieden (148 ha)  en in z’n algemeenheid wordt verder gegaan met de uitvoering van het plan “Mieden op z’n Mooist”. Er zijn diverse grondruilen waarmee er grond binnen het NNN beschikbaar komt t.b.v. de natuurontwikkeling.
In 2025 wordt in het gebiedsontwikkelingsproject Alde Feanen een vervolg gegeven aan de uitvoering van de 4e module (38 ha) en met de voorbereiding van verschillende aanvullende inrichtingswerkzaamheden.
In 2025 wordt in het gebiedsontwikkelingsproject Koningsdiep op basis van de uitkomsten van de MER voor de boven- en middenloop een inrichtingsplan opgesteld (350 ha). Hiervoor wordt de 5e module opgesteld.

In 2025 wordt gewerkt aan voorbereiding van de uitvoering van het inrichtingsplan Dulf Mersken (240 ha). Hiermee wordt zowel invulling gegeven aan de Natura 2000 doelstellingen als de waterdoelen. De inzet is om in najaar 2025 gestart wordt met de uitvoering.

Hoe hebben de genoemde risico's zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico's bijgekomen?

Algemeen:
In deze paragraaf lichten we alleen de risico’s toe van de natuurontwikkelingsopgave. Over de risico’s van de rest van het Natuurpact rapporteren we in hoofdstuk 3.1 Natuur van deze begroting.

Ontwikkelopgave:

Tempo grondverwerving te laag - Indien het tempo van vrijwillige grondverwerving te laag is zullen de doelen voor de ontwikkelopgave en daarmee de KaderRichtlijn Water (KRW) en Natura 2000 niet worden gehaald. In april 2022 heeft PS op basis van de strategisch grondnota NNN een besluit genomen over het in te zetten instrumentarium. Hiermee wordt ingezet op het maximaal vrijwillig realiseren van natuur. Na 2028 kan voor prioriteit 1 en 2 NNN gerealiseerd worden op basis van volledige schadeloosstelling. Het eventueel inzetten van schadeloosstelling brengt wel hogere kosten met zich mee en voor maximaal vrijwillig kunnen realiseren is meer capaciteit nodig. Dit heeft op zichzelf weer een negatief effect op het aantal ha’s dat kan worden gerealiseerd met het budget. In de Midterm Review zullen we met voorstellen voor de realisatiemogelijkheden komen.
Tempo van doorlevering van ingerichte natuurgrond te laag – Als het niet lukt om door de provincie verworven en als natuur ingerichte gronden door te verkopen aan een eindbeheerder heeft dit als gevolg dat de provincie dan kosten heeft voor het beheer maar ze kan zichzelf geen beheersubsidie toekennen. Als beheersmaatregel kunnen de beheerkosten dan worden gefinancierd uit het budget voor de ontwikkelopgave.
Onvoldoende budget voor de realisatie NNN – Op dit moment is er onvoldoende budget voor de realisatie van het NNN. Daarnaast is er nog een risico dat andere onderdelen van Natuurpact meer financiering nodig hebben en dit zou ten koste kunnen gaan van de realisatie van NNN. Als beheersing wordt ingezet op het maken van een financiële risicoanalyse, zodat er tijdig en goed beeld is van de financiële voortgang van het totale Natuurpact.
Onvoldoende beschikbare capaciteit – Voor de realisatie van het NNN is meer inzet van capaciteit nodig. Op dit moment zijn er zoveel ontwikkelingen in het landelijk gebied dat het beeld is dat er onvoldoende beschikbare capaciteit is om het NNN te realiseren. Zowel qua inzet als het vinden van personeel dat voldoende kennis en ervaring heeft. Zeker gezien de grote opgaven die aan de orde zijn in het landelijk gebied. 
Invloed FPLG - De inschatting is dat de besluitvorming en het vervolg rond de aanpak stikstof en het FPLG invloed gaan hebben op de realisatie van het NNN. 

5. Programma Natuur

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Programma Natuur

Terug naar navigatie - Programma Natuur

De provincies en het Rijk hebben als onderdeel van de structurele aanpak stikstof afgesproken om een gezamenlijk Programma Natuur op te stellen, aanvullend op het Natuurpact. Belangrijke hoofdlijn van Programma Natuur is om condities te realiseren voor een gunstige staat van instandhouding (SvI) van alle soorten en habitats onder de Vogel - en Habitatrichtlijn (VHR). Hiermee wordt gestreefd, in samenhang met de andere maatregelen in de structurele aanpak stikstof, om aan de eisen te voldoen die de VHR stelt. De inzet richt zich vooral op maatregelen in en rond beschermde natuurgebieden (Natura 2000 en Natuurnetwerk Nederland).  In de 2e fase die loopt van 2025-2032 hebben de maatregelen meer betrekking op maatregelen ter voorkoming van verslechtering en maatregelen tot herstel, hiervoor is middels een SPUK een bedrag van € 88,6 mln beschikbaar. 

Programma Natuur

Beleid

G

Tijd

G

Geld

G

Terug naar navigatie - Programma Natuur

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2025 door Provinciale Staten?

Geen
Wat heeft het gekost?

Programma Natuur Toegezegde bijdrage SPUK exclusief compensabele BTW Besteed t/m mei 2025 Looptijd
1e fase  44.810.225   27.008.744  2021-2026
2e fase  87.819.400   152.100  2024-2032

De middelen zijn door het rijk toegezegd middels een specifieke uitkering. 


Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?

