Deze paragraaf gaat over het beheer van de financiële middelen (treasury), de revolverende middelen en de risicobuffer ter dekking van de risico’s revolverende middelen.
De kaders voor het op een verantwoorde manier beheren van de financiële middelen zijn vastgelegd in het Treasury Statuut en de Wet Financiering decentrale overheden (Fido). Het Treasury Statuut bevat de kaders en richtlijnen voor risicobeheer, financiering, werkkapitaalbeheer, rapportage en verantwoording, bevoegdheden en controles.
Paragraaf 4. Financiering en beleggingen
1 - Ontwikkeling financieringssaldo
Terug naar navigatie - Paragraaf 4. Financiering en beleggingen - 1 - Ontwikkeling financieringssaldoHet EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven gedurende het jaar en is gebaseerd op de begroting, zie bijlage 6. Samen met de vrijval van de (langlopende) uitzettingen vormt het EMU-saldo het financieringssaldo, zie tabel 1.
Een positief financieringssaldo duidt op een overschot van de liquide middelen voor betreffende jaar. Een negatief financieringssaldo wordt aangevuld vanuit de liquide middelen, het belegde vermogen of door het aantrekken van een lening. De provincie heeft de komende jaren voldoende middelen beschikbaar.
Tabel 1: Overzicht financieringssaldo
| Bedragen x € 1.000 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|---|
| Financieringssaldo per 1 januari | 367.811 | 376.286 | 376.886 | 377.286 | 377.286 |
| Mutatie EMU-saldo (zie bijlage 6) | -120.420 | -113.253 | -57.894 | -10.971 | 9.792 |
| Vrijval Uitzetting | 8.475 | 600 | 400 | 0 | 0 |
| Financieringssaldo per 31 december | 255.866 | 263.633 | 319.392 | 366.315 | 387.078 |
2 - Financiering en beleggingen
Terug naar navigatie - Paragraaf 4. Financiering en beleggingen - 2 - Financiering en beleggingenBeleggingen Nuon-vermogen
In de afgelopen jaren zijn de middelen die zijn verkregen uit de verkoop van Nuon Energy voor een groot deel belegd. De provincie heeft beleggingen in de vorm van leningen aan decentrale overheden, deposito's bij de schatkist en Hybride kapitaal (achtergesteld vermogen voor een sectorbank waarvan de provincie aandeelhouder is). De niet belegde gelden zijn ondergebracht bij de schatkist op de rekening courant van de provincie.
Lenen aan decentrale overheden
In 2016 hebben Provinciale Staten besloten om leningen te gaan verstrekken aan decentrale overheden. Het verstrekken van leningen aan decentrale overheden is een alternatief voor het schatkistbankieren.
Het saldo van het verstrekte leningen aan decentrale overheden bedraagt medio 2025: € 1,2 mln.
Hybride kapitaal
Provincie Fryslân heeft € 50 mln. Hybride kapitaal verstrekt aan de Nederlandsche Waterschapsbank (NWB). Hybride kapitaal is een achtergestelde lening die voor de bank meetelt tot het eigen vermogen. Provincie Fryslân is medeaandeelhouder van de NWB en de kapitaalverstrekking vindt plaats vanuit de publieke taak. Door het Hybride kapitaal kan de bank de functie van kapitaalverstrekkers aan decentrale overheden en semipublieke instellingen blijven uitoefenen.
Het saldo van het verstrekte Hybride kapitaal bedraagt medio 2025: € 50 mln.
Schatkistbankieren
Sinds de invoering van het schatkistbankieren kunnen de provinciale middelen bij het agentschap worden belegd in (langlopende) deposito’s of op de rekening courant worden aangehouden. De rentepercentages van de schatkist zijn gekoppeld aan de Nederlandse kapitaalmarktrente en de rente van de ECB. De rentevergoedingen zijn, na jarenlang zeer laag te zijn geweest, sterk opgelopen. Hierdoor kan er weer rendement op deposito’s worden behaald en wordt er over het rekeningcourant-tegoed ook weer rente vergoed.
Het saldo van de liquide middelen en deposito’s bij de schatkist bedraagt medio 2025 € 402,4 mln.
