In onderstaand overzicht staat de ontwikkeling van het aantal fte met een provinciaal dienstverband (vast en tijdelijk). In de berap’s presenteren we op peildatum ook een overzicht van de inhuur (aantallen).

Bezettingsoverzicht met meerjarige prognose uitgaande van de aangegane arbeidsovereenkomsten stand 1 juli 2022, inclusief pensionering en afloop van tijdelijke contracten.
Toelichting
Op basis van het onderzoeksrapport van Cebeon (vastgesteld in PS juni 2022) gaan we uit van een basiscapaciteit van 640 fte. De verwachte vaste bezetting bedraagt op januari 2024 peildatum volgens de huidige inzichten 687 fte. Een deel van deze bezetting maakt onderdeel uit van het tijdelijke en het projectdeel van het capaciteitsbudget. Verder hebben wij een aantal fte in dienst , die geen onderdeel uitmaken van het genoemde kader van 640 fte. We hebben bijvoorbeeld 11 fte in vaste dienst voor de uitvoering van het Waddenfonds. Op het moment dat een andere partij de uitvoering zou overnemen, is de afspraak dat het personeel mee over gaat naar die partij. Voor de uitvoering van het programma Stikstof en het programma Natuur hebben wij op dit moment ongeveer 20 fte in dienst genomen, omdat we moesten starten met deze programma’s. Voor het programma stikstof hebben PS incidenteel middelen beschikbaar gesteld, maar meerjarig zijn deze kosten nog niet gedekt. Voor het programma Natuur hebben we inmiddels de beschikking van het Rijk ontvangen waarmee deze kosten voor de komende jaren zijn gedekt.
We gaan er ook vanuit dat ongeveer 8 fte via detachering aan het werk is bij andere overheden. Verder hebben we op basis van de bestuurlijke afspraken rond de Fryske Academy 2 fte in dienst genomen die (nog) niet zijn gekoppeld aan de uitvoering van structurele taken en het kader van de 645 fte.
In het rapport van SeederdeBoer over SPP en de geactualiseerde notitie SPP vanuit de organisatie (beide onderdeel van de behandeling van de thema’s ZBB en SPP in PS van juni 2022), wordt uitgegaan van een gewenste vaste bezetting van 700 fte, waarbij geldt dat die moet passen binnen het beschikbare capaciteitsbudget en moet aansluiten op het uit te voeren takenpakket. Dit aantal zal herijkt worden op basis van de omvang van de tijdelijke en projectcapaciteit.