Van de uit te voeren maatregelen in fase 1 is er ca 50% afgerond. Eind volgend jaar wordt deze fase afgerond. 


Hoe hebben de genoemde risico's zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico's bijgekomen?

Een aantal projecten zijn niet uitgevoerd, omdat deze uiteindelijk niet gerealiseerd konden worden. Daarnaast zijn de maatregelen door de inflatie in prijs gestegen. Door een combinatie van enkele maatregelen die niet gerealiseerd kunnen worden en hogere kosten van andere projecten wordt het programma binnen het gestelde budget afgerond. 

6. Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG)

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG)

Terug naar navigatie - Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG)

Omdat het kabinet heeft besloten om niet verder te gaan met het NPLG is het programma FPLG gestopt. Het college blijft werken aan de wettelijke taken voor Natuur, Stikstof, Water en Klimaat(-mitigatie). Initiatieven van onderop worden zoveel mogelijk gestimuleerd. 

Belangrijkste resultaat van het FPLG is de toekenning van € 180 miljoen uit de Regeling Provinciale Maatregelen Landelijk gebied (Rpml). 

Dit onderdeel van de begroting wordt in het vervolg benoemd als Uitvoering Maatregelen Landelijk Gebied. Er zijn middelen toegekend voor maatregelen Veenweide, Natuur, Landbouw en Water.

Door het Rijk worden de eerder in 2022 toegekende middelen voor de Versnellingsagenda onder dezelfde Regeling gevoegd. De verantwoording van de uitgaven naar het Rijk worden op dezelfde manier en gelijktijdig gedaan. 

Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG)

Beleid

G

Tijd

G

Geld

G

Terug naar navigatie - Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG)

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2025 door Provinciale Staten?

Er zijn in 2025 geen besluiten genomen door PS.

Wat heeft het gekost?

Er is een start gemaakt met de  uitvoering. Van de beschikbare middelen zijn eerste uitgaven gedaan met name voor verkennende onderzoeken en er is geld beschikbaar gesteld met een subsidieregeling voor Weidevogels.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?

  • Versnellingsagenda 2022 uitvoeren.
  • Maatregelpakketten Landelijk gebied uitvoeren.

Er is een verlenging aangevraagd voor besteding van de middelen van de Versnellingsagenda. Deze is toegekend. Er wordt gewerkt aan verdere uitvoering van deze maatregelen.

Er is een start gemaakt met voorbereiding en verkenning van de uitvoering van de maatregelpakketten. Voor het pakket Veenweide wordt geïnventariseerd wat de mogelijkheden zijn binnen de lopende gebiedsprocessen. Er is een verkenning gedaan naar de meest kansrijke gebieden om de Bomen en Bossenstrategie uit te voeren. De eerste subsidieregeling voor het pakket Weidevogels is opengesteld. Door de juridische uitspraken loopt de uitvoering van de Landbouw maatregelen vertraging op.

Hoe hebben de genoemde risico's zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico's bijgekomen?

Als gevolg van de initiële voorwaarden van de Regeling Provinciale Maatregelen Landelijk gebied leek het dat de middelen voor 1 januari 2027 uitgegeven moesten worden. De minister van LVVN heeft inmiddels besloten dat deze periode verlengd wordt met twee jaar. Dat geeft provincies meer tijd om tot uitvoering te komen.

Daarnaast zijn bij de decembercirculaire 2024 met een decentralisatie-uitkering extra middelen aan provincies toegekend voor indirecte uitvoeringskosten. 

De juridische uitspraken in de Greenpeace en Rendac zaken hebben directe gevolgen voor de uitvoerbaarheid van het maatregelpakket Landbouw. De eerder succesvol uitgevoerde regeling voor stikstofreductie kan voorlopig niet worden doorgezet. In samenwerking met Groningen en Drenthe wordt onderzocht op welke wijze en wanneer dit wel mogelijk is. Ook wordt in overleg met het ministerie onderzocht of er mogelijkheden zijn om de middelen voor andere doelen in te zetten.

7. Veenweide

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Veenweide

Terug naar navigatie - Veenweide

Veenweide verdelen we onder in:
7a. Veenweideprogramma 2021-2030
7b. Gebiedsontwikkeling Aldeboarn - De Deelen
7c. Gebiedsontwikkeling Hegewarren
7d. Gebiedsontwikkeling Idzegea

Veenweideprogramma 2021-2030

Beleid

G

Tijd

G

Geld

O

Geld (toelichting)

Voor 2025 is voldoende dekking voor het uitvoeren van de activiteiten. Voor de komende jaren zal dit nog moeten worden uitgezocht. 

Aldeboarn - De Deelen

Beleid

O

Beleid (toelichting)

Voorafgaand aan de daadwerkelijke uitvoering van de concept peilscenario's dienen er nog een aantal beleidsmatige afwegingen mbt bv invulling KRW en peilbeleid worden genomen.  Met name ook bij het Wetterskip. Dit kan mogelijk nog wel tot vertraging leiden

Tijd

O

Tijd (toelichting)

Omdat ADD als koploper vaak tegen onverwachte problemen aanloopt duurt de ontwikkeling langer dan verwacht.  Naar verwachting kan  in het najaar worden besloten over een concept peilscenario voor ADD Zuid.  Met een scenario voor Noord is nog niet begonnen.  Met het Rijk zijn we in gesprek om de tijdsduur van de verschillende SPUK uitkeringen voor ADD te verlengen tot aan de verwachte einddatum voor het project (2029 of later)

Geld

O

Geld (toelichting)

Naar verwachting is er voldoende geld om in een ADD Zuid uitvoering te geven aan het concept peilscenario, Daar zal dan al het beschikbare geld voor moeten (kunnen) worden aangewend. Voor ADD Noord is dan nog onvoldoende zicht op financiering voor uitvoering.