Financieringen
Door het verkregen Nuon-vermogen heeft provincie Fryslân vooralsnog geen financieringsbehoefte. Er is vanwege de kapitaalversterking van Alliander (€ 76,5 mln.) een lineaire lening van € 76 mln. afgesloten om een toekomstige liquiditeitsbehoefte te voorkomen.
Tabel 2: Gemiddelde omvang belegd vermogen
| Bedragen x € 1.000 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|---|
| Kortlopende beleggingen | 357.000 | 295.000 | 240.500 | 190.500 | 146.000 |
| Langlopende beleggingen | 38.600 | 700 | 200 | 0 | 0 |
| Gemiddelde beleggingen over het jaar | 395.600 | 295.700 | 240.700 | 190.500 | 146.000 |
| Bedragen x € 1.000 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 |
| Kortlopende beleggingen | 111.500 | 84.250 | 64.750 | 55.250 | 53.500 |
| Langlopende beleggingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Gemiddelde beleggingen over het jaar | 111.500 | 84.250 | 64.750 | 55.250 | 53.500 |
Rendement beleggingen, rentebaten en -lasten
Terug naar navigatie - Paragraaf 4. Financiering en beleggingen - Rendement beleggingen, rentebaten en -lastenRentebaten
Onder ‘rentebaten lang’ staan de rentevergoeding voor de hybride lening die is verstrekt aan de Nederlandse Waterschapsbank en de rentebaten van de lenen aan decentrale overheden. Ook wordt er vanwege een lineaire lening met een negatief rentepercentage van -/- 0,01% een bescheiden rente ontvangen.
Onder ‘rentebaten kort’ staan de rentevergoedingen die de provincie ontvangt voor kortlopende deposito's bij de schatkist en het in rekening courant aanhouden van liquiditeiten binnen de schatkist.
Rentelasten
Provincie Fryslân heeft vooralsnog geen financieringsbehoefte. De in 2021 afgesloten langlopende lening bij de NWB [voor het verstrekken van een Converteerbare obligatielening aan Alliander] heeft een negatieve rente van 0,01%. Daarom zijn de rentelasten van de provincie nul.
In de onderstaande tabel staat de meerjaren prognose van de rentebaten op het belegde vermogen en de verwachte rentelasten weergegeven.
Tabel 3: rentebaten en -lasten
| Bedragen x € 1.000 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|---|
| Rendement leningen decentrale overheden | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Rentebaten lang | 1.030 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Rentebaten kort | 7.800 | 5.700 | 4.600 | 3.700 | 2.800 |
| Totaal rendementen & rentebaten | 8.840 | 5.700 | 4600 | 3700 | 2800 |
| Rentelasten lang | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Rentelasten kort | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bedragen x € 1.000 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 |
| Rendement leningen decentrale overheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Rentebaten lang | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Rentebaten kort | 2.100 | 1.600 | 1.200 | 1.100 | 1.000 |
| Totaal rendementen & rentebaten | 2100 | 1600 | 1200 | 1100 | 1000 |
| Rentelasten lang | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Rentelasten kort | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3 –Revolverende middelen
Terug naar navigatie - Paragraaf 4. Financiering en beleggingen - 3 –Revolverende middelenIn het kader van de publieke taak zetten we diverse middelen uit als revolverende middelen. Daarnaast worden de ontwikkelingen bij het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy B.V. (FSFE) en de Friese Ontwikkelingsmaatschappij B.V. (FOM) in deze paragraaf nader toegelicht.
Hierna volgt een overzicht van de stand van zaken van de revolverende middelen bij de provincie. Hierbij is aangegeven wat er tot op heden is uitgezet en wat er in totaliteit mag worden uitgezet. Bij de bepaling van de omvang van het financiële risico in de paragraaf weerstandsvermogen wordt naast de reeds uitgezette middelen ook rekening gehouden met een deel van de nog uit te zetten middelen.
