Grondbezit is geen provinciaal doel op zichzelf. Het aan- en verkopen van grond wordt ingezet om transities ten bate van onze opgaven te faciliteren. Binnen onze opgaven Natuurontwikkeling, Veenweide, Natuer mei de Mienskip, Bossenstrategie, de Waddenkustversterking en de gebiedsontwikkeling Dongeradielen, ligt in dat kader reeds een aanzienlijke opgave rondom grondverwerving en grondruil. Na het wegvallen van het NPLG, wordt in de gebiedsgerichte aanpak opnieuw gezocht naar een integrale uitvoeringsbasis waarbij de inzet van grond en grondbezit een onderdeel vormt.
De Provinciale grondbank
In de provinciale grondbank zijn alle gronden opgenomen die bij de provincie in bezit zijn. Dit zijn gronden voor onze (vaar) wegen, gronden voor de aanleg van natuur, veenweide en infrastructuur, ruil- en restgronden. De provincie heeft ruim 15.100 ha grond, waarvan ruim 12.000 ha structureel bezit (wegen, meren, vaarwegen, etc.). De resterende gronden zijn gronden die in tijdelijk bezit zijn ten bate van de provinciale opgaven.
Naast infrastructurele werken hebben wij grote opgaven ten aanzien van de landbouw, natuur, veenweide en stikstof. Voor deze opgaves maken we gebiedsgerichte plannen die al uitgewerkt, of nog in voorbereiding zijn. Bij deze vraagstukken is de inzet van grond vaak één van de bepalende factoren. Bij de vaststelling van plannen wordt daarin ook het mandaat tot aankoop van gronden voor Gedeputeerde Staten opgenomen. Indien een plan nog in voorbereiding is dan is dit mandaat er nog niet, terwijl het wel wenselijk kan zijn om een strategische aankoop te doen. Er doen zich soms kansen voor die een bijdrage kunnen leveren aan bestaande of in voorbereiding zijnde plannen.
Provinciale Staten heeft hiervoor een investeringskrediet van € 23,5 mln. beschikbaar gesteld, De Strategische Grondvoorraad (SGV) om snel op deze kansen te kunnen inspringen. Deze kansen hebben zich sinds het beschikbaar stellen van het krediet zeker voorgedaan. Er is op dit ogenblik ruim 330 hectare voor € 19,1 mln. (stand 1 januari 2025) aan strategische gronden op voorraad aangekocht. De aankopen zijn gedaan met een beheersbaar risicoprofiel omdat alleen courante gronden worden aangekocht. De risicoreserve van € 1,5 mln. is dan ook nog niet aangesproken. De resterende middelen zijn op dit moment gekoppeld aan lopende onderhandelingen. De kans is reëel gezien de lopende dossiers dat hiermee het budget dat beschikbaar is voor strategische grondaankopen op korte termijn uitgeput zal raken.
Nationale Grondbank (NGB)
Het Rijk en het ministerie van LVVN erkennen de verwervingsopgave die in het landelijk gebied. Het ministerie ziet ook dat er meerdere provincies zijn die de verwervingsopgave niet zelfstandig kunnen dragen of er voor kiezen dat niet te doen. Het ministerie heeft daarvoor de Nationale Grondbank (NGB) ingesteld.
De NGB is een aanvulling op het provinciaal grondinstrumentarium (grondbanken, grondvoorraden, etc.). Het doel van de NGB is het faciliteren van de gebiedsprocessen in het kader van de transitie landelijk gebied (realisatie opgaven Nationaal Programma Landelijk Gebied – NPLG) en de transitie van de landbouw. De NGB kan worden ingezet voor aan- en verkoop van agrarische gronden en bedrijven die geschikt zijn als alternatieve locatie voor agrarische bedrijven die willen verplaatsen. Zodoende vergroot de NGB de grondmobiliteit in het landelijk gebied en wordt ‘schuifruimte’ gecreëerd voor het gebiedsproces. (citaat uit Leidraad Nationale Grondbank”). Aankopen die worden gedaan door middel van inzet van de NGB worden aangekocht met Rijksmiddelen, de eigendom van het aangekochte komt op naam van de Staat. Het NPLG bestaat niet meer maar het Rijk heeft ervoor gekozen om de NGB voor provincies beschikbaar te houden.
De NGB is operationeel vanaf 1 januari 2023. Het college van GS heeft een negental casussen bij de NGB voor verwerving ingebracht, waarvan twee zijn vervallen en zeven nog in behandeling zijn (stand 1 januari 2025), hiermee kan potentieel nog 290 hectare aan strategische posities worden verworven. Het college informeert Provinciale Staten over het verloop van deze casussen zodra overeenstemming met de aanbieder/eigenaar is bereikt.
De Fryske Grûntafel
In 2022 is de Fryske Grûnbank opgericht. Het college en de leden van de ‘grondbank’ hebben geconstateerd dat de titel “Fryske Grûnbank” her en der tot verwarring leidt. De term “bank” roept de associatie met een eigen zelfstandige financiering en/of grondbezit op. Daar dienen volgens de leden en het college het provinciale investeringskrediet Strategische GrondVoorraad (SGV) en als alternatief de door het ministerie van LVVN ter beschikking gestelde Nationale grondbank (NGB) voor.
De leden treden bewust niet in deze rol, nemen een adviserende en stimulerende rol aan. De leden hebben het college daarom in 2023 voorgesteld de titel van de samenwerking aan te passen en voortaan de term “Fryske Grûntafel” te hanteren. Deze titel doet volgens de leden meer recht aan het adviserende en stimulerende karakter van deze tafel. Het college onderschrijft de adviserende en bemiddelende rol en positionering van het instrument.
De Fryske Grûntafel (FGT) staat ter beschikking van gebiedscommissies. Om beter in beeld te zijn bij de commissies heeft de FGT zich, na het vervallen van het NPLG, in het najaar van 2024 opnieuw bij de voorzitters van de gebiedscommissies geïntroduceerd.