Hegewarren

Beleid

G

Beleid (toelichting)

Planvorming en uitgesteld naar 2026

Tijd

G

Geld

G

Idzegea

Beleid

G

Tijd

O

Tijd (toelichting)

Het project heeft enige vertraging opgelopen door diverse oorzaken waaronder de beschikbaarheid van voldoende personele capaciteit. De planning is dat het project nu doorloopt tot en met het eerste kwartaal van 2026. 

Geld

G

7a. Veenweideprogramma 2021-2031

Terug naar navigatie - 7a. Veenweideprogramma 2021-2031

In het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015 hebben landen afgesproken om de opwarming van de aarde te beperken tot minder dan 2 graden. Als uitvloeisel hiervan werd in Nederland op 2 juli 2019 de Klimaatwet van kracht. Het Veenweideprogramma richt zich op het realiseren van een bijdrage aan de CO2-uitstootreductie zoals vastgelegd in de Klimaatwet. In het Nationaal Klimaatakkoord maakten overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties in 2019 afspraken over de realisatie van de doelen uit de Klimaatwet. Het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet bevestigt bestaande afspraken t.a.v. klimaat en vormt daarmee een stimulans om uitvoering te blijven geven aan het Veenweideprogramma. 

Onze ambitie voor de lange termijn (2050) is een blijvend evenwicht, waarin veenafbraak, bodemdaling en CO2-uitstoot nagenoeg zijn gestopt. De kwaliteit van landschap en natuur is verbeterd. Ook de leefbaarheid en vitaliteit staan op een hoog peil; de landbouw heeft zich aangepast aan de veranderde omstandigheden en recreatie en toerisme hebben zich verder ontwikkeld. Om tot deze ambitie te komen richten we ons voor 2030 op de volgende veenweidedoelen: 

  1. De negatieve effecten van bodemdaling zijn verminderd (gemiddeld 0,2 cm minder bodemdaling per jaar): Enerzijds door de absolute bodemdaling te beperken, anderzijds door de negatieve effecten te beperken, mitigeren of te compenseren. Dit moet ertoe leiden dat schade aan woningen, wegen en infrastructuur wordt beperkt, de stijging van kosten van waterbeheer in het gebied ook in de toekomst beperkt blijft, de verdroging van natuurgebieden is afgenomen, en het landschap en de cultuurhistorie van het veenweidegebied herkenbaar blijven. 
  2. De uitstoot van broeikasgassen uit de veenbodem is in 2030 met 0,4 megaton CO2 equivalenten per jaar afgenomen.  
  3. De landbouw heeft een duurzaam toekomstperspectief. 
  4. Het watersysteem is waterrobuust en klimaatbestendig ingericht. 

De uitvoering van het Veenweideprogramma vindt plaats in de gebiedsprocessen. Deze processen lopen in drie ontwikkelgebieden, Aldeboarn-De Deelen, de Hegewarren en Idzegea, terug te vinden als apart project in deze begroting. Ook zijn er drie kansrijke gebieden, Groote Veenpolder, Leechlân Grou-Warten en Akkrumer Goedland. Ontwikkelgebieden hebben prioriteit boven kansrijke gebieden en zijn verder in de uitvoering en planvorming.

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2025 door Provinciale Staten?

Geen. 

Wat heeft het gekost?

Kosten Veenweide algemeen Begroot Besteed t/m 21-5-2025 Saldo
Programmalijnen werkplannen € 36.466.692 € 23.268.240 € 13.198.451
Regiodeal NIL € 2.100.000 € 356.462 € 1.743.538
Funderingsaanpak € 14.453.550 € 899.021 € 13.554.529
NL2120 € 19.446.325 € 2.200.053 € 17.246.272
Hoogwatercircuits (door Wetterskip Fryslân) € 4.500.000 € 900.000 € 3.600.000
Investeringen door Wetterskip Fryslân € 7.500.000 € 900.000 € 6.600.000
Maatregelpakket ontwikkelgebieden € 45.744.000 € 0 € 45.744.000
Totalen € 130.210.567 € 28.523.776 € 101.686.791
Financiering Veenweide algemeen Begroot Ontvangen t/m 21-5-2025 Saldo
Provincie Fryslân € 39.370.424 € 0 € 39.370.424
Wetterskip Fryslân € 24.594.750 € 1.922.509 € 22.672.241
Gemeenten € 1.044.000 € 324.834 € 719.166
Rijk € 60.344.000 € 996.338 € 59.347.662
Overig € 4.857.393 € 131.416 € 4.725.977
Totalen € 130.210.567 € 3.375.098 € 126.835.469
Terug naar navigatie - 7a. Veenweideprogramma 2021-2031 vervolg

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?

In het kader van de Regeling Provinciale Maatregelen Landelijk gebied (Rpml) is in het najaar van 2024 ruim € 45 mln. door het Rijk beschikt voor uitvoering van de maatregelpakketten Klimaat/Veenweide. Ook wordt er gebruik gemaakt van de mogelijkheden van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (Samenwerkingsmaatregel Veenweide en de niet grondgebonden maatregelen). Beide budgetten zijn een impuls om in de gebieden een eerste stap in de uitvoering te zetten.
 