Tabel 4: overzicht revolverende middelen per 30 juni 2025
| (bedragen x 1 mln.) | PS besluit | Totaal beschikbaar bedrag | Uitgezet t/m 2025 |
|---|---|---|---|
| Wurkje foar Fryslân, revolverend deel | 03-07-13 | 18,3 | 0,22 |
| FSFE | 16-10-13 | 90,0 | 79,70 |
| Breedband | 25-01-17 | 54,2 | 35,00 |
| 26-06-19 | -12,0 | ||
| Kredietfaciliteit Muizen | 15-04-15 | 0,7 | 0,22 |
| NOM | 22-06-16 | 21,5 | 28,10 |
| 26-02-20 | 3,0 | ||
| 10-11-21 | 3,9 | ||
| Windpark Fryslân | 19-04-17 | 100,0 | 95,40 |
| FOM | GS 03-07-2018 | 30,9 | 22,10 |
| Totaal | 310,5 | 260,74 |
Risicobuffer
Terug naar navigatie - Paragraaf 4. Financiering en beleggingen - RisicobufferTer dekking van de risico’s bij de uitgezette revolverende middelen houden wij een risico buffer aan van ca. € 100 mln.. Zowel bij de begroting als bij de jaarrekening wordt de risico inschatting van de uitgezette revolverende middelen geactualiseerd.
De risicobuffer wordt aangevuld met een hogere rentevergoeding die wij ontvangen van derden dan de rendementsderving. Mochten de uitgezette middelen uiteindelijk niet terugkomen dan brengen we deze middelen ten laste van de risicobuffer. Onderstaande tabel geeft de stand van de risicobuffer per medio 2025 aan.
| Risicobuffer per medio 2025 | bedragen x € 1 mln. |
|---|---|
| Beginstand risicobuffer (1-1-2015) | 100,0 |
| Mutaties t/m 2024 (verminderingen, vermeerderingen) | -20,0 |
| Rente inkomsten t/m 2024 | 13,8 |
| Stand 31/12/2024 | 93,8 |
| Mutaties t/m medio 2025 (verminderingen, vermeerderingen) | 2,2 |
| Stand 30/06/2025 | 96,0 |
Fûns Skjinne Fryske Enerzjy BV
PS-besluiten
Op 16 oktober 2013 heeft PS aan gegeven geen wensen en bedenkingen te hebben t.a.v. het instellen van Fûns Skjinne Fryske Enerzjy besloten vennootschap (FSFE BV). FSFE BV is op 2 september 2014 opgericht voor een periode van 15 jaar en de provincie is enig aandeelhouder. Het doel van het fonds is het financieren van projecten op het gebied van duurzame energie. Het fonds kan financieringen verstrekken middels garanties, (achtergestelde) leningen en/of participatie aan ondernemingen actief binnen het grondgebied van de provincie Fryslân.
Op 9 juli 2025 hebben PS wensen en bedenkingen kenbaar gemaakt t.a.v. het voorgenomen besluit van GS:
- De looptijd van het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy B. V. (FSFE) te verlengen tot en met 2034 , en de financieringsovereenkomst tussen de provincie en het FSFE hierop aan te passen.
- De hoofddoelstelling van het FSFE te wijzigen in: een bijdrage te leveren aan onze ambitie om in 2050 ons energieverbruik in Fryslân duurzaam op te wekken. Het FSFE doet dit door het ter beschikking stellen van financiering aan investeringsprojecten op het gebied van duurzame energieopwekking, energiebesparing en flexibilisering van energiesystemen.
Dit zal verder worden uitgewerkt met als streefdatum dat de wijzigingen per 1 januari 2026 zullen ingaan.
Financiële stand van zaken
FSFE BV heeft de beschikking over een provinciaal budget van € 90 miljoen dat nominaal in stand wordt gehouden. FSFE kan hier van trekken naar gelang ze aan financieringen heeft uitstaan bij Friese ondernemers. Eind 2024 is door FSFE € 79,7 mln. getrokken en resteert nog € 10,3 mln..
Ter dekking van het risico dat het fonds het provinciale budget van maximaal € 90 mln. niet nominaal in stand blijft is bij de start op de provinciale reserve een reservering aangehouden van € 30 mln.. Tot nu toe is in de provinciale jaarstukken 2024 een kleine € 12,2 mln. afgeboekt. Deze is in 2024 met een kleine €7,5 miljoen gestegen t.o.v. stand eind 2023. Deze is ten laste gekomen van de Reserve risicobuffer. Dit zijn verliezen van het fonds die in de jaren daarna moeten worden terugverdiend op de uitstaande financieringen.
Maatschappelijke doelen stand van zaken
Het fonds heeft met het PS-besluit van 26 januari 2022 voor twee provinciale maatschappelijke doelen de opdracht gekregen om een substantiële bijdrage te verlenen namelijk:
- 33% duurzame energieproductie in 2030;
- In 2030, 25% energiebesparing t.o.v. 2010.