Naar verwachting wordt er in 2025 ingestemd door de Europese Commissie met de Compensatiesystematiek Veenweide (CSV). Dit is een belangrijk instrument om in Fryslân tot uitvoering te komen.
 
Op dit moment is er voldoende capaciteit. Door het vervallen van het NPLG en de financiering die daarvan in de komende jaren werd verwacht is er onvoldoende budget om de doelstellingen uit het Veenweideprogramma 2021 – 2030 te realiseren. Ook zien we dat schaarste op de arbeidsmarkt ook een steeds grotere rol gaat spelen. Bij de risico’s gaan we daar verder op in.
 
In 2025 gaan we binnen de zeven programmalijnen de volgende werkzaamheden uitvoeren: 

P1 Waterbeheer en klimaatadaptatie
Voortzetting en verdere uitrol van de pilots met flexibel peilbeheer (‘Hoger Als het Kan, Lager Als het Moet’) ;
Als onderdeel van de integrale aanpak de Kaderrichtlijn water-maatregelen voor waterkwaliteitsverbetering meenemen in de gebiedsgerichte aanpak.
Inzet op de problematiek rondom funderingsschade en het borgen van de effectiviteit van hoogwatercircuits
Ondersteuning van planvorming voor waterkwantiteit; zoet water toevoer en waterberging. 

 P2 Bodem en grondgebruik
Voortzetting proeftuin bodem; veenoxidatie afremmen door bodemmaatregelen zoals klei in veen, overlagen en profielkeren.
Voortzetting projecten integraal bodembeheer, draagkracht en gewas.
Volgen proeven bodem en bodemvruchtbaarheid.
Voortzetting praktijknetwerk duurzame maisteelt en biodiversiteit. 

 P3 It Nije Buorkjen

Voorlichting en advies geven over bedrijfseconomisch perspectief na peilverhoging.
Inzetten op goedkeuring EU, verbetering en uitrol Compensatie Systematiek Veenweide in de ontwikkelgebieden
Uitrollen GLB-samenwerkingsmaatregel voor peilverhoging, begeleiden nieuwe aanvragen en opstarten GLB-praktijkbedrijven.
Stimuleren van initiatieven die werken aan een passende ontwikkeling van de vegetatie onder natte condities en geschikt blijvend voor melkproductie en opstarten bevloeiingsproef Brekkenpolder 

Voor het kennis en innovatieprogramma NL2021 staan de volgende acties gepland:

  • Opzetten onderzoeksprogramma en inrichten innovatiebedrijven Hegewarren
  • Exploitatie innovatiebedrijven borgen via subsidie aan st. VIP-Hegewarren
  • Ontwikkelen landgoed en governancemodel voor Akkrumer Goedland  
  • Ontwikkeling en exploitatie borgen via een subsidie aan landgoedcoöperatie Akkrumer Goedland

P4 Natuur en biodiversiteit 

De generieke LESA is aanbesteed en in uitvoering in samenwerking met alle veenweidepartners en experts. De andere projecten worden voorbereid en in gang gezet conform werkplan, behalve het veenmos project dat vanwege vergunningstraject naar achteren schuift, wellicht een seizoen. 

P5 Integrale gebiedsaanpak 

Separaat wordt nader ingegaan op de drie belangrijkste gebiedsprojecten (ontwikkelgebieden) van Veenweide, namelijk Aldeboarn de Deelen, Hegewarren en Idzegea. Daarnaast wordt vanuit Veenweide nog een aantal gebiedsprocessen actief ondersteund:

  1. Groote Veenpolder: In 2025 breiden we de proeftuin Bodem worden uit met de pilot Klei in Veen in de praktijk. Daarnaast verkennen met het gebied (agrarische ondernemers) middels woonkamerbijeenkomsten en keukentafel gesprekken naar  het draagvlak, mandaat enk kijken we of en hoe er gewerkt (bottum-up)  kan worden aan de gebiedsopgaven.
  2. Leechlan Grou-Warten: we gaan verder met de verkennende fase in het Leechlân. Met inmiddels een groot draagvlak in het gebied beginnen we aan de projecten zoals genoemd in het startdocument dat in april ’24 door het BOF is vastgesteld. De ervaringen en resultaten hiervan vormen de bouwstenen voor de verdere planuitwerking.  Daarnaast wordt een nieuwe projectleider aangesteld die samen met het gebied verantwoordelijk wordt voor een nieuwe fasering.
  3. Akkrumer Goedland: we geven uitvoering aan de initiatieven om te komen tot een collectief verdienmodel vanuit de doelstellingen Veenweide. Hiervoor wordt concreet invulling gegeven aan de opgave van het landelijke Groeifonds (NL2120) en samengewerkt met Innovatiepolder Hegewarren. 

P6 Onderzoek en monitoring 
Op het gebied van onderzoek en monitoring gaan we het volgende doen: 

  • Voortzetting van deelname aan nationale onderzoeksprogramma's, onder andere op het gebied van broeikasgasmetingen en monitoring van bodemdaling en daarnaast ook eigen lopende monitoring van broeikasgassen en bodemdaling; 
  • Voortzetting van de monitoring van grondwaterpeilen en bodemvocht bij aangepast peilbeheer (o.a. bij Boeren Meten Water); 
  • Voortzetting van het vervolgonderzoek naar preventie en risico's op het ontstaan of toenamen van dierziekten bij nattere omstandigheden (met name leverbot en salmonella); 
  • Het actueel houden van de meetpunteninventarisatie voor grond- en oppervlaktewatermeetpunten; 
  • Het uitvoeren van de jaarlijkse analyse van meetgegevens van grondwaterstanden en vochtgehaltes. 

Daarnaast blijven wij samenwerken met landelijke initiatieven, onder meer vanuit het Nationaal Onderzoekscentrum Bodemdaling Veenweide en het onderzoeksprogramma Somers. 

P7 Funderingen?
Woningeigenaren weten het Funderingsloket sinds Q1 2024 inmiddels goed te vinden voor hulp (informatie, psycho-sociaal, funderingsonderzoek en -herstel). Momenteel is het loket in staat alle melders bij te staan. 

De aanvragen (een tiental) voor subsidieregeling Funderingsonderzoek, open sinds Q1 2024, zullen naar verwachting toenemen nu in Q2 2025 de subsidieregeling Funderingsherstel is opengesteld.  

De beschikkingen voor 12 van de 13 Code Rood gevallen zijn afgerond. Voor het maatwerk aan de laatste en zeer complexe casus is meer tijd nodig en continueren we de begeleiding. 

De verkenning Datavoorziening en Innovatieprogramma met gemeenten en Elkien resp. innovatiepartners is voortgezet, dusdanig dat we aan kunnen sluiten op landelijke ontwikkelingen.  

De afweging eigen garantieregeling wordt zoals bekend nu niet opgepakt vanwege de verwachte openstelling van het landelijke Fonds Duurzaam Funderingsherstel (Q3 2025).  

Landelijk benutten we de lobbykansen voor de financiële verbreding van de Funderingsaanpak. Als koploper landelijk gebied in Nederland zijn we dan ook bestuurlijk en ambtelijk nauw betrokken bij het ontwerp van de Nationale Aanpak Funderingsproblematiek We zetten in op de ontwikkeling van pilots voor Fryslân in dit landelijk kader om hiermee meer kennis, ervaring en inzicht op deze relatief nieuwe problematiek op te doen en daarmee onze funderingsaanpak verder te ontwikkelen. Naar verwachting zet het Rijk de komende jaren overigens geen budget in voor uitvoering (helpen met herstel), maar richt zich m.n. op voorwaardenscheppende activiteiten. 

De Tussenevaluatie Funderingsaanpak is eind 2024 / begin 2025 uitgevoerd (gereed Q2 2025). Aan de hand van de conclusies en aanbevelingen willen we samen met de overheidspartners een verbetering en doorontwikkeling van de aanpak realiseren.? 

Hoe hebben de genoemde risico's zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico's bijgekomen?

Schaarste op de arbeidsmarkt: voor onder meer de gebiedsprocessen is tijd nodig om zorgvuldig met stakeholders in het gebied te komen tot een invulling van de verschillende opgaven. Hiervoor is voldoende inzet noodzakelijk. Het vinden van personeel dat voldoende kennis en ervaring heeft om deze processen met stakeholders uit het gebied te kunnen organiseren is noodzakelijk. Met een toenemend aantal gebiedsprocessen in het veenweidegebied zien wij dit als een risico.

De eerste ervaringen met het Funderingsloket zorgen voor een capaciteitsvraagstuk. Begeleiding van woningeigenaren met dergelijke problemen is intensief, blijkt ook uit de ervaring van Groningen. Tevens is Fryslân voorloper in de Funderingsaanpak, wat pionieren en dus tijd investeren betekent.  We onderzoeken de mogelijkheden met de samenwerkingspartners om binnen de toegekende middelen de inzet passend te maken.

Onvoldoende budget voor de realisatie: zoals bij het opstellen van het concept-gebiedsprogramma voor het vervallen NPLG aangegeven is zo’n € 1,4 miljard nodig om het Veenweideprogramma tot uitvoering te brengen, inclusief de aanpak funderingen. Met het wegvallen van het Transitiefonds landelijk gebied wordt voor de financiering gekeken naar overige financieringsbronnen vanuit het Rijk en Europa. Het is nog onvoldoende duidelijk welke financieringsbronnen waarvoor beschikbaar komen en in hoeverre dit ingezet kan worden voor de uitvoering van het Veenweideprogramma. Duidelijk lijkt wel dat er onvoldoende budget is om de bestuurlijke taakstelling in 2030 te realiseren. Het is op dit moment niet te zeggen of de financiële verbreding van de Funderingsaanpak haalbaar is, omdat dit afhangt van de landelijke beleidsontwikkeling. 

Onvoldoende tempo in de grondverwerving: Invulling van de opgaven in de gebiedsprocessen vraagt de mogelijkheid om af te kunnen waarderen en te kunnen compenseren. Grond is hierin cruciaal. Tot op heden hebben we onvoldoende grond beschikbaar in de verschillende gebieden om te kunnen afwaarderen en compenseren en kunnen wij onvoldoende snel handelen. 

7b. Gebiedsontwikkeling Aldeboarn De Deelen

Terug naar navigatie - 7b. Gebiedsontwikkeling Aldeboarn De Deelen

Aldeboarn- De Deelen is één van de ontwikkelgebieden in het Veenweideprogramma 2021-2030. Binnen deze gebieden liggen er op inhoudelijke gronden en vanuit maatschappelijke energie veel kansen, én zijn er middelen om aan de slag te gaan. 
In het gebied loopt sinds 2016 een proces ‘van onderop’, gestart door burgers en boeren uit het gebied zelf. GS heeft in 2021 een breed samengestelde gebiedscommissie ingesteld met de opdracht om een integraal ontwerp gebiedsplan op te leveren. 