Jaarlijks zal door een externe partij gemeten worden in hoeverre FSFE heeft bijgedragen aan deze twee doelen en zal via deze paragraaf hierover consequent worden gerapporteerd.
Friese Ontwikkelingsmaatschappij BV
PS-besluiten
Op 16 oktober 2013 heeft PS aangegeven geen wensen en bedenkingen te hebben met betrekking tot de instelling van de rechtspersoon Doefonds BV en daarbij heeft ingestemd met een budget van € 8 mln. voor innovatiefinancieringen. Op 18 oktober 2017 heeft PS haar zienswijze geuit over de naamswijziging van besloten vennootschap (BV) van Doefonds naar Friese Ontwikkelingsmaatschappij (FOM) en de uitbreiding van het bestaande innovatie budget en een extra budget voor het versterken van exporterende ondernemers. Op 24 januari 2018 heeft PS ingestemd met de uitbreiding van de FOM op de doelstellingen groei en starters en daarbij een budget beschikbaar gesteld.
De provincie is daarmee enig aandeelhouder in de FOM BV. Deze FOM is opgericht voor een periode van 15 jaar. Doel van het fonds is het verstrekken van financieringen middels garanties, (achtergestelde) leningen en/of participatie aan ondernemingen actief binnen het grondgebied van de provincie Fryslân.
Financiële stand van zaken
FOM heeft de beschikking over een provinciaal budget van € 30,9 mln. verdeeld over de thema’s: Innovatie maximaal € 12 mln., Groei maximaal € 12 mln., Export maximaal € 3 mln., Starters maximaal € 2,5 mln. en Ondernemersimpuls € 1,4 mln.. Het budget Ondernemersimpuls heeft alleen betrekking op beheer van leningen die al zijn verstrekt. Inkomsten uit het beheer vallen daarna onder het budget Starters. De FOM kan hier van trekken naar gelang ze aan financieringen heeft uitstaan bij Friese ondernemers. Eind 2024 is door de FOM € 19,6 mln. getrokken.
Bij de start is er vanuit gegaan dat de financieringen die de FOM verstrekt risicovol zijn en dat er een kans is dat een deel van het provinciale budget niet terugkomt. Hiervoor is voor elk budget bij de start een reservering op de provinciale reserve vastgelegd. Totaal is € 15,2 mln. ter dekking opgenomen in de Reserve risicobuffer.
Op basis van de verliezen van de BV FOM/Doefonds sinds de start in 2014 heeft de provincie in haar jaarrekening 2024 in totaal € 12,7 mln. ten laste van de Reserve risicobuffer gebracht.
Maatschappelijke doelen stand van zaken
Het fonds heeft bij de start een aantal doelen (norm) op zich genomen. Deze bestaan uit het aantal investeringen per budget en het totale bedrag wat per budget wordt uitgezet. Deze doelen zijn opgenomen in het FOM meerjarenplan.
4 – Toerekening van rente
Terug naar navigatie - Paragraaf 4. Financiering en beleggingen - 4 – Toerekening van renteDit onderdeel is bedoeld om inzicht te geven in rentelasten die direct verband houden met een beleidsveld of opdracht. Bij provincie Fryslân worden geen leningen afgesloten voor de financiering van een beleidsveld of opdracht.
Het renteresultaat bestaat zowel uit de rentebaten op overtollige Treasury middelen als de overige rentebaten van leningen aan Alliander, Breedband, Windpark Fryslân, etc.
| Renteschema begroting 2026 | bedragen x € 1.000 | ||||
| a. | De externe rentelasten over de korte en lange financiering | 0 | |||
| b1. | De externe rentebaten over de korte en lange financiering Treasury | 5.700 | -/- | ||
| b2. | De externe rentebaten over de korte en lange financiering overig | 9.157 | -/- | ||
| Saldo rentelasten en rentebaten | -14.857 | ||||
| c1. | De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | 0 | -/- | ||
| c2. | De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | 0 | -/- | ||
| c3. | De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | 0 | -/- | ||
| Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 0 | ||||
| d1. | Rente over eigen vermogen | 0 | +/+ | ||
| d2. | Rente over voorzieningen | 0 | +/+ | ||
| Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | -14.857 | ||||
| e. | De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | 0 | -/- | ||
| f. | Renteresultaat op het taakveld Treasury | -14.857 | |||
| Een negatief bedrag betekent dat er sprake is van een positief renteresultaat | |||||
5 - Risicobeheer Treasury
Terug naar navigatie - Paragraaf 4. Financiering en beleggingen - 5 - Risicobeheer TreasuryIn deze paragraaf worden de belangrijkste risico’s voor Treasury management van de provincie Fryslân beschreven.