Eind 2023 is, als tussenstap naar een ontwerp gebiedsprogramma, door de gebiedscommissie een lange termijnvisie (het Koersdocument) vastgesteld. Het doel daarbij is de leefbaarheid en vitaliteit van het gebied, waarbij de opgaven uit het veenweideprogramma, maar ook de ambities uit het gebied zelf integraal onderdeel zijn te bevorderen. Het Koersdocument is tevens ter kennisgeving aan de Staten toegezonden. 
  
Op verschillende manieren wordt er gewerkt aan de toekomst van het gebied. Het meest concreet is de ontwikkeling van een peilscenario voor het gehele gebied ADD Zuid in samenwerking met Wetterskip Fryslân en de boeren uit het gebied. Koppelkansen met de veenweideopgave worden verder uitgewerkt met de beschikking van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw, de Erfgoeddeal en een gebiedsofferte in het kader van Aanvalsplan Grutto voor ADD Noord. 

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2025 door Provinciale Staten?
Geen.

Wat heeft het gekost?

Kosten Aldeboarn-De Deelen Begroot Besteed t/m 21-5-2025 Saldo
Gebiedsproces € 4.753.432 € 2.567.950 € 2.185.482
Vastgoed € 32.419.641 € 7.357.312 € 25.062.329
Regiodeal NIL € 1.392.188 € 401.337 € 990.851
GLB pilot (via Stichting Koningsdiep) € 1.816.032 € 1.816.032
Totalen € 40.381.293 € 10.326.599 € 30.054.694
Financiering Aldeboarn-De Deelen Begroot Besteed t/m 21-5-2025 Saldo
Impulsgelden (SPUK) € 7.000.000 € 4.602.982 € 2.397.018
IBP-VP (SPUK) € 4.913.223 € 1.769.160 € 3.144.063
Klimaatenvelop (DUK) € 3.150.000 € 3.150.000 € 0
Versnellingsagenda (SPUK) € 21.846.750 € 0 € 21.846.750
Pachtopbrengsten € 263.100 € 291.954 € -28.854
Regiodeal NIL fase 1 (SPUK) € 317.425 € 240.025 € 77.400
Regiodeal NIL fase 1 (via Stichting Koningsdiep) € 82.575 € 0 € 82.575
Regiodeal NIL fase 2 2022-2024 (SPUK) € 992.188 € 103.333 € 888.855
Beschikking RVO inzake GLB-pilot € 1.206.032 € 1.206.032
Bijdrage Wetterskip aan GLB pilot € 182.500 € 182.500
Bijdrage Provincie aan GLB pilot € 332.500 € 332.500
Bijdrage Provincie aan verlenging GLB pilot € 95.000 € 95.000
Totalen € 40.381.293 € 10.157.454 € 30.223.839
Terug naar navigatie - 7b. Gebiedsontwikkeling Aldeboarn De Deelen vervolg

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?
We willen conform de taakstelling uit het Veenweideprogramma 2021-2030 de maaivelddaling tegengaan, de CO2 uitstoot beperken, een klimaatbestendig watersysteem maken en een toekomstbestendige landbouw.  Dat willen we doen door de waterpeilen te verhogen tot gemiddeld 40 cm onder maaiveld. Daarvoor willen we een integraal gebiedsplan maken waarin ook aandacht was voor andere ‘rode’ functies zoals natuur, wonen, recreatie en toerisme en energie.

Voor het zuidelijk gedeelte (ADD Zuid) is een concept peilscenario (met verhoogde peilen), waarin rekening wordt gehouden met zowel landbouw als natuur, bijna gereed.

Deze zal naar verwachting door de gebiedscommissie aan GS en DB worden aangeboden. Daarbij zal het het verzoek opgenomen zijn om op basis daarvan in ADD Zuid de volgende fase van het gebiedsproces op te starten. Dit betekent met behulp van de CSV een aanbod voor compensatie aan de desbetreffende grondeigenaren en – gebruikers waarbij ten behoeve van de gevraagde grondcompensatie een herverkavelingsproces opgestart zal kunnen worden. Daarmee is er nog geen sprake van een integraal gebiedsplan. Voor de ‘rode’ lijnen moet nog een ontwikkelslag gemaakt worden, samen met de gemeenten.

De Hoog-Als-het-Kan-en-Laag-Als-het-Moet (HAKLAM) pilot in ADD Noord is inmiddels afgerond. Op een deel van de HAKLAM peilvakken wordt thans, m.b.v. de subsidie vanuit het GLB project Samenwerking Veenweide, tijdelijk nog een hoog peil gevoerd. Ten behoeve van de Erfgoeddeal wordt binnenkort een subsidieregeling opengesteld. We hebben nog geen kans gezien om een verdere uitwerking van de gebiedsofferte Aanvalsplan Grutto te maken.

Hoe hebben de genoemde risico's zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico's bijgekomen?
De risico’s die gepaard gaan met Koploperschap blijven onverkort: hoe verder we in het proces komen hoe meer vragen we tegenkomen.  Zo hoort bij het eventueel ingaan van een volgende fase (toepassing CSV en herverkaveling) ook de juridische grondslagen voor zowel het peilbesluit als de herverkaveling goed geborgd te zijn. Dit is ook onder de nieuwe Omgevingswet nog redelijk onontgonnen terrein. 

De financiële risico’s blijven ook en worden nog pregnanter: ADD krijgt financiering vanuit 5 verschillende bronnen (SPUK’s) met elk zijn eigen voorwaarden en looptijd, welke beiden niet aansluiten bij wat nodig is. De eerste SPUK’s lopen eind dit jaar al af terwijl het gebiedsproces naar verwachting een looptijd heeft tot zeker 2029. In de voorwaarden van de SPUK’s is ook niet voorzien dat we nog een herverkaveling met alle benodigde kosten van dien zouden moeten uitvoeren.  We zijn hierover met het Rijk in gesprek. We werken onder andere nauw samen met het ministerie van LVVN aan oplossingen. 

Een ander risico is het wegvallen van het draagvlak voor het project in het gebied en bij de gebiedscommissie als een aantal beleidsmatige besluiten (bv standpuntbepaling m.b.t. peilindexatie ná initiële peilverhoging en een afweging rondom KRW doeleinden) op zich laat wachten. Er wordt bij zowel de provincie als Wetterskip Fryslân aan gewerkt om de benodigde voorstellen tijdig aan de besturen voor te leggen. 

7c. Gebiedsontwikkeling Hegewarren

Terug naar navigatie - 7c. Gebiedsontwikkeling Hegewarren

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2025 door Provinciale Staten?

Geen.

Wat heeft het gekost?

Kosten Hege Warren Begroot Besteed t/m 21-5-2025 Saldo
Vastgoed € 28.181.234 € 11.866.354 € 16.314.880
Planstudie € 1.965.566 € 1.500.308 € 465.258
Regiodeal NIL € 450.000 € 325.424 € 124.576
Overgangsbeheer € 1.294.400 € 596.038 € 698.362
Innovatiepolder € 821.436 € 736.929 € 84.507
Totalen € 32.712.636 € 15.025.053 € 17.687.583
Financiering Hege Warren Begroot Besteed t/m 21-5-2025 Saldo
Impulsgelden (SPUK) € 15.000.000 € 10.520.253 € 4.479.747
Verkoopopbrengsten vastgoed € 14.452.000 € 0 € 14.452.000
Bijdrage Veenweide programma € 1.570.000 € 1.372.890 € 197.110
Pachtinkomsten € 119.200 € 136.831 € -17.631
Overige inkomsten € 0 € 876 € -876
Bijdrage Gemeente Smallingerland € 150.000 € 150.000 € 0
Bijdrage Wetterskip Fryslân € 150.000 € 150.000 € 0
Regiodeal NIL 2022-2024 (SPUK) € 150.000 € 150.000 € 0
Regiodeal NIL kennismiddelen (SPUK) € 300.000 € 160.472 € 139.528
NL 2120 Cofinanciering Provincie € 175.200 € 175.200 € 0
NL 2120 Subsidie € 646.236 € 646.236 € 0
Totalen € 32.712.636 € 13.462.758 € 19.249.878
Terug naar navigatie - 7c. Gebiedsontwikkeling Hegewarren

Van het in november 2020  beschikbaar gestelde uitvoeringskrediet van € 30 mln. t.b.v. het aankoopproces is € 11.275.057 mln. besteed (peildatum april 2025).   In september 2022 hebben de drie partijen budget (€ 150.000 per partij) en personeel beschikbaar gesteld voor het eerste deel van de planfase (tot medio 2024). Het provinciale aandeel in de tabel is inclusief de personeelscomponent. 

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?

Op dit moment is iets meer dan de helft van het gebied aangekocht. We blijven in gesprek met de overige eigenaren in het gebied over de aankoop (of verplaatsing) van hun bedrijf en gronden. Het laat zich steeds meer uittekenen dat verplaatsen lastiger wordt en het resterende eigenaren nog te vroeg is om de bedrijfsvoering te staken. We verkennen maatwerk in de vorm van uitfaseren of wellicht integreren (specifieke locaties) in het plan.

Sinds 2023 zijn we gestart met het tijdelijke beheer van de gronden die we in eigendom hebben.  Dit betekent dat het Veenweideprogramma voor de periode 21-30 een deel van de gronden gebruikt voor o.a. innovatieve proeven op praktijkschaal met extensieve agrarische activiteiten op nattere veengrond, zoals andere teeltgewassen. In 2025 gaat het Veenweideprogramma verder met het telen en opschalen van lisdodde als teeltgewas, een natuurinclusief veebedrijf en een veen-waterinnovatiebedrijf.   Deze projecten bieden kansen om nieuwe verdienmodellen en bedrijfsconcepten te ontwikkelen en geeft inzicht in waar mogelijk aanpassingen van bestaand beleid noodzakelijk zijn om de transitie mede mogelijk te maken. Met al deze (nieuwe) inzichten kan het ontwerp van de voorkeursvariant ‘Open en Natuurlijk’ verder aangescherpt worden. Belangrijk aandachtspunt is onderzoek- en ontwikkelruimte voor de innovaties die er plaatsvinden.

Begin dit jaar zijn een deel van de openstaande vacatures ingevuld. Met de invullingen en verschuivingen in het team zijn de sleutelposities en het overall projectmanagement weer geborgd zodat we verder kunnen met de verdieping van de diverse bouwstenen als onder andere Sytebuorren, recreatie en civiele inrichting.  De keuzes die hieruit voortvloeien vertalen wij uiteindelijk naar verschillende scenario's inclusief een financiële onderbouwing. Zoals u van ons gewend bent betrekken we de omgeving en omwonenden bij het ontwerpproces.   
Na de planuitwerking leggen wij u een go/no-go besluit voor met bovengenoemde onderdelen. Wij hopen dit eind 2026 te kunnen doen.  

Hoe hebben de genoemde risico's zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico's bijgekomen?