Renterisico
Vanuit de Wet Fido worden richtlijnen gegeven voor het renterisico op korte en lange financiering. Zo wordt het risico op kortlopende financieringen beperkt met een zogenoemde kasgeldlimiet (7% van de begrotingsomvang) en geldt voor de langlopende financieringen een renterisiconorm.
In verband met de verkoop van de aandelen Nuon en de hiermee samenhangende toestroom van geldmiddelen, verwachten we de komende jaren geen lang- of kortlopende geldleningen aan te hoeven trekken. Daarom zijn zowel de kasgeldlimiet als de renterisiconorm van de Wet Fido voor de provincie Fryslân de komende jaren niet relevant.
In de begroting wordt rekening gehouden met rentebaten uit het belegde vermogen. Fluctuaties van de rente op de kapitaalmarkt kunnen van invloed zijn op het verwachte rendement voor nieuwe beleggingen en bestaande beleggingen in geval van renteherziening. Bij de huidige beleggingen vindt geen tussentijdse renteherziening plaats en daarnaast worden er vooralsnog geen nieuwe langlopende beleggingen gedaan. Daardoor is het renterisico voor de provincie nihil.
Koersrisicobeheer
De provincie belegt haar overtollige middelen alleen in vastrentende waarden zoals daggeld, obligaties en deposito’s. Het beleggen in aandelen, uitsluitend voor het behalen van een rendement, is niet toegestaan. Tevens wordt er uitsluitend belegd in financiële waarden in euro’s. Hierdoor is het valutakoersrisico minimaal.
Kredietrisicobeheer
Sinds 15 december 2013 is het verplichte schatkistbankieren van kracht en dienen alle middelen te worden ondergebracht / belegd bij het agentschap van het ministerie van Financiën, uitgezonderd het verstrekken van leningen aan decentrale overheden en uitzettingen uit hoofde van de publieke taak. Een groot deel van het vermogen van de provincie wordt aangehouden bij de schatkist, waardoor het kredietrisico voor de provincie zeer laag is. Het kredietrisico over de leningen verstrekt aan decentrale overheden en de hybride kapitaal verstrekkingen aan de sectorbanken (met AAA-rating) zijn ook zeer laag.
Debiteurenbeheer
Voor het debiteurenbeheer betreffende de levering van goederen en/of diensten hanteert de provincie een strikt beleid van herinnering en aanmaning. Indien de debiteur nalatig blijft, wordt de vordering overgedragen aan een incassobureau.
6 - Ontwikkeling financiële markten
Terug naar navigatie - Paragraaf 4. Financiering en beleggingen - 6 - Ontwikkeling financiële marktenDe afgelopen jaren is de rente gestegen door de aantrekkende economie, oplopende inflatie en de renteverhogingen van de ECB.
Geldmarktrente (kortlopende deposito's < 1 jaar)
De geldmarktrente is door de renteverlaging van de ECB in 2024 en 2025 behoorlijk sterk gedaald. De verwachting is dat de geldmarktrente de komende tijd niet verder zal dalen omdat de ECB de rente vooralsnog niet verder verlaagd.
De rentevergoeding voor het aanhouden van overtollige liquiditeiten bij de schatkist is medio 2025: 1,9%.
Kapitaalmarktrente (langlopende deposito's > 1 jaar)
De kapitaalmarktrentes zijn dit jaar gestegen, maar de rentetarieven zijn voor perioden tot 5 jaar zijn nog steeds niet hoger dan de geldmarktrente. De verwachting is dat ook de kapitaalmarktrente voor de perioden tot 5 jaar weer boven de kortlopende rente komen te liggen.
De Nederlandse kapitaalmarktrente voor de periode van 10 jaar bedraagt medio 2025: 2,8%.