Het project heeft nog steeds een minimale personele bezetting. Dit heeft o.a. te maken met de krapte op de arbeidsmarkt. Dit kan  gevolgen hebben voor het tempo van het planvormingsproces en de haalbaarheid van de beoogde mijlpaal om eind 2026 een go/no-go besluit voor te leggen.

Een ander punt van aandacht is het aankoopproces. Verplaatsen van bedrijven wordt lastiger in verband met het schaarser worden van landingslocaties met een goede vergunning (met ruimte voor de toekomst), concurrentie van agrariërs uit andere provincies (waar hectareprijzen hoger zijn) en stijgende (ver)bouwkosten. Dit gegeven vraagt mogelijk om een bijstelling van de huidige aankoopstrategieplan (ASP).

Grondverwerving, planvorming, vormgeving businesscase en tijdelijk beheer zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, als het gaat om bestaansrecht van het project. Het vrijwillige karakter in combinatie met een lange doorlooptijd zijn kader stellend dan wel een vast gegeven. De integrale en vrijwillige benadering vergen daarom steeds meer maatwerk. Bijstelling in de aanpak of benadering is juridisch kwetsbaar, nu regelgeving steeds meer conflicterend is en in het ‘slot’ komt. Dit kan enorm vertragend werkend of een groot afbreukrisico voor het voor bestaan betekenen. 

7d. Gebiedsontwikkeling Idzegea

Terug naar navigatie - 7d. Gebiedsontwikkeling Idzegea

Welke besluiten zijn er nog genomen in het jaar 2025 door Provinciale Staten?

Geen.


Wat heeft het gekost?

Kosten Gebiedsproject Idzegea Begroot Besteed t/m 21-5-2025 Saldo
Proceskosten € 1.768.996 € 746.390 € 1.022.606
Regiodeal € 292.200 € 39.752 € 252.448
Totalen € 2.061.196 € 786.142 € 1.275.054
Financiering Gebiedsproject Idzegea Begroot Besteed t/m 21-5-2025 Saldo
Bijdrage uit Veenweideprogramma € 1.622.500 € 590.467 € 1.032.033
Bijdrage Wetterskip Fryslân (in kind) € 73.248 € 73.248
Bijdrage Gemeente Súdwest Fryslân (in kind) € 73.248 € 73.248
Regiodeal NIL 2022-2024 € 292.200 € 31.702 € 260.498
Totalen € 2.061.196 € 622.169 € 1.439.027
Terug naar navigatie - 7d. Gebiedsontwikkeling Idzegea vervolg

Wat wilden we bereiken en wat hebben we gerealiseerd?

De gebiedscommissie heeft eind 2023 de opdracht gekregen om een gedragen ontwerp gebiedsplan op te stellen. Er is gewerkt aan het opstellen van een gebiedsanalyse, bestaande uit een Landschapsecologische systeemanalyse (LESA) een landschapsbiografie en een Brede welvaartsanalyse. Deze is gereed om te worden vastgesteld in de gebiedscommissie. Deze gebiedsanalyse is een stevig uitgangspunt voor het  vervolg: het opstellen van een gebiedsvisie met bijbehorende ambities, die uitgewerkt worden in verschillende inrichtingsscenario's uitmondend in het uiteindelijk gebiedsplan.

Hoe hebben de genoemde risico's zich ontwikkeld en zijn er nieuwe risico's bijgekomen?

Het project heeft enige vertraging opgelopen door diverse oorzaken waaronder de beschikbaarheid van voldoende personele capaciteit. De planning is dat het project nu doorloopt tot en met het eerste kwartaal van 2026. De bemensing van het projectteam is een belangrijk aandachtspunt. Er wordt alles aan gedaan om de kwantiteit en kwaliteit van het team op het benodigde niveau te brengen en te houden.

Het is nog niet gelukt om grond in of rondom het gebied Idzegea te verwerven. Voor het welslagen van het gebiedsproces is het noodzakelijk dat er grond beschikbaar is. Vanuit alle betrokkenen wordt hierom gevraagd. 

De verdeling van de gelden uit het Maatregelenpakket FPLG is nog niet bekend. Voldoende middelen voor de uitvoering van het gebiedsplan blijft hoog op de agenda staan. Hiervoor zullen wij ons onder meer extra tot het Rijk wenden.

In 2025 is een belangrijke pilot over de verhoging van de waterpeilen (HAKLAM) stopgezet, wegens onvrede bij de betrokkenen over de uitvoering en schade afhandeling. Het afnemend draagvlak onder de agrariërs is een punt van zorg en heeft onze (bestuurlijke) aandacht. 

In deze paragraaf staan alle grote projecten in de provincie Fryslân. Provinciale Staten hebben bepaald welke 
projecten zijn opgenomen. De verantwoording gebeurt aan de hand van de volgende vragen:

  • Welke besluiten hebben Provinciale Staten in 2025 genomen?
  • Wat heeft het gekost?
  • Hebben wij bereikt wat wij wilden bereiken?
  • Hoe hebben de risico’s zich ontwikkeld?

Overzicht projecten

Terug naar navigatie - Overzicht projecten

Projecten

1. Spoorprojecten
a. Lelylijn
b. ERTMS

2. Vismigratierivier

3. Bruggen/Sluis Kornwerderzand

Programma’s 

4. Natuurpact: uitvoering natuurontwikkelingsopgave

5. Programma Natuur

6. Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG)

7. Veenweide
a. Veenweideprogramma 2021-2031
b. Aldeboarn-De Deelen
c. Hegewarren
d. Idzegea